HOE DENKEN DE PARTIJEN OVERT
itskenae
verkiezingen
J L
J 1
PvdA
GDA
VVD
D'66
PPR
PSP
SGP
BP
GPV
CPN
Woensdag mag da kiezer weer aan
zl|n democratische „plicht" voldoen.
Als In alle provincies gaat die dag
ook een deel van de ongeveer drie
mll|oen Inwoners van Zuid-Holland
naar de stembue om tien maanden
na de laatste Tweede
Kamer-verkiezingen opnieuw een
politieke keus te maken.
„Paasrapporl voor het kabinet Van
Agt", zo zl|n deze
staten-verklezlngen al genoemd.
Een opmerking die typerend lijkt
voor het Imago van deze
verkiezingen. Onduidelijkheid over
wat de provincie nou eigenlijk
allemaal doet, wat de taken zijn van
dit bestuursorgaan, en het gevoel
van „ach, wet er In de provincie
gebeurt, Intereaaeert me niet"
hebben deze verkiezingen In feite
gedegradeerd tot een wet vage
graadmeter voor de etand van
zaken In de landelijke politiek.
En daarmee wordt het belang van
deze verkiezingen onrecht
aangedaan. Vooral de laatste jaren
is het bestuur van onze provincie
met het steeds schaarser worden
van de grond In Zuid-Holland steeds
belangrijker geworden. De keuze
van nieuwe bouwplaatsen de aanleg
van nieuwe wegen, het reserveren
van grond voor recreatie en
agrarische bedrijven, al deze zaken
gaan het provinciebestuur direct
aan. Dat politieke
meningsverschillen daarbij een
gigantische rol kunnen spelen
spreekt voor zich. Het steunen op
een bepaalde partij kan betekenden
dat men Indirect meewerkt aan een
beslissing die Ingrijpende gevolgen
voor een heel gebied kan hebben.
Die leden kiezen begin |unl uit hun
midden een nieuw college van
Gedeputeerde 8taten, het dagelijks
bestuur van onze provincie. Op dit
moment bestaat dat college uit drie
leden van de PvdA, twee van het
CDA en een van de WD. De grote
politieke partijen In de provinciale
staten hebben elkaar In de nu bijna
afgesloten periode van vier jaar In
kracht niet veel ontlopen.
Tegenover het Progressief Akkoord
(PvdA, PPR, D'66 en P8P, met 37
zetels) stonden het CDA (20 zetels)
en de WD (10 zetels).
De provinciale uitslag van de
laatste Tweede Kamer-verkiezingen
duldt In de richting van een
regelrechte nek aan nek-race
tussen de belde machtsblokken.
Volgens die uitslag komen PvdA,
D'66, CPN en PPR gezamenlijk op
40 zetels In het Zukfhollandee
parlement tegenover 41 zetels voor
de rechterkant, bestaande uit CDA,
WD en 8GP. De eenmansfracties
van BP, GPV, D8'70 en P8P zouden
volgens die uitslag helemaal
verdwijnen. Het lijkt er bl| deze
verkiezingen dan ook duidelijk om
te gaan naar welke kant de
meerderheid In de staten gaat
doorelaan.
Bij de kleinere partijen staan de
drie statenleden van de Staatkundig
Gereformeerde Partij, het etatenlld
van de Boerenpartij en de
vertegenwoordiger van het
Gereformeerd PolMek Verbond
(samen dus vijf zetels) tegenover de
twee statenleden van de
Communistische Partij Nederland en
de vertegenwoordiger van D8'70.
Het gebeurt nogal eens dat |ulst die
kleinere politieke parti|en bij
belangrijke beslissingen van de
staten de doorslag geven. Onlangs
nog bleek dat In een urenlang
debat In de staten over de
reorganisatie van het beheer van
het oppervlaktewater In
Zuid-Holland. Uiteindelijk bepaalden
de drie statenleden van de 8GP dat
dit beheer voorlopig In handen moet
bll|ven van de ZukJhollandse
waterschappen.
De verkiezingen voor de staten zijn
nog In een ander opzicht belangrijk:
de staten kiezen om de drie jaar ds
helft van de leden van de Eerste
Kamer. Overigens Is het werk van
de provincie de laatste laren
stilletjes enorm gegroeid. Hel
provinciale bestuur nam vorig |aar
ruwweg 65.000 besluiten.
