Australië, het continenent van de grote verdwijntruc dromedarissen op safari Alice Springs— In Australië schijnt het tijdperk van de legendarische ontdekkingsreizen te herleven, nu ka melen met Japanners, Amerikanen en Duitsers door de woestijnen trekken. In het spoor van nationale helden als Burke en Willis bezweken na een moordende tocht door de wildernis Ernest Giles, Charles Sturt en Edmund A. Colson trotseren deze reizigers de hitte van de dag en de koude van de nacht. Zij lopen echter niet meer het risico om te komen van honger en dorst. Safari's zijn kinderspel, vergeleken bij de gruwelijke puzzelritten van weleer. Niemand strompelt meer als een geraamte het basiskamp binnen na maanden van ontbe ring of blaast de laatste adem uit, met een giftige pijl in de hals. Na jarenlang als lastposten te zijn beschouwd spelen een kleine twintigduizend verwilderde telgangers met één bult dromedarissen dus eigenlijk hun rol in de tweede en definitieve exploratiefase. De ontdekking van Australië waar nog geen tweehon derd jaar geleden misdadigers en nietsnutten gedwongen werden de eerste kolonies te stichten begint zich pas goed te voltrekken in deze eeuw van het toerisme. Nu de sprinkhanenzwermen reeds op alle continenten zijn neergestreken zullen zij ook naar dit gigantische, in de oceanen dobberende vlot van 4023 x 3218 km. worden geblazen door een wind, die niet waait waarheen hij wil, maar gehoorzaamt aan de wetten van vraag en aanbod. Moe van alles, van de standaardsafari's naar Afrikaanse wildreservaten, zoeken steeds meer vakantiepioniers nieu we sensaties op „het gloeiende rooster" van deze woestij nen. Australië wordt als vijfde en laatste continent bereik baar. Het heeft 1700 miljoen Aziatische buren die in toenemende mate uitzwermen, zodra ze zijn aangeraakt door de toverstaf van de welvaart. Nu zelfs vliegreizen die de halve aardbol omspannen betaalbaar worden voor grotere bevolkingsgroepen, be ginnen ook Europeanen te denken aan een vakantie in Australië. Terwijl in en om de klassieke wildparken telkens nieuwe brandhaarden het toerisme afremmen Zuid-Afrika is er een voorbeeld van, evenals de woelige buurlanden) waarborgt de politieke stabiliteit hier een ongestoord zoemen en klikken van de camera's. Hoe onbekend Australië hem is gebleven wordt de bezoe ker pas duidelijk als hij verzinkt in de geweldige ruimte van 4.650.000 vierkante kilometer, grotendeels uitermate dun of in het geheel niet bevolkt, zonder geplaveide Na met een lasso gevangen te zijn, wacht de dromedarissen een temproces, dat hen ook geschikt maakt voor de langere trektochten wegen en met soms een grotere afstand dan Amsterdam- Parijs tussen de benzinestations. De kans is namelijk groot, dat de gastheren meteen een troefkaart uitspelen en de vreemdeling naar Alice Springs lokken, navel en brandpunt van hun continent. Dit geo grafische centrum, in de vorige eeuw ontstaan als woes- üjnstadje rondom een telegraafstation, symboliseert nog onverdroten alle pioniersromantiek van „The Out back", hoewel de vestiging van een casino er serieus wordt overwogen en een Chinees restaurant er kan wedijveren met de beste in Amsterdam. - Gelegen op een duizelingwekkende afstand van de groot ste bevolkingscentra en zelfs honderden kilometers ver wijderd van een redelijk gehucht, is Alice Springs een begrip geworden, draaischijf voor het grote avontuur in de rimboe. Jaarlijks trekken meer dan 100.000 mensen er door heen, op weg naar wat expeditieleden vroeger eens „de doop van de droogte" hebben genoemd. De pseudo-ontdekkingsreizigers bestijgen hier hun tamme kamelen en airconditioned-bussen of stappen in de prai rie-voertuigen met vierwielaandrijving, na zich van breed gerande hoeden te hebben voorzien. Ook de jacht op de nog ongetemde dromedarissen geldt als een populaire tijdpassering. Geen symbool spreekt meer tot de verbeelding dan het „schip der woestijn", dat als last- en trekdier eens de knie heeft gebogen voor ontdekkingsreizigers, goudzoe kers, zendelingen, avonturiers, misdadigers, ambtenaren en kooplieden. Reeds meer dan een eeuw geleden werden dromedarissen bij scheepsladingen aangevoerd uit India, dikwijls verge zeld van en-aren drijvers. Paard, os noch ezel waren beter - bestand tegen de drie plagen van dit land hitte, droogte en dorst dan deze sophisticated lady met haar pokerfa ce en haar mannelijke lotgenoten. Deze dieren trokken sporen door de rimboe en legden aldus de eerste wegen aan, waar later ook de auto's gebruik van zouden maken. Australië zou nooit geworden zijn wat het nu is, als telgangers niet de buddy van missionarissen, ingenieurs en telegrambestellers hadden getrokken en neergeknield waren om