Wil Sorel: Leidse Vlaming die zichzelf weer ontdekt heeft De baas verhuisde, Karei bleef achter Voorschoten gaat zomerse weekeinden verlevendigen ALKEMADES OUDSTE MONUMENT WORDT GERESTAUREERD LEIDSE COURANT ZATERDAG 8 APRIL 1978 PAGINA 5 Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien eri elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. Alkemade is rijk aan natuurlijke schoonheid, geaccentueerd door rustieke plekjes met molens en boerderijen. Monumenten in de zin van „oude gebouwen" heeft deze gemeente niet bepaald veel, maar we kunnen toch vertellen, dat het oudste monument van Alkemade gerestaureerd gaat worden. Het is de boerderij Boek- horsterweg 1 in de buurtschap Zevenhuizen bij Oud Ade. Een vervallen zaak die een jaar gele den werd gekocht door de Veense projectontwikkelaar Pieter van Ruiten, die „gegrepen werd door de charme van de oude boerderij, met het bakhuisje erbij zoals de ontwikkelaar het stelde. Dankzij ook de grote medewerking van de dienst Openbare Werken van Al kemade kan nu met de vernieuw de werkzaamheden worden be gonnen. in de Lage Boekhorst oude oven gaat weer in het bakhuisje, in de achtermuur waarvan de nieuwe stenen worden vervangen door oude, die gele verd worden via Monumentenzorg. Dat één en ander geen sinecure is wordt wel bewezen door een paar boerderij muren die 50 cm soms „geweken" zijn en bijkans bol staan. Hoe dan ook, de authenticiteit wordt weer opgevijzeld, daar staat het architectenbureau Van Dam, Van der Sterre en Van Straten in Leiderdorp borg De boerderij wordt al aangeduid op een kaart uit ca. 1615. Trouwens het Rijnland huis in Leiden (van het hoogheemraad schap dus) bezit nog meer oude kaarten met de hoeve, die eens behoorde tot de heerlijkheid De Lage en Vrije Boeckhorst. In de bunderboeken van Rijnland wordt Kater Karei, diep teleurgesteld in zijn voormalige verzorger Men kan het geloven of niet, maar als er niet erg wordt opgepast is Voor schoten over enige tijd een slaapdorp. Het heeft er van weg dit begrijp ik althans na ontvangen informatie dat er nauwelijks gewerkt wordt om den brode, slechts gewoond en gesla pen, maar dat toch ondanks dit alles het verenigingsleven er nog niet op z'n rug ligt. Nu is het een feit, dat het in Voorschoten best fijn wonen is, maar juist tijdens de weekeinden tij dens het zomerseizoen duiken er pro blemen op. Dan schijnt het grootste deel van de gemeente op één oor te liggen. Dat komt allemaal omdat Voorschoten een typisch forensen dorp is; meer dan 90 pet. van de „arbeidsplaatsen" ligt buiten deze ge meente. In hun vrije tijd houden veel Voorschotenaren zich nog bezig in het verenigingsleven, dat vooral op sport gebied bloeit. Maar in de weekeinden verlaten velen het dorp en trekken zich dan terug in hun boot, caravan of „tweede huis" elders. Doom in het oog van lieden die het liever anders zagen gebeuren. Zo is er het comité „Verlevendiging Dorp", dat komend seizoen voor het derde jaar gaat proberen om Voor schoten met name in de weekeinden leefbaar te houden. Nu gaat het pad van deze ijveraars niet over rozen. Men had het dorp in de zomermaanden graag in feesttooi gezien, maar wat dit betreft schijnt men te stuiten op een, bijvoorbeeld, totaal gebrek aan medewerking van de plaatselijke winkeliers, met uitzondering van de „middenstand" op de Voorstraat. „Ver levendiging Dorp" zit evenwel niet bij de pak ken neer en onverdroten gaat het comité er weer tegenaan met o.a. geprolongeerde toppers van vorig jaar: sportactiviteiten van gymnas tiekvereniging Avanti, beklimming van de dorpstoren, ruilbeurs voor kinderen, geranium- markt en de grote rommelmarkt. Nog deze maand wordt het volledige programma ter verlevendiging bekendgemaakt in „Raad huisklanken", het gemeentelijk voorlichtings blad. Vermoed wordt, dat er steeds meer verenigin gen zijn die in de „stille periode" wat willen