1. Woningbouw op
grote schaal in
Wateringen en
Pijnacker-Noot-
dorp.
1 Zeer positief Den Haag. moet
ruimte hebben voor woning
bouw Wateringen sluit zeer
goed aan. Voor de tuinders
kunnen goede oplossingen
worden gevonden. Net zoals is
gebeurd in Madestein Pijnac-
ker-Nootdorp wordt afgewezen
Het open houden van dit ge
bied is belangrijk
1. Voor alles moet er voor
worden gezorgd dat Den
Haag wordt volgebouwd Er,
is nog ruimte genoeg. Als
eerste reële mogelijkheid
wordt vervolgens gezien de
locatie Leidschendam-oost
Ook Pijnacker-Nootdorp heeft
niet de eerste voorkeur
Liever een extra wijk in
Zoetermeer bouwen
1) Volstrekt tegen een bouwlo-
katie Wateringen. Centrumfunc
tie van het Westland als tuin
bouwgebied mag niet worden
aangetast. De benodigde wo
ningen moeten in Leidschen
dam-oost worden gebouwd.
Bouwlokatie Pijnacker-Noot
dorp is onaanvaardbaar. Ligt te
ver verwijderd van Den Haag
1) Voorlopig tegen een
bouwlokatie Wateringen. De open
plekken in Den Haag zijn nog te
weinig benut voor woningbouw.
Voorstander van een lokatie Pij
nacker-Nootdorp. Aanwezigheid
van Hofpleinlijn gunstig voor het
woon-werkverkber.
1. Door problemen bij de
grondverwerking is Wateringen
op korte termijn niet beschik
baar. Oplossing moet worden
gezocht bij een serieuzere aan
pak van Haagse stadsvernieu
wing. Een project Pijnacker-
Nootdorp zou niet onmiddelijk
aansluiten bij Den Haag.
1) Voorstander van een bouw
lokatie Wateringen. Binnen de
Haagse PSP-afdeling is overi
gens verschil van mening over
deze zaak. Tegenstander van
een bouwlokatie Pijnacker-
Nootdorp. In en rond Den Haag
moet worden gezocht naar een
grotere woonintensiteit.
1. Wateringen is een redelijke
oplossing. In zijn algemeenheid
moet woningbouw worden ge
pleegd in streken waar de af
stand tussen het wonen en
werken zo klein mogelijk is.
Afkeurend tegenover de bouw
locatie Pijnacker-Nootdorp. Het
is te dich't gelegen bij het groe
ne hart van Zuid-Holland.
1. In Wateringen moet niet op
grote schaal worden gebouwd.
Een oplossing zou zijn als Den
Haag minder aan prestigebouw
deed. De binnenstad verpau
pert door de bouw van vele
grote kantoren. Ook tegen een
bouwlocatie Pijnacker/Noot-
dorp. De groenvoorziening
moet niet worden opgeofferd.
1) Tegen een bouwlokatie Wa
teringen. De tuinbouw in het
Westland mag niet verder wor
den aangetast. Ook tegenstan
der van een lokale Pijnacker-
Nootdorp. Ook hier staan be
langen van land- en tuinbouw
op het spel.
1. Voorstander van een lokatie
Wateringen, want die sluit pla
nologisch het beste aan bij Den
Haag. De bouwlokatie Pijnac
ker-Nootdorp ligt te ver verwij
derd van Den Haag, en kan
daarom dan ook geen wezenlij
ke functie vervullen in de stads-
vemieuwingsproblematiek.
2. Een tweede
wegverbinding
Zoetermeer-Den
Haag.
2. Tegen. Voorstander van het
verbreden van rijksweg 12 (Den
Haag-Utrecht). Bovendien moet
het effect van de Sprinter wordt
bestudeerd, om verdere moge
lijkheden te bezien.
2. Als blijkt dat het niet
nodig is. uiteraard niet Het
traject Leidschendam-
Scheveningen (Verlengde
Landscheidingsweg), waar
op het zou aansluiten,
moet wel worden aange
legd, evenals het totale
„hoefijzer", het wegenstel
sel rond Den Haag e.o.
2) Eerst onderzoeken of de be
staande wegverbinding (rijks
weg 12) verbreed kan worden.
Eventueel geen tegenstander
van een tweede wegverbreding.
