HUSAK HECHT IN HET ZADEL Voor velen was raagse lente mirakel Aanstaande maandag is het tien jaar geleden dat Russische troepen een einde maakten aan wat is gaan heten de Praagse Lente, de hervormingsbeweging in Tsjechoslowakije, die, zoals haar voornaams] het communisme een menselijk gezicht wili een Tsjechische lerares uit Praag die de van nabij heeft beleefd en de ontwikkelii vluchtte in het najaar van 1968 naar Parijs Nederland. Zij onderhoudt actief contact met de Tjechoslowaakse emigranten in Parijs, gegroepeerd rond het tijdschrift Svedectvi. Mevrouw Tchenychev, wier werkelijke naam zij niet genoemd wil zien, omdat zij represailles tegen haar achtergebleven familieleden vreest, is momenteel als wetenschappelijk medewerkster verbonden aan een Nederlandse univei leider Alexander Dubcek zei, aan geven. Wij spraken hierover met rlogse ontwikkelingen in haar land ook nu nauwlettend v< ifexander Dubcek PLANNEN MAKEN IS ZINLOOS VRAAG NIETS, DENK NIETS, WE LEVEN MAAR EEN KEER SPEEL ENTHOUSIASME DEN HAAG Mevrouw Tchenychev, vijftiger, praat moeizaam uitgesproken zinnen („Nederland: slechts in de winkels en met de nooit een gezin onder haar hoede gehaj voormalige lerares aan een wereld gaande is. Zegt min ging voor wat ze verder gaat familie nooit enthousiast is ge^eê^Oy sche machtsovername na de^Oórlogt onze familie partijloos geweër^^ veerd tegenover de Praagse iedereen toen uitnodigingen partijbijeenkomsten te komen spreek! Waarop je dan reageerde U te spreken, want vroeger werd We hadden gehoord over de progress! land en uit ervaring wist je dat daf betekenen. Maar toen Novotny aftrad kijk nu gebeurt er werkelijk iets. We beg! te geloven". Spreekt nu met vervoering in haar stem, terugdenkt aan het verdere verloop van de gebeur! sen in 1968. „Er kwam inderdaad veel meer vrijhei Er ontstond een machtige stemming onder de Voor velen was dat wat er gebeurde een mirakel. De politici kregen een steun van de bevolking als r zelden gezien was. Het geweldige van de toestand was ook dat niemand wraak wilde nemen. Toch hadden zeer velen erg te lijden gehad onder de repressie van de apparatchiks (partijfunctionarissen) en de politie. Denk maar aan wat ze met de boeren gedaan hebben toen hun land en boerderijen werden afgenomen bij de collec tivisatie; toch wilden ze geen wraak nemen; Er werd gezegd: Wij moeten beter zijn dan de communisten". „Wij verkeerden aanvankelijk ook in de waan dat de Russen ons met rust zouden laten. Toen Novotny moest „aftreden zei Brezjnev: dat is uw zaak." De hervormingen stagneerden in mei. In juni schreef Vaculik het Manifest van de Tweeduizend Woorden. Dat was een program van een heel duidelijk progressieve strekking. Het volk heeft dat en masse ondertekend. Er was geen weg meer terug naar de oude tijd, maar dat Manifest was voor de Russen te veel. Ze riepen de Praagse leiders ter verantwoording in Warschauw, maar Dubeck zei: we hebben hier veel te veel doen. Toen dan toch het overleg in Cierna nad Tisou plaats had, kregen we geen duidelijkheid. We dachten aan stagnatie, maar na Bratislava, vijf dagen voor de invasie, heeft niemand zich kunnen voorstellen dat vlak daarop de Russen zouden binnenvallen. De televisie liet ons uitdrukkelijk beelden zien van leiders, die elkaar zoenden en bloemen gaven. Het was toch niet voorstelbaar dat de Russen daarna ons land zouden binnenvallen. Mevrouw Tchenychev ontvouwt vervolgens de theorie van een Tsjechoslowaakse journalist om te verklaren waarom de Russen zo onverwacht Tsjechoslowakije bin nenvielen. Volgens deze deed het bezoek aan Praag van de Joegoslavische president Tito en de Roemeense partij leider Ceaucescu vlak na Bratislava de emmer overlo pen. De Russen dachten dat het vooroorlogse Kleine Pact tussen Tsjechoslowakije, Roemenië en Joegoslavië zou herleven, hetgeen voor hen ontoelaatbaar was omdat niet bdJ Zij zeideS gelaten, maar «lal de gen als ze niet zoik getekend en enkelen van drugs". Over de toestand in Tsjecha. Thenychev uiterst somber. Ze laaf de hoogte brengen door relaties i e— door emigrantenbladen. „Het regime wil tof 1 "Ure prijs onveranderd blijven. Er heerst een onbuigzame c allesbeheersend scenario. Maar dat belet niet