VIJFTIG JAAR GELEDEN
ronde
uitge
schakeld
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 20 MEI 1978 PAGINA 11
VOETBALKOORTS
IN NEDERLAND
(Van een medewerker)
De voetbalkoorts stijgt met de dag, maar dat is
niets nieuws. Vijftig jaar geleden beleefde Neder
land ook al de doldwaaste voetbaltoestanden. Het
Nederlands Olympisch Comité had in 1928 de or
ganisatie van de negende Olympische Spelen op
zich genomen. Amsterdam werd het domein
waar de krachtmetingen zich afspeelden. Nooit
tevoren en ook nimmer meer daarna vond in ons
land zo'n groot sportfeest plaats, waarvan het
voetbal een belangrijk onderdeel was. En ook
toen ging niet alles op rolletjes, zodat ook op dit
punt nog niets is veranderd.
Oranje had een redelijk seizoen
1927/1928 achter de rug, zodat een ge
matigd optimisme niet eens overdre
ven was. Maar vóór de voetbalploeg kon
aantreden, moest er in eigen huis en
door het NOC heel wat worden opge
knapt. De economische toestand was
verre van rooskelurig en die Olympi
sche manifestatie vergde het voor die
tijd astronomische bedrag van twee
miljoen gulden. Waar moest het NOC
dat geld vandaan halen. De gemeente
Amsterdam had een half miljoen toege
zegd, het bedrijfsleven eveneens, maar
de uiterst conservatieve regering hield
de portemonnee stijf dicht en verbood
het NOC zelfs een loterij te organise
ren. Minister De Visser van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen deed nog
wel een poging geld te fourneren maar
zijn voorstellen werden in het parle
ment van de tafel geveegd. Het NOC
was ten einde raad. Niet echter de em
inente voorzitter mr. A. baron Schim-
melpenninck van der Oye, destijds bur
gemeester van Doorn en Maarn. Hij
Harry Dénis,
die met Van Kol
een verdediging
van wereldformaat
vormde.
gehele Nederlandse volk en zijn smeek
bede was niet vergeefs. Actiecomites's
gingen aan het werk, de burgerij tastte
fors in de buidel en het ontbrekende
milioen kwam bijeen.
Nederland was ook in die iaren al „voet
balgek", maar het wist ook dat de succe-
sjes van het Nederlads elftal groten
deels te danken waren aan het achter-
trio van internationaal kaliber: Van der
Meulen - Dénis - Van Kol. De middenli
nie was meer dan voldoende maar de
voorhoede baarde zorgen. De keuze
commissie, bestaande uit Hirschman,
Herberts en Mundt, moest dus met
trainer Bob Glendenning zorgen dat
een sterk team op de been werd ge
bracht.
Ook toen werden fouten gemaakt. Te
vaak werden spelers, die een goede
vorm toonden, niet gekozen, maar
werd teruggegrepen op de gerouti
neerde krachten. Bakhuys, die toen in
ZAC speelde, en Kluin van AGOVV,
hebben nooit een redelijke kans gekre
gen terwijl zij elke zondag het ene fa
belachtige doelpunt na het andere pro
duceerden.
Oefenpartijen moesten zorgen voor
een selectie die met succes aan het
Olympisch voetbaltoernooi zou kunnen
deelnemen. Op 19 februari 1928 werd in
Rotterdam een Olympische dag georga
niseerd, waarop drie sterke formaties
(wit, rood en blauw) de strijd aanbon
den met teams waarin zich wellicht nog
„mogelijken" bevonden. Op het terrein
van AGOVV in Apeldoorn speelde
voorts de „groene" Olympische ploeg
tegen het noordelijk elftal. Van der
Meulen en Dénis ontbraken, maar dat
was niet erg, want hun plaats stond toch
vast. Uit de veelheid van spelers die
zich presenteerden kwamen boven
drijven doelman Jan de Boer (kansloos
in elk geval tegen v.d. Meulen), en de al
vijfendertigjarige Wout Buitenweg van
Hercules. Redelijke resultaten behaal
den Eef Ruisch, Gerritse, Champman,
Kools, Derboven en de HVV'er Vis die
een sterke spilpartij speelde.