2) Zonder meer tegen. Wonen en
werken moeten zodanig over Den
Haag en Zoetermeer worden ver
deeld, dat er weinig pendelverkeer
overblijft. Bovendien tegen een
tweede weg omdat er openbaar
2. Hoe meer toevoerwegen naar
Den Haag, des te groter de
problemen in het centrum. Dit
is in strijd met het leefbaar
houden daarvan. Nadruk wordt
gelegd op het openbaar ver
voer. De huidige wegcapaciteit
moet worden gestabiliseerd.
Beter bestaande wegen verbre
den. Nieuwe wegen zitten ook
zo weer vol.
2) In principe tegen. In Zoeter
meer moet meer gelegenheid
komen, zodat het pendelver
keer tussen Zoetermeer en Den
Haag minder wordt. Over het
algemeen voorstander van ver
betering van het openbaar ver
voer.
2. Laten afhangen van nader
onderzoek.
2. Alleen als er in de directe
omgeving wordt gebouwd. In
principe tegen. Denken eerder
aan busbanen. En zijn grotere
problemen in Zuid-Holland op
verkeersgebied, zoals bij Brie-
nenoord.
2) Geen oordeel
2. Groot voorstander.'De huidi
ge situatie in Leidschendam
met betrekking tot het sluipver-
keer is volstrekt onhoudbaar.
De Sprinter functioneert welis
waar uitstekend, maar dal
neemt niet weg dat een tweede
wegverbinding noodzakelijk
blijft.
3. De aanleg
van het
zoetwaterkanaal
Voorburg-Wad-
dinxveen.
3. Hoewel men in het verleden
positief stond tegenover de
aanleg wil men nu een onaf
hankelijk onderzoek naar het
resultaat van zo'n kanaal. Bij
de behandeling van de streek
plannen in mei wordt de kwest
ie door de fractie opnieuw aan
de orde gesteld.
3. Wel aanleggen. Het
Westland moet op de beste
manier worden voorzien
van het benodigde water.
3) Voorstanders van de aanleg.
Argumenten van tegenstanders
niet overtuigend. Zuivering van
het Haagse rioolwater als alter
natief volkomen ontoereikend,
omdat het om een te kleine
hoeveelheid water gaat.
3) Vóór de aanleg. Kanaal is van
groot belang voor de land- en
tuinbouw in het Westland en de
watervoorziening in het westen.
3. Tegen. Het is geen oplossi.
voor de problemen. Het aange
voerde water is ook reeds ver-
zilt. Er is slechts een kleine
hoeveelheid nodig voor de
doorspoeling. Men ziet liever
een pijpleiding vanuit de Briel-
se Maas. Door gereedkomen
van rioolzuiveringsinstallatie in
Den Haag kan ook veel goed
water vrij komen.
3) Tegen de aanleg. Is een veel
te dure oplossing en biedt bo
vendien nauwelijks soelaas
voor de verbetering van de wa
terkwaliteit in het westen. Het
water van de Gouwe, dat straks
via dit kanaal naar het West
land stroomt is sterker veron
treinigd dan het water dat nu
uit Rijnland binnenkomt.
3. Geen herziening van het ou
de positieve standpunt. Zelfs
pleidooi voor aanleg daarbij
van kanaal Maarssen-Bodegra-
,ven. Zou noodzakelijke aanvul
ling zijn.
3. Behoudt stem voor. Stemt
voor aanleg zodra er garanties
zijn dat het aangevoerde water
van goede kwaliteit is. Men ziet
liever een pijpleiding vanuit
Gouda.
3) Vóór aanleg van het zoetwa
terkanaal. Argumenten van te
genstanders niet overtuigend.
3. Zo snel mogelijk aanleggen.
De feiten zijn duidelijk. Het
zoutgehalte in de Rijn neemt
nog steeds toe en vormt een
steeds grotere bedreiging voor
de Westlandse tuinbouw.
4. Een
aanpassing van
het
Rijn-Schieka-
naal (Vliet) voor
grotere
schepen.
4. Het traject Rotterdam-Den
Haag moet geschikt worden ge
maakt voor 1000-tonners. Het
gedeelte Den Haag-Leiden voor
600-tonners, mits het sluizen-
complex in Leidschendam be
houden kan worden. De sluis
in Leidschendam moet wordt
verdiept en in geringe mate
verbreed. Groot belang hecht
men aan de recreatievaart.
4. Het verkeer op het wa
ter moet zich ook moderni
seren De mogelijkheden
moeten worden onder
zocht.
