HOE DENKEN DE PARTIJEN OVERT itskenae verkiezingen J L J 1 PvdA GDA VVD D'66 PPR PSP SGP BP GPV CPN Woensdag mag da kiezer weer aan zl|n democratische „plicht" voldoen. Als In alle provincies gaat die dag ook een deel van de ongeveer drie mll|oen Inwoners van Zuid-Holland naar de stembue om tien maanden na de laatste Tweede Kamer-verkiezingen opnieuw een politieke keus te maken. „Paasrapporl voor het kabinet Van Agt", zo zl|n deze staten-verklezlngen al genoemd. Een opmerking die typerend lijkt voor het Imago van deze verkiezingen. Onduidelijkheid over wat de provincie nou eigenlijk allemaal doet, wat de taken zijn van dit bestuursorgaan, en het gevoel van „ach, wet er In de provincie gebeurt, Intereaaeert me niet" hebben deze verkiezingen In feite gedegradeerd tot een wet vage graadmeter voor de etand van zaken In de landelijke politiek. En daarmee wordt het belang van deze verkiezingen onrecht aangedaan. Vooral de laatste jaren is het bestuur van onze provincie met het steeds schaarser worden van de grond In Zuid-Holland steeds belangrijker geworden. De keuze van nieuwe bouwplaatsen de aanleg van nieuwe wegen, het reserveren van grond voor recreatie en agrarische bedrijven, al deze zaken gaan het provinciebestuur direct aan. Dat politieke meningsverschillen daarbij een gigantische rol kunnen spelen spreekt voor zich. Het steunen op een bepaalde partij kan betekenden dat men Indirect meewerkt aan een beslissing die Ingrijpende gevolgen voor een heel gebied kan hebben. Die leden kiezen begin |unl uit hun midden een nieuw college van Gedeputeerde 8taten, het dagelijks bestuur van onze provincie. Op dit moment bestaat dat college uit drie leden van de PvdA, twee van het CDA en een van de WD. De grote politieke partijen In de provinciale staten hebben elkaar In de nu bijna afgesloten periode van vier jaar In kracht niet veel ontlopen. Tegenover het Progressief Akkoord (PvdA, PPR, D'66 en P8P, met 37 zetels) stonden het CDA (20 zetels) en de WD (10 zetels). De provinciale uitslag van de laatste Tweede Kamer-verkiezingen duldt In de richting van een regelrechte nek aan nek-race tussen de belde machtsblokken. Volgens die uitslag komen PvdA, D'66, CPN en PPR gezamenlijk op 40 zetels In het Zukfhollandee parlement tegenover 41 zetels voor de rechterkant, bestaande uit CDA, WD en 8GP. De eenmansfracties van BP, GPV, D8'70 en P8P zouden volgens die uitslag helemaal verdwijnen. Het lijkt er bl| deze verkiezingen dan ook duidelijk om te gaan naar welke kant de meerderheid In de staten gaat doorelaan. Bij de kleinere partijen staan de drie statenleden van de Staatkundig Gereformeerde Partij, het etatenlld van de Boerenpartij en de vertegenwoordiger van het Gereformeerd PolMek Verbond (samen dus vijf zetels) tegenover de twee statenleden van de Communistische Partij Nederland en de vertegenwoordiger van D8'70. Het gebeurt nogal eens dat |ulst die kleinere politieke parti|en bij belangrijke beslissingen van de staten de doorslag geven. Onlangs nog bleek dat In een urenlang debat In de staten over de reorganisatie van het beheer van het oppervlaktewater In Zuid-Holland. Uiteindelijk bepaalden de drie statenleden van de 8GP dat dit beheer voorlopig In handen moet bll|ven van de ZukJhollandse waterschappen. De verkiezingen voor de staten zijn nog In een ander opzicht belangrijk: de staten kiezen om de drie jaar ds helft van de leden van de Eerste Kamer. Overigens Is het werk van de provincie de laatste laren stilletjes enorm gegroeid. Hel provinciale bestuur nam vorig |aar ruwweg 65.000 besluiten. 