Paulus VI: dienaar der dienaren
Paulus, verkondiger van het geloof
Paus bleef
vasthouden aan
primaatschap
Paulus had het
moeilijk met Nederland
BUITENLAND
LEIDSE COURANT
MAANDAG 7 AUGUSTUS 1978
In bijgaande beschouwing „Pau
lus VI: dienaar der dienaren"
geeft dr. A. J. Simonis, bisschop
van Rotterdam zijn gedachten
weer, die hem bevingen bij het
vernemen van het overlijden
van de paus.
Paus Paulus VI, die bij zijn geboorte de
naam kreeg Giovanni Baptista Montini
is op 80-jarige leeftijd gestorven. Woor
den schieten tekort om tot uitdrukking
te brengen wat zijn heengaan betekent.
Het overlijdensbericht geeft een schok.
Omdat het zo onverhoeds komt. Maar
tegelijk is er iets dat het verwerken
ervan vergemakkelijkt. Heeft de paus er
niet bij herhaling op gezinspeeld, nog
vorige week bij zijn bezoek aan het graf
van kardinaal Pizzardo, dat zijn einde
spoedig zou naderen? Hijzelf heeft ons
op zijn sterven voorbereid. Nu is hij uit
ons midden heen gegaan. Persoonlijk
ben ik er bedroefd om, zoals je dat kunt
zijn bij het sterven van je eigen vader.
Ik denk dat bij een bisschop die door
Paulus VI benoemd is die droefheid een
extra accent krijgt.
Toch zijn het vooral gevoelens van grote
dankbaarheid die al spoedig de overhand
krijgen. Dankbaarheid jegens God die op
zulk een cruciaal moment van de wereld
geschiedenis deze paus aan zijn kerk
heeft geschonken. Hij stond voor een
menselijkerwijze onmogelijke taak. Zeker
waar hij de opvolger moest zijn van paus
Joannes XXIII, die de warme sympathie
van gelovigen en ongelovigen had ver
overd. In een aan alle kanten gistende
wereld moest hij het door Johannes de
Goede ingezette Vaticaanse Concilie tot
een goed einde zien te brengen. Wie kon
dat beter doen dan Paulus de Grote.
Want hij was een werkelijk groot man.
Groot als priester, herder en leraar. Een
paus die in de toekomst gemeten zal
worden met een van zijn sterke en heilige
voorgangers, die als Leo de Grote de
geschiedenis is ingegaan.
Een concilie op touw zetten is een werk
van gedurfd initiatief. Waar het gaat om
het Tweede Vaticaans Concilie betekende
het zoiets als het paard de sporen geven.
Maar geoefende ruiters weten wat het
vraagt om het paard dan ook in toom
te houden. Voor deze moeilijke en delica
te opdracht stond paus Paulus VI. Als
iets hem kenmerkt dan zijn het zijn
volstrekt onvermoeibare inzet voor waar
achtige kerkvernieuwing en zijn tegelij
kertijd onwankelbare trouw aan de heili
ge traditie van de kerk, zoals deze met
name in het Tweede Vaticaans Concilie
verwoord werden. Daarvoor heeft hij op
werkelijk bovenmenselijke wijze zijn le
ven gegeven. Paulus VI heeft zich haast
letterlijk dood gewerkt en is in het har
nas gestorven.
Onvoorstelbaar is zijn werkkracht ge
weest. Maar even onvoorstelbaar waren
zijn warme menselijkheid - soms ondanks
de schijn van het tegendeel -, zijn grote
nederigheid, dienstbaarheid en lankmoe
digheid. Het is goed om de twee laatste
aspecten apart te belichten. De paus
wordt in de katholieke kerk bij voorkeur
genoemd servus servorum Dei, dienaar
der dienaren Gods. Voor paus Paulus
betekende dit een programma.
In zijn toespraken en overdenkingen ci
teerde hij vele malen het woord van
Jezus: De mensenzoon is niet gekomen
om gediend te worden maar om te die
nen. En zijn leven te geven als losprijs
voor velen. Paulus VI heeft in alle op
rechtheid juist in deze belangeloze on
baatzuchtige dienstbaarheid zijn heer en
meester trachten na te volgen. Hij heeft
het ook gedaan in het beoefenen van de
deugd van lankmoedigheid. Van het
barmhartige geduld.