zich te laten bevrachten met goederen,"varië rend van waterpompen tot zondagse jurken voor de vrouwen van schapenfokkers. Deze importdieren veroverden de wildernis. Zij leverden na een tocht van weken de tingeltangel af in een saloon, stonden met een span van achttien voor de reusachtige „wagons" vol goud- en kopererts of mijnstutten, overleef den zandstormen en jaren van droogte, die soms aan 25 miljoen schapen het leven kostten. De „camel" was onverslaanbaar als belangrijkste wol- transporteur, maar trok ook gewillig ploeg en eg en stiert geduldig na per ongeluk een hap van het giftige „broad- leaf'-gewas te hebben genomen. Welke sleutelpositie aan deze taaie dieren was toebedeeld, toont het fantastische kamelenmuseum te Alice Springs in een reeks foto's en voorwerpen. Zij maakten ook de aanleg mogelijk van telegraafverbindingen zoals die tussen Darwin en Adelaide, ruim 3200 kilometer spoorlijnen en gaasaf zettingen tegen het binnendringen van konijnen en din go's. Toen eenmaal de eerste auto's in een wolk van rood stof hun bruikbaarheid hadden bewezen, sneller dan welke dromedaris ook, gaf niemand meer een cent voor de eertijds zo kostbare viervoeters. Ze werden bij honderden de woestijn ingestuurd. Vergeten was ook hun domineren de positie in de expedities van ontdekkingsreizigers als drs. Madigan, wiens gezelschap zich in 1939 nog van negentien kamelen bediende. Enkele jaren na hun ontslag werden er ooit op één dag 152 neergeschoten, omdat ze een aanplant dreigden te verwoesten. Nu Australië alternatieve safari's in de aan bieding heeft, wordt er weer jacht gemaakt op de verwil derde kudden. Op een farm te Alice Springs maken ze ritjes met kinderen en volwassenen achter de bult en de snelste exemplaren nemen deel aan de training voor een jaarlijks spektakel, het festijn van de „camelrace". Na met een lasso gevangen te zijn wacht de dromedarissen hier een temproces, dat hen ook geschikt maakt voor de langere trektochten. Ook de jacht zelf is een attractie geworden. „Catch a Camel", adviseren safarileiders als Ian Conway in hun wervende folders. Gehoor gevend aan deze uitnodiging laten velen zich in de bush-bush urenlang radbraken in zo'n open woestijnauto met kooiconstructie, terwijl de zon toeslaat en de reuk des velds (verstuivende eucalyptus olie) verloren gaat in benzinedampen. Een zwarte jager, ongeëvenaard als spoorzoeker berijdt staande zijn cross motor, speurend naar voetafdrukken en uitwerpselen van het wild. Hoe lang is het geleden, dat deze Aboriginals door dit onmetelijke land zwierven als halfnomaden, de speer werpklaar, het lichaam beschilderd en hunkerend naar het verse vlees van een kangoeroe? Zij lesten hun dorst uit het reservoir van een soort „waterzakkikvors", die maandenlang op het gehamsterde vocht kan leven. Het binnenland ligt er nog bij als in het stenen tijdperk van dit continent. Terwijl aan de oostkust meer dan driekwart van de inwoners elkaar verdringen in hun metropolen en verkeersproblemen hen tot razernij bren gen, slaat de grote verwildering hier ongehinderd toe. Een oppervlakte zo groot als circa driekwart van Europa is prijsgegeven aan de onverstoorbare regie van de elemen ten, onder toezicht van soms slechts één bewoner per vele hectaren. Rundveefokkers laten hun ossen maandenlang verwilde ren in het gebergte, alvorens weer eens een inspectietocht te houden op hun domein dat zo groot kan zijn als Luxemburg of een hefschroefvliegtuig te huren om een kudde naar het slachthuis te drijven. Een zoölogisch panopticum van de meest wonderbaarlijke dieren wacht de verblufte Europeaan die Australië ook eens komt bekijken. Als tijdens een lunchpauze de be- rookte theedrum tegen de brandstapel leunt, reppen de zwarte leden uit mijn gezelschap zich naar een witchetty (heksenboom), officieel de accacia campiana, leggen de wortels bloot en kloppen uit verdikkingen daarin de traag kronkelende larve van een nachtvlinder. Dit zeer eiwitrij ke voedsel verslinden zijn levend, zoals hun voorvaderen, wanhopig op zoek naar iets eetbaars. Waarom oesters duur betaald en kokhalzen bij de aanbie ding van zo'n stofzuigerslangetje waarvan de gele brij moet smaken als een eierdooier? Europa is ver weg, het overdichte Nederland 17.000 vliegkilometers verwijderd van deze inmense leegte. Wie in Australië op safari gaat, keert terug naar een evolutie-periode, die ver terug gaat in de tijd. Het continent heeft zich ooit losgeweekt van Afrika, India en Zuid-Amerika, en is gaan drijven, bevolkt met primai re zoogdieren en verbazingwekkende vogelen des hemels. Olifanten noch apen of grote roofdieren komen er voor de lens. De dromedaris leeft er tussen schepselen, voortij dig