1. Woningbouw op grote schaal in Wateringen en Pijnacker-Noot- dorp. 1 Zeer positief Den Haag. moet ruimte hebben voor woning bouw Wateringen sluit zeer goed aan. Voor de tuinders kunnen goede oplossingen worden gevonden. Net zoals is gebeurd in Madestein Pijnac- ker-Nootdorp wordt afgewezen Het open houden van dit ge bied is belangrijk 1. Voor alles moet er voor worden gezorgd dat Den Haag wordt volgebouwd Er, is nog ruimte genoeg. Als eerste reële mogelijkheid wordt vervolgens gezien de locatie Leidschendam-oost Ook Pijnacker-Nootdorp heeft niet de eerste voorkeur Liever een extra wijk in Zoetermeer bouwen 1) Volstrekt tegen een bouwlo- katie Wateringen. Centrumfunc tie van het Westland als tuin bouwgebied mag niet worden aangetast. De benodigde wo ningen moeten in Leidschen dam-oost worden gebouwd. Bouwlokatie Pijnacker-Noot dorp is onaanvaardbaar. Ligt te ver verwijderd van Den Haag 1) Voorlopig tegen een bouwlokatie Wateringen. De open plekken in Den Haag zijn nog te weinig benut voor woningbouw. Voorstander van een lokatie Pij nacker-Nootdorp. Aanwezigheid van Hofpleinlijn gunstig voor het woon-werkverkber. 1. Door problemen bij de grondverwerking is Wateringen op korte termijn niet beschik baar. Oplossing moet worden gezocht bij een serieuzere aan pak van Haagse stadsvernieu wing. Een project Pijnacker- Nootdorp zou niet onmiddelijk aansluiten bij Den Haag. 1) Voorstander van een bouw lokatie Wateringen. Binnen de Haagse PSP-afdeling is overi gens verschil van mening over deze zaak. Tegenstander van een bouwlokatie Pijnacker- Nootdorp. In en rond Den Haag moet worden gezocht naar een grotere woonintensiteit. 1. Wateringen is een redelijke oplossing. In zijn algemeenheid moet woningbouw worden ge pleegd in streken waar de af stand tussen het wonen en werken zo klein mogelijk is. Afkeurend tegenover de bouw locatie Pijnacker-Nootdorp. Het is te dich't gelegen bij het groe ne hart van Zuid-Holland. 1. In Wateringen moet niet op grote schaal worden gebouwd. Een oplossing zou zijn als Den Haag minder aan prestigebouw deed. De binnenstad verpau pert door de bouw van vele grote kantoren. Ook tegen een bouwlocatie Pijnacker/Noot- dorp. De groenvoorziening moet niet worden opgeofferd. 1) Tegen een bouwlokatie Wa teringen. De tuinbouw in het Westland mag niet verder wor den aangetast. Ook tegenstan der van een lokale Pijnacker- Nootdorp. Ook hier staan be langen van land- en tuinbouw op het spel. 1. Voorstander van een lokatie Wateringen, want die sluit pla nologisch het beste aan bij Den Haag. De bouwlokatie Pijnac ker-Nootdorp ligt te ver verwij derd van Den Haag, en kan daarom dan ook geen wezenlij ke functie vervullen in de stads- vemieuwingsproblematiek. 2. Een tweede wegverbinding Zoetermeer-Den Haag. 2. Tegen. Voorstander van het verbreden van rijksweg 12 (Den Haag-Utrecht). Bovendien moet het effect van de Sprinter wordt bestudeerd, om verdere moge lijkheden te bezien. 2. Als blijkt dat het niet nodig is. uiteraard niet Het traject Leidschendam- Scheveningen (Verlengde Landscheidingsweg), waar op het zou aansluiten, moet wel worden aange legd, evenals het totale „hoefijzer", het wegenstel sel rond Den Haag e.o. 2) Eerst onderzoeken of de be staande wegverbinding (rijks weg 12) verbreed kan worden. Eventueel geen tegenstander van een tweede wegverbreding. 