Rini Groothuis: Ik zit meer zonder hengel dan met hengel aan de waterka De viskist mag nooit a' voor teleurstellingen ou aan de waterkant zorgee. BINNENLAND DERTIG UREN WACHTEN OP EEN KARPER LEIDSE COURANT Rini Groothuis met een vaak uitzonderlij ke vangst. visserij werd toch wel een hobby van de beste soort. Hij begon te schrijven in „Voor en door de visser" en zijn karperspecialiteit bracht hem er toe lid te worden van de British Carp Study Group. Leergierig als hij was vroeg hij veel informatie op, stuude zelf informatie en zo werd er heel wat kennis vergaard. Kennis die hij nu toepast, maar het is vooral, zo blijkt uit een gesprek met Groothuis de studie van het gedrag van de vis en dan komt hij tot enkele merk waardige uitspraken over de vis die hem zo in de ban houdt. Individu „Ik blijf bezig. Ik begin de karper nog steeds een interessanter dier te vinden. Mijn zienswijze is echter wel heel wat genuanceerder geworden." Vervolgens kan Rini Groothuis een heel verhaal ophangen over de dressuur van een karper. Volgens Rini Groothuis zegt de een: men kan een karper wel degelijk „verstande lijk" laten reageren op een aas waarmee hij eerder onplezierig in contact is geweest. Dus hij zwemt er met een boogje omheen. Anderen zeggen: nonsens. Als een karper niet bijt ligt dit aan windrichting een weersgesteldheid. Volgens hengelprof Rini is het anders. „Je moet onderscheid maken tussen vissen die zwemmen in een klein afgesloten water en vissen die het ruime water tot woonplaats hebben. En dat alles heeft dan ook weer te maken met de hengeldruk op zo'n water." Zijn zienswijze is dus zonder meer al genuanceerder, maar hij gaat verder: „Een karper is geen kuddedier. Je kunt ze niet allemaal over één kam scheren: er zijn intelligente dieren en slimmerikken. Het klinkt misschien belachelijk, maar zo is het. Je kunt niet zeggen: karpers doen dit of doen dat. De karper is een individu." De karpe raar Groothuis heeft hieruit dan ook zo zijn conclusies getrokken. Urenlang kan hij langs de waterkant dolen. Alleen gewapend met polaroid zonnebril en verreltijker. „Ik heb op die manier de meest spectaculaire dingen gezien. Bijvoorbeeld dat de karpers gedrieën boven water sprongen, dat ze eikaars kuit opvreten en nog meer van die eigenaardigheden." Op deze manier is hij ook achter de schuilplaats gekomen van een karper die geschat wordt op een lengte van een meter twintig en die zeker 40 tot 50 pond moet wegen. Alleen grote Rini Groothuis heeft zich helemaal gespecialiseerd in het karpervissen. Hij draait zijn hand niet om voor 300 karpers in een seizoen; „Maar ik wil helemaal niet zoveel vaneen. Ik wil alleen maar grote karpers vangen. Die zijn voor mij een uitdaging, want' dat zijn de schuwe en ervaren vissen. Om die grote vissen te kunnen pakken is hij altijd aan het experimenteren. Hij concentreert zich hele middagen op die ene grote karper. Hij bestudeert het water en kan dertig uur achtereen zitten wachten op beet«Eigenlijk zit ik vaker zonder hengel dan met hengel aan de waterkant. Ik moet zo'n water door en door kennen en weten waar de vis zich ophoudt. Kijk en als je dan een grote karper vangt, dan is dat geen stom geluk of pure mazzel. Nee, ik heb er naar toe gevist. Jongen, nou ga ik je te pakken krijgen. Een als het dan gebeurt dan is dat een zalig gevoel van enorme voldoening." Bij het zoeken naar een stekje zal de karperaar er rekening mee moeten houden dat karper graag daar is, waar het rustig is. De karper houdt van plantengroei, pompebladen en riet. „Een bijzonder lievelingsplekje van de karper is een overhangende boom," aldus Groothuis. „Een beetje voeren kan geen kwaad. Dat kan met aardappelkruimels, maar het moet in bescheiden mate gebeuren." Rini Groothuis vindt de keuze van de stek erg belangrijk: „Je kunt het duurste materiaal gaan gebruiken, maar als je ergens gaat zitten, waar zich geen karper ophoudt, dan is het om niet. Let ook op bellen en het is bekend dat karpers graag de kanten mogen „afgrazen". Het is een