Ondanks hartluchtbruggen groeit wachtlijst kte AMSTERDAM De laaiende hartstocht, die de 31-jarige treinmachinist Chris Mak 11 vanaf zijn prille jeugd verteert, is verduidelijk aan grenzen gebonden. Een ejaarde Dakota kan hem nog steeds tot rrische hoogte opzwepen. En dat geldt veneens voor een DC-4 en een DC-6. Ook ver de Convair en de Constellation wil ij geen kwaad woord horen. Maar daar- lee heb je het wat hem betreft dan wel ehad. Alles wat daarna aan technisch rnuft uit de fabriekshallen is gerold, m regelrecht naar de schroothoop ver- lizen. i zijn flat in Amsterdam-Osdorp wordt ij bij wind uit het oosten steevast getrac- ;erd op het gehuil van zwaarlijvige Jum- ojets, die uit het zwerk naar de beruchte ichiphol-baan 09 dalen. „Natuurlijk weet donders goed, wat er boven je hoofd angt, als je in deze buurt een flat huurt," eeft hij toe, „maar toch wen je er nooit elemaal aan. Die krengen passeren hier p een hoogte van nog geen zeshonderd leter en soms heb je het gevoel, dat ze het raam van de voorkamer binnen- liegen. Dat is ongelooflijk. In onze slaap- amer dansen de sierpotjes dan spastisch p de plank en het ijzeren theeblad in de ;euken slaat een roffel tegen de ruit. Nee, lie moderne kisten zijn allemaal één pot lat. Het zijn vliegende computers gewor- en, die volgestouwd zijn met electroni- che vondsten. Maar een ziel hebben ze t meer. Het kloppend hart hebben ze uitgerukt. Je hoort het zelfs aan het I C 'eluid, dat ze produceren. Het lijkt waar- chtig wel een STER-spotje uit de hel. Ze leien en gillen als verdoemden, die voor euwig moeten branden in het duivels Yee, dan een Dakota, zo'n ouwe, trouwe )C-3. die met zijn neus in de wind tegen Ie wolken vecht. Als die passeert hoort Wak hem hijgen als een postpaard. Dat is iuziek uit de zevende hemel, een symfonie 'an snikken en grimlachjes, van rochels ;n reutels. Zo'n zelfde geluid maken trou wens alle vliegtuigen met zuigermotoren )aar wordt tenminste nog eerlijk ge- woegd en geploeterd om vooruit te ko nen Als je dat vergelijkt met straalmoto ren kun je maar tot één conclusie komen: eg weg met de jet, naar de bliksem met die moderne pokkenherrie. Van de zijde van Chris Mak derhalve geen pleidooi voor de moderne luchtvaart Maar ook geen liefdesverklaring tegenover de doodkisten van triplex, zeildoek en staal draad, waarin de koene pioniers rond de eeuwwisseling kortstondig aan de aarde ontstegen. „Dat is leuk voor een rariteiten kabinet," meent hij, „aardig voor mensen, die van bouwdozen houden. Maar ik word persoonlijk niet warm of koud van die krakemikkerige schoenendozen. Dat is ook geen vliegen meer, dat is een soort haasje- over met lange afstandsbediening. Met echt vliegen heeft het al evenmin iets te maken als het voortdenderen in een DC-10 of een Boeing 747. Je kunt 20 uur in een jumbojet zitten en nog steeds denken dat je op de grond staat Er trilt niks en er bijna nooit wat mis. En dan staat er ook nog in de advertenties, dat je in zo'n kist een gulden op zijn kant op je klapta feltje kunt zetten? Nou en? Wat koop ik daar nou voor?" ne W; \lTll Chris Mak: ,,Een rondvlucht in de laatste Constellation. Is dat niet ge weldig?" Een duidelijke zaak: om Chris Mak op zijn vrije ochtend mild te stemmen moet je niet bij hem aan boord komen met de spectacu laire vorderingen in de internationale luchtvaart. Hij gaat weliswaar zo'n vier keer per week naar Schiphol om met zijn verrekijker de diverse vliegbewegingen te observeren. Maar dat doet hij ook alleen maar omdat hij op de promenade van het stationsgebouw lotsverbonden broeders vindt, die zijn aangestoken door dezelfde bacil met vliegende stip, die hij ook onder de leden heeft. „Dat is het aardige," zegt hij tevreden, „je praat met echte hobbyis ten, ze