Vier maal werd ik ruim een half uur door
hem in audiëntie ontvangen. Je kreeg de
indruk dat hij op dat ogenblik er werke
lijk alleen voor jou was. Eenmaal spra
ken wij over de parabel van het onkruid
en de tarwe. Eerst toen werd mij duide
lijk hoe een parabel in een mensenleven
echt doorleefde werkelijkheid kan zijn.
„Inderdaad wij mogen het onkruid niet
uitroeien op het gevaar af dat je ook de
tarwe zoudt uitrukken. Maar het hoort
ook tot de taak van de bisschop om te
zeggen: dit is onkruid, dat is tarwe".
Zo klonk ongeveer het commentaar van
de paus. Ik denk dat hierin het geheim
schuilt van het feit waarom Paulus VI
er niet toe kwam ooit iemand uit de kerk
te zetten. Neen, hij was geen Hamlet,
maar een man van het eindeloze geduld.
Overduidelijk was hij zowel ten aanzien
van de meningen van een theoloog als
Hans Kung, maar evenzeer ten aanzien
van een figuur als Mgr. Lefebvre; zonder
ooit de uiterste disciplinaire consequen
ties ten opzichte van deze toch wel
zeer omstreden personen te trekken. Om
dat hij altijd bleef hopen op het over
wicht van het gezonde gelovige inzicht en
op inkeer.
Het pausschap - dat begrijpt iedere gelo
vige - betekent een enorme last en verant
woordelijkheid. Er zullen veel pontifica-
ten geweest zijn die door zwaar persoon
lijk lijden getekend zijn. Het pontificaat
van paus Paulus hoort er zeker toe.
Hoezeer heeft hij niet geleden onder wat
hij noemde de krachten van zelfvernieti
ging, die de kerk bedreigden. Hoe mense
lijk was hij door over zijn persoonlijk
lijden daaraan te durven spreken. Hoe
menselijk was hij vooral door zijn zicht
bare en ervaarbare lijden aan de ver
schrikkelijke noden in onze wereld. Die
wij dikwijls met het mooie woord „sa
menleving" durven te betitelen. Er zijn
weinig pausen in de geschiedenis geweest
die zo indringend, zo onvermoeibaar en
consequent hebben geijverd voor vrede
en gerechtigheid in de wereld. Wat een
lijden betekent het te moeten zien dat het
schijnbaar zo weinig uithaalt. Of zal dat
eerst komen nu de paus gestorven is? Het
zal niet voor het eerst in de geschiedenis
zijn dat dit het geval is. Een profeet
wordt immers niet alleen niet in zijn
eigen land, maar ook niet in een ander
land geëerd. Eerst wanneer de profeet
allang van dit aardse toneel verdwenen
is gaat hij pas werkelijk als zodanig
fungeren.
Daarmee wil ik deze zeer voorlopige be
schouwing over deze zo grote, maar daar
om vanzelfsprekend ook omstreden paus,
besluiten. Het pontificaat van Paulus VI
was een profetisch pontificaat. En zal als
zodanig de geschiedenis ingaan. Ook en
juist waar het gaat om de meest betwiste
aspecten ervan. Het is mijn diepe overtui
ging. Ik denk hier zowel aan de encycliek
Populorum Progressio, maar ook aan de
encyclieken over het celibaat van de
priester en aan Hunanae Vitae. Daarin
wordt opgekomen voor waarden die de
menselijke samenleving tot in haar aller
diepste fundamenten raken.
Gemakkelijk negatieve kritiek doet geen
recht aan de werkelijke motieven die
paus Paulus bij al zijn handelen en spre
ken bewogen. Zonder enige twijfel waren
dat een brandende liefde en grote waar
heidsgezindheid. Paulus de Grote! Dank
baarheid moet ons vervullen voor deze
gave Gods. Voor deze dienaar der diena
ren. Een vreugde moet het voor ons zijn
dat hij mocht sterven op het feest van
de gedaanteverandering van onze Heer.