4) Vóór handhaving van het
Leidschendamse sluizencom-
plex. Nog niet is aangetoond
dat de Leidse industrie groot
belang heeft bij verbreding van
dit kanaal. Pas als daar duide
lijkheid over bestaat valt er
over een verbreding van de
Vliet nog wel te praten.
4) Tegen verbreding van dit ka
naal. Voor de zwaardere schepen
is er een route via Gouda. Het
sluiscomplex moet blijven zoals
4. Tegen. In principe wordt ge
kozen voor de meest kleinscha
lige oplossingen. Argumenten:
aantasting sluiscomplex in
Leidschendam en de steeds
grotere rol van de recreatie
vaart.
4) Tegen verbreding van het
Rijn-Schiekanaal. Het Leid
schendamse Sluisplein moet
blijven zoals het is. Verbreding
ook onnodig. Voor de zwaarde
re vrachtvaart zijn er andere
routes.
4. Geen uitspraak. Negatief
oordeel als er geen bijdrage
komt van het rijk. De last is te
groot voor de provinciale be
groting. Hechten overigens gro
tere waarde aan de beroeps
vaart, dan aan de recreatie-
vaart. Men wijst in dat verband
ook op de aantasting van de
zondagsrust.
4. Afwachtend. De scheepvaart
moet wel met zijn tijd kunnen
meegaan. Er moet eindelijk
eens een officieel plan op tafel
komen.
4) Geen oordeel.
4. Groot voorstander van aan
passing van het kanaal tot 600
ton. Het moet hierbij mogelijk
zijn om het Leidschendamse
sluiscomplex mee aan te pas
sen zonder het wezenlijk aan
te tasten.
5. Het bouwen
van woningen
in zee.
5. Zeer aarzelend. Kustlijn mag
eigenlijk niet worden aangetast
Strand en duinen zijn voor de
bevolking een groot goed. Men
gelooft niet in een plan waarbij
dit kan worden gespaard.
5. Binnen de fractie is
men niet eensgezind. Het
gedeelte vanaf het Sche-
veningse havenhoofd tot
aan het gebied rondom de
Keizerstraat stuit op weinig
problemen. De energiecen
trale kan daar een „mooie"
plaats vinden. In de binnen
stad komt dan ruimte vrij.
5) Onderzoek zeker de moeite
waard. Maar deze plannen mo
gen geen rol spelen in de hui
dige discussies over de bouw-
lokaties. Daarvoor is het nog te
verre toekomstmuziek. Woning
bouw in zee kan. nooit voor
1990 e^n feit worden.
5) Is zeer de moeite waard om
verder te onderzoeken.
5. Tegen. Zolang de zaak niet
op al zijn mérites is beoor
deeld. Eerst moeten afspraken
worden gemaakt over wat we
mee de zee willen.
5) Cynisch over deze plannen
Eventuele woningbouw zal ver
moedelijk erg veel geld gaan
kosten. Is geen enkele oplos
sing voor de woningnood.
5. Als het financieel haalbaar
is: positief. Binnen de fractie is
hierover echter nog niet diep
gaand gesproken.
5. Wil eerst de noodzaak aan
getoond zien. Weer verwijzing
naar prestigebouw van Den
Haag. De industrie kan ook nog
op de Maasvlakte terecht.
5) Is een goede zaak om de
studies voort te zetten. Om die
reden moeten de bouwlokaties
zo klein mogelijk worden ge
houden.
5. Willen wel meedenken aan
deze plannen. Twijfels of deze
bouwplaats een functie zal kun
nen vervullen in de zo noodza
kelijke sociale woningbouw. Zal
allemaal wel te duur worden.
Studie mag overigens geen rol
spelen in huidige bouwlokatie-
problematiek. Daarvoor is het
allemaal nog te ver weg.
6. De meest
gewenste
ontwikkeling
van het gebied
Midden-Delfland
en rijksweg 19.
6. De recreatie in dit gebied
moet een hoeksteen zijn van
het beleid. Agrariërs kunnen
daarbij een belangrijke rol spe
len. Negatief over de aanleg
van rijksweg 19, die dwars door
dit gebied zou komen te lopen
Men heeft „nooit gehoord" van
opstoppingen op rijksweg 13
(Den Haag-R'dam).
6. Niet tegen rijksweg 19.
De uitgegraven gebieden
moeten voor de recreatie
worden uitgebuit.