2) Zonder meer tegen. Wonen en werken moeten zodanig over Den Haag en Zoetermeer worden ver deeld, dat er weinig pendelverkeer overblijft. Bovendien tegen een tweede weg omdat er openbaar 2. Hoe meer toevoerwegen naar Den Haag, des te groter de problemen in het centrum. Dit is in strijd met het leefbaar houden daarvan. Nadruk wordt gelegd op het openbaar ver voer. De huidige wegcapaciteit moet worden gestabiliseerd. Beter bestaande wegen verbre den. Nieuwe wegen zitten ook zo weer vol. 2) In principe tegen. In Zoeter meer moet meer gelegenheid komen, zodat het pendelver keer tussen Zoetermeer en Den Haag minder wordt. Over het algemeen voorstander van ver betering van het openbaar ver voer. 2. Laten afhangen van nader onderzoek. 2. Alleen als er in de directe omgeving wordt gebouwd. In principe tegen. Denken eerder aan busbanen. En zijn grotere problemen in Zuid-Holland op verkeersgebied, zoals bij Brie- nenoord. 2) Geen oordeel 2. Groot voorstander.'De huidi ge situatie in Leidschendam met betrekking tot het sluipver- keer is volstrekt onhoudbaar. De Sprinter functioneert welis waar uitstekend, maar dal neemt niet weg dat een tweede wegverbinding noodzakelijk blijft. 3. De aanleg van het zoetwaterkanaal Voorburg-Wad- dinxveen. 3. Hoewel men in het verleden positief stond tegenover de aanleg wil men nu een onaf hankelijk onderzoek naar het resultaat van zo'n kanaal. Bij de behandeling van de streek plannen in mei wordt de kwest ie door de fractie opnieuw aan de orde gesteld. 3. Wel aanleggen. Het Westland moet op de beste manier worden voorzien van het benodigde water. 3) Voorstanders van de aanleg. Argumenten van tegenstanders niet overtuigend. Zuivering van het Haagse rioolwater als alter natief volkomen ontoereikend, omdat het om een te kleine hoeveelheid water gaat. 3) Vóór de aanleg. Kanaal is van groot belang voor de land- en tuinbouw in het Westland en de watervoorziening in het westen. 3. Tegen. Het is geen oplossi. voor de problemen. Het aange voerde water is ook reeds ver- zilt. Er is slechts een kleine hoeveelheid nodig voor de doorspoeling. Men ziet liever een pijpleiding vanuit de Briel- se Maas. Door gereedkomen van rioolzuiveringsinstallatie in Den Haag kan ook veel goed water vrij komen. 3) Tegen de aanleg. Is een veel te dure oplossing en biedt bo vendien nauwelijks soelaas voor de verbetering van de wa terkwaliteit in het westen. Het water van de Gouwe, dat straks via dit kanaal naar het West land stroomt is sterker veron treinigd dan het water dat nu uit Rijnland binnenkomt. 3. Geen herziening van het ou de positieve standpunt. Zelfs pleidooi voor aanleg daarbij van kanaal Maarssen-Bodegra- ,ven. Zou noodzakelijke aanvul ling zijn. 3. Behoudt stem voor. Stemt voor aanleg zodra er garanties zijn dat het aangevoerde water van goede kwaliteit is. Men ziet liever een pijpleiding vanuit Gouda. 3) Vóór aanleg van het zoetwa terkanaal. Argumenten van te genstanders niet overtuigend. 3. Zo snel mogelijk aanleggen. De feiten zijn duidelijk. Het zoutgehalte in de Rijn neemt nog steeds toe en vormt een steeds grotere bedreiging voor de Westlandse tuinbouw. 4. Een aanpassing van het Rijn-Schieka- naal (Vliet) voor grotere schepen. 4. Het traject Rotterdam-Den Haag moet geschikt worden ge maakt voor 1000-tonners. Het gedeelte Den Haag-Leiden voor 600-tonners, mits het sluizen- complex in Leidschendam be houden kan worden. De sluis in Leidschendam moet wordt verdiept en in geringe mate verbreed. Groot belang hecht men aan de recreatievaart. 4. Het verkeer op het wa ter moet zich ook moderni seren De mogelijkheden moeten worden onder zocht. 4) Vóór handhaving van het Leidschendamse sluizencom- plex. Nog niet is aangetoond dat de Leidse industrie groot belang heeft bij verbreding van dit kanaal. Pas als daar duide lijkheid over bestaat valt er over een verbreding van de Vliet nog wel te praten. 