jk heb
iet gevoel
lat mijn stem
eter is dan
loit tevoren"
in nederland"
„de schnabbeltoer is
een walgelijke
leerschool, maar er
is niks anders
Hoge hoed
Natuurlijk, persoonlijk heb ik geen hoge
loed op van optreden in feesttenten en
lublokalen, maar d'r is momenteel niks
riders. Het ouderwetse variété ligt op zijn
at en de shows van vroeger kun je rustig
ergeten. Het Nederlandse pubhek heeft
trek meer in avondvullende toestan
en met een, conférencier, een goochelaar,
anspaar en een zanger in een glitter-
ak. Dat duurt ze allemaal te lang. En
is trouwens onbetaalbaar geworden,
willen wel een paar goeie artiesten op
feest, maar het mag vooral niet lan-
dan twee uur duren. Daarna moet de
aal eer worden ontruimd voor het dan-
Het is verrekte spijtig voor een artiest,
graag een beetje fors uitpakt. Maar
hebt geen andere keus. Ik ben een
howman, ik houd van theater, van lich-
effecten, het hele circus. Maar mijn pu-
iek zit tegenwoordig met een kop koffie
een pilsje in de kantine. En daar heb
rekening mee te houden. Als je serieus
ferkt kun je trouwens in zo'n tobberige
mgeving ook wel eens degeüjk succes
ebben".
Je kunt toch niet beweren, dat ik net niet
jofel gewerkt heb? En het gekke was, dat
fe nummers, die ik zong, zowel gewaar
deerd werden door de ouderen als door
jongeren. Dat is gelukkig mijn grote
mazzel: ik trek een publiek aan tussen de
Hul en de vijf en tachtig. Baby's üggen
„En in die zenuwtoestand heb ik daarna
nog tot 28 juli geleefd. Drie volle maanden
dus. Daarna kon ik voorzichtig weer be
ginnen met wat langzame nummers, waar-
r ik niet te veel hoefde te forceren".
„Maai- nu heb ik het gevoel, dat mijn stem
beter is dan ooit tevoren. Ik heb gisteren
„My Way" gezongen met het Metropool
Orkest. Dat geeft een zanger een ongeloo
flijke kick: al dat botermalse strijkwerk,
die gestopte trompetjes. Toen ik klaar was
had ik het gevoel, dat het plafond van de
zaal omlaag kwam. Zo'n ovatie heb ik
mijn hele leven nog niet gehad".
„Daarom blijft het doodjammer, dat het
variété in Nederland zo dood is als een
pier. Als er nergens meer een schouwburg
is, waar je echt kunt uitpakken, ga je
vanzelf op halve kracht werken. Dan sch
mink ik me niet eens meer".
„Vaak word je begeleid door een pianist,
die hooguit drie liedjes van het blad kan
spelen. En noodgedwongen draai ik die
er dan maar weer uit als gehakt uit de
woensdagaanbieding. En als er wél een
orkest achter je staat, zijn het meestal
houthakkers, die een paar akkoorden ken-
„Ik begin daarom altijd met „Zai,Zai,Zai"
om de muzikanten, die ik niet ken, te
testen. Als ze dat loopje omhoog niet
spelen, weet ik al hoe laat het is. Ik hoef
dan niet eens meer te vragen, of ze wat
nieuwe nummers willen spelen. In zo'n
geval draait het toch weer uit op „Singori-
ta„ en „De Clown""
„Ja de kloon", roept in de verte de stroop-
wafelkeizer luid, „daar is mijn vrouw
cramer
CekLeSowumi
ze me de laatste jaren door de neus
geboord. Ze lagen klaar voor de verzen
ding, de campagne kon zo estart worden.
Maar ze zagen geen brood meer in Cra
mer en lieten me barsten. Daarna zijn die
nummers door anderen op het repertoire
genomen. En het resultaat waren drie hits,
die weken lang in de Top Tien meeliepen.
Dokter Bernard van Bonnie St. Clair was
er zo één. Toen ik haar hoorde kon ik
wel janken".
Janken kon hij trouwens ook, toen hij op
de ochtend van de 28e april 1978 wakker
werd en bemerkte, dat van de bronzen
klok in zijn binnenste de klepel het volle
dig liet afweten. „Ik had te lang roofbouw
op mijn stem gepleegd", geeft hij groot
moedig toe, „ik sappelde maar door, win
ter en zomer, ik trad soms 60 keer per
week in het land op. Gekkenwerk uite
raard, maar het liep zo lekker en het leek,
alsof mijn stem geen krimpie gaf. Ik
hoefde mijn muil maar open te trekken
en het kwam er allemaal weer op oorlogs
sterkte uit".