ontvallen aan de hand van de Grote Boetseerder. Kangoeroes en andere buideldieren werpen hun jongen in een embryonaal stadium en zeulen ze maandenlang mee in hun buikzakken, hangend aan een tepel. Het wemelt van boosaardig uitziende hagedisachtigen, soms geheel bezet met dorens en knobbels of getande kragen opzettend om de vijand schrik aan te jagen. Zowel levende speelgoedbeertjes (de koala's, met uitroeiing be dreigd) als het mysterieuze vogelbekdier behoren tot de unieke fauna en afhankelijk van zijn bestemming kan de toerist op zoek gaan naar snuivende waterbuffels, krokodillen, slangen, hoogstmerkwaardige vissen en vo gels. Het is een dierenwereld en hetzelfde schijnt voor de flora te gelden die zich geheel eigensoortig heeft ontwikkeld of daar nog mee bezig is als gevolg van een isolement dat zich miljoenen jaren geleden begon af te tekenen. Merkwaardigerwijze is de dromedaris niet als enige vier voeter geïmporteerd. Menige kolonist heeft knarsentan- dend de dwaas vervloekt, die ooit honden op dit continent heeft losgelaten. Zowel deze sluwe en bloeddorstige dingo als het ook ingevoerde konijn, hebben ware plagen veroorzaakt door hun vraatzuchten. Zelfs de mermgo- Kc tie leg schapen die van Australië 's werelds grootste wol produ cent hebben gemaakt, behoren niet tot de inheemse dieren, maar zijn geïmporteerd. Geen schepsel echter schreed ooit majesteitelijker dooi de wildernis dan de fameuze „camel". Hoe vloeiend de bewegingen zijn waarmee een kudde zich voortbeweegt over de „prairie" krijgen we na eindeloze speurtochten te zien, als zestien dromedarissen zich aftekenen tegen de horizon. De achtervolging begint. Na een urenlange uitputtingsslag waarbij een zwanger exemplaar terstond gelegenheid wordt geboden om te vluchten geven vijf slachtoffers zich doodmoe gewon nen, het schuim op de lippen maar nog altijd met een hoogmoedige blik in het oog. Ze zijn niet bestand tegen de gemotoriseerde overmacht en watervlugge, zwarte jongelingen, rap met de lasso. Ian Conway, wiens Aborogial grootvader met vier vrou wen nog in een grot woonde en de „Stervende Kangoeroe- man" vereerde en zijn campagnon tonen zich tevreden. Zij hebben hun gasten een dag lang in spanning gehou den en een safari gedemonstreerd, onvergelijkbaar met welke andere dan ook. Australie's rode, schaars begroeide aarde blijft na dit spektakel stoffig, verweerd en als aan een totale uitput ting onderhevig, achter, alsof er niets gebeurd is. Het continent van de grote verdwijntruc! Ontelbare mensen en lastdieren zijn op zekere dag deze woestijnen ingetrok ken en nooit teruggekeerd. Wat nu de harten sneller doet kloppen van verwachting kon vroeger leiden tot de verschrikkelijkste aller ervarin gen. De tragedie van dorst, honger, hitte en droogte. Wij horen lugubere details. Vierentwintig in doodsnood leeg gedronken whiskeyflessen rond een menselijk skelet. In de Simpson-woestijn speels opwervelende zandstormpjes boven de geraamten van onderzoekers als de Pruisische Ludwig Leichard en zijn zeven metgezellen. Het geraamte van een paard, leeggebloed om de waanzinnige dorst van goudzoekers te lessen. Luchtspiegelingen, een dansend roodkoperen hemelli chaam, hitte die alles tot stof doet vergaan, de grote verdwijntruc, 's Avonds als het kampvuur brandt komend- de verhalen los. Australie's purperrode hart de aardt is' rood als gevolg van oxydatieprocessen) tekent een vlammend protest aan tegen hen die zich onvoorbereit -he in deze verlatenheid wagen. Dit continent laat nog nitt met zich spotten zoals veel bedwongen wildernissen, d drukbezochte speeltuinen voor volwassenen zijn gewot- den. Het dagblad „Centralian Advocate" meldt ons na terug komst in de beschaving het verdwijnen van een Frans man, zo maar de woestijn ingelopen en al 18 dagen nieI meer gezien. Een van de vele raadselen. De lijst van vermisten is lang en mysterieus. Opsporing verzocht! Overmoedigen kunnen nu zelfs nog aan de rand van een macadamstrip bezwijken, als zij verzuimd hebben om hartje zomer voldoende water in hun auto mee te nemen. Nog geen vijf jaar geleden wen een vliegtuigje, dat sinds 1962 was vermist, teruggevonden tezamen met het gebeente van de onfortuinlijke aviateur. De piloot had in een van de meest onherbergzami gebieden een noodlanding moeten maken. Daarna leefdt hij nog zeven dagen, alvorens om te komen van dorsi en uitputting. Zijn testament was op de panelen van hel Leo J. Leeuwii Alle informaties over bet toerisme in Australië verstrekt de vertegenwoordiger van de Australian Tourist Com mission" in ons land: W. E. Drysdale, Javastraat 2d, Den Haag, telefoon 078 469317. bij he br ha

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 16