4) Tegen verbreding van dit ka naal. Voor de zwaardere schepen is er een route via Gouda. Het sluiscomplex moet blijven zoals 4. Tegen. In principe wordt ge kozen voor de meest kleinscha lige oplossingen. Argumenten: aantasting sluiscomplex in Leidschendam en de steeds grotere rol van de recreatie vaart. 4) Tegen verbreding van het Rijn-Schiekanaal. Het Leid schendamse Sluisplein moet blijven zoals het is. Verbreding ook onnodig. Voor de zwaarde re vrachtvaart zijn er andere routes. 4. Geen uitspraak. Negatief oordeel als er geen bijdrage komt van het rijk. De last is te groot voor de provinciale be groting. Hechten overigens gro tere waarde aan de beroeps vaart, dan aan de recreatie- vaart. Men wijst in dat verband ook op de aantasting van de zondagsrust. 4. Afwachtend. De scheepvaart moet wel met zijn tijd kunnen meegaan. Er moet eindelijk eens een officieel plan op tafel komen. 4) Geen oordeel. 4. Groot voorstander van aan passing van het kanaal tot 600 ton. Het moet hierbij mogelijk zijn om het Leidschendamse sluiscomplex mee aan te pas sen zonder het wezenlijk aan te tasten. 5. Het bouwen van woningen in zee. 5. Zeer aarzelend. Kustlijn mag eigenlijk niet worden aangetast Strand en duinen zijn voor de bevolking een groot goed. Men gelooft niet in een plan waarbij dit kan worden gespaard. 5. Binnen de fractie is men niet eensgezind. Het gedeelte vanaf het Sche- veningse havenhoofd tot aan het gebied rondom de Keizerstraat stuit op weinig problemen. De energiecen trale kan daar een „mooie" plaats vinden. In de binnen stad komt dan ruimte vrij. 5) Onderzoek zeker de moeite waard. Maar deze plannen mo gen geen rol spelen in de hui dige discussies over de bouw- lokaties. Daarvoor is het nog te verre toekomstmuziek. Woning bouw in zee kan. nooit voor 1990 e^n feit worden. 5) Is zeer de moeite waard om verder te onderzoeken. 5. Tegen. Zolang de zaak niet op al zijn mérites is beoor deeld. Eerst moeten afspraken worden gemaakt over wat we mee de zee willen. 5) Cynisch over deze plannen Eventuele woningbouw zal ver moedelijk erg veel geld gaan kosten. Is geen enkele oplos sing voor de woningnood. 5. Als het financieel haalbaar is: positief. Binnen de fractie is hierover echter nog niet diep gaand gesproken. 5. Wil eerst de noodzaak aan getoond zien. Weer verwijzing naar prestigebouw van Den Haag. De industrie kan ook nog op de Maasvlakte terecht. 5) Is een goede zaak om de studies voort te zetten. Om die reden moeten de bouwlokaties zo klein mogelijk worden ge houden. 5. Willen wel meedenken aan deze plannen. Twijfels of deze bouwplaats een functie zal kun nen vervullen in de zo noodza kelijke sociale woningbouw. Zal allemaal wel te duur worden. Studie mag overigens geen rol spelen in huidige bouwlokatie- problematiek. Daarvoor is het allemaal nog te ver weg. 6. De meest gewenste ontwikkeling van het gebied Midden-Delfland en rijksweg 19. 6. De recreatie in dit gebied moet een hoeksteen zijn van het beleid. Agrariërs kunnen daarbij een belangrijke rol spe len. Negatief over de aanleg van rijksweg 19, die dwars door dit gebied zou komen te lopen Men heeft „nooit gehoord" van opstoppingen op rijksweg 13 (Den Haag-R'dam). 6. Niet tegen rijksweg 19. De uitgegraven gebieden moeten voor de recreatie worden uitgebuit. 