„HET LEVEN"
spannender
dan
het leven zelf
New Jersey
legt
de persvrijheid
aan
banden
De keizer betrapt
Dijk naar het kasteel laten rijden,
waar de ontluisterde praalhans
Wilhelm von Hohenzollern zijn
nadagen sleet. Wat er daarna
precies gebeurde, vertelt de man
in het hooi: „Ik hoorde stemmen
in het laantje, dat vlak langs de
muur loopt. Voorzichtig maakte ik
een gaatje in het hooi en zag op
tien meter afstand twee heren
wandelen: een oude man met volle
baard en een jonge, magere
meneer. De keizer had dus zijn
baard laten staan. Ik maakte
haastig een kiek. De keizer keek
wel op, zag mij, maar niet mijn
camera. En toen ik beleefd mijn
pet afnam, groette hij met een
„Morgen" de boerenknecht, die
daar met zijn hooi bezig was,
terug. Even later hief ik weer
mijn camera, maar nu werd ik
gezien. De keizer liep op het
muurtje toe en vroeg, wat ik deed.
Waarop ik antwoordde, dat ik
hem wilde fotograferen. Dit
weigerde hij beslist. Kort daarop
kwam de heer, die in zijn
gezelschap was, de generaal
Dommes, naar buiten."
De fotograaf werd daarop
aangehouden, maar zijn belichte
platen waren toen al langs de
achterkant van de hooiwagen aan
een touw naar beneden gelaten en
in veiligheid gebracht. Men
probeerde daarna nog de
fotograaf te dwingen om zijn
platen te verkopen, ,jnaar
daarvoor waren we natuurlijk niet
te vinden. En het slot was, dat een
inspecteur tegen de heer van
Beek, chef van de bewaking des
keizers, zei: „Zeg meneer, zouden
we niet proberen die twee voor
onze dienst te engageren Die zijn
stuk voor stuk gladder dan wij
Mooie tijden
Ja, dat waren deksels mooie
tijden, waarover „HET LEVEN"
in geuren en zwart-wit mocht
berichten. Toch had zelfs dit
weekblad een vage erecode,
waaraan men zich van tijd tot tijd
hield. „Met vliegers, luchtschepen,
tanks, onderzeeboten,
vlammenspuiten en
stikgasbommen staan verblinde
mensen elkander naar het leven",
berichtte de redactie tijdens de
Eerste Wereldoorlog, .jniljoenen
Duitse vaders keren nooit meer in
hun familiekring terug, miljoenen
Engelsen betreden niet weer hun
vaderland aan gindse zijde der
zee, miljoenen Franse krijgers
rusten in bloedgedrenkte aarde.
„Maar behalve deze miljoenen
doden zijn er nog eens een bijna
gelijk aantal verminkten. Alleen al
in Duitsland lopen - ach. was dat
maar waar - neen, kruipen of
rijden ver over de 100.000
mannen, beide benen missende en
aan Franse zijde is het cijfer van
de stumperds, die beide armen in
de strijd gelaten hebben, nog veel
hoger.
„Ons werd een foto toegezonden,
voorstellende een Duitse
zwemschool, waarin zulke
invaliden zwemmen, allen jonge
mannen zonder benen. We hebben
hem terzijde gelegd. Wij durfden
hem niet te publiceren.
