I Zomer 'seizoen wpzalig Van kerk tot kloek en van bajes tot bazaar PARIJS De eerste ramp was die van de Amoco-Cadiz. De tweede die van een verlo ren seizoen. De gevolgen van de grootste watervervuiling, die ooit heeft plaatsgehad, zijn op toeristisch dus economisch gebied voor Bretagne nog veel ernstiger dan de meest zwartkijkende pessimisten hadden ge vreesd. Terwijl een zeer groot deel van de aanvankelijk vervuilde en besmette stranden en kusten totaal schoongemaakt is, terwijl een ander deel grotendeels gezuiverd is, heeft het rampzalig slechte weer van deze zomer de rest gedaan: Bretagne dat voor een aan zienlijk deel van het vreemdelingenverkeer in de zomer moet leven, is verlaten. De eerste cijfers over juni waren meer dan verontrustend. In juni hebben ongeveer 140.000 toeristen Bretagne bezocht tegen een normaal gemiddelde van 480.000 voor deze maand. In juli is de situatie iets minder katastrofaal geweest: 250.000 bezoekers tegen 400.000 verleden jaar en de Bretons rekenen op augustus om een zeker evenwicht te her stellen, maar het slechte weer dreigt hun hoop de bodem in te slaan. Het ministerie voor Vreemdelingenverkeer en Toerisme schat dat er in deze maand twee miljoen personen Bretagne zullen bezoeken, dat zijn er 600.000 minder dan in 1977. Maar deze ramingen lijken nu al lichtzinnig optimistisch. Vooral de buitenlanders hebben verstek laten gaan: ter wijl er verleden jaar 300.000 naar Bretagne kwamen, heeft men er tot dusver nauwelijks één tiende daarvan geteld. vakantiegangers overstroomd is, klaagt de toeristenindustrie al steen en been dat de bezoekers praktisch niets uitgeven en alleen het hoog nodige kopen: onmisbare levensmid delen en benzine. Voor extraatjes en enige luxe blijkt er niets over te zijn. Vanzelfspre kend wordt dit verschijnsel dat nu algemeen blijkt te zijn, in Bretagne nog zwaarder ge voeld. Het enige lichtpuntje is, dat de toeristen in sommige streken van Bretagne iets langer blijven dan in vorige jaren. Omdat de prijzen (uiteraard omdat deze onderhevig zijn aan de ijzeren wet van vraag en aanbod) niet ver hoogd zijn, omdat een aantal hotel- en pen sionhouders zelfs extra-gunstige tarieven toe passen om gasten aan te trekken, blijken vele bezoekers in Zuid-Bretagne langer te blijven. In de hotels is de gemiddelde verblijfsduur tien tot veertien dagen gestegen en in gemeu bileerde appartementen en huizen van tivee tot drie weken. Dit alles is evenwel niet in staat om het verlies te compenseren, en de vreemdelingenindustrie dreigt dan ook in en kele gebieden van Bretagne definitief ten onder te gaan. Bij de bittere commentaren die men hoort, zijn er veel gericht op de reisbureaus. Er wordt beweerd dat de' tour-operators van Duitsland, België en Nederland Bretagne dit jaar praktisch van hun programma's ge schrapt hebben, ten gunste van met name Griekenland en Spanje. In enkele Duitse ste den zouden de reis-organisatoren hun klanten zelfs afgeraden hebben naar Bretagne te gaan De omzet in tal van winkelbedrijven in Bre tagne is ten opzichte van die van verleden jaar Maandenlang is gezwoegd om de kusten van Bretagne van de olie te zuiveren Toen dat gebeurd was bleven de toeristen weg. Maar ook aan de Bretonse Zuidkust, waar geen oliespat was aangespoeld, mist men dit jaar de toeristen. Het verontrustende is, dat ook de kusten van Zuid-Bretagne. die volstrekt niet door de olie- vervuling besmet zijn geweest, door vele bui tenlanders gemeden worden, ondanks een in tensieve reclamecampagne, met name in de Duitse pers. De Bretons tonen zich vooral bitter