8) Er moet net als overal elders in de provincie een serieuze afweging plaatsvinden van agrarische en natuurlandschap- pelijke belangen. Overtuigd, dat er in gezamenlijk overleg een aanvaardbare oplossing moge lijk is. Rijksweg 19 moet verder worden aangelegd, maar zorg vuldig worden ingepast in het landschap. 6) Verdere aanleg van rijksweg 19 is ongewenst. Delfland moet zich ontwikkelen tot een betrekkelijk stiltegebied maar wel voor de re creatie toegankelijk blijven. Re creatiegebieden dichtbij woonge bieden zijn van het grootste be- 6. De landbouw moet zich aan passen aan de grote recreatie behoefte in de Randstad. 6) Geen behoefte aan rijksweg 19. Over de verdere ontwikke ling van Midden-Delfland moe ten gesprekken op gang komen tussen agrariërs en milieugroe pen. 6. De agrarische bestemming moet in dit nieuwe landschap spark zo goed mogelijk tot zijn recht komen. Over rijksweg 19 moet nader onderzoek komen. 6. Landbouw, recreatie en mi lieu moeten hand in hand gaan. Agrariërs moeten aan de re creatie een extra centje verdie nen zoals door de exploitatie van campings. 6) Moet zoveel mogelijk open gebied blijven. Aanleg van rijks weg 19 moet worden voortge zet. 6. De belangen van land- en tuinbouw in dit gebied mogen niet in de knel komen. Er moet een zorgvuldige belangenafwe ging komen wat betreft de re creatie en de bedrijfsfunctie van het gebied. Rijksweg 19 wel verder aanleggen, maar zo inpassen dat hinder beperkt blijft. 7. De verdere aanleg van de secundaire weg 1 in de bollenstreek. 7. Niet tegen. Het is onjuist om een half aangelegde weg niet te voltooien. Wel moet er bij de- aanleg van wegen een uiterst selectief beleid worden ge voerd. Bus- en fietspaden acht men belangrijker 7. Niet aanleggen. De se cundaire weg neemt anders een onverantwoord deel van het stilte- en tuinbouw gebied in beslag. 7) Geen behoefte aan verdere aanleg, zolang niet duidelijk is wat de effecten ervan zullen zijn voor de toeloop vanuit Noord-Holland. De bollenstreek houden zoals hij is. 7) Onnodig. Het is hoe dan ook onnodig om nog meer snelwegen aan te leggen. De bevolking van Zuid-Holland groeit nauwelijks meer, net zo min als het autopark. De files met pasen en pinksteren moet men maar voor lief nemen. 7. Niet aanleggen. Plannen da teren nog uit een tijd dat de auto zogenaamd het enige mid del was om uit of in de bollen streek te komen. 7) Geen oordeel. 7. Niet verder aanleggen. In verband met het natuurschoon houden zoals het is. 7. Vanuit de burgerij moet eerst de noodzaak worden aan getoond. 7) Geen oordeel. 7. Verdere aanleg moet zeker nog een keer aan de orde ko men. Eventuele druk vanuit Noord-Holland moet op andere manieren worden voorkomen dan via het tegenhouden van deze weg. 8. Het tegengaan van de groei van de glastuinbouw in de bollenstreek 6. De agrariër moet in de pro vincie zijn mogelijkheden blij ven behouden, ook uit oogpunt van werkgelegenheid. Andere belangen kunnen overigens ook een belangrijke rol spelen 8. Geen oordeel 8) Uitbreiding van de glastuin bouw in de bollenstreek geen slechte zaak, zolang het maar om verspreide stukken gaat. 8) Bollenstreek zoveel mogelijk blijven zoals die nu is. 8. Van geval tot geval bekijken. Glastuinbouw is belangrijk, maar op sommige plaatsen is uitbreiding uit landschappelijk oogpunt niet mogelijk. 8) Geen oordeel. 8. In voorkomende gevallen, zoals bij stadsuitbreiding, moet de glastuinbouw een stapje te rug doen. 8. Tegen. Agrariërs moeten hun bedrijf kunnen uitoefenen. 