„In het begin dacht ik nog, dat het een
koudje was. Ik ging ook nog lachend het
ziekenhuis in, omdat ik ervan overtuigd
was, dat het een fluitje van een cent was.
„Gewoon een kwestie van je stembanden
schoon schrapen", hadden ze me uitge
legd".
„Pas in de wachtkamer van de specialist
kreeg ik argwaan. Toen ik aan de man
naast me vroeg, wat ie mankeerde, keek
hij me doodongelukkig aan en stootte hij
een paar onverstaanbare klanken uit.
„Wat zegt u?'\ vroeg ik. Toen haalde hij
diep adem en rochelde: „Het was de
bedoeling om een paar bobbeltjes weg te
schrapen, maar per ongeluk hebben ze
mijn stembanden geraakt".
„Op dat moment kreeg ik goed de beverd.
Ik dacht: als mij. dat straks op de opera
tietafel overkomt kan ik het verder wei
geloven. Vergeet het maar. Acht dagen na
de operatie mocht ik voor het eerst mijn
mond weer open doen: NIKS. Ik hoorde
helemaal niks. Het leek net een radio,
waarvan ze het geluid hebben wegge
draaid".
en
CHEVENINGEN Troubadour Ben
ramer ziet zijn gouden toekomst weer
elemaal zitten. Zijn stem is terug van
rie maanden weggeweest en de lui-
uchtige evergreens glijden weer als
inouds over de bulderbaan van zijn
erstelde huig. De fans in Scheveningen,
i elmond en Amstelveen kunnen dat van-
vond met eigen tuitende oren constate-
en is eerst in zijn soepel scharnierende
ord Thunderbird richting Noordzee geg-
den om onder het vurehouten plafond
in de „Kurhaus-Bodega" de bruiloftsgas-
n van stroopwafelkeizer Van Woerkom
iet zijn geluidsgolven te overspoelen,
[raks, tegen tienen, zal hij schielijk af-
ikken naar de zuidelijke wingewesten
n daar een recreëerend gezelschap Bra-
anders in te peperen. Als dat achter de
ig is - hij schat voorzichtig, dat het dan
nderhand één uur, half twee is stormt
ij plank gas naar Amstelveen, waar hij
ond half vier als daverend sluitstuk zal
iingeren van een Midzomernachtfeest,
a >aarvoor jetsetters grif een entreegeld
tn honderd gulden hebben betaald,
len dacht persoonlijk, dat het geen gekke
core is voor de maandagavond. Drie
chnabbels achter mekaar: kat in de cen-
eobak.
cht aangeschoeid wacht hij nu in de
lonwagen van poffertjesbakker Leen
èrmolen op zijn tweede doorkomst in
cheveningen. Zijn oudste broer John
14), die sinds enige jaren als zijn persoon
jke manager fungeert, bestudeert terzij-
s de overvolle agenda voor de komende
laanden. „Het is een gekkenhuis", venti
lert hij van tijd tot tijd licht steunend,
ils we niet oppassen, zeilt broerlief bin-
en de korste keren weer het ziekenhuis
i Dat is voor een normaal mens niet vol
houden. Laat staan voor Ben".
Hoor hem, de moddervette grijze duif',
lept de zanger glimlachend, „ik dacht
ich zeker te weten, dat jij die contracten
crsoonlijk afsluit. En als er dus op de
?m getrapt moet worden is dat jouw
akkie an. Het hoeft niet hoor, want voor
lij mag het zo nog wel even doorgaan.
heb geen bezwaar tegen de schnabbel-
er, want dat is de mooiste leerschool
oor een artiest. Je staat onder de meest
rbarmelijke omstandigheden te werken,
et ene moment sta je tussen de schuif:
euren en een uur later zing je op het
iljard van de Geitenfokvereniging in
libswoude. Dat zit er allemaal in".
En toch wordt er een prestatie van je
erlangd, want de mensen hebben geld uit
e knip gehaald om de originele Ben
Iramer te zien optreden. En als er dan
en minimumlijer binnenstruikelt, die ga-
end zijn verplichte nummers afdraait,
logen ze er terecht de pest over in
ebben".
op uitdrukkelijk verzoek van zijn bruid
is ingehuurd. „Die is helemaal mesjokke
van die goser", onthult hij hoofdschud
dend, „die staat ermee op en die gaat
ermee naar bed. Haha, dat zou ze wel
willen. Maar waar is waar: ik heb mijn
bruid de duurste sieraden gegeven, alle
maal hang- en sluitwerk van puur zilver.
