n\i/t 7\*.aM-
IAX dsrcud-
VA.it MAUw
n ofa.rt UfJ
voor cL mond.
ibb cr
Hoe maak je „sok-poppen"; illustratie uit het educatieve Werkboekje
spel.
handpoppen-
üi Dordrecht zijn vandaag de poppen aan het dansen geslagen. In de stad die de
oudste rekening voor een vertoond poppenspel („Doeken spul") uit 1364 in z'n
archieven heeft, wordt vanmiddag een tentoonstelling geopend die „Poppen (z)onder
dak" heet en die de spil is van een serie activiteiten, plannen en discussies over
de plaats, mogelijkheden en onmogelijkheden van het poppenspel in Dordrecht en .JÉ
tegelijkertijd in ons land. Een hoognodige discussie, want het poppenspel is door JsM
de subsidiënten altijd als een ondergeschoven kind van de kunsten behandeld. Dat
er in Nederland - vooral de laatste jaren - toch een poppenspelkunst van niveau
is gegroeid, is alleen maar te danken aan het doorzetten van een stel bevlogen t
hobbyisten die ondanks hun isolatie en gebrek aan financiële armslag op diverse j jf' *M
plaatsen in Nederland iets bereikt hebben. Het besef dat er iets moest gebeuren
is ook bij de subsidiënten doorgedrongen. De Raad van de Kunst heeft eind vorig A
jaar een beleidsplan bij de minister van CRM op tafel gelegd, waarin onder andere
gepleit wordt voor een Nationaal Theater-poppencentrum. De Erasmusprijs, dit jaar
uitgereikt aan vier internationale poppenspelers, schoof de schijnwerpers nog sterker ^3
in de richting van de poppen. En nu organiseert de Stichting Poppenspelcentrum v
in Dordrecht de expositie „Poppen (z)onder dak" en geeft tegelijkertijd een nota
uit die „Poppen aan het dansen" beet.
wÜr i
De Stichting Poppenspel At V*
is in de eerste plaats een I
Dordtse aangelegenheid. 8
Dordrecht heeft een histo- i
rie op poppenspelgebied, Wr-f
aantal historische poppen-
collecties voorlopig nog X rfrgp raK j
zonder dak rond en in v>v \Tr\
groot aantal poppenspe- 1 j
Iers. Dat alles tezamen ^TSs>s/\ J 4,
heeft in 1974 geleid tot de j
oprichting van het Pop- Tffc
penspelcentrumnota be- -
ne in Huize Henegouwen, J >-
schijnlijk 611 jaar geleden J
dat eerste Nederlandse V
gergistreerde poppenspel
heeft plaatsgevonden voor I 1
Jean de Chatillon, Graaf E^B
hStB^sS,egefrtinEgr SnShfJtM
zijn drie compleet uitge- 19fff ATI
werkte plannen 'vopr een fI fQ. Fm v
poppenspelmuseum met 1 H BJ\&
lingen georganiseerd, MyI RjEB*b BrMi
waarvan één zelfs 15.000 i T S ft*"
bezoekers trok, er zijn do- S3
cumentaire grammofoon- tfCffSiyi lOll*
plaatjes uitgegeven, men ^wl8"
is langzaam" aan een histo
rische collectie begonnen Jan Klaassen in 1677 offi- Jan Klaassenspel dat als er Seen hond naar de
te bouwen. Vorig jaar had cieel uit de stad verban- een speels persbureautje Dordtse dominees Juiste-
Dordrecht een Jan Klaas- nen was. Het gemeentebe- dienst deed, was blijkens ren-
sen-festival binnen 2'n mu- stuur verordende toen „de de archieven al jaren een l
ren, met tien poppenspe- soorte der ijdelheid van doorn in het oog van auto- Landelijk belang
Iers op diverse plaatsen in marionetten te verhinde- riteiten en kerk. Als Jan
de openlucht in de stad, ren": Het om z'n kritische Klaassen op de zondag- Al waren de meeste activi-
driehonderd jaar nadat improvisatie beroemde ochtend speelde,- kwam teiten van de jonge stich-
Turke schim uit de Dordtse
collectie.
Jan Klassen en Katrijn, ooit uit Dordrecht verdreven.
de Stichting.
„Poppen (z)onder dak,",
laat een stuk Dordtse his
torie zien, van 1364 tot
1974, geeft het complete
verhaal en de activiteiten
van de Stichting Poppen
spelcentrum, en zal voor
een deel ook Nederland
door reizen. In het Dordt
se Hof blijft de expositie
tot 1 oktober, terwijl tij
dens de bezoekuren enke
le voorstellingen door pop
penspelers worden gege
ven. De tentoonstelling zal
bovendien tot stof dienen
voor de internationale
conferentie van museum
directeuren die in septem-.
ber in Rotterdam gehou
den wordt onder de «titel'
„Hoe het publiek te moti
veren?".
