„Lagendijk is de beste..." „Jammer dat we Bram Brandt niet in de spits kunnen zetten" „Noordwijk maakt het spel; dat doe ik ook graag 3ETBAL „Rijnsburgse Boys miste routine" eerste tweede klasse zaterdag KNVB JOEP DEN HOLLANDER: „Familiereünie" bij Ter Leede AB BRAAT OVER RCL'S VOORHOEDEPROBLEEM: Gunstiger uitgangspositie Katwijk u KRANT Schotvaardige Henk van der Zwan: Zoeterwoude Het vorige seizoen mag dan voor Rijnsburgse Boys minder succesvol zijn afgelopen dan werd gehoopt, Henk van der Zwan kijkt er toch met veel plezier op terug. „Maar wat wil je", stelt Van der Zwan, „zelf heb ik er vorig Jaar vijfentwintig ingetrapt, toch een aardig totaal. Het elftal zelf kwam tot zestig doelpunten, ook niet slecht. Mag je dan als voorhoedespeler ontevreden zijn over zo'n seizoen, nee toch. Het is allemaal gewoon erg leuk geweest, het enige minpunt was eigenlijk dat we die promotie naar de eerste klasse misten. Veertig punten uit zesentwintig wedstrijden bleek toch net niet genoeg." „Volendam", vervolgt makkelijk pratende, vorig seizoen van Randstad Sport naar. Rijnsburg overgekomen Van der Zwan, „had gewoon wat meer routine in huis. Als dat elftal in een wedstrijd met 1-0 voorkwam wist je gewoon dat ze die wedstrijd ook zouden winnen. Terwijl Rijnsburgse Boys in dat soort situaties nog wel eens een punt wilde laten liggen. Zeker tegen het einde van het seizoen. Een combinatie van schorsingen, vormverlies en toch ook wel pech, maakte ons toep erg kwetsbaar." Het voortijdige vertrek van oefenmeester Atte Bouma speelde volgens spits Van der Zwan nauwelijks een rol: „Achteraf praten vind ik altijd een beetje zinloos. Het bestuur beslist in zo'n geval, dus ging Bouma af via de zijdeur. Persoonlijk heb ik nooit problemen gehad met hem, maar of we met Bouma dat kampioenschap nou wel hadden gepakt kan je geloof ik nooit zeggen." Met nieuwe trainer Wijnands (ex-Ajax amateurs), hoopt Henk van der Zwan niettemin opnieuw op een plaats in de top. ,,ln vergelijking met vorig jaar zijn we zeker niet zwakker geworden. Met deze ploeg („We werken hard, zijn beslist geen „dames", maar ook niet gemeen") moeten we weer erg ver kunnen komen Maar om nu te zeggen dat we „even kampioen" gaan worden, gaat me toch wat te ver. In het afgelopen seizoen is duidelijk geworden dat het spelersmateriaal, de kwaliteit niet alleen beslissend is. Je moet ook een dosis geluk mee krijgen, anders red je het nog jBtiiPLmimmrm SASSENHEIM Oe kans is niet uitgesloten dat er in de aankomende competitie drie broers bij Ter Leede aan de bak zullen komen. Naast de vaste steunpilaren Wim van Harskamp (doelman) en Jan van Harskamp (spits) heeft zich nu een derde telg der Harskampen bij de Sassenheimers aangediend. Het gaat om Andries, die GWS heeft verlaten voor Ter Leede. Volgens Jan van Harskamp heeft Andries talent genoeg om zich in het eerste te spelen maar „dan moet hij er wel alles voor doen." Ter Leede kan niet terugkijken op een opzienbarend seizoen. Vier nederlagen op rij bij de start maakten alle hoop op een hoge klassering tot een luchtkasteel. Uiteindelijk eindigden de Sassenheimers op een kleurloze middenmootpositie. Jan van Harskamp twijfelt eraan of het deze keer anders zal lopen. „Misschien als het in het begin wat beter loopt dan vorig jaar. dat we een rol van betekenis kunnen spelen. Wij moeten het vooral van kracht en karakter hebben. Neem bijvoorbeeld de voorhoede, dat zijn allemaal zwaargewichten. Wat mijzelf betreft, ik moet het ook niet van techniek hebben Mijn sterkste punt is het werk in de lucht. Van de tien doelpunten die ik het afgelopen seizoen maakte waren er acht kopballen bij, dus dat zegt genoeg. Jan van Harskamp, 25 jaar en opperman in