Indianen eisen hün deel bodemrijkdoni Tom Ewell weet hoe vergankelijk roem in Hollywood is Met Monroe acteren was een uitputtende bezigheid WINDOW ROCK - De Indianen stammen in de Verenigde Staten hebben de krijgsbijl opgegraven om de delfstoffen en olierijkdom men in hun reservaten te verdedi gen. „Wij zullen het ons toekomende deel van onze energiebronnen krijgen of anders zullen wij hele maal niets delen", zo verklaarde onlangs Peter MacDonald, voor zitter van de Navajostamraad te Window Rock, hoofdplaats van de Navajo-bevolking in het hartje van de Arizona-woestijn. McDonald had in Window Rock de afge- geringen, waaronder die van Botswana en Indonesië, heeft geadviseerd. De Crows en de Navajo's willen niet enkel hogere lonen. Zij eisen nu een rechtstreek se deelneming in de ontginning van de grqnd in de vorm van een vennootschap met de maatschappijen. De stam van de Zwartvoet-Indianen sloot met „Dawson Oil Co" een overeenkomst voor de verdeling van de olieproduktie zoals ook in sommige landen van de organisatie van Olie-uitvoe rende Landen (OPEC) wordt gedaan. Het ontwaken van de Indianen, na een diepe slaap van een eeuw, verontrust som mige Amerikanen. „Gaat men Amerika aan de Indianen teruggeven?", staat op vlugschriften van het „Inter-Statelijk Con gres voor Gelijkheid in Rechten en Plich ten", een behoudende organisatie die met een kwalijk oog de Indianen de weg naar voorspoediger tijden ziet opgaan. vaardigden van een honderdtal stammen uitgenodigd om de verdediging van de Indiaanse belangen in de Verenigde Staten op nationale schaal te organiseren. Van daag de dag vormen de één miljoen in de Verenigde Staten levende Indianen een machtsfactor die door het grote publiek wordt erkend. Zij zijn, na de federale regering, de grootste grondbezitters en be schikken in hun reservaten over 16 procent van de energiebronnen der Verenigde Sta ten. De Indianen, die worden bijgestaan door advocaten, zijn zich vandaag de dag be wust van het voordeel dat zij kunnen trekken van rijkdommen die onder de dorre oppervlakte van hun reservaten be dolven liggen. Meer dan de helft van het uranium, dertig percent van de steenkolenreserves gelegen ten westen van de Mississippi en drie kan geen baan vinden. Onder invloed van MacDonald die in Ari zona het grootste en dichtstbevolkte India nenreservaat van de Verenigde Staten be stuurt een gebied van 56.000 vierkante kilometer, even groot als de staat West-Vir- ginië, met 140.000 zielen zijn de Indianen de plundering van hun bodemrijkdommen door de grote Amerikaanse ondernemin gen aan de kaak beginnen te stellen. Op 30 maart jl. drongen honderd Navajo jongeren de installaties van de maatschap pij „Texaco" op het in het reservaat gele gen olieveld Aneth binnen. Na een bezet ting van twee weken, zegde de oliemaat schappij, die aan de Navajostam voor deze concessie reeds acht miljoen dollar aan royalty's betaalt, toe nieuwe onderhande lingen over haar overeenkomst te beginnen en tegen 1980 ten minste 50 procent In diaans personeel in dienst te hebben. „Wij staan onze rijkdommen tegen een geringe prijs af", zo verklaarde onlangs MacDonald die meent dat de ontginnings contracten die de laatste jaren gesloten zijn door de bemiddeling van het Bureau voor Indiaanse aangelegenheden („BIAL", een federale instelling die de betrekkingen met de Indianen regelt) in de eerste plaats rekening hebben gehouden met de belan gen van de grote bedrijven. De Navajo's zijn niet de enige Indianen die grotere invloed willen hebben op de ver koop van hun delfstoffen. De stam van de Crows, in de staat Montana, onderhandelt momenteel over een nieuwe overeenkomst