8) Er moet net als overal elders
in de provincie een serieuze
afweging plaatsvinden van
agrarische en natuurlandschap-
pelijke belangen. Overtuigd, dat
er in gezamenlijk overleg een
aanvaardbare oplossing moge
lijk is. Rijksweg 19 moet verder
worden aangelegd, maar zorg
vuldig worden ingepast in het
landschap.
6) Verdere aanleg van rijksweg 19
is ongewenst. Delfland moet zich
ontwikkelen tot een betrekkelijk
stiltegebied maar wel voor de re
creatie toegankelijk blijven. Re
creatiegebieden dichtbij woonge
bieden zijn van het grootste be-
6. De landbouw moet zich aan
passen aan de grote recreatie
behoefte in de Randstad.
6) Geen behoefte aan rijksweg
19. Over de verdere ontwikke
ling van Midden-Delfland moe
ten gesprekken op gang komen
tussen agrariërs en milieugroe
pen.
6. De agrarische bestemming
moet in dit nieuwe landschap
spark zo goed mogelijk tot zijn
recht komen. Over rijksweg 19
moet nader onderzoek komen.
6. Landbouw, recreatie en mi
lieu moeten hand in hand gaan.
Agrariërs moeten aan de re
creatie een extra centje verdie
nen zoals door de exploitatie
van campings.
6) Moet zoveel mogelijk open
gebied blijven. Aanleg van rijks
weg 19 moet worden voortge
zet.
6. De belangen van land- en
tuinbouw in dit gebied mogen
niet in de knel komen. Er moet
een zorgvuldige belangenafwe
ging komen wat betreft de re
creatie en de bedrijfsfunctie
van het gebied. Rijksweg 19
wel verder aanleggen, maar zo
inpassen dat hinder beperkt
blijft.
7. De verdere
aanleg van de
secundaire weg
1 in de
bollenstreek.
7. Niet tegen. Het is onjuist om
een half aangelegde weg niet
te voltooien. Wel moet er bij de-
aanleg van wegen een uiterst
selectief beleid worden ge
voerd. Bus- en fietspaden acht
men belangrijker
7. Niet aanleggen. De se
cundaire weg neemt anders
een onverantwoord deel
van het stilte- en tuinbouw
gebied in beslag.
7) Geen behoefte aan verdere
aanleg, zolang niet duidelijk is
wat de effecten ervan zullen
zijn voor de toeloop vanuit
Noord-Holland. De bollenstreek
houden zoals hij is.
7) Onnodig. Het is hoe dan ook
onnodig om nog meer snelwegen
aan te leggen. De bevolking van
Zuid-Holland groeit nauwelijks
meer, net zo min als het autopark.
De files met pasen en pinksteren
moet men maar voor lief nemen.
7. Niet aanleggen. Plannen da
teren nog uit een tijd dat de
auto zogenaamd het enige mid
del was om uit of in de bollen
streek te komen.
7) Geen oordeel.
7. Niet verder aanleggen. In
verband met het natuurschoon
houden zoals het is.
7. Vanuit de burgerij moet
eerst de noodzaak worden aan
getoond.
7) Geen oordeel.
7. Verdere aanleg moet zeker
nog een keer aan de orde ko
men. Eventuele druk vanuit
Noord-Holland moet op andere
manieren worden voorkomen
dan via het tegenhouden van
deze weg.
8. Het
tegengaan van
de groei van de
glastuinbouw in
de bollenstreek
6. De agrariër moet in de pro
vincie zijn mogelijkheden blij
ven behouden, ook uit oogpunt
van werkgelegenheid. Andere
belangen kunnen overigens
ook een belangrijke rol spelen
8. Geen oordeel
8) Uitbreiding van de glastuin
bouw in de bollenstreek geen
slechte zaak, zolang het maar
om verspreide stukken gaat.
8) Bollenstreek zoveel mogelijk
blijven zoals die nu is.
8. Van geval tot geval bekijken.
Glastuinbouw is belangrijk,
maar op sommige plaatsen is
uitbreiding uit landschappelijk
oogpunt niet mogelijk.
8) Geen oordeel.
8. In voorkomende gevallen,
zoals bij stadsuitbreiding, moet
de glastuinbouw een stapje te
rug doen.
8. Tegen. Agrariërs moeten
hun bedrijf kunnen uitoefenen.
