j,Olympische Spelen 1980- ik zou er graag bij zijn" „Wachten op nieuwe accommodatie én versterking van buitenaf..." Passende behuizing staat fusie tussen Pit en Effect in de weg ROB VAN TUYL VAN SUCCESVOL BSC ALPHIANS: MEERKAMP START MAANDAG SPORT LEIDSE COURANT ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1978 lLPHEN A/D RIJN - Rob van <uyl, bestuurslid, cöordinato- /redakteur van de pers- en iropagandacommissie en eer- te honkman van het topteam an de Alphense honkbal/soft- jalvereniging B.S.C. Alphian- fU:nique had niet kunnen ver- noeden dat het zo'n vaart zou open met de op 2 juni 1976 pgerichte club. „In 1973 be- onnen enkele enthousiastelin- en een plan uit te werken, om anuit de baskctbalverenigring I.V.O. een honkbal/softbal-tak p te bouwen. Ondanks grote Bzet lukte het maar niet, ter- vijl er toch diverse (ex) honk ballers in Alphen waren neer estreken. Door persoonlijke enadering waren enkele van en bereid het nog één keer te roberen. De club toen nog nderdeel van B.V.O. heette roorlopig B.V.A., maar deze reinigzeggende naam werd poedig veranderd in B.S.C. Uphians. Eind 1976 vond de fscheiding met B.V.O. plaats d stonden we geheel op eigen enen. Inmiddels heeft de club uim 170 spelende leden, on- ergebracht in 12 teams en 100 onateurs. Bovendien is het erste honkbalteam opnieuw ampioen geworden van de le lasse Rayon Den Haag en ziet et er nu naar uit, dat niets iromotie meer in de weg zal taan naar de le klasse Dis- riet", aldus een enthousiaste ran Tuyl. Toch hebben de stormachtige ontwikkelingen binnen de ver eniging ook voor de nodige iroblemen gezorgd. Grootste probleem vormt hierbij het be spelen van een zeer slechte (nood)-accommodatie. Rob van 'uyl hierover: „De club heeft zich inmiddels een vaste plaats in het Alphense sportgebeuren Het eerste honkbalteam vai weten te veroveren. Ook de gemeente Alphen en de daar onder ressorterende Alphense Sportstichting zijn daarvan overtuigd geraakt en in de toe komst al zal dit niet direkt geschiedenzal er een origi neel Amerikaans honkbal/soft- balcomplex aangelegd worden. Deze plannen zijn inmiddels al op tekening gezet, het wachten is op de noodzakelijke finan ciën. Een extra probleem vormt daarbij het feit dat de gemeente net ontzettend veel de Alphians, kampioen van c geld heeft gestoken in de reali sering van het Sportpark "De Bijlen". Verhuizen naar een nieuw complex is absolute noodzaak als je bedenkt dat er op deze gebrekkige accommodatie zo'n 185 wedstrijden per seizoen worden afgewerkt". Voorlopig is de club echter nog aangewe zen op de nood-accommodatie, maar ook deze wordt door een groot aantal harde en vooral enthousiaste werkers „aange pakt". Volgende maand wordt 1e klasse Rayon Den Haag. een 6 meter hoge backstop (ballenvanger) achter de thuis plaat aangebracht. „En dat is hard nodig ook", vervolgt Van Tuyl met ontembaar enthou siasme, „want doorschietende ballen leveren het nodige ge vaar op en hebben al menige ruit doen sneuvelen....". Promotie Een ander probleem voorziet de man met het hoogste slagge middelde van het afgelopen seizoen bij promotie van zijn team naar de le klasse District. „Het verschil tussen het Rayon en het District is ontzettend groot en de vraag is gewettigd of wij onze jonge talenten al volgend jaar in deze klasse voor de leeuwen kunnen gooien. Ikzelf ben er van over tuigd dat we versterking van buuenaf nodig 9bben, temeer daar we in Eric Joosse (ver huisd naar Noord-Holland) een formidabele speler verloren hebben. Zelf voel ik er ook niet zo bar veel voor om zonder versterking in het District te gaan spelen en daar komt nog bij dat we het al twee jaar zonder coach moeten stellen. Kortom een onhoudbare situa tie. Toch zijn we er als bestuur van overtuigd dat er nog een groot aantal ex-honkbailers/- softbalsters in de omgeving van Alphen rondlopen, die nog een enorme inbreng bij de Alp- hian zouden kunnen hebben, maar die niet van het bestaan van de vereniging op de hoogte zijn. De honkbalbond heeft be paald dat alleen in de maand september van club veranderd mag worden, maar