ROB LAUWERS:
8
1
1
kattenhater die voor
het beest ging leven
der
uvet
UNIVERSITEIT MAAKT
MEERJARENAFSPRAAK
LEIMUIDENS KOOR WIL
GEWOON BLIJVEN ZINGEN
Méér oudere mensen moesten
eigenlijk iets gaan aanpakken
Haarlemmerstraa
is 's avonds op
de fiets
74-JARIGE PROMOVENDA C. MONNA:
m
/I
i
STAD/REGIO
LEIDSE COURANT
DINSDAG 19 SEPTEMBER 1978
Klinkt misschien een beetje
triest, maar er is een ernstig
zieke patiënt in Leimuiden.
Eens zat er muziek in, wel
33 jaar lang, nu evenwel
lijkt het bijna een lot uit de
loterij als er nog nieuw
leven in geblazen kan
worden. Om het ziekbed
heen zit een kleine schare
bijkans wenende vrouwen in
een soort nachtwake die
door een herrijzenis gevolgd
moeten worden. Ik doel zeer
zeker op de zorgwekkende
toestand van het „Leimui-
dens Gemengd Koor", dat
verleden winter nog de oude
vertrouwde naam „Gloria
Deo" voerde. Men vermoed
de dat de „confessionele
omwenteling" ook in koor
verband enige aanpassing
behoefde om steviger in de
schoenen te komen staan.
Hier vertrouwde men erop,
dat alle aanduidingen met
sint en gloria en deo bij
neutralisering een gunstiger
effect op de niet rooms
voelende gemeenschap zou
hebben. Het was in zoverre
een misgreep, dat de suiker
pot niet gewerkt heeft: er
kwam geen vlieg méér op
af. Gezegd moet worden, dat
het koor op een oor na
gevild is: „Er zijn nog 19 die
dapper doorvechten voor
het behoud. Nu is het er op
of er onder," vertelde me
gistermiddag mevrouw J.
Hillebrand-v.d. Hoorn,
voorvechtster van Leimui-
dens eigen korale geluid.
Het broze lichaam „Leimui-
dens Gemengd Koor" (dat vol
gens tongen van boze geesten
de eigen geest reeds gegeven
heeft, maar de mensen van
de nachtwake, zien nog een
glimps van oude vitaliteit)
staat of valt voor zover dat
nog mogelijk is met nieuwe
leden. Mevrouw Hillebrand:
„Iedereen is welkom, maar
onze pogingen hebben tot nu
toe geen resultaat opgeleverd.
Voelde men zich misschien
niet thuis bij ons? We doen
niet zozeer een beroep op de
jongeren. Die hebben hun
sport en spel in overvloed. Het
gaat ons om de middengroep,
de wat ouderen. Die doen
vaak helemaal niks, die slui-
meren of zo of kijken alleen
naar de televisie. Wat is er
mooier en meer voldoening
gevend als je zelf iets met
anderen presteert en daarbij
geniet." Zingen is inderdad
heerlijk en verrijkend. Daar
om alleen al zou de Leimui-
dense cultuur deze pijler niet
mogen missen.
Moet je maar 'ns horen; me
vrouw Hillebrand draaide een
bandje met een proeve van
oud-Gloria Deo's vokale kun
nen: Die Schöpfung, alsof het
Een week vóór de proef op
dé som verorbert Rob
Lauwers tussen twee bespre
kingen door nog een tourne-
dootje, dat als een eiland in
een gepeperd sausje op de
ondergang heeft liggen te
wachten. De groenten die er
als een rietkraag omheen
gevoegd zijn, laat hij voor
wat ze mogen lijken. „Het
Beestenspul '78" staat op
uitbarsten in de Leidse
Groenoordhallen, evenals
het zweet op Lauwers'
voorhoofd. Niet uit angst,
maar uit niet aflatende zorg.