zitten op de golflengte waarop jij ook zit. Je wisselt ervaringen uit en je ruilt eens een dia of een foto." „Fanaten zijn het," beslist zijn vrouw, die aan de andere kant van de kamer de broosheid van het huiselijk geluk volledig transparant maakt, „ze kunnen over niks anders praten dan over die stomme vlieg tuigen. Elk uurtje, dat hij over heeft, zit hij ellenlange brieven te schrijven aan freaks in de hele wereld. Soms wel twintig brieven per week pent meneer bij elkaar. Fanaten zijn het." „Ze heeft gelijk," meent Chris Mak, „als je zo'n hobby hebt als ik ben je in de ogen van een ander al gauw een zonderling. Dat hebben treingekken ook. Die kunnen ook over niks anders praten dan over stoom treinen. Je zult ze nooit onder mekaar zien bekvechten over een elektrische trein, want dat vinden ze maar niks. En terecht, want als het spoor je ter harte gaat wil je rook en roet zien. Dat hoort erbij. Ik zat laatst met mijn vrouw in de trein naar Parijs en toen kwam er zo'n gezelschap treinofielen binnen. Die gingen naar Bil bao om een ouwe tram te bekijken." „Hou op, hou op," roept zijn vrouw bezwe rend, „onderweg zaten ze de hele tijd met hun neus tegen de ramen geplakt. En als er weer iemand een rookpluimpje zag, begon het stel gelijk te brullen: Jongens, ik zie een echte locomotief. Ik vond het bar gênant. Ja, want vergis je niet. Het waren geen kinderen. Nee, het waren vol wassen kerels zoals Chris." Machinist Mak zendt haar een tedere glim lach. Hij kan het ook niet helpen, dat zijn missie allerwegen op onbegrip stuit. Als zijn vader geen verkeersleider op Schiphol was geweest en zijn moeder niet gewerkt had bij de catering van de KLM, zat hij nu wellicht ongetande Willem Drie-zegels te weken in een teiltje water. Zo nauw luistert dat op dit ondermaanse. Maar bij hem heeft het vliegen er van meet af aan ingezeten. Als kind ging hij al dagelijks naar Schiphol om zijn vader af te halen en vanaf die tijd heeft hij de vliegtuigben- zine als een opiumschuiver ingeademd. Later kreeg hij ook nog een fototoestel van zijn vader in bruikleen en toen was er geen houden meer aan. Hij heeft nu een verza meling van 18.000 dia's, waarvan hij de helft zelf heeft gemaakt. Haarscherpe op namen van Dakota's en van toestellen van het type DC-4, DC-6, Convair en Constella- En over de Constellation wil hij het van daag met name hebben. Deze legendari sche vogel staat namelijk op het punt om uit te sterven. En Mak wil met zijn trouwe gabbers nog één keer in zo'n kist de hoogte krijgen voordat het laatste exemplaar in de gehaktmolen verdwijnt. Hij heeft inmid dels al achterhaald, dat er in de Domini caanse Republiek nog een Constellation staat, die eens als de „WALCHEREN PH- TAW" in de luchtvloot van de KLM ope reerde. Deze machine is nu eigendom van de maatschappij Quisqueyanas, wat in goed Nederlands betekent „IK KUS JE VLUG". „En dat zijn we dan van plan ook," roept Mak strijdvaardig. „Mijn Engelse vriend Stephen Pearcy is al naar de Dominicaan se Republiek geweest om met de eigenaar te onderhandelen. Hij heeft ook drie pilo ten over kunnen halen om de kist naar East-Midland in Engeland te vliegen. Dat gaat ons zo'n kleine ton kosten, misschien wat meer. Maar daar malen we niet om. Het voornaamste is, dat we die Constella tion in Europa krijgen. Dit is namelijk onze laatste kans. Het enige land, waar tot januari van dit jaar passa- giersvluchten met de Constellation werden gemaakt was de Dominicaanse Republiek Maar ook daar is het einde nu in zicht. Er is momenteel niet eens meer een ver gunning voor die Constellation. De tijd begint te dringen." „Nou en?" informeert zijn vrouw welwil lend, „en wat dan nog? Zul je niet in die laatste Constellation hebben gezeten. Wat maakt dat eigenlijk