iedereen die geen lid is van een honkbal vereniging kan op ieder mo ment lid worden". Vervolgens verhaalt spraakwaterval Rob van Tuyl over zijn eigen erva ringen in de honkbalsport: „Zestien jaar heb ik gespeeld voor Ajax in Amsterdam, dat in het jubileumjaar (50) werd opgeheven. Daarna ben ik trai ner geweest van een team van brandweermannen van de luchthaven Schiphol. Dat was ook niet alles, want als er groot alarm werd gegeven dan bleef ik alleen op het veld achter Nu speelt Van Tuyl (34) al weer twee jaar voor de Alphians, een club die hem zo'n 75 uur in de maand kost. Zelf is hij toch ook gaan inzien dat hij wat al te veel taken vervulde: Inderdaad, mijn relatieve in breng in de vereniging was te groot en langzamerhand ben ik wat taken aan het afstoten. Functies als die van scheids rechter, scorer, trainer en lid van de accommodatie-, feest en spelregelcommissie heb ik inmiddels neergelegd". Ook bij de Alphians leeft het besef dat degene die de jeugd Rob van Tuyl: „De Alphians hebben versterking nodig om in de Districtsklasse op niveau mee te kunnen draaien". heeft, ook in de toekomst een woordje kan blijven meespre ken. De toekomstige honkbal- lers/softbalsters in de leeftijds categorie van 6 t/m 10 jaar de „peanuts", vormen bij de Alp hians dan ook een hoofdstuk apart. Rob van Tuyl over deze jeugdige leden: „Qua aantal zijn we de op drie na grootste vereniging in Nederland voor wat betreft de peanuts. Het hoogste team is dit seizoen nog ongeslagen en behoort tot de sterksten van het land. In twee jaar tijd geen gek resultaat. Het peanutball kent aangepas te spelregels en moet gezien worden als een aanloop tot de honk- en softbalsport. Het ac cent ligt niet op wedijver, maar op spelvreugde en spelbele ving". Met zoveel jeugdig talent in huis ziet de toekomst van de Alphians er dan ook rooskleu rig uit De nimmer versagende Rob van Tuyl beaamt deze stelling graag: „Het honkbal leeft hier echt in Alphen en volgend jaar verwachten wij opnieuw een groei en wel met minimaal twee teams. Daar mee behoren we dan tot de 20 grootste honkbal/softbal ver enigingen van Nederland, dat ruim 160 van deze verenigin gen telt". DICK VAN DER BIJL LENIE ERADUS EN HAAR IDEAAL: ZOETERWOUDE De Zoeterwoudse ta feltennisverenigingen Pit '54 en Effect '54 willen zo snel mogelijk opgaan in één vereniging. Alleen een passende behuizing staat de fusiewens nog in de weg. Het is juist die schrale behuizing, die de vereni gingen in Zoeterwoude-Dorp knelt bij het aanschouwen van het splinternieuwe mul- ti-functionele centrum aan de Hoge Rijn dijk in Zoeterwoude-Rijndijk. De vereni gingen in Zoeterwoude-Dorp zijn jaloers op hun collega's in het andere deel van de gemeente, temeer daar de eigen accom modatie overal veel te wensen overlaat. Met name de tafeltennissers kampen met ruimtegebrek, maar ook de KPJ is naar stig op zoek naar een nieuw onderkomen. Zowel de tafeltennissers als de KPJ willen een eigen nieuw pand neerzetten. De ge meente heeft op de wensen van de vereni gingen nog niet gereageerd. „Maar er wordt aan gewerkt", zegt Han Janson, voorzitter van Pit '54 Han Janson: „Een jaar of wat geleden is zowel bij ons als bij Effect '54 de behoefte tot samenwerking ontstaan. Op dit mo ment is die samenwerking al bijna volle dig. We treden immers vaak naar buiten op als één vereniging; we organiseren sa men toernooien en nemen gezamenlijk deel aan toernooien. We bezoeken eikaars ver gaderingen en beleggen gemeenschappelij ke vergaderingen. Bovendien wisselen we spelers uit zodat een ieder op eigen niveau kan blijven spelen. Het is nog maar een kleine stap tot de werkelijke fusie. Als gecombineerde tafeltennisvereniging kun nen we een veel krachtiger vuist maken voor het tafeltennis in Zoeterwoude-Dorp. Een geschikt onderkomen is eigenlijk de enige sta-in-de-weg nog. 