Maar evenzogoed wel het
hartverscheurende verhaal van
Irene, die in een hospitaal in
Parijs haar Harry opzoekt. „Bent
u familie van hem?". „Nee",
antwoordde Irene, „ik word zijn
vrouw". De zuster keek verbaasd
naar het kleine, onbeduidende
persoontje, dat verloofd was met
de knappe patiënt. Zachter zei ze
toen: „Ik heb een slechte tijding
voor u. Hij zal uw gezicht nooit
meer kunnen zien". „Blind?",
klonk het gesmoord. „Ja", was het
antwoord, „beide ogen
weggeschoten
„Oh, zijn mooie blauwe ogen met
die lange, zwarte wimpers. De
ogen, die zo trots en ondeugend
de wereld inkeken". Ze beheerste
zich. „Wilt u mij bij hem
brengen?", vroeg ze. Ze knielde
neer aan het bed van de man, die
eerste trouwpartij per tram in Den Haag Kosten slechts tien gulden
Ja, „HET LEVENwas er weer
bij, reken maar van yesEn het
slaagde er ook als eerste in om
een fotograaf van ,,Het Leven", vermomd als boerenarbeider op een hooi
wagen, maakte deze foto van de Duitse ex-keizer
Terwijl hooggeleerde heren zich
vruchteloos het hoofd braken
over de vraag, of er leven was na
de dood, was het in de jaren
tussen 1906 en 1940 voor het
Nederlandse volk een
uitgemaakte zaak, dat er in elk
geval „LEVEN" was na elk
smeuiig zedenschandaal, na
spectaculaire moord- en
doodslagen, OranjeVreugd en
-leed en na wapengekletter op de
courante slagvelden. Weekblad
HET LEVEN" was tussen de
bezadigde periodieken als „Eigen
Haard", „De Katholieke
Illustratie" en „De Prins" een
Pietje Bell, die voortdurend de
kat de bel aanbond, een
roddelend viswijf, dat steevast
vooraan stond, als wederom een
medemens jammerlijk was
uitgegleden. Op
zulke heerlijke
momenten rukten
de verslaggevers en
fotografen van
MET LEVEN" uit
brandweerlieden,
die maar niet
genoeg kunnen
krijgen van een
fijne fik. En na
terugkeer in de
redactielokalen
zorgden ze ijlings
voor een bedrukte
echo, die per
kerende post aan
de lezersschare
werd doorgegeven.
„HET LEVEN"
msterdam. verborg elke week
achter zijn knalgele
omslag de hete mosterd na het
galgemaal, een portie ongehoorde
ellende, die voor 15 bronzen
centen te koop was bij
kioskhouders en straatventers.
„HET LEVEN" was er altijd als
de kippen bij en rapporteerde in
onverbiddelijke Bleke Bet-stijl
over de onvolkomenheden in het
aardse tranendal. „HET LEVEN"
maakte elke vrijdag zoveel leven,
dat het volk horen en zien
verging.
Beroepssnuffelaar Leonard de
Vries, die al jaren een dikbelegde
boterham verdient aan het
uitvlooien van beschimmelde
boekwerken en verdwenen
tijdschriften, heeft zich nu ook
door de jaargangen van dit
rebelse weekblad geworsteld en
zijn bevindingen gebundeld in het
naslagwerk „UIT HET LEVEN
GEGREPEN" Hij noemt het zelf
een „aangrijpend tijdsbeeld" en de
lezer, die met rode oortjes de 208
pagina 's tot zich heeft genomen, is
achteraf geneigd hem gelijk te
geven. „HET LEVEN" greep
indërdaad elke misselijk makende
aanleiding aan om de drukpers in
werking te zetten en zorgde met
vaak schokkende beelden voor
een wekehjkse kaleidoscoop,
waarin de mensheid tot groteske
proporties werd opgeblazen. „HET
LEVENstuntte zich wezenloos,
waagde zich temidden van
ontploffende granaten in de
loopgraven, verkleedde zich als
bedelaar, drong door tot op de
vervuilde matrassen in
armenhuizen, ontsteeg in wankele
vliegtuigjes van zeildoek en triplex
aan de aarde en ontkwam
ternauwernood aan de heldendood
in een brandende zeppelin. „HET
Een Haagse actrice wint een weddenschap door een kwartier lang in Amsterdam
rond te wandelen in een soort broekpak, het laatste modesnufje uit Parijs
Hari bij haar laatste bezoek
Rebels weekblad
serveerde kommer en
kwel als hete
mosterd na elk galgemaal.
LEVEN" was altijd spaimender en
fascinerender dat het leven zelf.