Het adagium „Hij leeft voor
het beest, hij leeft als een
beest" wordt juist op tijd uit
het script gehaald. Slaat
trouwens nergens op, vindt
Lauwers zelf, „want daar
heb ik niet eens de tijd
voor, voor dat leven als een
beest, als ik het al zou
willen". Leuke vondst- dus,
maar niet wel bruikbaar.
Niettemin durf ik kalm
beweren, dat Lauwers het
Beestenspul is en het Bees
tenspul Lauwers. Daar gaan
maanden vooraf mee heen.
Rob Lauwers: nog jonge
vader (38 jaar) van drie
kinderen en Europa's groot
ste dierenshow.
Hagenaar, jong getrouwd
vóór z'n twintigste, vloog Lau
wers via Leiderdorp en Zoe-
termeer naar zijn huidige sta
tus. Hij is altijd al gek geweest
op cijferen, maar als pril ac
countant-assistent kreeg zijn
voorliefde aan knauw „Ik
was controleur van dingen,
onder andere van miljoenen
bloembollen. Dit moest ik tel-
Slen op een rekenmachine.
Daar werd ik knetter van en
ik vertrok met een collega
naar Zuid-Amerika, als ste
ward. Brazilië, Argentinië,
heerlijk. Ook als was ik geen
geboren zeeman. Ik was in
Irak, in Perzië; ik had de
wereld gezien. Toen ben ik
serieus gaan leven en begon
een assurantiekantoor, dat ik
een jaar of vijf had. Daarna
werd ik inspecteur bij eep
verzekeringsmaatschappij,
hoofdinspecteur zelfs en twee
jaar terug startte ik een uitge
verij in Zoetermeer, „Beesten
spul" geheten, want ik vond,
dat er een dierenblad moest
komen".
Inmiddels is het uitgeverijtje
verkocht en Rob is nu mana
ger bij het Tijl-concern in
Amstelveen; „beste baan
,hoor". Vrouw en kinderen
komen, volgens zijn zeggen,
nog weieens te kort, „omdat
ik het organiseren van dieren-
tentoonstellingen als grote
hobby heb. Mijn vrouw mop
pert veel op me, maar toch
ben ik door haar erin gerold.
Thuis had mijn vader een
hekel aan dieren, automatisch
werd ik een kattenhater. Toen
ik trouwde eiste m'n vrouw,,
dat we een kat zouden nemen.
Dat was voor mij hoogst du
bieus. Dat heeft heel wat voe
ten in de aarde gehad, maar
toen de kat er eenmaal was
ben ik van poezen gaan hou
den. Ze gaan waarderen. Tien
jaar geleden kwam onze kat
op een Haagse kattententoon
stelling. We dachten een huis
kat te heben, maar men con-
stanteerde, dat 't een raskat
was en hij ging naar de „ech
te" keurmeesters en werd
kampioen van de show. Nou,
mijn vrouw door het dolle. De
kat bleef in de running, in
Parijs, Brussel, overal kreeg-
iez'n bekers."
In Den Haag trok de georgani
seerde kattenwereld Lauwers
aan. Rob ging „meewerken"
als kooiensjouwer en kaart
jesverkoper. De tentoonstel
ling in Amicitia werd een
fiasco, omdat jn dat week
einde Verkerk en Schenk net
hun triomfen vierden: „men
had nog 34 cent in kas". Lau
wers gaf het bestuur z'n vet
en dat failliete bestuur legde
zich bij het voldongen feit
neer en zei: Lauwers, doe jij
het dan maar, als je het zo
goed weet". „En zo is het
begonnen", vertelt Lauwers,
terwijl hij een steeltje peterse
lie tussen dè tanden vandaan
haalt.
„Ik ging weer in Amicitia een
tentoonstelling opzetten en
schreef een brief naar de ko
ningin om haar een medaille
te vragen. Meteen daarop ging
er een brief naar de commis
saris van de koningin, dat was
toen nog mr. Klaasesz, om
hem te vragen de medaille
van de koningin te komen
uitreiken. Ik weet het, ik ben
een brutaal mens. Door een
gelukkige samenloop kreeg ik
zowel de medaille als mr.