met „Shell Oil Co" en „Amax" voor de exploitatie van steenkoollagen warvan de voorraden op zes miljard ton geschat wor den. De Crows hebben een deskundige inge huurd, Lipton, die reeds tweeëntwintig re- percent van de nog onontgonnen aai en olievoorkomens bevinden zich o| diaans grondgebied. De Indianen, die nu nog maar eeri percent van de Amerikaanse bevd uitmaken, hebben de laatste eeuw evi nog nauwelijks enige politieke macht. De Indianen, een zwijgende minderH groep, zijn in hun reservaten gea waar zij vaak een armoedig bestaan 1< Volgens cijfers verstrekt door de „V ging voor Amerikaans-Indiaanse genheden", een van de organisaties c Indianen vertegenwoordigen, bedraa levensverwachting van de Indianen ii 46 jaar tegen 70 jaar voor de blankei gemiddeld jaarlijks inkomen bec nauwelijks een vierde van het nati gemiddelde, 58 procent der Indianen ten vóór de schoolplichtige leeftijd z< diploma de school en 40 procent val „Stage Door", „Tobacco Road" en "Key Largo". Zijn filmde buut was in 1949 „Adam's Rib" met Spencer Tracy, Katharine Hepburn en Judy Holliday. Over de verhuizing van het theater-geile New York naar het snobistisch Hollywood: „In New York was en is men veel kritischer. Had je een premie re, dan wist je reeds na het tweede bedrijf of het stuk een hit zou worden. Hier in Holly wood vindt iedereen in het vak alles prima. Oorzaak is, dat het vaak tien maanden duurt voor dat een film in première gaat. Intussen is iedereen met ande re zaken bezig. Kritiek raakt je dan nog wel, maar het heeft lang niet zo'n verstrekkende gevolgen als in New York. Daar kost het je geld". En over Hollywood in de vijfti- VRIJDAG 5 MEI 1978 LEIDSE COURANT PAGINA 14» ZZZZZ2 I LOS ANGELES Ineens staat er een pom peuze secretaresse voor onze neus. Uitbundig schalt ze door de over volle hal van de lun chroom van Universal Studio's: „Wat fijn je weer te zien, Tom". En laat zich gewillig op haar gepoederde wang kussen. Dan pas stoten enkele wachtenden voor de luxueuze personeels- kantine elkaar aan en sissen: „Daar heb je Tom Ewell, je weet wel...". Dit tafereel typeert hoe vergan kelijk roem in feite is. Zeker in Hollywood, waar sterren rij zen en vallen als vuurwerk op Oudejaarsavond. In het sche merdonker van de met donker rode skai beklede lunchroom haalt de filmster theatraal zijn afgezakte schouders op „Roem is als een bloem. In de lente ontluikt ze om in de herfst door de wind te worden meege nomen...". Drie-en-twintig jaar geleden was Amerika stinkend jaloers op Tom Ewell (toen 46 jaar). Als de onbestorven weduwnaar Richard Sherman werd hij in „The Seven Year Itch" vertroe teld door The Girl ofwel de legendarische Marilyn Monroe. En nog geen zes jaar later ra votte hij met Amerika's vlees geworden zandloper Jayne Mansfield in „The Girl Can't Help It" Voor zijn rol in „The Seven Year Itch" is Tom Ewell gren zeloos bejubeld. De New York Daily Mirror juichte in 1955: „Als je boven La Monroe weet uit te stijgen door met haar film aan de haal te gaan, ben je van grote klasse. Tom Ewell is dan ook grote klasse". Als ik dit fragment aanhaal lijkt het hem niets meer te doen. Later in ons gesprek krijgt Ewell er pas een kick van. De dunne haren glad strijkend, zegt hij: „Wat moet ik nou met zo'n terugblik... Waar is het goed voor? Zelf kijk ik nooit terug in mijn verleden. Als je dat teveel doet, zie je op een kwade dag die sloot niet liggen, begrijp je. Tuurlijk schaam ik me niet voor mijn successen. Maar en nu citeer ik Judy Holliday een groot succes wordt al gauw „a monkey on your back", een vorm van zelf bedrog. Kijk, Judy, die tegen over mij woonde in New York, won een Oscar