Op de berg Tabor. Wij bidden voor hem
dat hij nu mag delen in de glorie van
zijn Heer.
Wat een vreugde ervan overtuigd te mo
gen zijn dat hij bij diezelfde Heer een
voorspraak zal zijn voor de kerk, die hij
als nederige dienaar met hart en ziel zijn
leven lang diende. De Heer geve aan paus
Paulus VI zijn vrede. Dr. A.J. SIMONIS
Dr. Walter Goddijn, hoogleraar
aan de theologische faculteit
van Tilburg, voorheen secretaris
van de Nederlandse Kerkprovin
cie en als zodanig nauw betrok
ken bij de landelijke Pastorale
Concilies schreef bijgaande be
schouwing over het pontificaat
van paus Paulus VI.
Paus Paulus VI overleden, de hoogste
leider van de vierhonderd miljoen kath
olieken in de wereld. Maar toch ook een
schokkend bericht voor vele buiten deze
kring. Zelfs in de Oostbloklanden wer
den televisie-programma's gewijzigd.
Met deze paus, hoe omstreden ook, is de
laatste geestelijke leider van wereldfor
maat heen gegaan. Op 16 juli sprak hij
voor het laatst in het openbaar. Hij
protesteerde tegen de onmenselijke pro
cessen in de Sovjet Unie. De paus die
heel zijn bestuursperiode in dienst wilde
stellen van recht en vrede in de wereld
heeft nu voor zichzelf de eeuwige vrede
gevonden.
Jan Battist Montini, in 1897 geboren,
werd als jong priester terstond in de
kerkelijke diplomatie opgenomen. Na vijf
maanden in Warschau te hebben gewerkt
kwam hij ziek terug en in 1922 werd hij
aan het staatssecretariaat verbonden. In
1937 werd hij daar de rechterhand van
staatssecretaris Eugenio Pacelli, de latere
paus Pius XII. Deze benoemde hem in
1952 tot pro-staatsecretaris en in 1954 tot
aartsbisschop van Milaan. Zijn collega
aartsbisschop van Venetië, Roncalli werd
de beroemde paus Johannes XXIII. Deze
maakte Montini in 1958 terstond kardi
naal. In 1963 werd hij in de kerkgeschie
denis de 261ste paus.
Van paus Joannes nam hij de erfenis
over van het Tweede Vaticaans Concilie,
waarvan hij de tweede zitting opende en
dat hij op 8 december 1965 tot een einde
bracht. Hij bracht conciliebesluiten tot
uitvoering door een gematigde hervor
ming van de Romeinse curie, vooral met
de hulp van zijn substituut-staatssecreta
ris Giovanni Benelli, die onlangs tot
aartsbisschop van Florence werd be
noemd. Hij vaardigde encyclieken uit
over de kerk (1964), over de eucharistie
(1965) en over vrede en ontwikkelings
werk (1967). In de sterk omstreden kwest
ies als verplicht priestercelibaat en de
geboorteregeling (1967 en 1968) bleef hij
in encyclieken de standpunten van zijn
voorgangers handhaven.
Paus Paulus was de eerste paus in de
geschiedenis die grote reizen maakte én
daarvoor in een vliegtuig stapte. Naar
Israël (januari 1964), Bombay (Eucharis
tisch Congres december 1964), New York
(Verenigde Naties oktober 1965), de Ma-
ria-bedevaartsplaats Fatima in Portugal
(mei 1967), voor een bezoek aan patriarch
Athenagoras te Istanboel. (juli 1967). Bo
gota in Columbia (Eucharistisch Congres
augustus 1968), Wereldraad van Kerken
te Genève (juni 1969), Oeganda (1969),
Sardinië (april 1970) en het Verre Oosten
Filippijnen en Australië (november-de-
cember 1970).