Klaasesz"'.
Die tweede expositie liep als
een trein: 6000 mensen in één
weekeinde. Lauwers douwde
door en belandde het jaar
daarop in het gloednieuwe
Congresgebouw, dat hij voor
10.000 gulden voor twee dagen
afhuurde. Het bestuur van de
kattentoestand was furieus.
maar de expositie trok wel
eventjes 15.000 mensen.
„Toen zat ik er geheid in. De
Kat-Expo was geboren. In '73
ging ik in Leiden kijken, hoe
het daai1 zou gaan. In de
Stadsgehoorzaal viel ik weer
geen buil: 5000 mensen inzo'n
kleine zaal en in die „behoefti
ge" stad, dat was geen katte-
dinges. Het volgend jaar zaten
alle zalen van dat Leidse com
plex vol met kat. Op zondag
middag kraakten de balkons:
10.000 bezoekers. Mijn ver
haal wordt eentonig, ik weet
het. In de binnenstad liep de
verkeerszaak vast. In '75
huurde ik de Groenoordhal
voor driekwart gedeelte. Dar
ontstond toen mijn idee
„Beestenspul", op die Kat-Ex
po".
Het was Lauwers opgevallen,
dat bij dierenliefhebbers on
der elkaar zoveel haat en nijd
was. Zo in de trant van: jouw
kat eet mijn vogel op en zo
voorts. „Die groeperingen
verenigen, dat was een uitda
ging voor mij binnen het kat-
tengebeuren. Ik haalde de
„klein dierenwereld" erbij:
konijnen, cavia's, duiven,
hoenders. De kattenmensen
werden geconfronteerd met
andere dieren op hun show.
30.000 bezoekers, die het best
leuk vonden, die combinatie.
Dit dreef de Ned. Kattenfok
kers Vereniging $e deur uit
en ik ging mijn eigen weg
binnen m'n hobby". Lauwers
begon een compléét dierene-
venement te brengen, een die-
renspul-totaal. Van muis tot
olifant, bij wijze van spreken
dan; van een bij tot gesterili
seerde kater, ezels maar ook
een concours hippique dat nu
een landelijk stempel heeft
gekregen. „In '76 werd het een
groot succes met 35.000 man,
aan publiek, tevens een ramp
jaar voor de Leidse politie,
want men zat met files tot in
Leiderdorp en Hoogmade. Al
les zat verstopt. Het bewijs
was geleverd, dat het spul was
aangeslagen bij de liefheb
bers. Vorig jaar kreeg ik m'n
erkenning, 40.000 mensen;
ook met de politie verliep alles
gladjes".
Ik kan daarom nu Rob Lau
wers rustig laten filosoferen
als man van het Beéstenspul.
„Weet je waarom 75 pet. van
de Nederlanders één of meer
huisdieren heeft? Waarom ko
men ze zelfs tot uit Engeland,
Duitsland en België naar het
spul in Leiden? Waarom? Dan
is mijn antwoord (op deze
vraag die je me niet gesteld
hebt): ik weet, dat dit een
.stukje nostalgie is. We leven,
nietwaar, in een keiharde
maatschappij. De kinderen
per gezin nemen af in aantal.
Men compenseert dat door
huisdieren te nemen. Men
zoekt zichzelf, en vindt zich
terug in de natuur (ik vind,
dat je die vraag toch echt had
moeten stellen). Daarom staat
Beestenspul '78 nog meer in
de heimweesfeer, met meer
bomen -tien vrachtwagens vol
sparren- en groen en oogver
blinding. Ik ben even uit de
wereld en bevind me nu in
de nostalgie, moet men kun
nen zeggen".