in 1951 voor haar „Born Yesterday". Sinds dien wilde het publiek haar uitsluitend als in „Bom Yester day" zien spelen. Hetzelfde is mij overkomen na „The Seven Year Itch". Iedereen zag in mij de ideale timide dagdromer. En dan te bedenken, dat zelfs mijn vrouw me niet herkende in de rol van dromerige echtgenoot. Zo'n succes drukt een stempel op je verdere carrière. Het pu bliek weigert je in andere rol len dan die uit „The Seven Year Itch" te erkennen". Gromt tergend langzaam: „Laatst belde me nog iemand op uit New York. Of ik op nieuw in „The Seven Year It ch" wilde spelen. Ik was stom verbaasd, maar nog genoeg bij mijn verstand om hem voor volslagen idioot uit te schelden. Op mijn leeftijd een lichtblo- zende echtgenoot spelen... Be grijp me goed, ik ben ontzet tend dankbaar, dat men mij destijds heeft uitverkoren voor de hoofdrol naast La Monroe". Gaat wat rechter achter zijn kommetje onbespoten sla zitten en vervolgt: „Vlak voor dat aanbod zei ik tegen mijn vrouw: Liefje, ik ben al dik over de veertig. Succes heb ik nooit gehad. En het ziet er niet naar uit, dat ik het ooit zal krijgen. Dus laten we vanaf nu het leven maar nemen zoals het zich aandient. Geen aspiraties, niks geen dagdromerij. Ge woon proberen een goede ac teur te blijven... Toen „The Se ven Year Itch" als een bom was ingeslagen zei ik tegen mijn vrouw: Liefje, herinner je je ons gesprek nog over onze toekomst? Ja, antwoordde ze, maar ik wist ook, dat je er geen bal van meende...". Als men wat uitgebreider wil ingaan op zijn benijdenswaar dige loopbaan als filmacteur, verzoekt Ewell meer vriende lijk dan dringend hem niet las tig te vallen met vragen als: vindt u Monroe beter acteren dan Mansfield? „In ons vak horen collega's niet over colle ges te oordelen. Daar hebben wij juist het publiek voor. Al leen de massa maakt uit wie van ons goed, beter, best is". Met de vraag: hoe was het om met Marilyn op te trekken, Publiciteitsman Tom Ewell zangeres maken in ,,The girl juist in een periode dat ze in scheiding lag met haar tweede man Joe Dimaggio, heeft Tom geen enkele moeite. „Vergeet niet, dat ik van meet af aan bijzonder enthousiast was over het script van deze film. Ik was zelfs zo gefascineerd, dat ik vergat uit de trein te stappen. Drie stations verder keek ik pas op uit het draaiboek. Maar terugkomend op jouw vraag... met La Monroe acteren was een uitputtende, onvergetelijke belevenis. Uitputtend, omdat er nauwelijks met haar viel sa men te werken. Daar was ze zelf schuldig aan. Monroe leed aan een onmetelijk minder waardigheidscomplex. Ze meende werkelijk, dat ze als actrice een grote nul was. Dat maakte haar erg onzeker, wat ze overigens verborg achter een ontembare drang naar er kenning en bewondering. Met als gevolg, dat niet één scene uit „The Seven Year Itch" min der dan zeventig keer moest worden gespeeld, üeestelijk knapte ik daar volledig op af. Regisseur Billy Wilder had me moet van de talentarme J can't help it". wel gewaarschuwd. Hij zei dat Marilyn ontzettend veel „takes" nodig zou hebben, voordat het aanvaardbaar was. Om de op names te overleven gaf Wilder me het volgende advies mee: denk bij „take one": dit is de eerste dag van een eindeloze repetitie. Bij „take 33" denk je: nu pas zit de scène aardig in de grondverf. En bij "take 68" moet je maar denken, dat we overmorgen de première heb ben. Een lijdensweg dus. Maar het neemt niet weg, dat Mari lyn een bewonderenswaardige persoonlijkheid was". Zijn echte naam is Yewell Tompkins, enig kind uit een boerengezin in Owensboro, Kentucky. Amper drie jaar was hij, toen zijn ouders uit elkaar gingen, waarna Yewell de achternaam