et eenzame
avontuur
van drie
jonge
Molukkers
gemeenschap
va mist
J democratie-
van
onderop
ItHtuh
IÉHÉ
ZeidüeQowumL
De provincie Drente is de laatste jaren in
geen enkel opzicht gespaard: ergerlijke
werkloosheid, rampzalige droogte, helse
stormen met enorme schade, plannen om de
provincie te gebruiken als afvalvat voor
allerhande vuil tot en met radioactieve
stoffen toe. Al die ellende verbleekt echter
bij de vier acties van Molukkers in Drente,
waarbij in totaal nu al enkele honderden
mensen gegijzeld zijn geweest en doden zijn
gevallen.
Tijdens de kaping van de trein bij Wijster
in 1975 werden politieke eisen gesteld. Van
uit Moluks gezichtspunt begrijpelijke eisen.
De meeste Nederlanders konden die eisen
ook wel begrijpen, maar keurden de geweld
dadige manier waarop jonge Molukkers hun
doel wilden bereiken sterk af. Aan de we
reld was en is het moeilijk uit te leggen waar
het nu allemaal precies om draait; de zaak
zit dan ook ingewikkeld genoeg in elkaar.
Enkele dagen na de kaping van de eerste
trein werd het Indonesische consulaat beze-
t.Twee georganiseerde acties waarbij een
grote groep Molukkers betrokken was.
Na die gijzelingsacties kwamen gesprekken
op gang. Van beide kanten was men er
eigenlijk wel van overtuigd dat met geweld
alleen niet veel te bereiken was. De geschie
denis heeft geleerd dat politiek ook zonder
wapens tot resultaten kan leiden.
Politiek is echter een langzaam proces, daar
kunnen niet van de ene dag op de andere
de vruchten van geplukt worden. Molukse
jongeren konden niet het geduld opbrengen
Molukse kringen veroordeeld. Men gaf van
solidariteit blijk door uit alle delen van het
land massaal naar Assen te komen bij de
teraardebestelling van de „in de strijd" ge
dode jonge Molukkers.
Na afloop van die acties werd het gesprek
over mogelijke oplossingen van het Molukse
probleem in verhevigde mate en op meer
fronten voortgezet.
Bij veel Nederlanders was ondertussen het
laatste restje begrip voor
verdwenen. Men begon
kam te scheren met de
tion, Palestijnse
peringen die
ideaal.
Het
ties vaak
dat daar voor nodig is en sloegen verleden
jaar opnieuw toe. Nu met parallel lopende
acties in De Punt, waar wederom een trein
werd gekaapt en in Bovensmilde waar een
school vol kinderen werd bezet.
In de Molukse wijken van Assen en Bovens
milde was men, naar wordt aangenomen, in
wijde kring op de hoogte van de plannen.
Men zette bijvoorbeeld ruim van tevoren de
radio aan om het eerste nieuws over de
acties niet te missen en Molukse kinderen
werden op de bewuste maandagmorgen uit
school thuisgehouden.
Vooral het bezetten van de school wekte het
afgrijzen van de hele wereld. Het werd nog
moeilijker om begrip op te brengen en te
vragen voor de idealen waarvoor de Moluk
kers bereid waren te sterven, een Vrije
Republiek der Zuidmolukken.
De Molukse leiders waren in hun oordeel
verdeeld; men veroordeelde het
waarmee de
bleef dezelfde
den tot die acties.
De leiders
samenw»
treinen en
te brengen.
Dat lukte in 1975
in Wijster en de
sche consulaat,
psychologische
den de gegijzelde mensen met geweld be
vrijd.
De manier waarop dat gebeurde werd in
Daarin wordt het hebben van idealen door
de Molukkers erkend maar er staat ook in
dat Nederland weinig kan doen aan het
verwerkelijken van die idealen. Verder zijn
er een aantal maatregelen aangekondigd die
ervoor moeten zorgen dat de integratie tus
sen Molukkers en Nederlanders nu eindelijk
eens op gang komt. Een integratie waar men
van Molukse zijde niet onverdeeld vóór is
overigens. De nota meldt ook nog dat
cultuurvoorrang kaSfl
onder-
enkele gelegenheid vooroij gaan om te bena
drukken, dat er geen reden voor haatgevoe
lens jegens de hele Molukse gemeenschap
bestaat. Het gaat volgens hem en andere
bewindslieden om een zeer klein groepje
jongelui, dat op eigen initiatief en in het
diepste geheim tot actie is overgegaan.
is gebeld met ouders,
centrum Kapitan Pattimura.
Een reden om aan te nemen dat
?rde dan
ondertussen geen
dat de hele actie
is voorbereid; 1
onoverzicntelijke Provinciehuis ka
durende langere tijd door drie r
worden. Zeker niet wanneer c
ook nog een groot aantal gevangenen i
bedwang moet kunnen houden.
Uit verklaringen van ambtenaren blijkt t
vendien, dat de bezetters waarschijnlijk Ji
oog hadden op de commissaris der I"
gin, maar per ongeluk haar 1
renden, slecht voorbereid dus en c
gevolg zijn van het kleine ai
de groep.
Een van onze redacteuren
zoek uit. Hij sprak met verschillende men
sen die goed ingevoerd zijh in Molukse
kringen en met een vertegenwoordiger van
deze bevolkingsgroep.
jkropte emoties krijgen de vrije loop na een vreugdevol weerzien.
Drente maart 1978: politiemensen in dekking achter een zwerfkei.