niets was, zeer hecht door
dirigent Huub Buurman uit
Leiden in alle partijen aan
eengesmeed. De vijf heren
(als er van onderbezetting
sprake is, dan hier toch zeker
wel) en vijftien dames staan
voor niets en zingen werken
in de moderne talen even
gemakkelijk en geschoold als
in het Latijn. Jawel, men liep
de uitvoeringen van het zus-
terkoor (nou ja, zus terkoor;
buur-koor) Vox Laeta, maar
in Leimuiden is men evenzeer
tot een „grote K" in staat,
zoals bestuurslid mevrouw
Mollers zegt: „Vox Laeta? We
kunnen het net eender, met
Huub Buurman. Die kan dat
best aan. Een ontzettend ge
zellige dirigent, bekwaam,
meesterlijk, geestig en onnoe
melijk geduldig."
Men zal eerst mannen moeten
trekken. Maar hoe? Niet op
het gefluit van de vogelaar of
het lokken van de rattenvan
ger van Hameien. Nee, door
eigen kracht. Daarom zouden
de laatste werksters en wer
kers van het Gemengd Koof
zo graag op dinsdag 26 sep
tember in 't Spant nieuwe
krachten willen zien. Er zijn
er al vijf, die dan als nieuwe
ling komen, maar er moeten
méér komen. De dames getui
gen, dat het een koor is, dat
„voor plezier en een onderlin
ge band instaat". Overal zijn
nog koren die prettig functio
neren. Waarom zou dat nou
in Leimuiden niet kunnen?
Vandaar deze laatste stro
halm die we op 26 september
opsteken. We zijn gek op zin
gen, maar een Requiem ligt
ons helemaal niet.." Leimui-
denaren en Leimuidenaar-
sters kunnen zich telefonisch
opgeven bij de dames Hille
brand (9132), Mollers (8187 of
9522), Lunenburg (9458) of bij
Marjan Knelange (8684). Of
gewoon op 26 september zelf
naar 't Spant komen natuur
lijk; dan val je meteen met
de neus in de boter. Er staan
nu al weer een paar uitvoerin
gen op stapel, onder andere
in Haarlem.
Welnu, volgende week zater
dag en zondag komen de ar
tiesten, topmensen, van bo
venaf langs een uitwaaieren
de trap afdalen tot op het
podium in Grace Kelly-stijl,
met licht, glitter en bloemen.
Je kent dat wel. We hebben
een superstel artiesten op de
rol staan, maar mijn „top-ar-
tiesten" zijn en blijven de
dieren. Die maken de show..."
Rob Lauwers heeft de schone
zakdoek al bij zich; over ruim
een week zal er heel wat gebet
moeten worden.
99
99
III
Een mens is nooit te oud om te leren.
De 74-jarige mevrouw M. C. Monna uit
Den Haag heeft dit gezegde op treffende
wijze in daden omgezet. Op 27 septem
ber promoveert zij namelijk aan de
Rijksuniversiteit in Leiden tot doctor in
de letteren. Geen kleinigheid. Het onder
werp waarmee zij „doctor" hoopt te
worden liegt er evenmin om. Het han
delt over de gathas van Zarathustra, ge
zangen die voorkomen in de „avesta",
het heilige bock van de parson, volgelin
gen van Zarathustra, die zo'n 1000 jaar
v. Chr in India leefde. De taal waarin
deze gezangen zijn geschreven is het
„avestisch", een zeer antieke taal, die
verwant is aan het oud-Sanskriet. Al
met al een onderwerp waarvoor meni
geen terug zou deinzen.
Mevrouw Monna zelf vindt het helemaal
met bijzonder ..Ik heb altijd al van ta
len gehouden. Ik ben vierentwintig jaar
lerares Engels geweest en toen ik zo'n
twintig jaar geleden werd afgekeurd ben
ik Avestisch gaan studeren. Ik deed het
louter voor mijn plezier en heb het dan
ook kalmpjes aan gedaan. Alleen de
laatste tijd was het opschieten geblazen,
want het proefschrift moest klaar". Dat
proefschrift ligt, vers van de pers, te
pronken op het tafeltje naast haar stoel.
