Honkballers bewaren spanning tot slotfase j* Haarlem Honkbal Charles Urbanus; mfr K Winst voor jeugdploeg ben niet dood omdat ik niet meer kan werpen' y •- SPORTTRIBUNE ZWAARBEVOCHTEN ZEGE OP ZUID-KOREA - r16 uitzer#^ a H 'Ik Nog zeker twee jaar geblesseerd LEIDSE COURANT HAARLEM Ernie Myers grijnsde. Hij had er ook de reden toe na de grandioze triomf van zijn ploeg op Zuid-Korea. Een geweldige opsteker voor de Nederlandse honkbalformatie, die hiervan nimmer had kunnen dromen. Zuid-Korea, met de faam van twee jaar geleden nog in de ransel, bleek mentaal niet opgewassen tegen dit eerste karwei op Neder landse bodem. Een opdracht die te zwaar woog of heeft de Koreaanse coach Eung Yong Kim de Nederlandse ploeg onderschat? Er rezen twijfels toen hij in de zevende slagbeurt zijn startende werper Dong Wong Choi liet vervangen. Choi had tot dat moment ijzersterk staan spelen. Slechts drie honkslagen vlogen om zijn oren en hij bleek voor de Nederlandse aanval bijna onbespeelbaar. Éénmaal dreigden moeilijkheden toen in de vierde innings eerst Ben Richardson een honkslag gaf en daarna Boudewijn Maat hem volgde. Maar de „aangewezen slagman" Louis Jacobs faalde. Intussen had Zuid-Korea een 40 score op het bord geslagen. In de eerste innings zag Nol Beenders zijn vijfde bal reeds over het hek verdwijnen na een flitsende klap van korte stop Jae Bak Kim, waarna een foutje op een honkslag van Hyo Jo Jang de tweede run tot gevolg had. Even haalde Zuid-Ko rea adem. Nol Beenders herstelde zich echter won derlijk goed van zijn zwakke opening. De twee runs in de vierde innings waren deels een gevolg van een dubieuze tweehonkslag van II Kwon Kim. maar deels ook doordat het Nederlandse veld opnieuw mistastte. Er hing iets in de lucht van een snelle afloop van deze ouverture van de tiende Haarlemse honkbalweek. Nederland trachtte steeds de zwakke plekken te vinden, maar de Koreaanse defensie boog niet en wankelde zelfs geen enkele maal. Totdat Choi de heuvel moest verlaten. Toen kwam de ommekeer. Het had er de schijn van dat hij geplaagd werd door een onwillige arm, door de enigszins kram pachtige bewegingen die hij uitvoerde. Nam Ho Yo werd zijn opvolger en deze kreeg het snel moeilijk. Maat testte hem met een verre klap die tegen het hek werd gevangen maar Louis Jacobs deed zijn plicht en tilde de bal buiten het hek. Nederland veerde op. Zuid-Korea bleek toch kwets baar hetgeen in de volgende slagbeurt tot uiting kwam. Wim Hageman sneuvelde weliswaar op de aangooi van de derde honkman, maar Arnold Smith dwong de Koreaan een vrije loop af. Een harde grondbal van Paul Smit werd gemist, waarna een honkslag van Charles Urbanus de honken deed vol lopen. Het was het einde van Yo, die opgevolgd werd door Chul Soon Park. een man met een gevreesde naam. Ben Richardson trok zich er echter niets van aan en joeg de tweede geworpen bal van Park in de richting van de korte stop. die tot verbijstering van zijn coach de bal door de benen liet glippen. Twee man snelden over de thuisplaat en ontketenden een golf van enthousiasme in het met bijna vijfduizend man gevulde Pim Mulierstadion. Boudewijn Maat. stoïcijns als altijd, zorgde er met een korte klap voor dat Oranje naast Zuid-Korea verscheen: 44. De druk bleek voor Korea te groot en dat culmineer de in een honkslag van Louis Jacobs. In de laatste slagbeurt was Nol Beenders heer en meester en onderstreepte zijn grote vorm en daarmee tevens hoezeer Nederland hem over enkele weken zal mifesen tijdens het toernooi om het wereldkampioen schap. Met de briljante cijfers van 9-0-7-2 beëindig de de werper van Kinheim het duel. Schitterend Wereldkampioen Cuba liet het in de tweede wed strijd tegen Japan lelijk liggen. Met 8—2 werden de titelhouders van het veld geveegd in een wedstrijd waarin de Japanners schitterend honkbal demonstreerden. Defensief niet te breken, aanval lend uiterst sterk en vooral op de honken enorm snel. Spectaculair spel waar tegenover de Cuba nen slechts weinig konden stellen. De vraag is echter gewettigd of Cuba wel alles heeft gegeven. De mogelijkheid is niet uitgesloten dat de wereldkampioenen dit toernooi als een goede gele genheid aangrijpen om zich warm te draaien voor de strijd om de wereldtitel. Dat feit kan echter niet verdoezelen dat de werpersstaf van de Cubanen rondweg een zwakke