Paus Paulus besloot tot herroeping van
de ruim negenhonderd jaar geleden ban
vloek over de kerk van Constantinopel
en ontving de primaat van de Anglikaan-
se kerk, dr. M. Ramsey. Onder Paulus'
bewind werden de verhoudingen met de
communistische landen iets soepeler. Hij
ontving de president van de Sovjet Unie
Podgorny, maar ook Chinese leiders. In
1976 moest hij meemaken dat Rome een
rode burgemeester kreeg die overigens
steeds een grote referentie aan de dag
legde voor de Heilige Vader.
Onder paus Paulus kwam de helft van
de presidenten van de Vaticaanse depar
tementen in niet-Italiaanse handen. Er
kwamen secretariaten voor de niet-gelovi-
gen, voor de niet-christenen. In definitie
ve vorm het secretariaat voor de eenheid
er kerken onder leiding van dr. J. WUle-
brands, die in 1969 in het kardinalencolle
ge werd opgenomen. Verder kwam er een
lekenraad, een commissie voor rechtvaar
digheid en vrede, een reorganisatie van
het beruchte Heilig Officie in de Congre
gatie voor het Geloof, een internationale
theologencommissie, een synode-secreta
riaat voor de communicatie met de lokale
kerken en - dat was uniek - een niet-Ita-
liaan de Franse kardinaal Jean Villot
werd staatssecretaris. Men heeft terecht
gezegd, dat er onder paus Paulus meer
aan het curie-apparaat is hervormd dan
gedurende drie eeuwen kerkgeschiedenis.
Deze paus heeft ook veel pompa afge
schaft die hem als souverein voor Vati
caanstad omringde. Hij hield een-derde
van de Zwitserse garde over. Allerlei
bevoorrechte groepen van zwarte adel tot
familieadel zagen hun privileges wegval
len. De paus kon vaak als een eenvoudig
priester aan het altaar staan, met het
gezicht naar het volk, of in een kale
Toyota over het Pietersplein rijden. In
Rome werd hij in veel kringen een
„linkse" paus genoemd.
Voor paus Paulus is dit pontificaat bijna
onmenselijk zwaar geweest. Tegen een
journalist zei hij op de vooravond van
zijn bezoek aan de Verenigde Naties: „De
kerk wil veelzijdig worden om de wereld
van deze tijd beter te weer spiegelen. Om
dat te worden heeft zij besloten om de
zware stugge terreinen, ook de hardste,
diep te doorploegen om wat begraven
was los te maken, te verlevendigen, aan
het licht te brengen. Die beploeging ver
oorzaakt schokken, inspanningen en pro
blemen. Onze voorganger paus Johannes
XXIII viel de taak ten deel de ploeg in
de grond te drijven. Thans is de opdracht
om ze verder te gaan leiden in onze
zwakke handen overgegaan Het wer
kelijke probleem is dat de kerk zich
openstelt voor de wereld en een wereld
ontmoet die voor een groot deel niet
gelooft".
In deze paar zinnen lag de hele opdracht
besloten voor deze paus, die heel wat
minder gevoel had voor de „wereld" en
zeker voor de secularusatie als positief,
mogelijk zelfs bevrijdend verschijnsel
dan zijn voorganger. Maar ook het ver
schil in taken was duidelijk. Degenen die
de hand aan de ploeg slaat werd toege
juicht, maar degene die daarna het zare
werk moest doen, en zag wat er allemaal
boven kwam, kreeg veel minder bijval.
Paus Paulus heeft de woelige zestiger
jaren doorstaan, maar zeer veel aan ge
zag ingeboet door een welhaast scrupu-
ROME Als men het pontificaat van
Paus Paulus de Zesde overziet, wordt
men getroffen door een tegenstelling die
echter minder groot is dan op het eerste
gezicht iijkt. De tegenstelling namelijk,
tussen zijn moderne opvattingen op so
ciaal gebied en zijn openheid naar de
wereld aan de ene kant, en zijn vasthou
den aan de traditie, hiërarchie, moraal
en theologie aan de andere zijde.