8) Voorkeur voor uitbreiding van het tuinbouwgebied in de B-driehoek (Berkel. Bleiswijk, Bergschenhoek) 8. De bollenstreek moet in de eerste plaats bollenstreek blij ven. De planologische maatre gelen moeten op dat doel ge richt zijn. 9. De verdere ontwikkeling van het Rijnmondge bied. 9. De milieuvervuiling moet ver der worden aangepakt Men is tegen de uitbreiding van het aantal „vervuilende" bedrijven. De provinciale taak op dit ge bied moet worden overgedra gen aan Rijnmond. Er moet snel werk worden gemaakt van de bestuurlijke reorganisatie 9. In het programma wordt de bouw van kern centrales in dat gebied af gewezen. Er moet een „in tegraal" milieu-hygiënische beleid voor de provincie komen. Het totale vergun ningenstelsel moet worden overgeheveld naar de pro vincie. 9) Milieuvervuiling in Rijnmond moet vanuit de bedrijven zelf worden tegengegaan. Daarvoor moeten de best denkbare tech nieken worden aangewend. Geen tegenstander van nieuwe industrievestigingen in dit ge bied. 9) Vestiging van nieuwe bedrijven moet worden onderworpen aan strenge eisen wat betreft de mi lieuvervuiling. Tegen vestiging van en kerncentrale in Rijnmond. We moeten op alle mogelijke manieren proberen energie te besparen. 9. Het milieubeleid en de eco nomische groei moeten voort durend tegenover elkaar wor den afgewogen. De provincie moet meer bevoegheden krij gen om op het gebied van de arbeidsmarkt in combinatie met het milieubeleid, sturend op te treden. 9) Ontwikkeling in Rijnmond zeer zorgwekkend.Het is een planologische vergissing dat in één gebied zoveel gevaarlijke chemische industrie is gecon centreerd. De vervuiling moet bij de bron, dus de industrieën, worden aangepakt. 9. Erg voorzichtig zijn met het weren van bedrijven. Wel moe ten strenge voorwaarden wor den gesteld. 9. .„Vervuilende bedrijven" moeten niet bij voorbaat wor den geweerd. „Waar het stinkt wordt gewerkt". Wel garanties vragen. 9) Moeten milieueisen aan de bedrijven worden gesteld. 9. De milieuvervuiling moet bij de bron worden aangepakt. De milieuheffing wordt nu nog af gewenteld op de bevolking. Dat móQt veranderen. Alleen de ectite vervuilers zullen moeten betalen. 10. Wat brengt uw partij bij de verkiezingen als belangrijkste punt. 10. Verbetering van het grond beleid evenals oen betere ver deling van de welzijnsvoorzie ningen. 10. Het samen verantwoor delijk zijn voor de provin cie. Het beleid moet wor den gevoerd door bestuur ders, die uit ZQveel moge lijk partijen afkomstig zijn 10) Samenwerking tussen de grote partijen. Stellen er prijs op dat de samenwerking van de afgelopen vier jaar ook na de verkiezingen wordt voortge zet. Daar is de provincie het meest bij gebaat 10) Democratisering. Overheveling van taken naar lagere overheden en naar de direct betrokkenen. De inspraak van de bevolking in hel provinciaal bestuur moet sterk worden verbeterd. 10. Behalve streekplannen, moet er ook een milieu-be heersplan komen. 10) Verbondenheid met acties aan de basis. 10. Het is van bijzonder belang dat het provinciale beleid zich richt naar Gods woord en zijn geboden. Dan is er geen tegen slag maar zegen te verwachten. 10. Verbetering van de in spraak. Deze is nu een lacher tje. Het college van Gedepu teerde Staten houdt bij de be sluitvorming geen rekening met de bevolking. Grootste zorg: hoe het tien miljoen grote be grotingstekort van de provincie rond te krijgen. 10) Strijd tegen de voortduren de zedelijke .milieuverontreini ging. De verwording van de maatschappij moet worden te gengegaan. 10. De werkgelegenheid en de woningnood. Verdere aantas ting van de werkgelegenheid in Zuid-Holland moet worden te gengegaan. Denk aan de scheepsbouw en de spreiding van de rijksdiensten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 11