de bouw, gaat zijn vijfde seizoen bij de hoofdmacht in. Hij durft geen voorspelling te doen. „Het is een heel andere afdeling dan die we gewend waren. Alle Noord-hollandse clubs zoals Marken en zo zijn er niet bij.' Nu spelen er Rotterdamse ploegen mee zoals Spirit en Be Fair, ploegen die mij niets zeggen." Van de derby tegen nieuwkomer Lisser Boys stelt hij zich veel voor. „Bij Lisser Boys spelen Benny Barten en Jan van Slooten. jongens waarmee ik nog bij Ter Leede gevoetbald heb. Dat betekent toch een extra stimulans voor me." Ook de wedstrijd tegen Rijnsburgse Boys betekent een uitdaging voor Jan van Harskamp. „Ik weet niet hoe het komt maar in die wedstrijden is er altijd bonje terwijl tegen Katwijk, toch ook een derby, er nooit wat aan de hand is." Jan van Harskamp, Ter Leedenaar in hart en nieren denkt er niet over om ooit weg te gaan bij de Sassenheimers. „Waar zou ik heen moeten?, zeker niet naar Teylingen want ik weet niet waarom, maar dat is haat en nijd. Trouwens ik wil niet op zondag voetballen omdat ik dan zaterdag geen „stappie" meer kan maken en dat vind ik wel zo belangrijk. Verder in de toekomst blikkend zegt hij tot slot: „Mocht die hoofdklasse er komen, dan wil ik wel met Ter Leede bij de eerste vier eindigen, want dat houdt automatisch een plaats in de eerste klasse in." KATWIJK Katwijk, de vereniging aan de Helmbergweg, kende een uiterst ongelukkige start van de vorige competitie. Niet minder dan vijf vaste basisspelers konden niet worden opgesteld. Drie daarvan, Huig Schaap, Jan van der Plas en Jan van Dijk waren na enige tijd weer in staat om hun partij mee te blazen, maar Dick Harrison en Aad Koelewijn bleven het hele seizoen op non-actief. De eerste traint weer voorzichtig en Aad Koelewijn wil het na een slepende oogziekte ook weer gaan proberen. Die beperkingen in aanmerking genomen, vindt secretaris Gillebaart, dat zijn ploeg een redelijk seizoen heeft gedraaid. „We behoorden tot de laatste wedstrijden tot de top", zegt Gillebaart, „en dat vind ik een goede prestatie". Met dat al lijkt Katwijk in een gunstiger uitgangspositie van start te gaan dan het vorig jaar, nu trainer Frans van der Zeeuw beroep kan doen op de voltallige groep. Over kansen op een hoge klassering is secretaris Gillebaart terughoudend. „Je kan pas halverwege de competitie iets zinnigs over de krachtsverhoudingen van de verschillende ploegen zeggen. Daarbij komt ook nog dat we totaal onbekend zijn met clubs als het gedegradeerde Heerjansdam en het gepromoveerde Be Fair. Lisser Boys kennen we wel uit oefenwedstrijden. Die werden gewonnen maar dat is eigenlijk geen graadmeter" Over het vertek van Freek Rienks naar Quick Boys wil Gillebaart wel kwijt: „Dat is natuurlijk een vervelende zaak voor Katwijk, die jongen zal gemist worden op het middenveld". De overgang van Katwijkspelers naar Quick Boys blijkt echter een weinig voorkomende zaak. Gillebaart „Quick Boys en Katwijk bijten elkaar in dat opzicht beslist niet. Het is in het verleden maar tweemaal voorgekomen. Eerst Ger Pronk die alweer bij ons speelt en Jan van der Plas die het ook heeft geprobeerd maar ook terugwam. Oorzaak? „Ik vermoed het gezellige verenigingsleven, tenminste dat maken wij ons wijs als bestuur en doen daar ons best voor Dit bestuur heeft Frans van der Zeeuw voor het tweede jaar gecontracteerd. Gillebaart: „Ja, waarom niet, wij zijn geen bestuur dat tegen een trainer zegt: „Dit jaar moet je kampioen worden". Dat kan zo'n man nooit waarmaken. Verder is het zo dat je het bij ons als trainer wel erg bont moet maken wil Je de laan uit gestuurd worden. Je zou ons een menselijk bestuur kunnen noemen". JOHN MANUPUTTY WAAGT OVERSTAP: KATWIJK Joep den