Ik ben altijd dol op lezen en studeren geweest.
Het proefschrift is niet het erjige boek
in het huis van mevrouw Monna. Haar
flat aan de Laan van Meerdervoort
staat er vol mee.
„Ach ja", zegt ze, „ik zeg dikwijls tegen
mezelf: je moet eens ophouden met dat
boeken kopen. Ik heb er bijna geen
plaats meer voor. Maar als ik dan langs
een boekhandel loop en ik zie wat, dan
kan ik de verleiding toch niet weer
staan. Ik ben nu eenmaal dol op lezen
en studeren. Als kind al. Ik ging altijd
graag naar school en ik vind dat ik veel
aan mijn leraren heb gehad. Daarom
ben ik zelf ook lerares geworden.".
Mevrouw Monna begon rond 1930 als le
rares Engels aan de Rijks-H.B.S. in Zie-
rikzee, na aan de school voor taal- en
letterkunde in Den Haag haar akten A
en B gehaald te hebben. In 1952 ging ze
naar de Rijks-H.B.S. in Amersfoort,
waar ze een jaar ofvijf later werd
afgekeurd.
De 74-jarige promovenda vindt het
wachten op haar promotie maar niets,
nu ze klaar is met de studie en niets
meer te doen heeft.
„Ik denk nu wel eens: wat voel ik aan
die knie? Verdraaid, wat is die stijf. Ik
heb er nog nooit eerder tijd voor gehad
om op zoiets te letten. Mijn kennissen
denken dat ik het fijn vind dat ik nu
niets meer te doen heb. Ik vind het vre
selijk. Ze begrijpen er niets van. Toen
ze hoorden dat ik Avestisch studeerde
al niet. Het eerste wat ze vroegen was:
wat ga je ermee doen? Ik zei: niets. Ik
doe het voor mijn plezier. Je kunt er
trouwens niets mee doen. Ze dachten:
die is gek".
Aanpakken
ik ga weieens Wat doèn en dan komt
Jantje en dan komt Pietje en dan komt
er weer niks van nee, er moet een stok
achter de deur staan. Als je je hersenen
blijft gebruiken blijven ze gezond.
Er zijn driehonderd exemplaren van
mijn boek gedrukt. Daarvan gaan er
honderd naar de Universiteitsbiblio
theek. Een aantal daarvan wordt als rui-
lobjekt gebruikt. Zo kunnen veel univer
siteiten hun bibliotheek uitbreiden, want
wat de een niet heeft heeft de ander
misschien wel en andersom".
Wat ze aan haar promotie gaat doen
weet mevrouw Monna nog niet precies.
„Ik blijf het rustig aan doen. Ik vind
vast wel weer iets om te doen. Ik word
bijvoorbeeld wel eens gevraagd een arti
keltje te schrijven in een of ander club
blad en ik ben dan ook niet bang dat ik
me hoef te vervelen. Bovendien zal ik
wel altijd met mijn neus in de boeken
blijven zitten".
LEIDEN Het Leidse kantongerecht is
niet bereid om verkeersovertredingen door
de vingers te zien, zelfs al worden daarmee
aanrandingen voorkomen, dat bleek giste
ren op de ochtendzitting.
Een bevallige roodharige dame trachtte
verkeersschout Van Ham en kantonrechter
De Graaf uit te leggen waarom zij het
parcours Haarlemmerstraat 's avonds be-
fietst ondanks verkeersborden die aange
ven dat alleen voetgangers gewenst zijn.
„Ik woon in de Haarlemmerstraat en over
dag loop ik ook gewoon naar mijn huis
toe. Maar ik voel mq 's avonds niet veilig
genoeg om met de fiets aan de hand te
gaan lopen. Ik ben daar regelmatig lastig
gevallen", aldus de in een rozegekleurd
broekpak gestoken Leidse. „Ik was eigenlijk
wel verbaasd dat ik werd aan gehouden
want de meeste agenten die mij zien fietsen
laten me gaan omdat ze begrip hebben voor
de situatie. Ik fiets daar nog steeds en ik
ben niet van plan om weer te gaan lopen.