Als er al geen hecht defensie-duo was
geweest, zouden de tweetallen Vermet-
ten-Wamsteker en Van Zwieteren-
Stuve een beste kans hebben gemaakt.
Van Run onderscheidde zich eveneens.
Maar de elftalcommissie bleef zitten
met het voorhoedeprobleem.
De oefenpartijen en traditionele ont
moetingen volgden elkaar in snel
tempo op. Voor het eerst wonnen de
Zwaluwen op Belgische bodem de jaar
lijkse wedstrijd tegen de Rode Duivels
met 21. Kluin scoorde tweemaal. Ie
dereen verwachtte dat deze succesvolle
schutter op 11 maart 1928 de aanval zou
leiden tegen het Belgische nationale
team, maar de elftalcommissie greep
terug op Wim Tap. Het werd 11 en
Tap scoorde. Veertien dagen nadien
werd weer een Olympische formatie in
elkaar gedraaid die tegen een Zuidhol
landse combinatie aantrad. In dat laat
ste elftal blonk de zeventienjarige
DHC'er Van Nellen uit. Hij scoorde een
hattrick voor Zuid-Holland, dat met
4—3 won. De Boer van ZFC speelde ook
opvallend goed, maar zowel nij als Van
Nellen werden te jong bevonden voor
het grote werk. En intussen sukkelde de
elftalcommissie voort. Wie hielp de
heren aan schutters?
Toen Oranje op 1 april 1928 in Antwer
pen met 10 van België verloor, bleek
nog eens dat er niet gescoord kon wor
den. Kluin (AGOVV) was erbij, maar
hij raakte al snel geblesseerd aan een
oog en moest „bepleisterd" verder spe
len. Hij werd meteen zonder vorm van
proces aan de dijk gezet.
En er werd maar door geoefend. Op
Goede Vrijdag 6 april tegen Wimbledon
FC. Kools van NAC vestigde de aan
dacht op zich, evenals Scnreurs van
Roermond. Zij debuteerden dan ook op
22 april tegen Denemarken, dat met
2—0 word verslagen door treffers van
Kools en Elfring, maar van een sterke
aanval kon niet worden gesproken.
Vandaar dat een week later weer een
oefenpartij op het programma stond:
Olympisch A- tegen Olympisch B-elf-
tal, waarin zowaar Joop van Nellen
toch was opgesteld. Hij speelde als
linksbuiten een perfecte partij, evenals
zijn ploeggenoot op rechts, Nagels van
Enschede. De B-ploeg won dan ook met
5—0. Toch werd het elftal, dat de Denen
had verslagen, op geen enkele plaats ge
wijzigd voor de interland tegen Zwit
serland op 6 mei in Bazel. Het was de
laatste interland voor de Spelen en Ne
derland verloor met 2—1.
Op dezelfde dag had een B-ploeg in Am
sterdam tegen Tottenham Hotspur ge
speeld en aaar blonk Wout Buitenweg
(35) uit. Hij speelde zo verbluffend goea
dat het voetbalvolk luid om zijn opstel
ling riep en de keuzecommissie durfde
niet anders dan Wout Buitenweg een
plaats te geven in de nationale ploeg. De
aanval van dit B-team (Schipper van
Heracles, Buitenweg van Hercules,
Freeze van Heracles, Ghering van
Longa en v.d. Griendt van HDVS) was
veel beter dan die van de A-ploeg
(Knape van Sparta, Kools van NAC,
Prins van Sparta, Smeets van HBS en
Van Gelder van VUC). Hoe kwam de
elftalcommissie daar nou weer uit.