De vooruitstrevendheid van Paulus bleek
vooral uit de encycliek „Populorum Pro
gressio", het doorvoeren van de belang
rijke liturgische hervormingen, de inter
nationalisering van het kardinaals-college
en zijn talrijke wereldreizen. De gehecht
heid aan de traditie kenmerkte zich door
een vasthouden aan zijn opvattingen over
de hiërarchie en het pauselijk primaat
schap, over het huwelijksleven (de ency
cliek Humanae Vitae) en het celibaat.
Het pontificaat van Paus Paulus de Zes
de begon in 1963. Er heerste toen in
Rome en elders op de wereld een stem
ming van hoopvolle verwachting. Paus
Joannes had een enorme goodwill voor
de R-K. Kerk gekweekt. En van zijn
opvolger was bekend dat hij zich vanaf
het begin achter het initiatief van Paus
Joannes had geplaatst, om een concilie
bijeen te roepen. Kort nadat hij tot paus
was gekozen, verklaarde Paulus VI dat
hij het concilie in de geest van zijn
voorganger zou voortzetten.
Al snel werd de rode draad zichtbaar die
door alle openbare uitspraken en verkla
ringen van deze paus zou blijven lopen:
Het onaantastbare primaatschap van Pe
trus en diens opvolgers. Paus Paulus
beschouwde dit als een hoeksteen van de
kerk. Slechts schoorvoetend kwam hij
tegemoet aan de wens van het concilie
om een bisschoppensynode in te stellen.
Maar hij maakte - in de beroemde „nota
explicativa praevia" - het concilie duide
lijk dat het niet zou gaan om de verwe
zenlijking van het collegialiteitsbeginsel,
maar om de instelling van een louter
adviserend lichaam.
In 1968 zag de encycliek „Humanae Vi
tae" het licht. En het zijn de soms onge
hoord felle reacties op dit herhaalde ker
kelijk verbod op kunstmatige geboortere
geling, die paus Paulus wellicht het groot
ste verdriet uit zijn pontificaat i
bezorgd. Zelf zei hij dat hij het besluit
om de traditionele leer van de Kerk op
dit gebied te handhaven, genomen had
na „jaren van studie en zielsangst".
Van grote betekenis zijn de ontmoetingen
geweest van de paus met andere kerkelij
ke leiders. Een hoogtepunt van zijn oecu
menische activiteiten vormde voor paus
Paulus zijn bezoek aan de Grieks-ortho
doxe patriarch van Constantinopel, Athe
nagoras. Een bezoek dat na 900 jaar
scheiding het begin was van een toenade
ring tussen de orthodoxie en de kerk van
Rome. En over en weer werden de eeu
wen uitgesproken banvloeken ongedaan
gemaakt.
De reis van paus Paulus naar het Mid
den-Oosten was er slechts een uit de vele
die hij nog zou maken. In 1964 ging hij
naar India, waar hij in Bombay een
voettocht door de krottenwijken maakte.
In 1965 volgde het bezoek aan de Ver
enigde Naties, waar hij de Volkerenorga
nisatie de morele steun van de R-K. Kerk
toezegde en er wees op de plicht van
regeringen en volkeren „te zorgen voor
voldoende brood op de tafel der mens
heid". Verder volgden nog bezoeken aan
Turkije, Colombia, Oeganda, Australië en
de Filippijnen.
Omdat hij de bisschoppen had geboden
met hun 75-ste jaar hun zetel ter beschik
king te stellen, en de kardinalen van
tachtig jaar niet meer toestond aan de
pausverkiezing deel te nemen, verwachtte
men dat ook paus Paulus op zijn 75-ste
zou aftreden. „Koningen treden af", zei
de paus, "pausen niet".
Wel zinspeelde hij de laatste maanden
herhaaldelijk op zijn naderende dood.
Vorige week nog, toen hij een bezoek
bracht aan het graf van een bevriende
kardinaal, zei de paus dat hij hem „spoe
dig in de hemel hoopte weer te zien".