Ik vind mijn eigen lichaam belangrijker dan
verkeersborden", aldus de Leidse.
Als extra argeument voerde ze aan dat de
Haarlemmerstraat 's avonds als de winkels
dicht zijn er toch nagenoeg verlaten bijligt
en dat dus bijna niemand last heeft van
haar gefiets, afgezien van de groepen jonge
ren die juist wat al te hevig op haar
verschijning te voet zouden reageren.
De aanhouding bleek ook nogal wat voeten
in de aarde gehad te hebben. De verbalise
rende agent, bij wie de Leidse afgezien van
eventuele lustgevoelens het rechtsgevoel
had losgemaakt, volgde haar over 75 meter
en wilde ha'ar bekeuren. Toen de Leidse
niet bereid bleek om haar naam aan de
wetsdienaar te onthullen riep deze de hulp
in van een paar collega's waarop de hevig
tegenstribbelende Leidse met fiets en al
door zes potige agenten in een politieauto
werd geduwd, naar het hoofdbureau ver
voerd en in een arrestantenlokaal werd
opgesloten. „En ik vertelde ze nog wel wie
ik was voordat ik die auto inging", aldus
de hevig onthutste Leidse. Verkeersschout
Van Ham veronderstelde dat de naam
misschien in het strijdgewoel verloren was
gegaan aangezien het verbaal vermeldde
dat men op op het politie-bureau de naam
van de verdachte te weten had kunnen
komen. De opgelegde boete van 10 gulden
hetzij bij niet betaling één dag hechtenis
bracht geen andere reactie teweeg dan de
verzekering dat verdachte 's avonds de fiets
in de Haarlemmerstraat zal blijven hante
ren aangezien zij boetes verkiest boven
hitsige aanvallen op haar eerbaarheid.
FRANK BUURMAN
LEIDEN De Leidse universi
teit gaat in het kader van een
landelijk planningsproces voor
de eerste keer een meerjarenaf
spraak sluiten met de minister
van onderwijs en wetenschap
pen. De universiteitsraad gaf
het college van bestuur gister
avond zonder stemming een
machtiging hiertoe. Hieraan
ging echter wel een zeer lang
durige diskussie vooraf.
Twee jaar geleden werd beslo
pen voor het wetenschappelijk
onderwijs een landelijke plan
ning op te zetten, in de hoop
dat het WO zo de problemen
waarvoor het zich gesteld zag,
beter het hoofd zou kunnen
bieden. Door middel van lande
lijke meerjarenafspraken wordt
de relatie aangegeven tussen de
taken die de verschillende in
stellingen van het WO krijgen
te vervullen, en het geld dat zij
daarvoor ontvangen. De instel
ling verplicht zich bepaalde ta-
^cen uit te voeren, de minister
garandeert een zekere hoeveel
heid geld. Een verandering in
het takenpakket betekent dan
meestal een verandering in de
beschikbare financiën.
De universiteitsraad wilde via
een aantal amendementen op
het machtigingsbesluit toch wel
wat kanttekeningen maken bij
de meerjarenafspraak 1979-
1983, ook al omdat het de eerste
keer is dat een landelijke meer
jarenafspraak wordt afgeslo
ten: het is nog onduidelijk hoe
veel ruimte de instellingen het
volgend jaar zullen hebben, bij
de bijstelling van de afspraak.
Met de aangenomen amende
menten wil de raad de interne
handelingsvrijheid van de uni
versiteit zo goed mogelijk hand
haven, zodat er bijvoorbeeld,
wanneer daar financieel en on
derwijskundig ruimte voor
blijkt te zijn, meer studenten
opgenomen kunnen worden dan
in de landelijke meerjarenaf
spraak staat.