Maar net zei ze nog: „Het mooiste ge
schenk, dat je me hebt gegeven, is het
optreden van Ben Cramer".
De zanger heeft het persoonlijk een wei
nig moeilijk met dit spontane getuigenis
en vlucht opnieuw naar de salonwagen.
Daar zegt hij: „ik heb de laatste drie jaar
geen hit meer gescoord. Maar het is aan
mijn populariteit nauwelijks te merken.
Ga maar buiten vragen, wie Ben Cramer
is en tien tegen één, dat je te horen krijgt:
„Dat is die jongen van „De Clown" en
van „Zai,Zai,Zai". Dat durf ik je hier op
een briefje te geven. De mensen blijven
me kennen".
Niettemin blijft Cramer bedroefd om het
feit, dat zijn platenbazen hem duidelijk
hebben laten zakken. Elf jaar heeft zijn
contract bij Dureco stand gehouden en
aanvankelijk leek hij onder de moederlij
ke vleugels van coach Annie de Reuver
regelrecht naar de wereldtop te gaan.
Maar toen steeds duidelijker werd, dat
Cramer in het vriesvak was gezet, begon
de zanger op wraak te zinnen. Hij spuide
zijn Mokums gram tegenover een journa
list, die er prompt in zijn schotschrift een
zwartboekje over open deed. Cramer huil
de in dat artikel over de schandelijke
manier, waarop de heren van Dureco hem
behandeld hebben. „Drie tophits hebben
helemaal mesjokke van. Ik heb d'r siera
den van duizenden guldens gegeven, maar
denk je, dat ze er echt blij mee is? Ho
maar. Ben Cramer wilde ze horen".
Naast hem dampt de bruid van ware
vreugde. „Oh, Ben", kirt ze, „oh, die Ben".
„Die schnabbeltoer", geeft de zanger na
afloop toe, „heeft natuurlijk zijn beperkin
gen. Je kunt Eddie Merckx ook niet op
dragen om op een autoped de Tour de
France te winnen. En wat zou j,e denken
van Johan Cruyff? Als je die met een
vierkante bal het veld instuurt verdient
hij ook geen stuiver meer."
„Zo is het ook met mij. Je drijft op je
routine, je weet, dat je kunt zingen, dat
er een hoop talent in je strot zit. Maar
op het biljart in Pingjum kun je dat talent
mooi vergeten."
„Toch wanhoop ik niet Ik vlieg overmor
gen naar Londen om vier nieuwe num
mers op de band te zetten. Volgens mij
zitten er drie grote hits bij, maar voorlo
pig worden de twee beste op single gezet
En daarmee gaan we het opnieuw probe
ren. Ik zit nu gelukkig bij een nieuwe
platenmaatschappij, WEA. En die jongens
zien me wel zitten. Die hebben grote
plannen met Cramer."
„Als nou straks mocht blijken, dat ik een
hit heb, wordt het vanzelf wel anders. Dan
krijgen misschien de zuilen ook weer tr^k
in me en geven ze me een eigen showtje."
„Zolang ik zulke vooruitzichten heb vind
ik het geen bezwaar om drie keer op een
avond tussen de schuifdeuren mijn ver
plichte zes nummers te zingen. Het blijft
walgelijk, maar het is te verdragen."
„Nee, er is geen enkele reden voor paniek.
Tom Jones en Engelbert Humperdinck
waren al 32, toen ze eindelijk succes
hadden."
„Ik ben net 31 geworden. Ik heb dus nog
een jaar de tijd".
Achter hem zwaait de stroopwafelkeizer
met een glas bier. „De kloon", roept hij
•boven het „rabarber-rabarber" van de
feestgangers uit, „ik was een kloon, maar
nu ben ik dood."
Over tien minuten vertrekt de zanger
richting Helmond.
LEOTHURING
- i
Na het dessert neemt de bruidegom hem
even apart tussen twee stoelen om mede
te delen, dat de zang van Cramer hem
ten zeerste heeft aangegrepen. Hij is dan
ook van mening, dat de opbrengst van
zijn koshere stroopwafels ditmaal een
goede bestemming heeft gekregen. „Het
was zeer mooi", zegt hij voldaan, „vooral
dat nummer over die kloon vond ik schit
terend". Hij posteert zich vervolgens wijd
beens voor de zanger en barst met luide
uithalen los: „Hij was maar een kloon, een
eenvoudige kloon. Maar nu is hij dood.
Prachtig".
Hij wil ook nog even kwijt, dat Cramer
te kraaien in hun wieg, als ze „Signorina"
horen, maar een ouwe hip van diep in de
zeventig kan zijn waterlanders bij- „My
Way" ook niet bedwingen".