zeer natuurlijk gedrag van dit dier." Over het materiaal zegt de karper-groot meester het volgende: „Koop een redelijke karperhengel. En die is er wel al voor honderd gulden. Een veel goedkopere hengel zal wellicht snel tot teleurstelling leiden. Een duurde re hengel is ook beslist in het begin niet nodig. Iemand die echt het karpervissen onder de knie wil krijgen zal alle stadia moeten doorlopen," zo meent Groothuis. Hij erkent dat er helaas aan de water kant veel gesnoefd wordt. Het zijn ergerlijke zaken, die niets met vissen en ook niets met oprecht visserslatijn hebben te maken. Verder met de hengel: „Ik vind wel dat een karperhengel minstens drie meter moet zijn. Tien a elf voet dat is een ideale lengte. Grotere afmetingen maken dat de hengel dweilerig wordt en minder hanteerbaar (hefboom-ef fect). Van belang is dat de buiging van de hengel doorloopt in het handvat. De schok van de aanslag moet goed opgevangen worden en de haak moet „gezet" kunnen worden. Dat wil zeggen dat de hengel ruggegraat moet hebben." Voor de molen geldt een eenvoudige stelregel: goedkoop is duurkoop. De werpmo- len moet een onberispelijke slip hebben. De keuze van de nylondikte is uiteraard ook weer aan de visser. „Ik zou eigenlijk willen adviseren ga nooit lager dan 22/00. Wie een dunner nylon kiest, verlengt de drilduur van de karper onnodig lang en dan is het eigenlijk niet meer sportief." zo vindt Rini. Een karper moet toch wel binnen een kwartier op de wal liggen. De haak moet in elk geval zo sterk zijn als de lijn en niet veel zwaarder dan nodig is. Rini Groothuis raadt de roundbend haak aan met een kleine weerhaak. „Desnoods zonder weerhaak." Het gooien met het aas is vaak een moeilijkheid voor de beginner. Men kan om de aardappel vast Je houden een broodkorst gebruiken als „stootopvanger." Heeft men een flink eind gegooid en men vist met een waker dan is het zaak om bij beet de lijn door de karper behoorlijk strak te laten trekken alvorens de haak te zetten, „dit vraagt beheersing, maar het voor komt meer teleurstellingen dan wanneer men bij beet zo snel mogelijk tracht te haken. Immers door de bocht in de lijn en door de trek (elasticiteit) van het nylon is de kans op missers groter." Als de karper hangt is het alsof er een kanon wordt afgeschoten. Hengelseizoen donderdag van start Donderdag aanstaan de gaat het hengel sportseizoen van start. Als voorproefje daarop publiceren we deze week een aantal ver halen waarmee de sportvisser mogelijk zijn voordeel kan doen. De viskist mag de visser niet voor verrassingen stellen. Vergeet ook de niet De vis gaat terug in het water, maar u houdt door de toto ..het bewij T van de vangst. Karper. Zelden zal een woord voor sommige mensen zo'n magische klank hebben. Een van die „karpe raars", zoals de sportvissers ze noemen, is de 31-jarige Rini Groothuis uit Tilburg. Hij schreef een standaardwerk over deze vissoort en gaf zelfs zijn naam aan een superfijne karperhengel van Engelse makelijk Wat maakt dat een hengelaar onder de indruk komt van een karper? Rini Groothuis: „Het is het machtsvertoon van de vis. Het hele gebeuren, het aanslaan en het drillen is zo sensationeel, dat ik er dagen en nachten niet van kan slapen. Ik heb karpers aan de lijn gehad die hengelstokken tot appelmoes maalden. Deze vis, die zo moeilijk te benaderen is, is een uitdaging tot en met." Rini Groothuis is van kindsbeen af geconfronteerd met de karper (Cyprinus Carpio). Zijn vader viste erop en een van zijn ooms. In die tijd werd er gevist met een bamboe stok en 35/00. Het boeide in elk geval en later ging hij alleen op stap. „Ik heb veel afgekeken, veel gevraagd en nog meer zelf zo langzamerhand ondervonden," aldus Rini. Zijn Voor de beginner of hij die er wel eens iets meer van wil weten heeft Rini Groothuis wel enkele tips die hem een beetje op weg kunnen helpen. „De eerste karper die ik haakte trok mijn hengel door het water. Ik zat natuurlijk niet op mijn plek. Als je jong bent, gaat dat zo." Nu is die eerste ervaring