't Centrum waar wij nu in zitten zal zeer binnenkort voor ons te klein worden. Op dit moment pas sen we er nog net in. En dan heb ik het over de frequentie waarmee we gebruik kunnen maken van 't Centrum en niet over de ontvangst of het ontbreken van douches en een kleedkamer. Voor dit laatste gebrui ken we nu het toneel en de verouderde bestuurskamer". Ook Effect '54 zit bijna aan het plafond. Als de vereniging nog iets groeit zal "Ons huis" voor Effect te klein zijn. Voor het voorstel van de R.K. parochie, eigenaar van 't Centrum, om het gebouw over te dragen aan een stichting, voelen de beide verenigingen niet zoveel. In deze stichting zouden buiten de tafeltennissers dan ook de andere (toekomstige) gebrui kers zoals fanfare, drumband VIOS en de KPJ plaats moeten nemen. Han Janson: „Wij zijn daar helemaal niet enthousiast over. Het zou ons niet alleen een hoop geld voor de aanschaf en renovatie kosten, ook, hebben wij als sportvereniging wel een douche en een representatieve ruimte no dig en de andere gebruikers niet omdat zij die accommodatie gewoon niet nodig hebben. Bovendien is het zo dat door de palen die in 't Centrum staan dit gebouw strikt genomen niet eens aan de eisen van de Nederlandse Tafeltennisbond voldoet. Omdat er bij deze oplossing nog een ge bruiker bijkomt (KPJ red.) zouden wij nog minder over 't Centrum kunnen beschik ken dan nu al het geval is. Het is duidelijk dat het vormen van een stichting geen soulaas biedt, als we willen gaan fusione- Voorzitter Janson en voorzitter van Mossel van Effect '54 hebben deze problemen tijdig onderkend en zijn naar een andere oplossing gaan zoeken. Men kwam bij de Gemiva terecht. Het nieuw te bouwen com plex voor deze stichting in de Z wet polder zal ook een sportruimte bevatten. En hoe wel men zeer welwillend tegenover de ideeën van de heren stond, bleek ook daar te weinig ruimte en tijd beschikbaar te zijn. Men onderzocht de mogelijkheid van een semi-permanent gebouw, een ver plaatsbaar gebouw, dat een jaar of 5 ach tereen gebruikt kan worden. Deze oplos sing bleek voor zo'n korte periode te kost baar. Toen becijferde penningmeester N. Leijnse van Pit '54 in samenwerking met een architect dat nieuwbouw financieel h3Ubaar was. Han Janson, die zichzelf de slechtste tafeltennisspeler van Zoeterwou- de noemt, hier tenslotte over: „Niets staat een fusie in de weg, met uitzondering van die huisvesting. Wij zijn echt allebei bereid om tot op de bodem van ons financieel kunnen te gaan. En voor een geschikt plekje om ons clubgebouw neer te zetten tegen een niet te hoge huur, hebben wij de medewerking van de gemeente of mis schien wel van een particulier hard nodig." ROB JANSEN Van onze sportredactie <EIDEN Komende week zal er in Lei en een uniek sportgebeuren plaatsvinden, n nauwe onderlinge samenwerking zijn )*if Leidse sportverenigingen (De Bataven, Zuid-West, KNSB-district West 2, Swift- oer en Leidse Watervrienden) er in ge-» |«agd een recreatieve Meerkamp (lees Vijfkamp) te organiseren. Een meerkamp waaraan een ieder, ouder dan twaalf jaar, kan deelnemen. Elke avond kent een vast onderdeel, dat steeds in en om zwembad De Vliet wordt afgewerkt. Slechts het schaatsen zal op de baan van Menken worden gehouden. Een geslaagde deelna me aan vier van de vijf onderdelen levert een fraaie herinneringsprijs op. Het programma: maandag 11 september: 20 minuten schaatsen op de Ton Menken- baan, vanaf 18.30 uur; dinsdag 12: tien kilometer wandelen, start clubgebouw De Vliet 18.30 uur; woensdag 13: 30 kilometer fietsen vanaf 18.30 uur; donderdag 14: vijf kilometer prestatieloop vanaf 18.30 uur; vrijdag 15: 500 meter zwemmen vanaf 19.15 uur. Het inschrijfgeld bedraagt zes gulden per persoon. Niet al te veel voor een dergelijk, uniek evenement. (Van onze sportredactie) LEIDEN— Breedgebarend staat Gijs Eradus tussen de schuifdeuren, wanneer hij zijn functies in de wielrennerij op- aownt. Ze variëren van Nieu welingencoördinator van dis trict Zuid-Holland, via KNWU- jurylid tot, en dat noemt hij zijn belangrijkste functies, coach, trainer, begeleider en vooral vader van drie wielren- icnde kinderen. Degene om het allemaal gaat zit stil- ctjes op de driezitsbank. Le- Eradus, vijftien jaar, LEAO scholiere en dochter van eerder genoemde Gijs Era dus. Er kan rustig worden gesteld