Hollan- er (25) is niet meer weg te enken uit de achterhoede an Quick Boys. Als laatste man gaat hij nu zijn negende seizoen in en nog altijd met de zelfde ambitie en spel vreugde, sterker nog, (Joep: „Het lijkt wel of ik er ieder aar meer zin in heb en zeker nu met een trainer als Arie Lagendijk"). Slechts één speler staat langer in de basis-elf m van de Katwijkers: „Good old" Arie Haasnoot, die al jaren de aanvoerdersband om heeft. Joep heeft vele spelers zien komen en gaan, hetzelfde met trainers. Ditmaal ziet hij Lourens Mouter en Sis Thu Pan Quick Boys vaarwel zeggen. Mouter werd trainer bij UDO en kon dit met het voetballen niet combineren. Tegen de FC Den Haag speelde hij zijn afscheidswed- strijd. Pan had het te druk met zijn horecawerkzaamheden maar Joep geeft een andere reden. „Sis Thu Pan had gewoon geen zin meer, hij zei tenmin ste dat hij liever ging tennis sen. Trouwens een vreemde jongen die Pan. Of we nu verloren of wonnen, je merkte niets aan hem. Zelfs die kampioenswedstrijd tegen Noordwijk vorig seizoen liet hem totaal onverschillig". Bijna was Joep den Hollander zelf gestopt vorig jaar. Dankzij zijn familie bleef hij voor Quick Boys in het veld staan. Vrouw en zuster nemen zijn werk in de drogisterij over terwijl schoonmoeder voor de baby zorgt. Zeker nu de stemming binnen het team zo goed is, is hij tevreden met die oplossing. „Die sfeer is de grote ver dienste van Lagendijk zegt Joep, „ik vind hem de beste trainer die ik gehad heb". Een duidelijk compliment, want den Hollander heeft er heel wat versleten. Hij noemt Bas Wallaart. Leo Halkes, Perdijk, Westhoven en Piet van der Kuyl. „Lagendijk springt eruit", vindt Joep, „je merkt het gelijk of het klikt. Hij analyseert een wedstrijd goed, weet de fouten aan te wijzen. Maar zijn sterkste punt vind ik de bege leiding van de spelers, hij voelt alles aan en praat veel tegen je, precies wat je als speler nodig hebt". Dezelfde Lagendijk kan be schikken over de weer terugge keerde Jaap Heerikhuisen en Aad Remmelzwaal terwijl Freek Rienks (ex-Katwijk) de ideale vervanger voor Mouter lijkt. Joep: „Ik denk dat we onge veer even sterk zijn als vorig seizoen, toen we onverdiend geen kampioen werden" De nederlaag tegen Noordwijk ligt Joep nog zwaar op de maag („domme pech") maar in de eerste thuiswedstrijd kan revanche genomen worden tegen hetzelfde Noordwijk waartegen Joep ook zijn debuut als invaller maakte. „Dat vergeet ik nooit meer, we verloren met 1-0". Quick Boys moet dit seizoen vele kilome ters afleggen door de beslis sing van de KNCB om tot een interregionale indeling te komen. De start tegen Oranje Nassau is een voorproefje, de reis voert namelijk naar Almelo. Joep den Hollander: .Quick Boys is even sterk als vorig seizoen". LEIDERDORP Het derde eerste klasse-seizoen lijkt een moeilijk jaar te gaan worden voor het Leiderdorpse RCL. De Racing, die twee jaar terug zo sterk debuteerde in die hoogste afdeling van de zaterdagamateurs, bleek vorig jaar al teruggezakt naar de middenmoot. Een positie die mede werd bereikt door de inbreng van aanvoerder Leo Holl, middenvelder Wally van Haver, linkerspits Wilbert Wïtteman en karaktervolle Johan van Duin een viertal spelers dat om uiteenlopende redenen komend seizoen niet meer in de hoofdmacht van de Leiderdorpers te zien zal zijn. Aangezien versterking van buitenaf nauwelijks plaats vond en Jan van Duyn zich na zijn blessure meer heeft toegelegd op het leidersschap buiten het veld, zien ook de gebroeders Appie - „Spijker" - Hans - „Bliek" - en Henk - „Lange" - Braat nu niet direct een toppostitie weggelegd voor hun RCL. Ab daarover. „We zijn inder daad de nodige waardevolle krachten kwijtgeraakt. Een plek bij