Wie gruwt niet, als hij de foto ziet
van het beestwijf Pietersen, die in
haar bovenwoning aan de
Amsterdamse Over-Amstelstraat
haar twee kinderen jaren lang
opgesloten hield in een donkere,
geheel vervuilde alkoof zonder
licht, nagenoeg zonder lucht,
zelden of nooit warm eten
krijgende: „zo en daarmee heeft
dat sujet, dat de erenaam van
moeder onwaardig is, haaiman
willen pesten. Het beestwijf
Pietersen is voorlopig opgesloten
in de cel van het Muiderpoortse
politiebureau, nadat zij bij het
transport erheen door de
buurtbewoners bijna gelyncht is
geworden: de vader, die aan het
hele drama tamelijk onschuldig is,
er hoogstens een medelijdensrol in
vervulde, moest, ook onder
dekking van poütie-agenten, tegen
het zich handtastelijk uitend
rechtsgevoel van het volk in
veiligheid worden gebracht.Een
kruisje op de foto geeft aan, waar
de diepongelukkige kinderen al
die jaren waren opgesloten.
(Van c
irrespondente Jane Rosen)
NEW YORK - „Ik ga naar de gevangenis voor wat
naar mijn mening het algemeen belang en het belang
van mijn beroep is". Aldus M. A. Farber, een verslag
gever van de New York Times, voordat hij voor
onbepaalde tijd opgesloten werd. De zaak Farber
heeft ontzetting teweeg gebracht bij de Amerikaanse
pers, temeer omdat hij plaats had in de staat New
Jersey. In zeventien staten in de V. S. bestaan zoge
naamde „beschermende wetten" om de grondwettelij
ke garantie van de persvrijheid te versterken en uit
te breiden. De beschermende wet in de staat New
Jersey gaat het verst. Nu blijkt dat verslaggevers
weieens in geen enkele staat beschermd zouden kun
nen zijn tegen gerechtelijke eisen.
Drie jaar geleden schreef verslaggever Farber een
aantal artikelen waarin hij de verdachte sterfgevallen
van 13 patiënten in een ziekenhuis in New Jersey onder
de loep nam. Zij vormden de aanleiding tot de beschul
diging van moord van Dr. Mario Jascalevich, een
chirurg in New Jersey. Het proces Jascalevich duurt
nu reeds zes maanden. Er verschenen 50 getuigen a
charge. Aan ieder van hen werd de vraag gesteld of
ze al dan niet kontakt hadden gehad met Farber. De
verdediging heeft Farber er herhaaldelijk vein beschul
digd de aanklacht welbewust te hebben „ontworpen".
In het voorjaar kreeg de verdediging gedaem dat
Farber al zijn vertrouwelijke aantekeningen moest
overleggen en zijn bronnen moest openbaren. Als
argument werd aangevoerd dat dit noodzakelijk was
voor een eerlijke berechting van Dr. Jascalevich. Far
ber weigerde de stukken in te leveren. Hij en zijn
krant, de New York Times, redeneerden dat de ver
trouwelijkheid van het materiaal van een journalist
wordt beschermd door de Grondwet en door de be
schermende wet van New Jersey, die bepaalt dat een
journalist „het privilege heeft te weigeren" zijn bron
nen en de ontvangen informatie prijs te geven.
Die wet in aanmerking genomen, hadden de juridisch
deskundigen in eerste instantie het vermoeden dat
Farber en de New York Times gelijk hadden. De
rechter bij dit proces zag het echter anders. Hij zei
dat hij niet kon beslissen of de beschermende wet van
toepassing was op Farber voordat hij Farbers dossier
zelf bestudeerd had. Met andere woorden, om te
bepalen of de beschermende wet hier gold, moest hij
volgens de recher eerst opzij gezet worden.
De Times die de steun heeft van praktisch de gehele
Amerikaanse pers, gaf het standpunt weer, dat ver
trouwelijke bronnen geen informatie meer aan journa
listen zouden geven, indiendie journalisten deze op
een goede dag aan de rechter zouden moeten prijsge-
Desondanks veroordeelde een rechter van een ge
rechtshof te New Jersey Farber en de New York Times
wegens ongehoorzaamheid aan de rechtbank vanwege
hun weigering het dossier prijs te geven. De rechter
legde de verdachten straffen op vanuit zowel burger
als strafrecht. De eerste straf kwam erop neer dat
Farber naar de gevangenis ging en dat de Times 5.000
dollar, (11.000 gulden) boete per dag moest betalen tot
Farber zijn dossier zou overleveren. Dit alles was
bedoeld om gehoorzaamheid aan de rechtbank af te
dwingen. De strafrechtelijke veroordeling bedroeg 6
maanden gevangenisstraf extra voor Farber en een
boete van 100.000 dollar (220.000 gulden) voor de New
York Times. Beide straffen worden hier als buitenge
woon zwaai- beschouwd.
