Kakkerlakken, vlooien en ratten
tieren welig in de Sleutelstad
Het dorp De Kaag:
9Den mond der heF
Joris en Wanda, restanten van rustige vakantieperiode
J.J. REGEER VAN DE LEIDSE GEMEENTEREINIGING:
Historie herleeft
Historie zal mensen tot in het einde der dagen blijven
boeien. Niet zozeer om wat er nu eigenlijk allemaal
precies gebeurd is maar veeleer omdat de geschiedenis
ons iets vertelt over onszelf. Nog aardiger wordt het als
de historische informatie wat meer licht werpt over de
naast omgeving, zoals bijvoorbeeld het eigen dorp.
Vandaar dat Leidse-Courantcorrespondent Hans van der
Wereld nog eens diep in het stof dook om de historie van
een aantal gemeenten in Hollands Midden in bet
vergeelde papier te hervinden.
STAD/REGIO leidse courant
zaterdag 19 augustus 1978 acina 5
LEIDEN „De i
den zich niet moeten schamen
om te melden dat ze last heb
ben van ongedierte. Het is
heus niet altijd een kwestie
van vervuiling, als men kak
kerlakken, vlooien of ratten
signaleert. Het is juist een
tijdige melding, die het be
strijden van ongedierte verge
makkelijkt. Te laat melden
kan als resultaat hebben dat
een plaag niet meer is te voor
komen." Dit zegt J. J. Regeer
van de Leidse gemeentereini
ging, speciaal belast met de
bestrijding van ongedierte.
Een zwaar karwei, vooral in
een oude stad als Leiden met
z'n tientallen grachten en on
deraardse gewelven.
Juist in deze natte zomer
maanden tiert het ongedierte
welig. In het Veerhuis, een
onderkomen van de stichting
Huisvesting Werkende Jonge
ren, hebben kakkerlakken be
zit van de vertrekken geno
men. De kakkerlak is een
plaag geworden, omdat in het
begin van een gecoördineerde
bestrijding geen sprake kon
zijn. En ook nu nog, is de
bestrijding achterwege geble
ven. Pas als alle bewoners van
vakantie zijn teruggekeerd,
kan de bestrijdingsdienst de
massale aanval openen. „Het
heeft geen enkele zin om eer
der te beginnen," zegt de heer
Regeer. „Als we de wooneen-
heid ontsmetten vluchten de
kakkerlakken gewoon naar de
volgende, waarvan de bewo
ners op vakantie zijn, om dan
later weer rustig terug te ke
ren naar hun oude stek." Het
is overigens niet alleen het
Veerhuis, waar de kakkerlak
tot huisdier is geworden. In
veel flats in de Merenwijk
steekt het zwarte diertje regel
matig de kop op. „Het zijn
vooral de flats die als wissel
woning voor te renoveren ou
de panden gebruikt worden,
waar we de kakkerlak aan
treffen. Waarschijnlijk nemen
De bruine rat
de bewoners van de te ver
nieuwen woning het gedierte
mee naar de flat, waar het een
compleet nieuwe voedingsbo
dem vindt."
Overigens zijn het niet alleen
de kakkerlakken die de aan
dacht van de Leidse gemeente
reiniging trekken. Behalve de
zich snel ontwikkelde vlooien
plagen, die doorgaans veroor
zaakt worden door poezen en
vloerbedekking van biezen-
matten, gaat vooral de aan
dacht uit naar de bruine rat.
Deze bruine rat is aan een
verontrustende opmars begon-
Ratten zijn op zich vriendelij
ke ongevaarlijke diertjes. Ze
zijn pas dan gevaarlijk en
schadelijk wanneer ze in gro
ten getale voorkomen. Ze con
sumeren grote gedeelten van
de voedselvoorraad. Het ver
lies aan voedselproduktie door
ratten is slechts bij benade
ring te schatten. De schade die
zij veroorzaken aan riolen, het
doorknagen van elektrische
leidingen en telefoonkabels is
helemaal onvoorstelbaar
groot. Een bijzonder ernstig
aspect van het voorkomen van
ratten is dat ze ziekten ver
spreiden. De meest bekende is
de ziekte van Well. De ratten
brengen de bacterie met hun
urine in het water. Via kleine
wonden of via de mond kun
nen zwemmende dieren en
besmet worden. Voor
al de grachten in Leiden staan
er bekend om zeer besmet wa
ter te hebben. Nog onlangs is
een student die zo verheugd
was over het met goed gevolg
afleggen van een examen dat
hij in het Rapenburg sprong,
aan de ziekte van Weil overle-
De gemeentereiniging in Lei
den heeft door haar intensieve
bestrijding het probleem met
de ratten aardig onder de
knie.