van grote invoed geweest op karper-specialist Rini Groothuis uit Tilburg. Volgens hem moet een beginnend karpervisser zich er eerst van vergewissen of in een bepaald water ook karper is ja of nee. Anderen kunnen hem daarbij behulpzaam zijn. „Vervolgens raad ik altijd het klassieke aas aardappel aan. Er zijn allerlei soorten aas ontwikkeld door experts, maar steeds weer blijkt, dat praktisch in elk water met aardappel karper is te vangen. Hij kent de aardappel als een smakelijk hapje". In het begin van het visseizoen wil een tros wormen nog wel eens een aanlokke lijk aas zijn. De liefhebber van sportvissen is in wezen ook een kleine „doe-het- zelver". Voordat straks de morgen van de eerste juni is aangebroken, heeft hij al heel wat bij elkaar geprutst. Dat kan boven in de badkamer gebeuren door het uitloden van de vislijn, het kan in de keuken gebeuren met het opnieuw lakken van de hengel of het kan in het hok gebeuren door de viskist eens lekker op zijn kop te houden. Het is eigenlijk een jaarlijks weerkerende ceremonie, maar een ceremonie die echt wel nodig is. Ook bij deze hobby geldt: het materiaal moet goed zijn. De viskist mag aan de waterkant nooit voor teleurstelling gen zorgen. De beginner kan met een schone lei van start en dan zijn er erg leuke dingen in de handel, maar daarover straks. Als het goed is heeft de viskist een paar maanden &jj op een droge plek gestaan. Bij de opening van de box komen allemaal goede herinneringen naar boven. Het verdroogde gras, de halve rietstengels, de uitgedroogde poppen van maden, de overal rondzwevende loodbolletjes, dat alles vormt samen een stilleven van een vervlogen visseizoen. Het is wel aardig om daar eens een tien minuten mee bezig te zijn, maar dan moet toch de zaak even op zijn kop. Er moet vóór het nieuwe seizoen orde op zaken worden gesteld. Immers de kist zit veel te vol. Veel overbodige zaken kunnen zo de prullebak in. Veel roestige haken en spinners moeten dezelfde weg gaan, want als we straks aan de waterkant zitten moet het materiaal „uit de kunst" zijn. Weidelijk We beginnen met een mes. Een goed mes is aan de waterkant onmisbaar. Het vlijmscherpe mes moet natuurlijk roestvrij zijn. Wie iets meer betaalt doet zonder meer een goede investering. Datzelfde geldt trouwens ook voor de viskist zelf. Een schaar van dezelfde goede kwaliteit mag evenmin ontbreken. Nu zijn er op dit gebied wél combinaties mogelijk. Te denken valt aan een schaartje dat meteen ook lood knijpt bij voor beeld of lood openknijpt. Een goede onthaker mag natuurlijk vanwege het „weidelijk" vissen niet bij het gereedschap ontbreken. Een onthaker is gebaseerd op het principe dat de gezette haak teruggeduwd wordt in het vlees, waarna de haak gemakkelijk mee te nemen is. Zo'n hakensteker heeft meestal als „vismaat" een arterieklem. Zo'n klem wordt ook in ziekenhuizen gebruikt voor het afdichten van bloedaders, maar de sportvisser gebruikt de klem (model van een schaar) voor het vastpakken van kunstaas of haken die door een roofvis zijn geslikt. Het onthaken van een voorntje, brasem of karper is wel even iets anders dan het verwijderen van een haak uit de bek van snoek, baars of snoekbaars. Deze grage happers zijn meestal wel zo gulzig dat de haak ver te zoeken is. Zelfs al probeèrt men de vis niet het aas te laten slikken, dan nog gebeurt het de beste sportvisser dat hij grote moeite heeft met het verwij deren van de haak (of kunstaas). Men kan de snoek of de snoek baars een luciferdoosje in de wijd opengesperde muil steken, maar een bekklem is bijna altijd ook wel nodig. Trouwens vaak kan men bij roofvissen de haken het beste via de kieuwen verwijderen. De nylondraad moet in dat geval doorgeknipt worden waarna de haak (bij voorbeeld met de eren i arterieklem) gepakt en doorgi ilaar kan worden. De vis wordt zol aakt vastgehouden met natte hand En h< met een natte doek. Wie hand ings- kan proberen de vis in het w; et-zel te houden. Vooral bij voorn, t hen brasem en kleinere visjes is dnaf li