dat er wanorde is. Die is er in de winkels, in de hele economie, maar vooral in.de menselijke relaties. Als je de kranten leest, gebeurt er niets verkeerd in Tsjechoslowakije. Er heerst een soort van gedwongen optimisme. De automo bilisten botsten daar nooit tegen elkaar op. Ongelukken tussen treinen of in de mijnen doen zich daar nooit voor. Het is allemaal rozegeur en maneschijn, als je het leest". „Dissidenten bestaan in de media evenmin. Vierhonderd schrijvers mogen niet publiceren. Onze grootste dichter, Seifert, communist van het eerste uur, heeft een publica tieverbod. Boeken van onwelgevallige schrijvers worden verbrand. Zij die Charta '77 hebben ondertekend, mogen helemaal niets. Toch verschilt de vervolging duidelijk van de jaren vijftig. Het aantal arrestaties is kleiner en de straffen zijn veel lager, hooguit zes jaar, terwijl toen vijfentwintig jaar heel gewoon was. Belangstelling van buitenlandse journalisten voor de arrestanten is trouwens zeer gunstig. Het regime schuwt publiciteit als de pest en wil in het donker werken, maar in tegenstel ling tot de jaren vijftig lukt dat niet meer zo best. Door de publiciteit zijn de belangrijke dissidenten goed be schermd. Monsterprocessen als in de jaren vijftig zijn onmogelijk geworden. Veel rechters en bewakers zijn de mensen die ze moeten ver te ver te gaan zoals na de re!en van hen hielden zich muisstil tijdens de Lente". t belangrijkste instrument van bet regime om de de duim te houden is de politie. De meeste n in Tsjechoslowakije hebben een grote rainach- gemiddelde politieman dofr zijn lage die daar bij de politie gaan, hebben geen zin om gewoon aan de kost te komen. Ze bij de politie zeer hoge salarissen verdienen, hun onderzoeken houden ze de mensen in angst ongevraagd huiszoekingen, vervolgen en bespio- iedereen van wie ze dat noodzakelijk vinden. Het gevolg is dat veel mensen liever thuis blijven. Men is vrienden te ontmoeten in café's waarbij men zich t bloot geven. Men trekt het liefst slechts met zijn eigen familie op en men zoekt compensatie in een goed materieel leven. Iedereen wil een auto, een zomerhuisje. Een van de grootste liefhebberijen is tuinieren of kar weitjes opknappen.'thuis. Het parool is. niet praten over politiek en dan fc^iat men kletsen over onbenullige dingen. Het gevolg daarvan is weer dat de mensen niet meer denken. Ze hebben ook nauwelijks de beschikking iaties, niet over wat er in het buitenland r wat er in hun eigen land aan de invoering van de censuur zijn de fl& ëven onserieus en nietszeggend als vooir 1968. Bijvoorbeeld toen de woordvoerder van Charta '77, prof. Patocka, kort na zijn onderhoud met minister Van der Stoel verleden jaar overleed, schreven de kranten moedwillig: ze hebben hem gedood! Trou wens wat de mensen van Charta *77 doen is natuurlijk geweldig, maar het zijn de activiteiten van een heel kleine groep. De grote meerderheid zinkt weg in apa thie". - -;3w* 7 „Als men ziet hoe de opvoeding van de jeugd tegenwoor dig is geregeld, schrikt men nog meer. De staat (die voor kosteloos onderwijs zorgt) meent recht te hebben op de opvoeding van de kinderen en beschouwt hun mentali- teitsvorming als haar exclusief terrein. Veel ouders maken zich daar begrijpelijkerwijs zorgen over. Zelf hebbegBij li eel weinig greep op de opvoeding van hun kinderen, omdat hun werk hun helemaal in beslag „In de scholen worden de kinderen aan één stuk door onderhouden over de broederlijke steun van de Russen in augustus '68 en worden andere volkeren in de zwart ste kleuren afgeschilderd; in de trant van: de Duitsers staan aan onze grenzen klaar om binnen te vallen, de Nederlanders zijn allemaal terroristen en de Amerikanen willen een atoomoorlog beginnen. In elke klas, in elke krant wordt vrijwel dag in dag uil t oorlogspropaganda gespuid. U kunt U voorstellend-dat de kennis, die de kinderen zo op school opdoen, geen enkele waarde meer heeft. Hun opleiding wordt vernietigd. Zij kennen zelfs de namen van hun grootste schrijvers niet meer. Zij hebben nooit gehoord van de betekenis van Thomas Masaryk, de grondlegger van de Tsjechoslowaakse repu bliek in 1919. Hij wordt in de propaganda beschimpt net als andere alle