Farber en zij'n krant gingen naar het Amerikaanse
hooggerechtshof en deden een beroep op twee rechters
- aangezien de volledige rechtbank nu geen zitting heeft
- om het -vonnis op te schorten in afwachting van een
volledige herziening van de zaak. In hoofdzaak gaat
het de Times erom dat het Hooggerechtshof (Supreme
Court) beslist of een rechter wettelijk van een verslag
gever kan vragen om materiaal bij hem in te leveren,
voordat hij ook maar weet of de eis wettig is.
Rechter Byron White en later rechter Thurgood Mars
hal twijfelden er echter aan of het Hooggerechtshof
de zaak in dit stadium wel zou behandelen, d.w.z. vóór
een definitieve uitspraak door het hof van New Jersey.
Om die reden weigerden de twee rechters het vonnis
op te schorten.
Vrijdagmiddag ging Farber, begeleid door A. M. Ro
senthal, hoofdredacteur van de New York Times naar
het gerechtsgebouw te Hackensack in New Jersey. De
onderdirecteur van de krant, James Goodale overhan
digde een cheque van 5.000 dollar dagelijks betaalbaar
te stellen totdat de zaak is beslist. Farber ging naar
de gevangenis. De rechtbanken van New Jersey heb
ben duidelijk gemaakt dat zij geen haast maken hem
er weer uit te halen. Een rechter van het Hof van
Beroep stelde 18 september vast als datum voor de
behandeling van het beroep in de zaak Farber-New
York Times Farbers advocaten zeggen alles te probe
ren om deze datum te vervroegen.
Zelfs als dit mocht lukken is de pers nog met optimis
tisch over de afloop. Er schijnt bij het Amerikaanse
publiek en bij de rechtbank een toenemend gevoel te
bestaan dat de pers te machtig is geworden en op de
een of andere manier intetoomd moet worden.
Bij een belangrijk precedent in 1972 was het Hoogge
rechtshof eveneens van mening dat van een journalist
geëist kon worden dat hij vragen van de „Grand-Jury"
met betrekking tot zijn vertrouwelijke bronnen moest
beantwoorden. De meeste beschermende wetten in de
staten zijn bedoeld om journalisten tegen deze eisen
te hoeden. Met deze situatie als uitgangspunt voorspel
len vele deskundigen dat indien Farbers zaak voor het
Hooggerechtshof komt, hij waarschijnlijk bevolen zal
worden zijn stukken over te leggen met alle droevige
konsekwenties vandien voor de toekomst van een vrije
pers.
Guardian-dienst
haar nooit meer zou kunnen zien.
En hij hoorde al de grote, tedere
liefde van een vrouwenhart,
uitgedrukt in dat ene woord:
HARRYHij kon ook nog
voelen. Hij voelde haar warme
tranen op zijn handen en haai
nog warmere kussen op zijn
lippen.