kreeg van zijn moeder. Vanaf zijn zesde wilde hij acteur worden. Binnen de familie was dat allerminst een achtenswaardig beroep. Advo caat had meer toekomst en stijl. Dus werd Yewell naar de universiteit van Wisconsin ge stuurd, waar hij zich echter Mansfield een gevierd meer inspande om de jaarlijkse Kentucky declamatiewedstrijd te winnen. „Toen ik gewonnen had moest ik vlak daarna een dronken acteur vervangen. Vanaf dat moment zag nie mand me nog advocaat wor den", lacht hij bijna een halve eeuw later. Alles wat herinnert aan zijn college-jaar is zijn hui dige naam Tom Ewell. „In die tijd ging ik met een meisje, dat me liever Tom dan Yewell noemde. Daar ik echter niet zo kapot was van Tom Tompkins, vonden we elkaar op Tom Ewell". Wijzend naar de lege tafeltjes achter ons: „Bijna iedereen wil graag vooraan in de lunchroom zitten. Dan vallen ze op, be grijp je. En willen opvallen is juist het gevolg van onzeker heid. Kijk maar naar Marilyn en Jayne Mansfield. Hun nei ging om op te vallen was neu rotisch". Als ik me hardop af vraag, waarom hij destijds zo onzeker was om dit opvallend beroep te kiezen, gooit Tom het roestige hoofd in de nek en snauwt: „Voor dat antwoord Tom Ewell, die pas op zijn veertigste jaar doorbrak naar de top van Hollywood voor een körte maar spectaculaire carrière. moet ik weer terug naar de canapé bij de psychiater. Zo'n dertig jaar geleden heb ik daar, mede vanwege mijn drank zucht, vier jaar lang op gele gen. Dat lijkt me voldoende in een mensenleven. Andere vraag, graag". Als ik die niet meteen stel verontschuldigt hij zich: „Ach, net als iedereen had ook ik toentertijd moeite met volwassen worden". Zijn weg naar de top (in 1958 bereikt met de „Seven Year Itch", gevolgd door „The Girl Can't Help It" en in 1961 met „Tender is The Night") was lang en vaak uitzichtloos. Na exact 28 flops op Broadway in New York („de meeste waren alleen in- commerciële zin een flop") moest hij als marine-offi cier de oorlog in. Ofschoon de oorlogservaring beperkt bleef tot het tijdig ont dekken van een Duitse U-boot en het overlevpn van een lucht aanval in de haven van Mar seille, hield de gevoelige boe renzoon uit Kentucky er toch een gevoelige knauw aan over. „Tegen het einde van de oorlog was ik op een avond stomdron ken geworden in een kroeg m New York. Toen ik de volgende ochtend vlak voor mijn hotel de straat wilde oversteken bleef ik van pure doodsangst aan de grond genageld. Zeker tien minuten heb ik daar op het trottoir gestaan in de hoop, dat de angst voor een dodelijk ongeluk zou wegebben. Toen ben ik maar weer het hotel ingegaan. Aan de bar pakte ik een stevige whisky. Eenmaal op mijn kamer nam ik een heet bad. Bijna drie uur later durf de ik de straat pas over te steken. Kort daarop heb ik de ze paranoïde aanval bij enkele vrienden in Washington ge meld. Ik kreeg drie weken ver lof, die ik doorbracht op mijn boerderij in Kentucky. Twee dozijn eieren, een paar sloffen sigaretten en de nodige drank hebben me er toen weer boven op gebracht. Na de oorlog ben ik ook van de drank geraakt. Sinds dertig jaar raak ik geen druppel meer aan. Noteer dat nou maar, want er zijn al ge noeg roddelpraatjes over mijn drankzucht rondgestrooid". Na de oorlog oogstte de kortge knipte Tom Ewell steeds meer applaus in toneelstukken als Tom Ewell in een van zijn glansrollen als brave in snikheet New York achtergel* huisvader met buurvrouw Marilyn Monroe aan de piano in Billy Wilder's „The s[ year itch". ger jaren, vergeleken met Hol lywood anno 1978: „Toen was je alleen als filmster belang rijk. Nu is de macht aan de televisie. Een ding is hetzelfde gebleven: mits je