voor verschil uit in een mensenleven?" Haha. Mag Mak daar met permissie een wijle om glimlachen. „Je snapt er weer eens geen bliksem van," stelt hij somber vast, „het gaat ons om het idee. De Con stellation is toevallig een bijzonder vlieg tuig. het is nu natuurlijk een ouwe kist, maar toch blijft het een lady. Een toestel met karakter. Toen we aankondigden dat we half mei rondvluchten met de Constel lation boven Midden-Engeland zouden gaan maken, stroomden de aanmeldingen gelijk binnen. We hebben er al zo'n 175 uit Nederland, België en Duitsland. Die betalen graag 162 gulden voor een retour tje naar Derby en 25 pond voor een rond vlucht." De stoorzender aan de andere kant van de kamer meldt zich weer: „Wat is er dan wel zo geweldig aan? Kun je dat nog even uitleggen?" „Dat is toch zeker logisch," roept Mak verbijsterd „Zo'n rondvlucht maak je nooit meer. Vorig jaar hebben we in een DC-6 boven Engeland gevlogen, maar van dat type sjouwen er nog heel wat door de lucht. Toch hadden we toen ook al bijna 100 liefhebbers. Maar dit is anders. DIT IS DE LAATSTE CONSTELLATION „Tsjonge, tsjonge," zegt mevrouw Mak ge troffen, „en wat denken de heren straks in het vliegtuig te gaan doen?" „Mens, wat zeur je nou?" roept Mak. „Dat heb ik toch al gezegd. Een beetje rondlo pen, af en toe in de cockpit kijken Dat kan allemaal tijdens zo'n rondvlucht. En dan de sensatie natuurlijk. Het gevoel heb ben, dat je in de laatste Constellation zit Dat is toch geweldig." „Oh, vinden grote kerels zoiets geweldig," vraagt mevrouw Mak. „Goed dat ik het weet. Meneer is toch niet tegen te houden." „En als deze stunt lukt," zegt Mak gretig, „gaan we proberen om een Sandngham naar Nederland te krijgen. Dat is helemaal te gek. De Sandringham is een vliegboot van ver vóór de oorlog, die momenteel op de Maagdeneilanden staat. Charles Blair, de eigenaar, vliegt er elk jaar in de vakan tie mee naar zijn familie in Ierland. En als hij er voor voelt halen wij die kist voor één dag naar Nederland om rondvluchten te maken boven het IJsselmeer. Die vlieg boot is van binnen met rood pluche be kleed. Dat is net een ouderwetse bonbon- nière. Een droom is het." Mevrouw Mak wenst er verder het zwijgen toe te doen. Ze heeft zich ook al verzoend met het feit, dat haar man zijn vakantieda gen zal besteden aan een wereldreis, waar in hij dwars door Zuid-Amerika van het ene vliegveld naar het andere zal trekken Dat begint in Panama en gaat vandaar via Costa Rica, Nicaragua, Miami, de Domini caanse Republiek en de Maagdeneilanden naar Curasao. „In Zuid-Amerika stikt het nog van de oude toestellen,"' zegt Mak verzaligd, „je moet alleen oppassen dat je met je 3.000-millimeter telelens geen mili taire objecten fotografeert. Want dan ver huis je gegarandeerd naar de bak Mijn broer Ron dacht laatst in Mexico ook een geinig vliegtuigje in zijn lens te hebben gevangen, maar mooi, dat ie en kwartier later achter de tralies zat." „Ook al zo'n fanaat," verduidelijkt me vrouw Mak, „nee, ik ga mooi in mijn eentje naar de wintersport in Oostenrijk." Op dat moment schuift achter haar de schaduw van een Boeing 747 log langs het raam. De potjes in de slaapkamer nemen reeds de danshouding aan. Wat een zegen dat een mens nog zijn hobbies heeft. LEO THURING .Tegen veel operatiepatiënten wordt ge zegd: u krijgt wel een oproep. Een aantal denkt: misschien ben ik binnen drie maanden aan de beurt. Maar velen weten niet, dat wanneer het langer dan drie maanden duurt ze de vrijheid hebben om naar Londen, Houston of Genéve te gaan. Daar verleent iedere cardioloog zijn me dewerking aan". Dit vertelt de 46-jarige voorzitter P. J. A. van Overveld van de Hartpatientenver- eniging, op zijn 38-ste al getroffen door een infarct. Zijn vereniging heeft