Er zijn veel methodes gebruikt
om de rat te bestrijden: van
de bekende rattenvanger van
Hameien die door op zijn fluit
te spelen de ratten uit het
stadje met zich mee lokte, tot
het kwellen van één rat om de
andere ratten te verjagen.
In de loop van de tijd is maar
één methode effectief geble
ken: vergiftigen. Ook in Lei
den maakt de gemeentereini
ging gebruik van vergif en wel
van een cumarine-derivat. De
cumarax wordt verpakt in ha
verkorrels en veroorzaakt na
dat het gegeten is inwendige
bloedingen doordat de haarva
ten langzaam oplossen. Toch
is dit vergif niet helemaal af
doende omdat de ratten er
langzamerhand resistent tegen
blijken te worden. Bovendien
bestaat het gevaar dat niet
alleen de ratten het gif opeten,
maar ook andere dieren of
zelf kinderen.
In Leiden gebruiken de be
strijders op plaatsen waar ook
kinderen kunnen komen zoge
naamde rattenkistjes, kistjes
met een kleine opening zodat
kinderen en huisdieren er niet
bij kunnen. De plaatsen waar
het gif is neergelegd blijven
onder controle om te kijken of
er dode ratten zijn die dan
worden weggehaald.
Ondanks de intensieve bestrij
ding blijft de rat terugkomen.
De heer Regeer zegt hierover:
„De mensen zijn te slordig met
hun huisvuil. Vooral in flat wij
ken, die op zich al een uitste
kend leefklimaat vormen voor
een rat door de veelal lage
bosjes die om de flats zijn
geplant en de lage balconne-
tjes, waaronder ratten graag
vertoeven. Sommige mensen
gooien veel etensresten naar
beneden zogenaamd om de vo
geltjes te voeren, maar dat
gaat dan met pakken brood
tegelijk. Genoeg om een kudde
olifanten te voederen. De vo
geltjes moeten dan zeker het
brood eerst uit de verpakking
halen. Als men met dat voeren
eens zou ophouden zouden wij
het heel wat gemakkelijker
hebben met de bestrijding van
de ratten," aldus de heer Re-
ge€r' TONNY OUDSHOORN
„Men zegt dat men in
vroeger dagen
Hier goddelooze men-
schen vond,
Zo dat zelfs voor 's
Dorps naam de Kaage,
Dan thans verdient het
Dorp elks achting
Door nijvre Vlijt en
plichtbetrachting"
Dat schreven aan het eind
van de 18e eeuw de auteurs
van „De Nederlandsche Stad
en Dorp-beschrijver", de he
ren Bakker en Van OHefen
over de Kaag. -
Om die „Mond der Hel" wat
nader te verklaren het vol
gende: Het lijkt erop dat het
er in De Kaag in vroeger
eeuwen nogal „Spaans" van
langs ging. Dat wordt duide
lijk uit een oude notitie: „De
Kaag wierd om de ontuchti
ge en helsche zeden der inge
zetenen de mond der helle
genoemt". Mogelijk kwamen
er heel wat mensen uit de
„Vrije Boekhorst" (een klei
ne heerlijkheid onder Oud
Ade) in de Kaag hun vrije
tijd doorbrengen. Het „uitje"
naar de Kaag was uiteinde
lijk voor de Boekhorsters
maar een kleine stuk. De
Kaag is gelegen op een ei
landje ten zuidwesten van
de Kagerpoel, ten noordoos
ten van de Eimers- of Die-
perpoel en ten zuiden van de
Kever. Het dorp lag in vroe
ger jaren ten westen op het
eiland en was goed bevolkt.
Kaageiland, toonbeeld van rust
Hugo van Heussen, een
Leidse priester en schrijver
van „Oudtheeden in Rhyn-
land" (1719) wist te vertellen,
dat de Hoogmadese pastoor
's morgens de mis deed in
Hoogmade en 's middags in
de Kaag als predikant voor
de Gereformeerden optrad....