de eerste die kan je op papier dan ook nauwelijks verwachten. Maar als de eerste wedstrijden redelijk succesvol verlopen, heb ik er best wel vertrouwen in - zie ik RCL nog als een knappe middenmoter" Iets waar Henk - het laatste seizoen slechts incidenteel in het eerste team terug te vinden - minder in gelooft: „Een bescheiden middenmoter denk ik persoonlijk." En direct toevoegend: „Degradatie geloof ik niet in. Daar heeft RCL nog teveel klasse voor in huis." De jongste Braat, Hans, die in november '76 als laatste telg doordrong tot de hoofdmacht, ziet de zaken wat luchthartiger in: „We moeten gewoon proberen zo hoog mogelijk te eindigen. Aan het eind van het jaar zien we dan wel waar we zijn beland" De problemen van RCL houden niet op bij het vertrek van die waardevolle krachten uit het eerste elftal. Ab: „We missen al enige seizoenen een echte fy"' spits. Sinds Holl meer en meer naar het middenveld verdween, hebben we bij RCL niemand meer gehad die de bal er echt gemakkelijk intrapt." En dan ongewild een ander kwetsbaar punt aanstippend: „Jammer eigenlijk dat er na Bram Brandt geen echt goede keeper te vinden is bij RCL. Anders zouden we Brandt in de spits kunnen uitproberen." John Manuputty verwacht weinig aanpassing sproblemen. LEIOEN Pratend over zijn overgang van vierdeklasser UDO naar zaterdagtopper Noordwijk maakt hij de opmer king die John Manuputty als voetballer zo kenmerkt „Ik hou er niet zo van om achter een tegenstander aan te huppelen", verklaart hij lachend. „En dat was nu net een van de redenen om voor Noordwijk te kiezen. Dat is een ploeg die het spel in negen van de tien wedstrijden toch zelf moet maken. Een elftal waarin aanvallen, balbe zit voorop staan. Juist de punten waarom ik voetballen nog altijd erg leuk vind. Daarom verwacht ik ook niet zo veel aanpassingsproblemen. Denk ik dat ik het best naar m'n zin zal hebben bij Noord wijk". Er waren nog meer redenen om de overstap te wagen. Manuputty, oud-speler van UDO, Blauw Wit en Lugdunum, stipt er nog een aan. „Ik ken zo'n beetje alle jongens uit de selectie, dat maakt zo'n over stap ook al eenvoudiger. En als dan ook nog eens blijkt dat de trainingstijden bij die nieuwe club erg gunstig liggen dan is duidelijk dat het voor mij, die graag op zaterdag wilde gaan voetballen, helemaal geen moeilijke keuze is geweest' Manuputty, inmiddels afgestu deerd op de Haagse academie voor Lichamelijke opvoeding, ziet de toekomst rooskleurig in. Verwacht ook geen grote problemen bij het veroveren van een vaste plek. „Kijk eens. het staat misschien wat op schepperig, maar ik kan gewoon voetballen. De enige reden waarom ik dat eerste team niet zou kunnen halen, is misschien dat ik in de ogen van de trainer niet in het team zou passen. Maar ook daar geloof ik niet echt in. Het ontbrak Noordwijk vorig seizoen volgens mij zelfs aan een speler die spelbepalend kon optreden Die het team op het middenveld echt kon dragen. Een spelletje wat mij juist bijzonder ligt. Nee. ik verwacht geen grote problemen wat dat betreft". Allrouder Manuputty („Ik begon als spits bij UDO, maar bij Blauw Wit stond ik al laatste man") hoopt komend seizoen „prestaties in een gezellige sfeer" te kunnen gaan leveren. „Ook weer een van de redenen waarom Ik bij UDO ben weggegaan. Alleen Jos Witteman Is bij UDO nog over van de oude, gezellige groep. Daarom zag ik het daar niet echt meer zitten". Manu putty, die vorig jaar nog wel een korte rentree maakte In UDO 1 om degradatie te voorkomen, stond vorig seizoen lang op non-actief. Nu zijn studie is afgerond wil hij zich een keer op top-amateur niveau laten zien. Noordwt|k mag er blij mee zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 25