ondernemen. Verder gaat wethouder Marselis „prikken" bij de middenstand. De sportweek in elk geval (georganiseerd door SVLV en Randstadsport) belooft een hoogtepunt te wor den met o.a. wedstrijden tegen de profs van Volendam, oud-Holland Sport tegen prominen ten van Voorschoten en een hele serie jeugd wedstrijden. Verder komt er veel muziek in het zomerse leven van het dorp. Daar zorgen de muziekverenigingen voor, dit o.a. ter afwisse ling van de inmiddels erg bekende orgel- en beiaardconcerten in de oude dorpskerk. Willy Sorel, Antwerps zondagskind, 35 jaar ge leden in het hart van Vlaanderen geboren. Van aristocratische Franse afkomst, met betovergrootouders die als revolutieslachtoffers de vrijheid, gelijkheid en broederschap angstwekkend bijgelicht door de guillotine ont vluchtten en zich settel den in Oostende, later in „d'n Anvers". Hier ging emigré Sorel handel drijven in aardappels en fruit. Maar Wil dreef in een andere richting, toen hij als hummel in de naoorlogse jaren te maken kreeg met het „volkse leven" in de stad Antwerpen. Via een intellectuele oom, die in antiek deed, kwam hij in contact met oude meesters en hun werken die in de rijke Vlaamse, vooral Antwerpse, mu sea hangen. In die we reld gingen zijn ogen open. Navrante beeld spraak: drie jaar gele den gingen zijn ogen bij na dicht, toen hij tachtig procent van zijn ge zichtsvermogen verloor. Wil Sorel is een bovenste beste Oost-Vlaming, die via een gra fische opleiding en druktech nieken, een in de avonduren doorworstelde academie voor schone kunsten (waar hij tot vervelens toe Griekse en Ro meinse beelden moest zitten natekenen) in het Hollandse Leiden terecht is gekomen. Behept met een niet te ont vreemden hang naar een mi croscopische wereld. Daar heeft Sorel die met eeuwig- heidsvoorwaarden opstaat en naar bed gaat z'n ziel aan verpand. Elf jaar terug werkte Wil Sorel, op de weg terug hij in het Hollandse in de gra fische sector en een jaar in het Creatief Centrum van Voor schoten dat hij runde en waar hij begon te werken met pot lood. „Ik maakte vlakjes, zwart-wit, in een grafische stijl. Daarna ben ik er figuren in gaan brengen, waardoor het geheel uitgroeide tot een mys tieke voorstelling, tegen het surrealisme aan". In die tijd werd Wil Sorel lid van de Haagse Kunstkring, waar hij ook exposeerde. Het verhaal zou bijna eentonig kunnen worden, ware het niet dat Sorel een formidabele handicap kreeg toen zijn ogen het begaven. Acht weken zie kenhuis; nooit heeft men de oorzaak van de bijna blindma kende aandoening kunnen vin den. Een half jaar liep Sorel met z'n ziel onder de arm rond. Herkende niemand op straat; z'n naaste kennissen en vrienden konden hem rake lings voorbijgaan zonder dat hij ze zag „Die jongen heeft het niet best", zeiden ze toen. Maar geestelijk bleef de Ant werpse knaap op de been; een ander zou dan allang als „pro bleem" aan het afschrijven toe zijn. Sorel heeft het gered. Daar was misschien die „toe vallige ontmoeting" met een meisje voor nodig. „Wat ik toen beleefde, heeft me ertoe aangezet om toch weer bezig te zijn met iets op papier te zetten en om mezelf terug te vinden. Ik had toen al een periode achter de rug, waarin ik met het theaterleven in aanraking was gekomen en waardoor mijn produktiviteit tot bijna nihil was geslonken. Die spirituele „push" van een jaartje geleden heeft me ge holpen; langzaam kreeg ik weer perspectief om toch door te zetten. In december van het vorig jaar heb ik in een paar maanden tijd een enorme pro- duktie gemaakt. Het was gek kenwerk, op de tast, maar op het papier begon mijn wereld weer te leven. M'n ogen kon den iets beter waarnemen, maar niet voldoende om te kunnen lezen. Ik kan nu een beetje schrijven; teevee kijken gaat moeilijk, van gedetail leerd zien heb ik nog geen kaas gegeten. Ik ben met zo wat alles opnieuw moeten starten". Twee maanden lang