dat Lenie uit een wielergekke n familie komt. Beneden hangt de kelder vol met racefietsen en'fietsonderdelen. Eigendom van vader Gijs, dochters Lenie en Arenka (12) en zoon John 14) en het is daar dat Lenie over zichzelf vertelt. Het stille meisje op de bank blijkt daar een zelfbewust meisje te zijn dat bliksems goed weet wat ze wil. Lenie: „Ik ben pas vijtien jaar en ik heb dus nog heel veel te leren, maar, ik weet waar ik naar toe wil". Pas later zal Lenie zeggen waarheen dat dan wel is, maar eerst dient te worden opge merkt dat in haar monoloog geen spoor van arrogantie te vinden is. Ze gaat haar eigen weg en is bereid om daarvoor veel te doen en veel te laten, in de hoop en verwachting dat dit uiteindelijk zijn vruchten gaat afleveren. Lenie: „Het is moeilijk om het precies uit te (eggen. Bijvoorbeeld, ik zit nu ■m de eindexamenklas en wil dit jaar slagen. Maar de school mag beslist niet onder het wiel rennen lijden. Voor beide za ken wil ik het uiterste doen. Ik ton bijvoorbeeld deze zomer hvee maanden naar Engeland geweest. Daardoor heb ik deze zomer geen wedstrijden Neder- J kpd gereden en ben ik hier een eetje uit de kijker geraakt, laar ik heb me in Engeland ezig gehouden met twee din- l In de eerste plaats de taal. heb daar bij een oom van in Preston bij Liverpool ïlogeerd en moest de hele dag Engels praten. Zoveel dat ik er Lenie Eradus: „School mag niet door wielrennen in gevaar komen". 's avonds hoofdpijn van had. Alles moest ik in het Engels zeggen en het denken in die taal is best vermoeiend, maar ik heb er wel van geleerd. Daarnaast ging ik om de dag trainen. Dat is daar anders als hier. Het is daar heuvel op, heuvel af. In het begin kreeg ik er stijve kuiten van, maar toen ik een beetje aan de heu vels gewend was, ging dat van zelf over. Je ziet daar jammer genoeg geen wielrenners. Ja, soms van die trimmers in korte broek, maar die gaan mij veel te langzaam. Dus moest ik steeds alles alleen fietsen. Daarom heb ik daar op twee fronten veel geleerd. Ik durf nu gewoon Engels te praten ter wijl ik dat voorheen niet in mijn hoofd zou halen en ik heb beter leren afzien. Dat moet je wel tegen die heuvels". Lenie zegt het wel niet met zoveel woorden, maar het feit alleen dat ze nu beter Engels spreekt is natuurlijk niet het belangrijkste winstpunt van haar verblijf in Preston. Haar zelfvertrouwen is evenredig ge stegen met haar spreekvaardig heid. Een meisje dat zich weet te redden in een land vol bui tenlanders, zal ook haar mede- wielrensters onvervaarder te gemoet treden. Zo komt ze ook over wanneer Pa Eradus haar de gelegenheid geeft haar zegje te doen. Dat is het moment om haar toekomstplannen te berde te brengen. Die zijn niet gering, maar alleszins aanvaardbaar na haar uitspraken over door zetten, kapot zitten en probe ren. Haar ideaal is namelijk uitgezonden te worden naar de Olympische Spelen van 1980 in Moskou. Geen geringe ambitie, maar nogmaals Lenie zegt niet meer dan haar best te kunnen doen en dat is veel. Ze rekent voo: „In 1980 ben ik achttien, ook nog wel jong, maar vergeet 'niet dat Betta Habetz die dit jaar wereldkampioene werd, pas zeventien is". Dat is vrou wenlogica waar geen speld is tussen te krijgen. Lenie heeft al geproefd hoe het is om te winnen natuurlijk. Anders zou ze nooit tot zulke tamelijk zelf verzekerde. uitspraken komen. Vlak voor dat ze vertrok naar Engeland won ze in Rotterdam het kampioenschap van die stad in een sprint waarin ze de toenmalige sprintkampioene Marijke Lagerlof klopte. En bij haar in huis logeren regelmatig Amerikaanse wielrensters, die al eerder van zich deden spre ken zoals Beth Heiden het jon gere zusje van schaatser Erik en Connie Carpenter, vorig jaar verrassend tweede tijdens de WK in Venezuela. Gelegen heid genoeg dus om met min of meer gevestigde namen in de dameswielrennerij van ge dachten te wisselen. Anders zorgt vader Gijs Eradus daar wel voor, want ook voor hem is niets teveel om voor zijn dochter zo gunstig mogelijke condities te scheppen...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 13