Na lang beraad werden de volgende
tweeëntwintig spelers aangewezen
waaruit het Olympisch Elftal zou wor
den geformeerd: Van der Meulen, De
Boer, Dénis, Van Kol, Van Run, Van
der Zalm, Van Heel, Van Boxtel, Vis,
Massy, Schreurs, Krom, Buitenweg,
Tap, Smeets, Kools, v.d. Griend, Weber,
Elfring, Schipper, Freeze en Ghering.
commissie het
zeer moeilijk.
dressen. De abonnementhouders had
den hun kaarten al gekregen en er wa
ren er nog 9500 over. Meer dan 150.000
mensen wensten een kaartje. De
zwarte handel vierde hoogtij. Het voor
die tijd geweldige bedrag van vijfenze
ventig gulden en meer per plaats
werd grif betaald. De neringdoenden
deden beste zaken. Chocoladerepen, si
naasappelen, bananen, kogelflesjes,
zure bommen, pinda's, fosco, er was
feen aanslepen aan. Er werden lege
istjes verkocht die als zitplaats dien
den voor hen die probeerden een kaar
tje te bemachtigen. Die lange rijen
wachtenden vormden zulk een be
zienswaardigheid dat nog eens duizen
den kwamen, alleen maar om die rijen
te zien.
<0ranje
Er heerste een enorme sfeer toen dit
elftal voor het duel met Uruguay het
stadion betrad: Van der Meulen, Dénis,
Van Kol. Van Boxtel, Massy, Van Heel,
Elfring, Buitenweg, Freeze, Ghering,
Weber. De „stem des Volks" was ver
hoord en veteraan Buitenweg stond op
gesteld.
Voor hem had Wim Tap moeten wij
ken. De sterk aanvallende Uruguezen
werden vooralsnog door de gerenom
meerde Nederlandse defensie opgevan
gen. Doelman Van der Meulen ver
richtte het ene wonder na het andere
en Harry Dénis deed ongelooflijke din
gen. De HBS'er was de beste man van
het veld. Dolf van Kol stond hem gewel
dig ter zijde maar hoe de middenlinie
ook zwoegde, de aanval van Oranje
kwam er niet aan te pas. De Uruguezen
bedienden zich, behalve van knap spel,
ook van geniepigheidjes, waarvan Dé-
's het slachtoffer werd. Maar hij werd
Loting
Op 17 mei 1928 vond in de catacomben
van het nieuwe Olympische Stadion de -
briefjes. Eerst kwam het briefje „Ne
derland" te voorschijn, vervolgens
-„Uruguay". Een slechtere trekking had
de Prins niet kunnen doen. Immers,
Uruguay was de Olympische kampioen
1924 en was sindsdien nog sterker ge
worden.
De belangstelling voor Nederland—U-
ruguay op 30 mei, met de Belg Lange-
nus als scheidsrechter, was enorm. Drie
dagen tevoren stonden de voetballief
hebbers al in de rij bij de voorverkoopa-
Twmtig minuten hield Oranje stand.
Toen opende Scarone de score. Neder
land viel furieus aan en dat werd nog
sterker toen na de rust Buitenweg en
Freeze van plaats hadden gewisseld.
Maar er kwam geen treffer. Zes minu
ten voor tijd bracht Scarone de Urugu
ezen op 2—0, maar er was een buiten-
spelgeval aan vooraf gegaan. Toen Ur-
dinaran zijn beslissende pass gaf, stond
hij buitenspel.
Het bleef 2—0 en in het stadion, dat te
voren een hysterische heksenketel was
geweest, viel een doodse stilte. Neder
land was al in de eerste ronde uitge
schakeld.
Alleen voor Harry Dénis waren de Spe
len nog niet afgelopen. Hij mocht na
mens alle deelnemers en deelneem
sters de Olympische eed afleggen.
Oranje voetbalde nog wat na in het
troosttoernooi, won met 3—1 van België
en speelde met 22 gelijk tegen Chili.
Er werd nog een vriendschappelijke
ontmoeting gearrangeerd: Neder
land—Egypte: 1—2. Maar dat had alle
maal niets meer om het lijf. Het Olym
pisch toernooi was voorbij, na de eerste
ronde.
Oranje en voetbalminnend Nederland
hopen dat de geschiedenis van vijftig
jaar geleden zich niet zal herhalen.
J. van Rijn.