indruk heeft nagelaten. Japan speelde desondanks uitstekend honkbal. Al in de eerste slagbeurt braken zij.door de Cubaanse verde diging die twee keer achtereen blunderde waarna een tweehonkslag van Kikuchi goed was voor twee runs. De Cubanen kwamen terug door een tweepit- ter van Anglade en een honkslag van Capiro, die resulteerde in een punt, maar daarna sloten de Japanners de zaak hermetisch af. Een zwakke derde innings van Cuba waarin drie runs werden ges coord. besliste de strijd. Cuba liet los en met de regelmaat van een klok verhoogde Japan de score, waarbij als hoogtepunt de homerun in de zesde slagbeurt van tweede honkman Saito. Louis Jacobs, die een belangrijk aandeel in de sensationele zege op Korea had, werpt zich op het eerste honk II Hwan Kim (links) kan hem niet meer bereiken Ben Richardson is op tijd terug op het tweede honk. Korte stop Jae Bak Kim tikt hem te laat uit. De cijfers van het eerste weekeinde van de Haarlemse honkbalweek zijn: Zuid Korea: 2-0-0-2-0-0-0-0-0 4 Nederland: 0-0-0-0-0-0-1-4-x 5 Werpcijfers: Zuid Korea: Dong Wong Choi: (6 inn.) 5-1-3-0. Nan Ho Yo (1 1/3 inn drie man) 0-1-3-1; Chul Soon Pank: (2.3 inn.) 1-0-1-1. Nederland: Nol Beenders 9-0-7-2 Homeruns: Zuid Korea: Jae Bak Kim Nederland Louis Jacobs. Beste slagman: Zuid Korea: Jae Bak Kim: 0.400. Nederland: Charles Urbanus 0.667. Japan 2-0-3-1-1-1-0-0-x 8 Cuba 1-0-0-0-1-0-0-0-0 2 Werpcijfers: Japan: Yamamoto, 4 1/3 innings 2 man: 2-0-5-1 Fukuma: 4 2/3 innings: 6-0-3-0- Cuba: Romero 21/3 innings: 2-2-2-2. Santana: 2 innings 1-2-4-1 Pino: 3 2/3 innings: 6-1-2-0 OOSTERHOUT Het Nederlandse honkbalteam is gisteren de Europese titelstrijd voor junioren in Oosterhout begonnen met een overwinning op Zweden: 7—2. Lange tijd zag het ernaar uit, dat Zweden gelijkwaardig was aan de Nederlandse jeugd Tot de zevende innings was de stand 2—2 In de laatste twee slagbeurten liep Oranje echter uit naar de royale overwinning HAARLEM Lichte stroomstootjes zorgen er voor, dat de spieren in de rechter bovenarm van Charles Urbanus springerige bewegin gen maken. Warmte en pijndemping staan centraal in de ruim drie kwartier durende dagelijkse behandeling bij de fysiotherapeut van de nationale honkbalploeg. "Dit gaat buiten me om" zegt Charles Urbanus kalm. Hij is gewend aan de pijn in zijn werparm, de smeerseltjes, de knedende handen, de elektrische mini-schokken. Al weer twee jaar geleden tijdens de Haarlem se honkbalweek scheurde er een vezel. "Over belasting", zegt hij. Charles Urbanus hield toen Zuid-Korea twee keer in bedwang, één van 's werelds beste ploegen. De Verenigde Staten en een topcarrière leken nog slechts een kwestie van tijd. Hoe anders is het nu: "Ik wil doorvoeren nog twee jaar niet te werpen". Charles Urbanus halverwege. Ver standiger. voorzichtiger, beseffend dat elk ap plaus zijn prijs heeft. Maar nog even bezeten van zijn sport. "Drie keer negen innings gooide ik toen in een paar dagen. In die tweede, hele lange wedstrijd wierp ik wel honderdvijftig, honderd zestig ballen. Over die Koreaanse werpers verschenen allemaal verhalen, dat ze van die wonderarmen hadden. Uteindelijk bleek ik volgens statistici meer gegooid te hebben. Ik leefde in een roes. Ik ben van nature erg fanatiek en dan doe je wel eens dingen, die je niet kunt verantwoorden. Ik had die drang om me waar te maken, wilde prestaties leve ren. Dan is je coach er om je te beschermen. Maar ja, zo'n man leeft ook onder bepaalde spanningen. Ik neem het Ernie Myers helemaal niet kwalijk, dat hij me nog een derde wed strijd liet gooien. Achteraf is het fout geweest, maar daar ben ik mede schuldig aan, ik heb te veel van mijn lichaam geëist. Het is geen falen geweest van de medische begeleiding. Ik heb gewoon meer gegooid dan gezond was. Het ligt ook voor een belangrijk deel aan ons klimaat. Het gebeurt geregeld, dat we in Nederland bij drie of vier graden boven nul staan te trainen. In Amerika gaan ze steeds naar de warmste streken". "Het zal me niet weer gebeuren. Door schade en schande ben ik wijs geworden. Er zit veel waarheid in sprefekwoorden. Ik benader het nu allemaal wat afstandelijker. Mijn geluk is. dat ik mijn energie nog ergens anders in het honkbal kwijt kan. Al vanaf het begin had ik met mijn vader discussies of het wel goed was, dat ik zaterdag wierp en de zondag daarna