materiaal en het expose
ren, dienen scholing, uit
wisseling, service aan pop
penspelers die vaak maat-
schappelijk-juridisch al
léén staan, educatie naar
de bezoeker, kind of vol
wassene, tóe, van het cen
trum een actief en ook
recreatief geheel te ma
ken. Dat aspect ontbreekt
in het beleidsplan van de
Raad van de Kunst, stelt
ting locaal gericht, ze had- tal poppen zelf aan de
den binnen het vacuüm gang kunnen gaan. Het is
aan officiële begeleiding symbolisch voor de plaats
van het poppenspel in Ne- die de stichting toe wenst
derland ook landelijke reik- te kennen aan het maat-
wijdte. Het Amsterdamse schappelijk en educatieve
Toneelmuseum heeft wel- element die een toekomsti-
iswaar een poppencollec- ge poppenspelcentrum
tie, de Haagse Felicia van moet hebben. Naast cen-
Deth heeft boven haar trumfuncties voor de be-
theatertje een eigen mu- roepsspeler, een theater-
seum dat helaas niet zo tje, het verzamelen, con-
vaak open is, maar verder serveren van historisch
gebeurde er weinig en de
Dordtenaren met hun ei-
gen centrum waren lande-
hjke pioniers. De plannen
die er in Dordrecht, leef- W\\*
seum, bleken dan ook
merkwaardig gelijk te lo-
pen aan het in de beleids-
nota van de Raad van de
Kunst geopperde plan. m iffO,
Vandaar dat de Stichting
Poppenspelcentrum daar
bij aanknoopt. En aanvul- 8
lingen op het beleidsplan ff V
heeft. Wordt daarin ge-
roepsmatig centrum, de
Dordtse stichting wil l
meer. De tentoonstelling
en de catalogus voor
„Poppen (z)onder dak" in fc
het Dordtse Hof 10, een
vroeger klooster in het 1 ||r"™V
historische centrum van 1
de stad waar de eerste
Vrije Statenvergadering
van Holland werd gehou-
den, geven aan wat dat
,,méér" is. De tentoonstel- JT?
ling telt een werkplaats en HM
een speelplek voor de be-
zoekers, die met een aan- n
Rico Bulthuis schonk Dord
recht zijn eigen pollepelpop
pen.
Belangrijkste element
blijft echter de poging
van de Dordtenaren de
„Poppen aan het dansen"
te zetten. Terwijl er lan
delijk alleen nog maar be
leidsplannen bestaan, is
het Dordtse centrum al
een viertal jaren actief
bezig. De basis die men
daar gelegd heeft, en wat
men daaromtrent te zeg
gen heeft, moet serieus
genomen worden. Wan
neer CRM financiële mo
gelijkheden kan scheppen
om de beleidsplannen te
gaan uitwerken, lijkt men
niet om de Stichting Pop
penspelcentrum heen te
kunnen.
BERT JANSMA
Een oud Jan
Klaasen-spel uit het
begin van deze eeuvi
die een heel kritische blik heeft op de
wereld, trouwt, na lang aandringen van
allerlei mensen in en rond haar omgeving,
met Willem Bentinck. Zij is echter, zonder
het misschien nog voldoende te beseffen,
dan reeds hartstochtelijk verliefd op een
ander, een verre neef, Albrecht Wolfgang
zu Schaumbuch Lippe, een getrouwde
man. Nadat het huwelijk is voltrokken
ziet zij haar „geliefde" jaren niet meer,
hoewel ze elkaar vaak schrijven, soms in
bewoordingen die niets te raden overla-
Dan ontmoet zij haar Albrecht Wolfgang
weer. Ze beleven die ontmoeting als de
verwezenlijking van hun verlangen naar
liefde en na een tijd in zijn aanwezigheid
geweest te zfjn, blijkt ze zwanger. Ze
verlaat hem, ze keert echter niet terug
naar haar man en een leven van heen en
weer reizen en trekken begint. Al spoedig
volgt een scheiding van tafel en bed, er
zijn momenten dat ze weer bij haar min
naar is, ondanks het feit dat hij bij zijn
vrouw blijft. Een „onwettig" kind wordt
eerst bij vreemden opgevoed, maar later
neemt ze het toch bij zich.
Het leven loopt als zand tussen haar
vingers vandaan. Aan het slot veert zij op,
vindt nieuwe kracht en breekt met haar
verleden;-maakt de scheiding van Willem
Bentinck volledig en begint, fier, zelfstan
dig en zelfbewust, een nieuw leven Van
„Een ware geschiedenis", aldus typeert
Hella S. Haasse haar nieuwe roman, een
lijvig boek van meer dan 450 pagina's.
„Mevrouw Bentinck of Onverenigbaar
heid van Karakter", waarin een reeks
van gebeurtenissen in de eerste helft van
de achttiende eeuw wordt beschreven.
Afgezien van een soort epiloog beslaat
het boek twintig jaar uit het leven van
een aantal romanfiguren, die in de wer
kelijkheid bestaan hebben en wier weder
waardigheden zich letterlijk zo afge
speeld hebben, als in het boek beschreven
staat. Nog sterker: ze vertellen wat hun
overkwam, en wat hen daartoe bracht,
of wat zij daarvan vonden en dachten
zelf en in hun eigen woorden.