niet-communisten uit de jongste geschiedenis. Ook ouders zijn bang geworden om hun ^!3iS3i kinderen de juiste Inlichtingen te geven, omdat ze op school wel eens loslippig zouden kunnen zijn. Op school is de grootste discipline de partij-discipline en onderwij len (het overgrote deel van het onder- I bestaat uit vrouwen) volgen meestal ptructies van de partij op, uit vrees hun :n vergelegen stad of dorp, ligen kinderen, te worden overgeplaatst". f schaartste werkt een grote corruptie in i niets is te krijgen of te koop als je niet lid aankomt; je betaalt dan vaak dne keer olgens de officiële kostprijs. Alles is te koop r geld op tafel legt. U kunt U voorstellen ibreel van een volk daalt wanneer het constant tot zulke praktijken. Het is een triest leren zich te schikken in deze situatie. Ze zeggen, de wereld gaat verder en we leven maar een keer; hou je rustig, neem deel aan partijmani festaties, „speel" enthousiasme, vraag niets, denk niets. De tijd verstrijkt Niemand komt ons helpen, wij moeten blijven. Zo reageert de gemiddelde Tsjechoslowaak. Het Het enige dat men kan doen is aandacht blijven schen ken aan wat daar gebeurt. En verder moet men geloven. Ik heb mijn hoop gesteld op het genie van het Tsjechos lowaakse volk. De Praagse Lente was immers ook een mirakel dat niemand had zien aankomen?" PAUL VAN VELTHOVEN Gustav Hu sak - "Praagse burgers in zitstakinp bil het monument van Jan Hus. Deze had als leus: De waarheid overwint! De Praagse lente nam een aanvang met de val van Antonin Novotny, die vanaf 1959 de functies van partijlei der en president van de Tsjechoslowaakse republiek in zich verenigde. Novotny was verweten dat hij in het partij-apparaat te weinig ruimte had geschapen voor de belangrijke economische hervormingen waartoe een jaar tevoren eenstemmig was besloten. De nieuwe Praagse voormannen gingen onder leiding van de Slowaak Alexander Dubcek voortvarend te werk. De censuur werd afgeschaft, mensen die na de communisti sche putch in 1948 aan zuiveringen ten offer waren gevallen, werden in ere hersteld. De controlerende functie van het parlement werd opnieuw waargemaakt en de opheffing van de censuur betekende dat ook de andere vóór 1948 werkzame partijen weer aktief konden worden. De Praagse leiders waren zich hun delicate verhouding met de Russen maar al te goed bewust, maar dat kon niet verhinderen dat zij al in mei '68 in openlijk conflict traden met de Russen. Deze stationeerden troepen van het Warschau Pact in en langs de grens met Tsjechoslo wakije voor oefeningen die met tussenpozen tot eind juli zouden voortduren. Half juli wordt Tsjechoslowakije op een conferentie van de landen van het Warschau Pact ter verantwoording geroepen. De Praagse leiders slaan geen acht op de eis en men biedt in plaats daarvan de Russen aan in Tsjechoslowakije te komen praten. Dat overleg heeft plaats in augustus, eerst in Cierna, vervolgens in Bratisla va. Het resultaat van de besprekingen in Cierna en Bratislava eindigt ogenschijnlijk in een akkoord, maar onduidelijk is of er concessies zijn gedaan. In de nacht van 20 op 21 augustus vallen volkomen onverwachts troepen van het Warschaupact Tsjechoslowakije binnen. De verontwaardiging en het verzet zijn unaniem. In Moskou gaan de Praagse leiders gedwongen akkoord met een door de Russen gewenste normalisering om verder bloedvergieten te voorkomen. De Russen willen de oude toestand onder Novotny herstellen. Maar daar is pas kans op wanneer Dubcek vpn het toneel verdwijnt Op 19 maart 1969 wordt hij vervangen door Husak die zich aanvankelijk als medestander van Dubcek had doen kennen. Door de economische terugval in de jaren zeven tig lijken de oude tijden inderdaad te zijn teruggekeerd. Alleen blijft er een harde oppositiekern aanwezig. Charta '77, de beweging voor mensenrechten die zich onverhoeds in januari 1977 manifesteert, bewijst de veerkracht van de Tsjechoslowaakse oppositie. Maar de processen tegen haar woordvoerders en de anonieme terreur de afgelopen maanden isoleren Charta '77 steeds meer van de rest van het volk. Husak blijkt getuige een reorganisatie begin dit jaar hecht in het zadel te ziften.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 13