Mogelijk zal de geschiedenis milder over
Paus Paulus de Zesde oordelen, dan ve
len thans doen. Zeker is dat deze paus
het in een tijd waarin zoveel waarden
begonnen te wankelen, zeer moeilijk
heeft gehad. Wellicht zal het Paulus de
Zesde eens in dank worden afgenomen
dat hij zich herhaaldelijk heeft verzet
tegen de uitwassen van de „vrije normen
van de consumptiemaatschappij".
gebed kort nadat het nieuws over de dood van de paus bekend
Romeinen en pelgrims knielen op het St. Pietersplein
was geworden
UTRECHT Hoewel in vele landen dui
delijke tendensen naar polarisatie binnen
de R.-K. Kerk aanwezig zijn, is bekend
dat juist de Nederlandse kerkprovincie
paus Paulus en de curie op dit punt de
grootste zorg baarde, en wellicht terecht.
Immers, de groepen van traditionele
katholieken en de meer vooruitstrevende
groeperingen staan - ondanks de verzoe
nende pogingen van het episcopaat - nog
steeds argwanend tegenover elkaar. De
ontwikkeling in Nederland, met zijn tra
ditie van onwankelbare trouw aan de
paus (de Zouaven, Schaepman) en politie
ke eenheid (de R.-K. Staatspartij) is bij
zonder snel gegaan, vooral na de laatste
wereldoorlog. De ongerustheid bij het
Vaticaan groeide, en de conflicten bleven
dan ook niet uit.
Zo ontstonden moeilijkheden rond de
Nieuwe Katechismus, het godsdienston
derricht op de middelbare scholen in
Brabant, en de priesteropleidingen aan
de theologische hogescholen. Onder lei
ding van kardinaal Alfrink poogde het
Nederlands episcopaat zo behoedzaam
mogelijk de nieuwe ontwikkelingen te
begeleiden. Toch kon niet worden voor
komen dat botsingen met "Rome" uitble
ven.
Door een demonstratief optreden van de
toenmalige pauselijk nuntius Angelo Feli-
ci - hij was niet aanwezig op enkele
zittingen en bleef zelfs weg op de ope
ningszitting - bij het Pastoraal Concilie
in Noordwijkerhout (1970), gaven paus en
curie duidelijk te kennen dat zij afwij
zend stonden tegenover de opzet ervan.
Met name de duidelijk geuite wens tot
ontkoppeling van priesterschap en celi
baat en de kritiek op de encycliek over
de geboorteregeling, konden in de ogen
van de paus geen genade vinden.
Nog duidelijker werd R.-K. Nederland op
de vingers getikt, toen de paus nadrukke
lijk afweek van het in het bisdom Rotter
dam opgestelde advies, en dr. A. Simonis
benoemde tot opvolger van mgr. Jansen.
En nog hoger laaiden de emoties op, toen
dr. Gijsen in Roermond werd benoemd,
en zelfs in Rome werd gewijd, waarbij
kardinaal Alfrinks aanwezigheid "drin
gend gewenst werd".
Het is moeilijk vast te stellen, in hoeverre
de berichten en verslagen van de meer
traditioneel ingestelde katholieken in
vloed hebben gehad op de benoeming
van deze twee bisschoppen. Een feit is
echter dat er een grote tegenstelling be
staat tussen de curiale opvatting over de
betekenis van het Tweede Vaticaans Con
cilie en de uitleg die daaraan in Neder
land wordt gegeven. Diverse malen heeft
Paus Paulus laten merken, en zelfs met
zoveel woorden gezegd dat de ontwikke
ling in Nederland hem zorgen baarde.
Daartegenover staat dat het Nederlands
episcopaat steeds weer zijn onwankelba
re trouw aan en de innige verbondenheid
met de Heilige Stoel heeft betuigd.
leus aarzelend beleid. Hij heeft veel be
langrijke besluiten van he Vaticaans Con
cilie uitgevoerd, maar vanuit zijn eigen
zeer persoonlijke opvattingen over kerk
en ambt kon hij de collegialiteitsgedachte
moeilijk realiseren. Hij was als het ware
„bezeten" door zijn ambt, niet in de
magische zin, maar door de overheersing
van het functionele over het persoonlijke.