in het veld wilde staan. Ik wilde alles meemaken. Niet één keer spelen en dan een hele tijd niets. Ik won uiteindelijk en ben toen tweede honk gaan spelen en korte stop. Dat laatste is een prachtige positie waar ik wel moet gooien natuurlijk, maar veel minder, zodat het met een goede behandeling geen kwaad kan. Misschien zou ik af en tdfe voor -■■■ '.TTf-ri ÉL/» zeventig procent op de heuvel kunnen, maar daar begin ik niet aan. Het kost wel eens moeite, want ik zou die druk maar al te graag weer aan willen. De komende jaren op de academie van lichamelijke opvoeding, inclu sief het eindexamen, vereisen veel inspanning, ook van m'n arm, dus ik moet heel erg voorzichtig zijn, want totale rust, die eigenlijk noodzakelijk is, komt er voorlopig niet. Van daar, dat ik die periode van twee jaar voor mezelf in acht heb genomen". Wens "Als je iets niet kunt, is het altijd je liefste wens het wel te kunnen. Dat gevoel heb ik nu met werpen. Ik ben het niet zat, ik vond korte stop leuk, maar niet het fijnste. Ik wil weer gooien, maar het zou onverstandig zijn. Amerika is bovendien nog helemaal geen afgedane zaak. In de Major League (de hoogst^ afdeling - red.) beginnen ze ook meestal pas vanaf hun vijfentwintigste echt sterk te spelen. De twee jaar, die nog komen, zijn natuurlijk wel verloren, maar het kan nog. Ik zou overigens ook best als korte stop weg kunnen, waarom altijd als pitcher? Dat hoeft toch niet Het is een moeilijke positie, een belangrijke ook en ik kan er veel in kwijt". "Mocht het er nog van komen, Amerika, dan zal het wel op een andere manier zijn. Dan komt het honkbal naast een aantal andere zaken zoals les geven, studeren, sociale erva ring opdoen. Het zal moeite kosten me los te weken van gewoontes, mensen en als het niet doorgaat, dan is er niets aan de hand. Maatschappelijk zit ik goed, ik kan straks alle kanten uit. Het gevaar vind ik alleen, dat als ik na m'n studie meteen ga lesgeven, dat ik dan in een molen terecht kom waar je heel moeilijk weer uit komt!" "Het gaat me iedere keer weer aan 't hart als ik er aan denk, dat ik voorlopig niet meer kan werpen. Dat het zelfs misschien nooit meer kan, daar denk ik wel eens aan, maar niet lang. Er zijn natuurlijk wel dingen... Bij mijn club bijvoorbeeld. Jan Hijzelendoorn won tifen wedstrijden, een aantal waar ik ook zeker goed voor was geweest. Met die twintig ge wonnen wedstrijden, minimaal, waren we wel kampioen geweest. Maar bij zoiets moet je niet te lang stil staan. Dan denk ik maar weer dat mensen, die het weten kunnen, zeggen dat het weer goed komt. En, die plaats als korte stop geeft me momenteel dezelfde vol doening. Het is niet zo dat ik dood ben omdat ik niet meer kan gooien. Ik stort me voor honderdvijftig procent op dat andere. Zo ben ik wel". "Dat werpen, dat is echt een vak. Er Is niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk veel voor nodig. Het vereist een intelligente aan pak. Je moet de slagmensen bekijken, zien waar hun zwakke plekken zitten, iedere keer weer naar een ploeg gaan kijken hoe ze slaan.'Er komen veel meer zaken bij kijken Urbanus ontspannen op het honk, door schade en schande wijs gewor den. Charles Urbanus: „Coaches zouden zuiniger moeten zijn met werpers, met jonge werpers vooral". dan alleen dat balletje en die knuppel. Als het mis gaat, ben je snel kapot. Bij een beetje slechte dag vliegen de ballen je meteen om de oren. Je moet het alleen doen, je bent de man die de wedstrijd kan regelen. Dat vereist een aparte mentaliteit, een meer individualistische instelling. Ook omdat het zo'n belangrijke, kwetsbare plaats in de ploeg is, zouden coaches in het alge meen zuiniger moeten zijn met werpers, met jonge werpers vooral". "Ik heb nu nog genoeg verantwoordelijkheid in het team. Korte stop en derde slagman op de lijst, dat betekent dat ze iets van je verwachten. Dat is fijn, anders had ik toch vaak dieper in de put gezeten. Ik heb niet het idee dat ik nu minder ben dan de werper. Het is alleen anders. Soms. als ik hard moet aangooien op het eerste honk, dan voel ik die pijn wel. Dan word ik weer aan alles herinnerd. En als je dan stelt, dat als ik enkel en alleen in het honkballen iets had willen en kunnen bereiken, dan heb ik alles misgelo pen, ja". DICK HOFLAND

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 18