8) Voorkeur voor uitbreiding
van het tuinbouwgebied in de
B-driehoek (Berkel. Bleiswijk,
Bergschenhoek)
8. De bollenstreek moet in de
eerste plaats bollenstreek blij
ven. De planologische maatre
gelen moeten op dat doel ge
richt zijn.
9. De verdere
ontwikkeling
van het
Rijnmondge
bied.
9. De milieuvervuiling moet ver
der worden aangepakt Men is
tegen de uitbreiding van het
aantal „vervuilende" bedrijven.
De provinciale taak op dit ge
bied moet worden overgedra
gen aan Rijnmond. Er moet
snel werk worden gemaakt van
de bestuurlijke reorganisatie
9. In het programma
wordt de bouw van kern
centrales in dat gebied af
gewezen. Er moet een „in
tegraal" milieu-hygiënische
beleid voor de provincie
komen. Het totale vergun
ningenstelsel moet worden
overgeheveld naar de pro
vincie.
9) Milieuvervuiling in Rijnmond
moet vanuit de bedrijven zelf
worden tegengegaan. Daarvoor
moeten de best denkbare tech
nieken worden aangewend.
Geen tegenstander van nieuwe
industrievestigingen in dit ge
bied.
9) Vestiging van nieuwe bedrijven
moet worden onderworpen aan
strenge eisen wat betreft de mi
lieuvervuiling. Tegen vestiging van
en kerncentrale in Rijnmond. We
moeten op alle mogelijke manieren
proberen energie te besparen.
9. Het milieubeleid en de eco
nomische groei moeten voort
durend tegenover elkaar wor
den afgewogen. De provincie
moet meer bevoegheden krij
gen om op het gebied van de
arbeidsmarkt in combinatie met
het milieubeleid, sturend op te
treden.
9) Ontwikkeling in Rijnmond
zeer zorgwekkend.Het is een
planologische vergissing dat in
één gebied zoveel gevaarlijke
chemische industrie is gecon
centreerd. De vervuiling moet
bij de bron, dus de industrieën,
worden aangepakt.
9. Erg voorzichtig zijn met het
weren van bedrijven. Wel moe
ten strenge voorwaarden wor
den gesteld.
9. .„Vervuilende bedrijven"
moeten niet bij voorbaat wor
den geweerd. „Waar het stinkt
wordt gewerkt". Wel garanties
vragen.
9) Moeten milieueisen aan de
bedrijven worden gesteld.
9. De milieuvervuiling moet bij
de bron worden aangepakt. De
milieuheffing wordt nu nog af
gewenteld op de bevolking. Dat
móQt veranderen. Alleen de
ectite vervuilers zullen moeten
betalen.
10. Wat brengt
uw partij bij de
verkiezingen als
belangrijkste
punt.
10. Verbetering van het grond
beleid evenals oen betere ver
deling van de welzijnsvoorzie
ningen.
10. Het samen verantwoor
delijk zijn voor de provin
cie. Het beleid moet wor
den gevoerd door bestuur
ders, die uit ZQveel moge
lijk partijen afkomstig zijn
10) Samenwerking tussen de
grote partijen. Stellen er prijs
op dat de samenwerking van
de afgelopen vier jaar ook na
de verkiezingen wordt voortge
zet. Daar is de provincie het
meest bij gebaat
10) Democratisering. Overheveling
van taken naar lagere overheden
en naar de direct betrokkenen. De
inspraak van de bevolking in hel
provinciaal bestuur moet sterk
worden verbeterd.
10. Behalve streekplannen,
moet er ook een milieu-be
heersplan komen.
10) Verbondenheid met acties
aan de basis.
10. Het is van bijzonder belang
dat het provinciale beleid zich
richt naar Gods woord en zijn
geboden. Dan is er geen tegen
slag maar zegen te verwachten.
10. Verbetering van de in
spraak. Deze is nu een lacher
tje. Het college van Gedepu
teerde Staten houdt bij de be
sluitvorming geen rekening met
de bevolking. Grootste zorg:
hoe het tien miljoen grote be
grotingstekort van de provincie
rond te krijgen.
10) Strijd tegen de voortduren
de zedelijke .milieuverontreini
ging. De verwording van de
maatschappij moet worden te
gengegaan.
10. De werkgelegenheid en de
woningnood. Verdere aantas
ting van de werkgelegenheid in
Zuid-Holland moet worden te
gengegaan. Denk aan de
scheepsbouw en de spreiding
van de rijksdiensten.