tegenover- de pers en de audio-visuele massamedia, omdat deze op de eerste plaats de bevuilde en besmette stranden getoond hebben en niet de honderden en honderen kilometers kust, die volkomen gespaard geble ven zijn. Terwijl dus het aantal bezoekers ontmoedi gend gedaald is, treft het sedert het begin van het vakantieseizoen in heel Frankrijk vastge stelde verschijnsel de Bretons nog harderde toeristen houden hun beurs gesloten. In Zuid- Frankrijk, dat met vreemdelingen en Franse met 50 procent gedaald, terwijl bijvoorbeeld m streken waar eertijds de huiseigenaren in de zomer in kelder of op zolder sliepen om hun kamers aan toeristen te verhuren, dit jaar maar 65 procent van de beschikbare ruimte verhuurd is. Merkwaardigerwijze zijn er uitzonderingen, die helaas maar van korte duur blijken: in het gebied van Tregastel was tijdens het eerste augustus-weekeinde geen hotelkamer meer vrij. Maar in juni hebben de meeste hotels op minder dan de helft van hun capaci teit gedraaid, terwijl gezegd wordt dat er na half augustus „geen mens" meer zal zijn. En de boeren en tuinders die elk jaar de tienduizenden kampeerders van groenten, fruit en zuivelprodukten voorzagen, blijven met hun produkten zitten, hoewel zij hun prijzen tot bijna de kostprijs verlaagd hebben. Ze turen dit jaar mistroostig over de drie kwart lege kampeerterreinen uit De ramp heeft tenslotte een niet te verwaarlo- zen psychologisch aspect: de Bretons voelen zich verraden en zijn vol rancunes. Op de - allereerste plaats uiteraard jegens de olie maatschappijen die om enkele dollars meer te verdienen („terwijl zij miljoenen opstrij ken") voor de ramp verantwoordelijk zijn. Maar ook jegens de autoriteiten die niet ge noeg gedaan hebben om hulp te bieden: je gens de pers. die de schijnwerpers van de aktualiteit op het rampgebied gericht heeft. maar niet op de verschoonde streken. Jegens M} de reisbureaus en tour-operators. Zelfs tegen ftv de traditie, die wil dat Bretagne een vochtig en regenachtig klimaat heeft, „terwijl het in het zuiden nooit regent". au JAN DRUMMEN Foto rechts: Het Amsterdamse Huis van Bewaring II moet een bazaar worden zoals we die kennen uit Ankara of Teheran of een warenhuis a la Gum in Moskou Foto links: De meest veelzijdige functie van de Zuiderkerk zal die van een centrale pleinruimte zijn. AMSTERDAM Twee verschillende archi tecten koesteren baanbrekende plannen met twee verschillende Amsterdamse bouwwer ken. Hans Hagenbeek heeft de vermaarde Zuiderkerk op het oog, terwijl het beruchte Huis van Bewaring II doelwit vormt voor Henk de Bordes. Dit laatste is hoofdzakelijk van lokale betekenis; immers: overbodige gevangenissen laten zich in Nederland op de vingers van één hand tellen. Maar het initia tief van Hagenbeek rond de schepping van Hendrick de Keyser zou zich wel eens als een nationale inktvlek over steden en dorpen kunnen uitbreiden, want aan lege kerken geen gebrek. „Ze liggen meestal centraal," zegt hij gretig. „Alleen daarom al zijn ze uitstekend bruikbaar." De Zuiderkerk dus. Het idee om oude Gods huizen een nieuwe functie te geven, is oud. Amsterdam kende al het verschijnsel van de Lutherse Kerk (eerst kampeertentoonstelling, nu vergadercentrum), De Zaaier in de Jor- daan (tapijtenhal), en de kerk aan de Albert Cuyp (supermarkt). Eindhoven maakte van de kerk van OLV van Altijddurende Bijstand kinderspeelplaats, Amersfoort van zijn Elle- boogkerk een architectenbureau en Haarlem van zijn Spaarnekerk een woonoord. De lijst is naar willekeur uit te breiden. Hans Hagen beek denkt echter in een andere richting. „Ik geloof dat je uit moet gaan van de gedachte waarmee een kerk gebouwd is. En dat is ruimte." Zijn principe: ga de kerk als openba re ruimte benutten met sociale functies, win kels, zalen voor bijeenkomsten en allerlei andere aktiviteiten die normaal in het midden van een buurt liggen. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de Monumentenraad hebben zich ondertussen in beginsel met zijn zienswijze verenigd, het geen een doorbraak zou kunnen betekenen in de discussie over de toekomstige bestemming van allerlei monumentale, overtollig geworden bouwwerken. Hagenbeek hoopt dan ook op een sterke voorbeeldwerking van zijn plan. „Men denkt nog veel te veel in de richting van het afsluiten van dergelijke gebouwen afsluiten van de straat en van het stadsgebeu- ren. Ik wil de deur opengooien, mensen van de straat in het gebouw laten doorlopen zodat er een soort pleinfunctie ontstaat. Ik zie de kerk als een soort overdekte straat of plein, want hij is qua maat zo groot dat je hem niet meer als gewone zaal kunt beschouwen en behandelen. Wezenlijk voor mijn plan is het herstel van de band die kerk en buurt van oudsher hadden. In vroeger eeuwen werden kerken ook voor veel meer dan de eredienst zelf gebruikt. Hij was het toneel van vroom heid, kinderspel, bedelarij en men gebruikte hem zelfs om de visnetten te drogen te hangen of om roddels door te vertellen een openba re ruimte dus, als voortzetting van straat, steeg of plein." Momenteel wordt de nieuwe opzet voor de Zuiderkerk tot in details uitgewerkt. Eind dit jaar rekent de gemeente de plannen helemaal door. Daarna valt de beslissing of men de benodigde 1,5 tot 2 miljoen gulden beschik baar zal stellen. Bij een positief antwoord gaat Hagenbeek de kerk vullen met allerlei kleine gebouwtjes. „Het zijn geprefabriceerde ele menten waarmee je grote en kleine cellen kunt maken. In die eenheden kun je een wijkcentrum, een wijkpost voor bejaarden, een huisartsenpraktijk, winkels, een restau rant, een café en allerlei andere aktiviteiten onderbrengen. Maar ik wil de grote ruimte niét aantasten; ik zet de kerkFniet vol. De meest veelzijdige functie zal die van een cen trale pleinruimte zijn. Doorsteek en looproute voor de wandelaar. Zit-, praat- en kijkplaats voor de bezoeker. Onderdak voor weekmark ten, concerten, kerkdiensten en manifestaties. Een stadje in de stad, een huiskamer voor de mensen uit de buurt die er typische herken ningspunten straat, steeg, plein, gevel, raam, achterplaats, platje terugvinden." „Het gewelf van de kerk omgeeft dat alles als een kolossale warme muts een kloek waaronder de kuikens zich nestelen. Uniek in Europa. Voor het eerst eens geen concertzaal in een voormalige religieuze ruimte. Voor het eerst een groot monument weer functioneel gemaakt in het omringende gebeuren. Einde lijk antwoord op de vraag: wat doen we met onze historische, maar lege bouwwerken. Nu liggen ze als dode klompen in het hart van onze steden en dorpen. Doodzonde. Mijn eer ste gedachte met de Zuiderkerk was er een markt van te maken. Vanuit dat idee ben ik gaan doorredeneren. Ik dacht: een straat is levendig omdat er achter de wanden van een straat wat gebeurt. Er zijn winkels, café's, huizen, scholen. Daarom lopen er ook mensen op straat. In een steegje met blinde muren zul je nooit gezelligheid aantreffen. Wanneer je deze visie doortrekt naar de Zuiderkerk of andere monumentale gebouwen, moet je dus zorgenvoor een groot aantal verschillende aktiviteiten waar de mensen op afkomen." Dank zij uitgekiende doorkijkjes enerzijds