Hij was bijzonder intelligent: had een
hoog concentratievermogen en wist zich-'
zelf via vladen als „Le Monde" en de
„Neu Zuricher Zeitung" rechtstreeks da
gelijks te informeren. Maar hij is altijd
de strakke curie-diplomaat gebelven die
naar buiten zeer tolerant en vriendelijk
was, maar ambtelijk gezien de hoogste
waarde hechtte aan geloofsdiscipline en
kerkelijke discipline.
In dit perspectief zijn stellig zijn inper
kingen te zien van het lokale beleid van
zijn collega's bisschoppen, maar ook bij
voorbeeld zijn houding ten opzichte van
de criteria om tot het priesterambt te
mogen worden toegelaten. Het uitblijven
van beleid in deze heeft inmiddels zulke
catastrofale gevolgen voor de kerk gehad,
dat de paus in het laatste officiële docu
ment onder zijn bewind, namelijk over
de religieuzen, op 7 juli j.l. gepubliceerd,
de ordes en congregaties opdraagt om te
zorgen voor de roepingen van de diocesa
ne clergé. Ook buiten Frankrijk zijn er
nu in West Europa landen en streken
waar meer dan twintig procent van de
parochie is.
Kardinaal Alfrink heeft steeds, evenals
zijn opvolger kardinaal Willebrands, gro
te waardering voor paus Paulus gehad.
Toch zei hij na de moeilijke jaren daar
voor op de achtste verjaardag van de
pauskeuze dat alleen de internationalise
ring van de curie niet voldoende zou zijn.
„Wat nodig is is een voortdurend overleg
tussen de Heilige Vader zelf en zijn broe
ders in het episcopaat, aan wie hij het
bestuur van een lokale kerk heeft toever
trouwd. Dit overleg kan niet altijd doel
matig worden gevoerd via tussenperso
nen. In sommige omstandigheden is een
direct overleg noodzakelijk, wanneer men
de kerk wil dienen". Aan dat open over
leg had het in dit pontificaat steeds meer
ontbroken. Kardinaal Alfrink kon dit zeg
gen juist tussen de bisschopsbenoeming
van mgr. A. Simonis en mgr. J. Gijsen.
Kardinaal Alfrink had letterlijk een grote
devotie voor de paus waaraan ik mij
persoonlijk steeds heb gesticht. Maar fei
telijk bleken er belangrijke beleidsbeslui
ten opbespreekbaar en bleef de paus elk
bezoek, of het nu van Nederlandse bis
schoppen of van vooraanstaande leken
was, zien als een gelegenheid om zijn
eigen zorg voor het ware geloof en de
kerk tot uitdrukking te brengen. En in
feite dus te verkondigen. Hij beriep zich
daarbij vaak op zijn geweten. „Wij staan
alleen als wij een antwoord geven", zei
hij. Dat was naast het véle goede van dit
pontificaat de tragiek van deze paus als
herder: hij stond niet alleen, hoefde niet
alleen te staan, maar voelde zich, zelfs
in geweten, alleen, beladen met deze gro
te verantwoordelijkheid. Het centrale ge
zag in hem, in zijn persoon verenigd was
voor paus Paulus de enige redding van
het geloof in deze moderne wereld.
Zijn dood was onverwacht. Paus Paulus
wist veel leed te verbergen. Toen hij
tegen de zin van zijn staatssecretaris een
open brief schreef naar de rode brigade
om zijn vriend Aldo Moro van de dood
te redden, was hij de moedige paus.
Daarna werd hij door de moord op Moro
in zijn zie. getroffen. Toen begon ook
eigenlijk zijn verdergaand lichamelijk
verval. Hij, de grote vredesapostel,
schreeuwde bijna om vrede in de Ver
enigde Naties. Dat hij geen wereldvrede
heeft kunnen bereikten is zijn grote le
vensdrama geworden. Paus Paulus ruste
in vrede. Hij stierf onverwacht. Zelfs
voor de grote organisatie die pas in de
Verenigde Staten werd opgezet om het
conclaaf voor te bereiden.
Dr. Walter Goddyn