inmid dels al meer dan duizend hartpatiënten op het vliegtuig naar het reddende buiten land gezet. Niettemin wast de wachtlijst in ons land. De gemiddelde wachttijd voor een operatiepatiënt is al meer dan een jaar. Van Overveld: „Theoretisch kunnen we zoveel mensen op de luchtbrug kwijt dat je over drie weken niemand in Nederland meer op de wachtlijst hebt. Maar veel mensen zijn nog onwetend. En toch wordt iedere operatie betaald. Daarvoor hebben we een overeenkomst gesloten met de zie kenfondsen en de ziektekostenverzeke raars. Alleen de verblijfkosten van het begeleidende familielid worden niet be taald, de vliegreis weer wel". De luchtbrug op het Amerikaanse Houston bestaat al bijna twee jaar. Elke veertien dagen vertrekt er een charter met gemid deld tien patiënten. Tot nu toe zijn er 430 onder het mes geweest. De vliegreiaeji naai' Londen (tien patiënten per veertien dagen) en Genève (tien per week) zijn van korter datum. Bij vrijwel alle ingrepen gaat het om brug-operaties, dat wil zeggen over bruggingen van dichtgeslibde aders. Een routineklus voor een geoefend chirurg, zegt Van Overveld. Anderhalf tot twee procent vaSPcle mensen overleeft een der gelijke ingreep niet. Volgens Van Overveld ligt het sterf percentage lager dan dat van nier- en longoperaties. Vorig jaar zijn in ons land 2200 open hartoperaties, operaties dus met inschake ling van een hart-long machine uitgevoerd. Volgens officiële schattingen waren er 4000 nodig. Maar Van Overveld gelooft dat de behoefte nog beduidend groter is. „Een heleboel mensen zweven tussen de huisarts de 'cardioloog. Bovendien blijven veel en langer lopen omdat voor een ca- risatie de wachttijd ook al een jaar Eenderde van de patiënten die een dergelijk onderzoek heeft ondergaan moet geopereerd worden". Het dopr de minister gehanteerde Warnbur- grapport gaat uit van 6500 open hartopera ties in 1980, waarvan 5000 brugoperaties. De hartpatiëntenvereniging zit met haar schattingen veel hoger. Ze becijfert 8500 tot 9000 brugoperaties in dat jaar. De vereniging, geadviseerd door de Nijmeegse cardioloog prof. dr. P. J. Kuijpers, telt ook de 60-jarigen en ouder mee. Het regerings rapport niet. Open hartoperaties worden momenteel verricht in alle academische ziekenhuizen in ons land (behalve in Utrecht) en verden in het O.L. Vrouwe Gasthuis in Amster dam, het St. Anthonius-ziekenhuis in Ut recht (het grootste aantal) en het Emdho- vense Catharina-ziekenhuis. De plannen voorzien in uitbreiding van het Utrechtse St. Anthonius tot 1000 hartpa tiënten (in 1980) ën de bouw van twee klinieken in Hilversum en Breda, elk voor 100 patiënten. De laatste twee klinieken ziet Van Overveld nog niet staan, vanwege te verwachte moeilijkheden tussen de be trokken ziekenhuizen. „Waarom niet de aanvragen van Zwolle en Den Bosch toege wezen? Daar zitten competente mensen. Bovendien is het oosten en zuiden toch al zo slecht bedeeld", meent hij. Maar welke oplossing er ook uit de bus komt, er blijft dan nog een behoefte aan voorzieningen over voor 2000 patiënten per jaar, rekent Van Overveld voor. „Wij wil len als vereniging een speciale hartkliniek. Door verscheidene gemeenten is ons al grond aangeboden. Op 30 april gaan we met staatssecretaris Veder-Smit om de ta fel zitten. Als we toestemming krijgen kan de kliniek binnen anderhalf jaar draaien. Financieel is het geen punt. Natuurlijk zouden we een nationale actie waarmee palweg dertig miljoen bijeen gebracht wordt geweldig vinden, maar er is ons al zoveel geld aangeboden door mensen die wel wat zien in deze „schone" industrie dat het geld geen punt meer is. We willen er dan een stichtingsvorm van maken". Homme Krol Steeds meer hartoperaties

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 13