en eerbied voor de hoofdmaten van De Keysers in 1611 voltooide schepping anderzijds blijft de ruimtewerking van het voormalige Gods huis gehandhaafd.,Het gaat erom de bestaan de kwaliteiten van het gebouw te laten op bloeien en schitteren. De statige grootschalige omhulling en de beweeglijke kleinschalige in houd vullen elkaar aan tot een nieuwe eenheid en geven meteen ook een oplossing voor het steeds duurder wordende conflict van onze en toekomstige generaties: moeten we monumen ten laten zoals ze zijn of mogen we ze gebrui ken of aanpassen aan de eisen van de eigen tijd? De inbouwconstructies zijn namelijk ge heel wegneembaar wanneer ons nageslacht weer een lege Zuiderkerk zou wensen." Huis van Bewaring II vervolgens, meer mon ster dan monument, over een jaar leeg als een geplunderde bankkluis omdat de bewoners onvrijwillig moeten verhuizen naar de nieuwe Bijlmerbajes. Het gebouw staat op de nomina tie om vervolgens gesloopt te worden, maar architect Henk de Bordes acht dit een gemist schot voor open doel. Zijn voorstel: ,Maak er een bazaar van zoals we die kennen uit Ankara en Teheran of een warenhuis la Gum in Moskou. Moedig op die plek het ontstaan van een wereld vol bedrijvigheid aan, onderdak onder meer voor de midden stand uit de te saneren Schinkelbuurt Die sanering gaat toch al gauw 7 miljoen kosten. Voeg daarbij het miljoen dat de sloop van het Huis van Bewaring zal vragen en je ziet dat mijn plan financieel een aanvaardbaar alter natief is." Henk de Bordes heeft het idee uitgewerkt in zijn afstudeerproject aan de Academie voor Bouwkunst Directie en bestuur bleken vol lof over „Van Bajes tot Bazaar" en besloten vrij ongebruikelijk het aan te bevelen bij de gemeente. „Amsterdam moet weten dat er een uitvoerbaar plan ligt" De Bordes: „Het vormt een pleidooi voor de kleinschaligheid, ?oor het onder één dak brengen van drie uncties: wonen, werken, recreëren. Dat is de emge mogelijkheid om een buurt en een stad levend te houden. Juist de ontmoeting met alle facetten van het leven is zo belangrijk. Daar draait het om. Mensen zien tegenwoordig te weinig van elkaar; ze weten te weinig van elkaar. In de bazaar en directe omgeving kun je gunstige ontmoetingsvoorwaarden schep pen." Huis van Bewaring II ligt tegen de Schinkel- buurt aan, een armetierige wijk, rijp voor sanering. De gevestigde bedrijfjes van het kladbloc-type moeten dan verdwijnen. In de ogen van Henk de Bordes kan de gevangenis, die bouwtechnisch nog klokgaaf is, deze zaak jes uitstekend als onderkomen dienen, het geen hun redding van een wisse dood zou betekenen. Een ingrijpende verbouwing is niet nodig; alleen de buitenmuren moeten worden opengebroken om het geheel toegankelijk te maken. Voor de rest kan men de 250 cellen met elk een vloeroppervlakte van 10 vierkante meter per een of meer gewoon als bedrijfs ruimte verhuren en inrichten. „Het complex zal zijn gezicht moeten krijgen door de manier waarop de gebruikers het aankleden; daar moet je niet te veel voorschriften aan verbin den." Andere facetten van het plan: een uitgebroken zijkant met belendend plein zodat de handel bij mooi weer ook de straat op kan; ombouw van cellen tot goedkope woningen, ook voor grote gezinnen; een buurthuis en buurtschool plus andere sociale voorzieningen en open baar vervoer zodat het nabijgelegen fraaie Haarlemmermeerstationnetje weer in ere kan worden hersteld. „Ik geef zomaar wat dinge tjes aan. Voor de rest moet je het aan de toekomstige bewoners overlaten." PIET SNOEREN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 19