Deze toestand kon natuurlijk
niet door blijven gaan. Toch
duurde het nog tot 1608 voor
dat de Gereformeerde Ka-
gers een eigen predikant
mochten beroepen. Voordien
behoorden ze tot Sassen
heim. Er werd toen ook een
eigen kerk gebouwd. Na eni
ge decennia werd dit kerkge
bouw wat bouwvallig om re
den waartoe in 1797 de ker
keraad een kollekte mocht
houden in verscheidene
plaatsen in Holland. Van de
opbrengst daarvan werd het
bedehuis opgeknapt. „Dit
Kerkgebouw is niet zeer
groot, dog tot deszelfs oog
merk zeer geschikt met een
opgaande spitze Tooren met
Klok en Uurwerk voorzien",
schreven de heren Bakker en
Van Ollefen. En: „De Woon
ing van den Predicant en het
Schoolhuis zyn mede vol
doende Gebouwen"
De huidige kerk dateert van
1873.
Aan het eind van de 18e
eeuw werd de kerkelijke re
gering gevormd door een
predikant met twee ouderlin
gen en twee diakenen. Tot
predikant te de Kaag werd
op 10 juli 1799 R. Schou be
roepen, die voordien werk
zaam was geweest in Ooster-
leek in Noord-Holland. Op 20
oktober van dat jaar werd
hij bevestigd.
te voorzien? Het merendeel
was schipper van professie.
Daartoe had men zo'n vijftig
schepen in de vaart, waar
mee koopmansgoederen
langs de Maas, de Waal en>
de Rijn werden vervoerd, i
„De overige Inwoonders ge-
neeren zich meest alle uit de
Voordeelen welke het Vis-
schen in de Meer hun aan
brengt", meldt het boekwerk
uit die tijd waaruit wij deze
gegevens putten.
In 1683 werd er vanaf Leiden
naar de Meer (tegenwoordige
Haarlemmermeer, die
zoals bekend tot het mid
den van de vorige eeuw een
werkelijk water was) aange
legd. Ter herinnering aan de
ze voorziening liet de stad
Leiden een herdenkingspen-"
ning slaan.
Om ons relaas over de Kaag
af te sluiten tot slot nog een
paar aantekeningen over de
„Reisgelegenheeden" die de'
Kagers ten dienste stonden/
Wekelijks voer er een schuit
naar Leiden heen en weer,
vermoedelijk als er in de
Sleutelstad markt gehouden
werd. Voorts kon men dage
lijks van de Kaag meevaren
met de schippers die zoals
we al zagen over de grote
Vaderlandse rivieren aller
hande vrachten vervoerden..
Tot slot was er een over
vaart, die de Kaag met Sas-
senheim, het dichtstbijzijnde,
dorp, verbond.
Wat betreft herbergen en lo
gementen: die waren er wel,
maar ze waren allerminst
„voornaam", 's Winters
den die meestal bezocht doo^.
Schippers
Waar hielden de Kagers zich
anno 1800 zoals mee bezig
om in hun levensonderhoud
schaatsenrijders,
het traditie was dat de éérste
in het seizoen die de Kaag
per schaats bereikte ont
haald werd op „vry Wyn".
Aldus een oude gewoonte in
ere houdend.
Kaagschepen
De naam de Kaag is gauw
verklaard. Die werd afgeleid
van de vele zogenaamde
„Kaagschepen" die het ei
land aandeden. Vanouds
maakte de Kaag deel uit van
de „Hooge en Vrye Heerlyk
heid van Alkemade". De lijst
van verpondingen voor het
jaar 1732 gaf voor de Kaag
82 huizen waarin 211 mensen
woonden op. „Van de Huizen
valt niets byzonders aantete
kenen", schreven onze acht-
tiende-eeuwse schrijvers.
De Kaag had reeds vroeg een
eigen kerkgebouw, die echter
toebehoorde aan de parochie
van het nabijgelegen War
mond. In de eerste tijd na de
Reformatie deed de pastoor
van Hoogmade, Dirck Hey
mans, in de Kaag dienst als
predikant. Men schreef daar-
„Op Hoogmade wist de pas
toor zelfs niet wat hij was.
Op eenen tijdt, hoorende dat
de Geusen d'overhandt had
den, zeide hij tegen zijn volk:
Beminden, het is met het ca-
tholijk geloof gedaan. Wij
sullen voortaan geen misse
meer lesen maar wij sullen
op zijn Geus preken. Weder
om daarna hoorende dat de
catholijken meester waren,
segde hij: „Ik sal niet meer
op zijn Geus prediken, maer
naer onse oude gewoonte we
derom misse lesen. Wederom
wijfelende wie van beiden
meester zoude blijven, ver
deelde hij syn gemeynte:
voor den middag las hij mis
se voor de catholijken en
preekte hij voor haer, ende
nae den middag preekte hij
voor de Geusen".