Voor dit boek is Hella Haasse gedoken
in een aantal archieven in binnen- en
buitenland. Ze heeft daar brieven verza
meld die samen een beeld geven van
mensen, die na een mislukt huwelijk hun
eigen weg vinden. Hoofdpersoon is Me
vrouw Bentinck, in het boek vooral aange
duid als Charlotte Sophie von Aldenburg.
Hella Haasse begint haar levenshistorie te
volgen als zij twaalf jaar oud is en beëin
digt het gedetailleerde weergeven van de
brieven en documenten een twintigtal ja
ren later. Enige gebeurtenissen uit latere
jaren volgen dan nog.
Het verhaal laat zich gemakkelijk naver
tellen. De ..nerveuze" Charlotte S^Dhie.
wat er verder met haar gebeurt, vermeldt
Hella Haasse slechts enkele ogenblikken,
die nog verband houden met haar vroege
re huwelijk en haar'twee eerste kinderen,
die door de vader zijn opgevoed.
Op zekere momenten heeft het, uit het
bovenstaande zou het te lezen zijn, er
inderdaad de schijn van, dat Hella Haasse
zo geïnteresseerd is geraakt in het leven
van Charlotte Sophie Bentinck, omdat het
hier om de strijd gaat van een vrouw die
onmogelijk haar eigen, persoonlijkheid
kan ontplooien. Daar is dan ook wel
aanleiding toe, pmdat uit de geschriften
van Charlotte Sóphie overduidelijk derge
lijke gedachten blijken. Zo stelt zij op
zeker moment een verhandeling op, die
in het boek terecht een plaats kreeg,
waarin zij het volgende schrijft: „Vandaag
gaat het erom de voorrechten van onze
heren en meesters de mannen aan een
onderzoek te onderwerpen en de redenen
van onze lange, drukkende slavernij eens
nader te bekijken."
Daarna volgt een lijst van rechten die de
mannen zich ten koste van de vrouw
voorbehouden. Acht punten noemt Char
lotte Sophie. Bijvoorbeeld: „Zodra zij in
de jongelingsjaren komen, worden aan
hün studies en reizen veel grotere som
men besteed dan men bereid is aan de
opleiding van meisjes tê offreren." Of:
..Alleen mannen maken wetten en spreken
recht en zijn bevoegd in zaken des ge-
loofs; zij oordelen over andermans over
tuiging en geweten." Authentieke woor
den van 200 jaar geleden, die eigenlijk
niet eens antiek klinken.
Toch zie ik in „Mevrouw Bentinck of
Onverenigbaarheid van Karakter" niet al
lereerst die stellingname over het lot van
de vrouw, zoals dat is verpersoonlijkt in
Charlotte Sophie. Door de aard van het
boek is dat eigenlijk al niet mogelijk.
Immers, het boek, is samengesteld uit
brieven. Fragmenten van brieven of brie
ven in hun geheel. Van verschillende men
sen, die over dezelfde zaken schreven.
Brieven waaruit verschillende observaties
van dezelfde gebeurtenissen, verschillende
meningen daarover dus ook, blijken. En
dan ligt er eigenlijk' bij niemand „het
gelijk". Dan gaat het om een stroom van
leven, van historie, van mensen. Zoals in
de latere boeken van Arthur van Schen-
dcl, "/aar hele generaties aan het geestes
oog van de lezcï langstrekken, om maar
een voorbeeld te geven, er. waaruit een
grote berusting in het lot gesuggereerd
wordt. Het leven is belangrijker dan wat
een enkeling in dat leven kan, wil, doet
of niet doet.
Jammer genoeg zijn de eerste 100 pagina's
van dit boek niet boeiend genoeg, niet
goed geconstrueerd, te versnipperd om
een goede mtroduktie te zijn. Teveel fei
ten. teveel personen, teveel brieven wor-
den voorgelegd aan de lezer, die dan nog r
niet betrokken geraakt is bij de personen
om wie het gaat en bij hun lot. Daarna
krijgt het boek een brede adem, een adem
van traagheid van het leven zoals dat in
de achttiende eeuw (in vergelijking met
onze dagen) geweest zal zijn.
Alles neemt tijd in beslag. De seizoenen
verstrijken, de maanden gaan voorbij.
Men gaat van het ene verblijf naar het
andere, men is veel in Duitse kastelen en
buitenplaatsen, maar ook in Nederland,
want kasteel Doorwerth en Den Haag
(met name Sorghvliet) spelen een belang
rijke rol. Het reizen tussen die plaatsen
kost dagen, men gaat dus niet zomaar op
reis, men gaat ergens heen om er de
zomer door te brengen.
Het verhaal van deze achttiende eeuwse
Charlotte Sophie en Willem is. na de
gesignaleerde moeilijke inzet, een helder,
boeiend boek, dat je misschien een „docu-
mentaire roman" zou kunnen noemen, al
doet het er inderdaad in het geheel niet
toe, wat voor genre hier aan de orde is. r
JAN VERSTAPPEN
Hella S. Haasse: „Mevrouw Bentinck of
Onverenigbaarheid van Karakter - Een
ware geschiedenis". Uitgeverij Queriüo.
Prijs 29.-
-