Mata Hari
Als u uitgesnotterd bent, vraagt
de redactie nu graag uw aandacht
voor onthullingen over Mata Hari,
voor de zeeramp met de Titanic,
,Het Leven" publiceerde ook enkele
moderne verfraaiingsmethoden voor
dames, zoals dit apparaat tot verede
ling van de neusvorm
voor de man in Berlijn, die een
vrouw is geworden, voor de
belegermg van een
moordenaai'shol in Londen, voor
nieuwe fotografische opnamen
van H. K. H Prinses Juliana, voor
de moord met kokend water te
Amsterdam, voor het drama van
de „Berlin" aan de Hoek van
Holland en voor de droeve tijding
voor Oranje en Nederland dat
eene lichte ongesteldheid van
Hare Majesteit de Koningin
gedurende eenige dagen
aanleiding heeft gegeven tot
verijdeling der hoop, welke
gedurende korten tijd werd
gekoesterd. De toestand van Hare
Majesteit geeft geen reden tot
ongerustheid". Wel kan de
redactie nog melden, dat „Prins
Hendrik aan eene hevige
gemoedsbeweging ten prooi is
geweest en herhaaldelijk geweend
heeft. En Nederland, een met
Oranje, m vreugde en droefenis,
voelt mede met zijn Vorstenhuis
en uit zijn innige wenschen voor
het welzijn van zijn Koningm"
Maaija, kop op en opnieuw adem
gehaald, want „HET LEVEN"
gaat door. Van het Oorlogsterrein
in Rijssel meldt redacteur
Tervooren, dat hij ook nog m
leven is: „Ik gmg naaihet front
om te zien en dat geziene te
fotograferen en te beschrijven. En
dientengevolge was het niqt altijd
te vermijden, dat een inslaand
projectiel wel eens wat dicht in
Mademoiselle Guibert
en Renè Blanc
introduceerden de
Tango" in restaurant
Royale te Den Haag
mijn nabijheid krepeerde, dat een
geweerkogel op korte afstand van
mij met scherp krakend geluid in
een boom sloeg. Dat waren echter
steeds enkele op zichzelf staande
schoten, verdwaalde kogels, zoals
men die dingen noemt, die
evenwel, als ze je raken, geen zier
minder gevaarlijk zijn dan die,
welke met opzet op je afgeschoten
worden. In elk geval, het was
geen geregeld vuur en wat de
soldaat „de vuurdoopnoemt, die
had ik nog niet ondergaan. Nu
echter wel en ik wil wel dadehjk
zeggen, dat je heus niet bang
hoeft te zijn om dat een
onaangename gewaarwordmg te
vinden.Het verhaal gaat
vergezeld Van een foto met
onderschrift: „Een toevalskiek van
een granaat-inslag, waarbij de
soldaat links ernstig gewond werd
getroffen en de anderen door de
luchtdruk ter aarde werden
geworpen
Gelukkig is er altijd nog wel
ruimte voor wat luim. want de
boog der lezers mag niet altijd
gespannen blijven. Daar gaat ie
onder het kopje
„OORLOGSHUMOR". „En bij
Dixmuiden was het
mitrailleurvuur zo dicht, dat een
Duitser, die zijn hoofd uit de
loopgraaf steken dorst, het
volgende ogenblik geen hoofd
meer, maar een ZEEF op zijn
schouders droeg".
Foei,foei, is dat lachen. Nog maar
eén voor het verlies: „Adam gaf
één rib en kreeg daarvoor een
vrouw. Een Engelse soldaat,
trouwde, na aan het front zeven
ribben te zijn kwijtgeraakt, zijn
Rode Kims-verpleegster. Dat
bewijst, hoe in de loop der tijden
de bestaansvoorwaarden
veranderd zijn".
Ernst en humor
Zo gaat „HET LEVEN" nog tot
1940 door. Ernst en humor, gruwel
en grap worden vakkundig
gedoseerd en als een luchtig
gebakken poets opgediend. „Wel,
wel", zuchtte de jonge weduwe,
toen zij in haai' salon kwam en
zag, dat de vaas. waarin de as van
haar echtgenoot bewaard werd,
was omgevallen en gebroken, „net
iets voor Henri om zijn as te laten
vallen op mijn beste kleed".
Maar vlak daarna wordt
dwingende aandacht gevraagd
voor ,,'n automobiel-ongeluk in de
Residentie" en „de eerste
trouwpartij per tram te
's-Gravenhage: „Het was een
tramconducteur, die als eerste op
deze wijze naar de plaats van
afvaart van het huwelijksbootje
reed. De kosten van een
tramwagen voor dit doel gehuurd
bedragen slechts tien gulden".
Legende
Vrijwel onmiddellijk na het
uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog was het „LEVEN"
voorgoed uitgewoed. Het gele
weekblad verdween uit de kiosken
en werd een curieus brok
geschiedenis. Het enige, wat er
van overbleef was een
lachwekkende legende
LEO THURING