De herkansing van Wanda. Joris een klein, speels bastaardje.
Het asiel heeft dit jaar een vrij rustige
vakantieperiode achter de rug. Stond het
asiel aan de Leidse Besjeslaan gedurende
de maanden juni, juli en augustus altijd
bol van de achtergelaten huisdieren, dit
jaar is daar geen sprake van geweest.
Integendeelzegt beheerder Wil Tiele,
„we hadden soms zelfs nog wat ruimte
over. Maar dit geldt alleen voor wat het
de hondenafdeling betreft. Poezen hebben
we dit keer over. Nog steeds, want er gaan
er maar weinigen weg".
In de rubriek van vandaag komen twee
honden aan de orde: Joris en Wanda; deze
laatste prijkt voor de tweede maal in deze
rubriek, een herkansing dus.
Joris is een klein bastaardje, een telg /an
het voorheen zo toepasselijk als vuilnis-
bakkenras genoemde soort hond zonder
scherpomlijnde ras-herkomstHij (reu)
heeft een peper- en zoutkleurige vacht en
wordt niet groter dan zo'n 35 centimeter
schofthoogte. Enkele weken geleden werd
Joris zwervend aangetroffen in de Leidse
Ververstraat Een particulier pakte na
enige dagen het hondje op en bracht hem
naa het asiel. Momenteel speelt hij (acht
maanden oud) in de buitenren met wat
kleinere vriendjes. Hij heeft een uiterst
aimabel karakter,is lief voor kinderen, is
enthousist en luisterd uitstekend Een pri
ma hondje voor een gezin met opgroeien
de kinderen. Ook voor een flatwoning.
Voorwaarde is wel, dat met Joris gespeeld
wordt Het diertje is immers pas acht
maanden oud. Een harde hand zal Joris
nooit van zijn baas nodig hebben; lichte
vermaningen moeten voldoende zijn. En
als Joris dan af en toe eens lekker kan
rennen in een wei of langs het strand, dan
zal hij zich uitstekend amuseren.
Wanda verschijnt voor de tweede maal in
deze rubriek. Wanda is anderhalf jaar
oud, meest ideale hond die men zich maar
voor kan stellen. Een prima karakter,
mooi als geen ander en beresterk. Maar
hij heeft één nadeel: Wanda kan niet
alleen zijn. Zodra deze prachtige kruising
van een herder en een collie geen mensen
om zich heen heeft, wordt hij onrustig.
Hij knaagt aan de deurposten om maar
uit te kunnen. In het asiel heeft hij al wat
vlonders versleten om de kooi maar uit
te kunnen. Wanda (een reu) stond in juni
voor de eerste maal in deze rubriek. Hij
werd ogenblikkelijk afgehaald, maar na
een paar weken teruggebracht. En zo
heeft Wanda sinds juni nu al drie of vier
verschillende bazen gehad. En telkens
kwam hij weer terug.
Beheerder Wil Tiele gaf hem vorige week
mee aan een vrachtwagenchauffeur uit
Nieuw Vennep. De man wilde hem altijd
bij zich hebben. Ook meenemen in de
vrachtwagen derhalve. Maar om onduide
lijk redenen belandde de prachtige vier
voeter met al zijn uitstekende eigenschap
pen weer in het asiel. De nieuwe eigenaar
van Wanda zal hem nooit alleen mogen
laten. Of Wanda moet bij afwezigheid
worden opgesloten in een hok dat tegen
een stootje kan.
Lobbes
De bastaard dog lobbes van vorige week
heeft een nieuw thuis gevonden in Rijns
burg. De mensen bij wie hij terecht is
gekomen hadden vroeger ook al een dog,
en zijn dus gewend aan zijn volumineuze
aanwezigheid
Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond
zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond beschreven die
in het asiel verblijft om daar een zekere dood tegemoet te
gaan... tenzij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek
beschreven honden zijn alle door hondenbezitters naar het asiel
gebracht. Om uiteenlopende redenen, vaak begrijpelijk, maar
soms ook volslagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschre
ven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur
ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van ca. 60
gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres:
Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 131670.
Geopend di. t/m vr. 10.00-12.00 en 14.00-17.00 uur. Zaterdag van
10.00-12.00 en 14.00-16.00uur. Zondag en maandag gesloten.