werkte Sorel keihard. Hij is nu niet meer te stoppen. Mappen met ingekrante tekeningen komen tevoorschijn. Iedere dag is hij met pastel bezig: „Dat is een prettige materie om mee te werken; als je het vernist, krijg je het effect alsof het geschilderd is. Ik heb gepro beerd te schilderen met olie verf, maar dat lijkt nog ner gens op". „Zie je wat je te kent?", wilde ik weten. „Nee, niet precies. Het belangrijkste voor mij is de psyche-erken- ning van m'n eigen ik. Daar door ben ik zelfstandig en als zelfstandige mens kan ik openstaan voor anderen". In Sorel's werk dat zowel de geïnspireerde vakman als het met veel moeite bijna herwon nen zelfrespect, vooral in z'n zwart-witte uitdrukkingen, verraadt staat de mens cen traal, zoals dat heet. Zijn „mens" is doorgaans een be paalde „mens", een gekende persoon, die geplaatst is in het zicht van Wil Sorel op de na- tuur. „Heb het nou niet aldoor over mijn ogen. Dat helpt tot niets. Het zijn niet alleen de ogen die de spiegel der ziel zijn, ook de andere zintuigen vormen die spiegel waarin een ander wordt waargenomen. Dat gaat Kinderen, recentelijk „ingedraaid" tot een ontroerend zwart-wit portret. tot en met het smaken, de reukzin, het gehoor, de tastzin. Als ik teken, heb ik iets in het hoofd, en via m'n handen, die voor een deel m'n ogen zijn geworden, komt het op papier. Buiten het bewustzijn bijna komt iets tot stand". Sorel zegt een filosofie te hebben opge bouwd „uit het oerbeginsel van de beweging: de spiraal, de cirkel. Zo werkt hij ook, met een grote zeggingskracht, vanuit het niets, vertrekt hij vanuit de cirkel en zoiets neemt menselijke en ontroe rende vormen aan. Het licht spaart Sorel uit in het zwart dat hij op het papier „draait". Een geijkte kunstenaar, die zich niet „artiest" wil noemen, in de Leidse Lopsenstraat. Ik maak me sterk, dat Sorel in de contraprestatie zit. Na tuurlijk zit hij in de contra prestatie. Je „kunt" niet voor de volle honderd procent; er zijn geen opdrachten, je kan alleen functioneren door vor men uit te zetten waar nie mand om vraagt. Een werklo ze bouwvakker om maar eens een volksheilige te noe men hoeft niets contra te presteren, maar als je alleen maar met verf, een potlood of pastel of met vreemdsoortige of voor de hand liggende plas tieken uit de voeten kunt, moet je iets tegenover de uit kering kunnen stellen. De Ne derlandse sociale verzorging staat voor niets. Sorel ligt daar niet van wakker; hij laat zijn ziel op papier het werk doen. Nieuwe Sorel in op bouw. Evoluerend naar z'n principiële, originele mystieke uitgangspunt „Want daar wil ik, als de geest en m'n ogen me niet verlaten, weer naar toe". Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond beschreven die in het asiel verblijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschreven honden zijn alle door hondenbezitters naar het asiel gebracht. Om uiteenlopende redenen, vaak begrijpelijk, maar soms ook volslagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschre ven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van ca. 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel. Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 131670. Geopend di. t/m vr. 10.00-12.00 en 14.00-17.00 uur. Zaterdag van 10.00-12.00 en 14.00-16.00 uur. Zondag en maandag gesloten. Maar Kareis baas kwam niet meer terug. Die had het veel te druk met het inrich ten van zijn nieuwe huisen verspilde geen gedachte meer aan zijn oude trouwe kat. De vroegere buren daarentegen wel. Zij zagen Karei enigszins verloren op de stoep zitten en begrepen aanvankelijk niet waarom die kat niet was meegeno men. Ze begrijpen het overigens nog niet. Ze bleven echter niet stil zitten maar zetten het voor een kat noodzakelijke voedsel bij Karei neer. Dat eten was in voorraad en indirect ook de reden waar om Karei niet bij de buren naar binnen kon. Het