uitstekend middel om het slijne kar van de dieren niet al te zeer jjjelan, te tasten. ïk de Het is goed om veel aandacht, besteden aan het onthaken va want juist aan de manier waa .dit gebeurt, herkent men de e< sportvisser. Hij die hiermee loopje neemt en maar wat aar moddert handelt in strijd met erecode van de sportvissers ei r tegenstanders van de sportvis: terecht goede argumenten in mond in de trant van: hengel zijn dierenbeulen. Het doden v een dier mag alleen gebeuren het zinvol is. Het is een erepli< van elke sportvisser aan dit fa van zijn hobby grote aandacht schenken. Hij zal dit moeten d uit eerbied voor de schepping; geen hekel aan zichzelf te krijj en om zijn eigen sport hoog te houden. Er mag daarom voor i materiaal ook gerust wat extra geld uitgegeven worden. wat ïlijk i enk mee lt gr, zelfb anks 'lang ijks t ïen jr do pgri ,,iype i ien 1 :kba tfderd 2,11 mete erscl rdaa In de viskoffer (of wat dacht ien een tas die vastzit aan het vissf&ai tje?) zitten voorts natuurlijk e paar haspeltjes met nylon (14 t, en met 30/100), een paar dobbef do (pauwenpen, Rotterdammertjes n schuifdobbers, Franse dobbertjjtyP^ en lood natuurlijk. Lood is er vele soorten. Een doosje met kogeltjes van allerlei formaat i handig, maar daarnaast moet e, de viskist ook schuiflood, peerl^ltat (Arlesy Bombs) en bladlood zit*aan Lood geeft af en dus moet alk» me wel verpakt worden, want andek heeft binnen de korts mogelijkaKGl keren alles in de kist een „loodi kleur". Wie schuifdobbers gebn!ere moet ook altijd wat stuitjes bij $hoi zich hebben. Bij de hengelsport ring' winkelier zijn ze verkrijgbaar: kelp elastiekjes (ventielslang of jur' knoopjes op een stopnaald. Eer doosje met wartels mag evenmMoc ontbreken. Immers er wordt vagPn gevist met onderlijntjes en boy#(ar dien zijn wartels onmisbaar bifrad gebruik van bij voorbeeld kunJnoli dat vrijwel nooit rechtstreeks op de hoofdlijn gemonteerd kan er c worden. i'enc kder Haken mogen uiteraard niet PeYc ontbreken in het arsenaal van <r e sportvisser. Ais het goed is, heef hij ook hiervan van alles wat. E) hengelaar moet ook bijzonder kieskeurig zijn in zijn keus vant haken. Een haak moet altijd gekozen worden in combinatie de aassoort die gebruikt wordt p zijn wedstrijdhaakjes, zonder k weerhaak (echter ook geschikt L voor het vissen op grote voorn I brasem en er zijn karperhakj Daartussenin zijn er de scherpe! madenhaken en arendsklauwha-' ken. Voor het gevoel hebben wif altijd het meeste succes met eed dunne haak met een wijde hals-P Het kan echter verbeelding zijn1 Immers voor velen is er maar haak en dat is de ranke en slanL'r^ blauw Aberdeen. De haak moeu^ echter goed zijn en naar verhouf ding zijn met het tuig en dat alltan| is natuurlijk weer afgestemd opt vis die eventueel zou moeten l toehappen. Wat moet er zoal in een viskist zitten wil men aan het water op een gegeven moment niet met de handen in het haar zitten? Laten we eerst even voorop stellen dat alle mogelijke combinaties zoveel mogelijk vermeden moeten worden: je hebt of een schaar of een mes of een onthaker en niet al deze zaken in één. Helaas is metname twee jaar geleden de markt nogal overstroomd geweest met dit soort van „combinatie-tan gen". Het zijn onhandelbare ondingen. Or Het viskoffertje van de hengela; is dus een kleine hengelsportarti lenzaak Alles moet er zo'n be ge; in. Als straks per 1 juli de sped f Daarin is de keus wel zo groot, er een tweede kist nodig zou zijl maai' ook daarin kan een sportv ser zeer select te werk gaan. De maand juni is het echter nog ni< van toepassing. qui hge Naast de echte hengelmaterialen 0rt moet de visser ook voorbereid zi dt op breuken in zijn spulletjes en zelfs op ongelukjes. In onze viskjs< zitten altijd een pakje pleisters, jodium en verband, maar ook plakband bij voorbeeld. Daarme^ai kan een gesneuveld geleideoog tijdelijk „gerestaureerd" wordenL Een doosje lucifers èn een pen z e 3 ook vaste bewoners van de viski

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 10