succes oogst, ben je de koning te rijk. En net als nu wilde ook toentertijd iedereen de top bereiken. Want in showbusiness is het doorlo pend spitsuur". De zestiger jaren begonnen voor Tom Ewell zoals de jaren vijftig waren geëindigd: succes vol en veelbelovend. Op 'n Os car na heeft hij alle onder scheidingen, die er in zijn divi sie te verdienen zijn, in de wacht gesleept. Maar na „The Girl Can't Help It" en „State Fair" raakte hij in de verdruk king. „Ik zat plotseling in de herfst van mijn carrière. De bloem van het succes hing al behoorlijk slap", herinnert Ewell zich zonder mopperen. „Gelukkig had en heb ik nog steeds een goed huwelijk, een dierbare zoon, die nu rechten studeert (grijnst breed), een rustige boerderij in Kentucky, geluk bij de paardenraces en mijn honden... Ik merkte vrij snel dat niet het succes maar het falen regel is in deze we reld van glamour en show., Succes komt maar af en toe bij je langs. Mislukkingen zijn bij de meesten van ons kind aan huis". „Daarom houd ik ook niet van achterom kijken. Ik had twaalf plakboeken. Op een na heb ik ze stuk voor stuk verscheurd. Dat ene plakboek heeft nu mijn zoon... Want wil je de herfst van je leven overwinnen, dan moet je vooruit blikken naar de winter. Dat betekent plannen maken, actief blijven. Deze zomer speel ik de hoof drol in de „Story van Clarence Darrow", een advocaat uit Chi cago, die in zijn leven altijd en «met verve op de bres heeft gestaan voor de „underdog". Henry Fonda heeft die rol ook voor televisie gespeeld. Mijn vrouw zegt, dat ik beter zal zijn dan Henry. Ik twijfel daar Tom Ewell moet wel naar an der werk uitzien, want met „Baretta" is het voorgoed afge lopen. Universal Studios heeft nog voor een heel seizoen afle veringen in de kast liggen. Bijna drie jaar geleden kreeg de toen werkloze Ewell een te lefoontje van Robert Blake. „Of ik me maar wilde melden bij Universal, want Robert had me nodig voor de rol van Billy Truman, de gepensioneerde po litieagent alias pensionhouder. Robert's vrouw had me aanbe volen, omdat ik haar goe behandeld toen ik nog televisie was met de Ewell Show". Ik was allerminst de keus van U sal, noch van de regisseur staan van de televisie schappij, die „Baretta" zo zenden". „Waarom niet", vraag il baasd. „Ik geef er de voorkeur a reden niet te weten", ze strak en vervolgt, „Toen de studio aanwam voor h licitatiegesprek nam Robe apart en zei: laat ze ma; wehoeren. Jij bent en mijn man. Er werd toei compromis gesloten. Ik 2 de eerste aflevering als Truman debuteren zonde zicht op een contract. Ree drie afleveringen kwam; heren van Universal echt me af met de vraag of zin had in een meerjarig t tract. Ik klapte bijna vann de: „Barst met je contra r blijf in deze serie zolanj bert Blake me hebben wil Toen de kijk- en waarde cijfers voor „Baretta" ei weken zakten stond \t mijn agent aan me te tn om asjeblieft het zinl schip voortijdig te verlate ook hij kon barsten. Als retta" toch moest verz 1 dan met mij aan zijn zijde 1 Vergeet niet, dat hij mij v Hollywood-mesthoop h; toen niemand me meer z; ten. Op het afscheidsfees „Baretta" heb ik Robert ook een persoonlijk b overhandigd met als in „Dank je... was getekend zarus Bij de Universal-p houdt Tom Ewell de pas in. „We hel het lang gehad overp ces en de betrekke heid daarvan. Li stuurde iemand me brief, geadresseerd Ewell, Universal Stu Via mijn vakbond, Screen Actors G kreeg ik die brief zorgd. Universal ha een stempel op gedi Bij Ons Niet Beke Vroeger zou ik uit i vel zijn gesprongen, vind ik het „funny heil", verdomd graj Zijn lach klinkt ietp hard.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 14