verleden had geleerd dat Karei niet op kon schieten met de daar reeds aanwezige poezen. Of andersom, want er wordt niet gediscrimineerd. Karei moest dus buiten blijven en voor een kat van zijn leeftijd is dat geen pretje meer. Uit puur medelijden werd Karei dan ook naar het asiel gebracht Alwaar hij nu een week vertoeft. Omringd met de goede zorgen van Wil Tiele. Want een kat met de respectabele leeftijd van twaalf jaar dient ook met respect behandeld te wor den. Vandaar ook dat Karei in deze rubriek voorrang krijgt. Veel tijd zal Karei logischerwijs niet overhebben. Hij is kerngezond, dat wel. En hij ziet er nog indrukwekkend uit. Zijn vacht is nog steeds vol en prachtig van kleur. Rood bruin met wit op de borst. Uiteraard is Karei wat bezadigd geworden en is be slist niet meer geschikt voor een jong gezin. Tenzij ze hem volledig met rust laten. Karei zou beter op zijn plaats zijn bij een wat oudere alleenstaande. Lekker voor de kachel of de hele dag op schoot. In tegenstelling tot alle andere dieren uit het asiel is Karei gratis af te halen aan de bekende Besjeslaan waar het asiel gevestigd is. Bormy Goed nieuws over de afdeling honden. Bormy, de Dalmatiër van de vorige week werd afgelopen dinsdag afgehaald door een echtpaar uit Zoeterwoude. Bianca die al een aantal weken geleden in deze rubriek verscheen, werd aanvankelijk wel onder dak gebracht maar het bleek niet te bevallen. Ook zij heeft wederom een nieuw thuis gevonden. Dat had Karei nooit gedacht. Dat hij op zijn oude dag nog eens zo door zijn baas bedrogen zou worden. Twaalf jaar lang heeft Karei, zijn baas trouw gediend en, gezien de tijdsduur, kwam de trouw niet alleen van Kareis kant. Deze kater ont ving zonder twijfel bijzonder veel liefde van zijn baas. Des te merkwaardiger zijn dan ook de gebeurtenissen van drie we ken geleden. Toen werden de, overigens al lang vaststaande verhuisplannen uitge voerd. 's Morgens kwam de verhuiswagen voor en alle huisraad werd ingeladen. Toen het huis leeg was en de gezinsleden aanstalten maakten het oude huis te ver laten, dacht Karei niet anders dan dat hij ook met de familie mee mocht. Uit zichzelf liep hij dan ook naar de auto waar iedereen instapte. En toen kreeg Karei de schrik van zijn leven! De deur werd vlak voor zijn neus dichtgeslagen en het scheelde niet veel of Karei had er tussen gezeten. En nog begreep de kater het niet. Hij besloot dan maar zo lang voor het huis te gaan zitten en te wachten tot de baas met aanverwante artikelen weer terug zou komen. Als het aan Karei had gelegen zat hij er nu nog!. voor het eerst als eigenaar genoemd Jan Vink, die er in 1832 kwam wonen. De laatste boer G. G. Tersteeg, die er van 1944 tot 1976 in woonde en er nog Leidse kaas maakte; het „kaasgèrei" krijgt weer een plaatsje in de straks gerestaureerde „17e eeuwse boerderij onder neten wolfs- dak", zoals het type officieel genoemd wordt. Alles ten profijte van ontwikkelaar Van Ruiten en tot meerdere eer en glorie van een buurtschap waarvan het gezicht op deze manier behouden blijft. Zo gaat de Boekhorst nog lang niet verloren. In het Aardrijkskundig woordenboek der Neder landen (gedrukt te Gorinchem bij Jacobus Noordwijn, in 1840) wordt de Boekhorst vermeld: „Hooge Boekhorst ligt bij de duinen, de Vrije en Lage Boekhorst grenst in het noorden aan Alkemade, in het oosten aan de Zevenhuizerpolder, in het zuiden aan de Vrouwenvennepolder, in het westen aan de Zweilandpolder. De oppervlakte bedraagt ruim 35 bunders. De Hooge Boekhorst bevat slechts 6 ver strooid liggende huizen en telt 60 inwo ners, die meest hun bestaan vinden in de landbouw. Alle inwoners zijn Rooms Ca- tholijk. Thans is de gemeente eigendom van de heer H. Evenspoel te Brussel". De Evenspoelers kunnen er nu naar fluiten. Het oudste monument van Alkemade: Boekhorsterweg 1.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 5