Dick den Ouden, socialistisch Statenlid in
Drente, was maandagmorgen toen de drie
Molukkers hun actie begonnen, in het Pro
vinciehuis. Hij woonde een vergadering bij
de Provinciale commissie voor sociale za
ken in de Statenzaal. Alle daar aanwezige
mensen wisten te ontsnappen.
„Ik ben nog rond het gebouw gelopen nadat
we gevlucht waren en belandde in het cen
traal laboratorium. Vandaar heb ik Nous
Solissa gebeld. Kort daarop ben ik naar hem
toegegaan en hij was nog woester over het
gebeurde dan welke Nederlander dan ook
maar zijn kom". Terwijl ik bij hem was
kwam een andere Molukker langs en toen
die het nieuws hoorde zag ik hem wit weg
trekken en eigenlijk gewoon in elkaar zak
ken. Beiden waren helemaal ontmoedigd en
vroegen „waar werken we nu voor? Hoe is
dit nu mogelijk?"
Dick den Ouden raakte bij de bezetting van
de trein in De Punt en de school in Bovens
milde betrokken bij de Molukse vraagstuk
ken. Daarvoor had hij verscheidene gesprek
ken gehad met Max Papilaya, de leider van
de overval op de trein in De Punt. Max
werkt op de afdeling Financiën van het
Provinciehuis. Hij werd bij de bevrijding
van de gegijzelden in de trein gedood.
Jk had nog wat geleende spullen van Max
en heb die teruggebracht. Daarna kreeg ik
veel contacten met Molukkers".
Weerzin
Dick den Ouden kan de afkeer die overal
merkbaar is tegen deze nieuwe gewelddaad
goed begrijpen. Volgens hem leeft die weer-
zin ook bij de Molukkers.
..De drie die dit op hun geweten hebben zijn
in Molukse kringen ook vreemde vogels. Ze
waren niet bij een of andere club of groep
aangesloten. Ze kwamen af en toe wel eens
in Pattimura. Maar alleen al het feit dat de
Molukkers zelf eerst heel diep moesten na
denken voor ze wisten wie het waren is voor
mij wel een bewijs dat het inderdaad om
een klein groepje ging, dat erg op zichzelf
stond."
Volgens Dick den Ouden moet de band die
in de afgelopen tijd gegroeid is tussen Ne
derlanders en Molukkers sterker gemaakt
worden. „Ik heb daar ook al met een aantal
andere Statenleden over gepraat. We moeten
nog meer doen om bij elkaar begrip te
kweken voor de verschillende standpunten", j
Hoewel hij goed ingevoerd is in Molukse
kringen had ook Dick den Ouden geen
enkele aanwijzing dat deze actie zou komen:
ook andere welzijnswerkers ontkennen dat
er iets „broeide". Men neemt aan dat ook
dat een bewijs is voor het zelfstandig opere
ren van het drietal.
Dick den Ouden maakt zich wel zorgen over
het afbrokkelende leiderschap binnen de
Molukse Gemeenschap: „De leiders hebben
de ontwikkelingen niet meer in de hand".
Verdeelden
Een andere kenner van de problemen en
gevoelens van de Molukkers sluit zich bij
die mening aan: „Het huis raakt steeds
verdeelder. Tussen wat er aan de top in de
Molukse samenleving besloten wordt en wat
er aan de basis gebeurt is geen enkel ver
band meer".
Hij is er ook van overtuigd dat de Molukse
gemeenschap van de actie van deze week
niets wist. „Ik heb erg veel gesproken met
Molukkers. Bij de vorige gijzelingen was
ihen in Molukse kringen op de hoogte. Veel
mensen waren er bij betrokken. Maar nu
kwam het als een volslagen verrassing. Deze
drie jongens zweven een beetje tussen de
groepen in, bevonden zich in een soort
niemandsland".
De zegsman, die absoluut anoniem wil blij
ven, meent dat het gesprek dat aan de gang
is moet doorgaan. „Er zijn Molukkers die
hun nek uitgestoken voor de dialoog met de
Nederlanders. Die mensen kunnen we nu
niet laten vallen".
Volgens hem hebben de Molukkers die zich
de leiders van de Gemeenschap noemen,
niet in de gaten dat er naar nieuwe wegen
gezocht moet worden om de problemen op
te lossen.
„Ik denk wel eens dat die leiders een soort
middenstandsbedrijf voor zichzelf begonnen
zijn, dat ze tot elke prijs zo willen houden.
Er is echter meer democratie van onderop
Militairen bezig met het leggen van prikkeldraadversperringen.
nodig in de Molukse Gemeenschap, de hiar-
chie moet veranderen. Dat is wel moeilijk,
omdat er nog maar weinig mensen in die
Gemeenschap zijn die „clean" kunnen den
ken. Onder „clean" versta ik dan: niet pro
beren de beste stoel voor jezelf te houden
in een veranderde samenleving. Een man of
vrouw die iets geleerd heeft, die snapt hoe
politiek werkt, moet verstaanbaar blijven
voor de achterban en zijn kennis en kunnen
dienstbaar maken aan de gemeenschap
waartoe hij behoort. Zulke mensen zijn er
nog veel te weinig onder de Molukkers".
Geïsoleerd
De Molukse opbouwwerker Henk Siwabassy
heeft de problemen van zijn volk in drie
belangrijke punten op een rij gezet. „Wij
moeten zelf formuleren: ten eerste wat de
wensen zijn, ten tweede welke mogelijkhe
den zich aanbieden om die wensen waar te
maken en in de derde plaats komt dan pas
het leiderschap".
te vragen weiKe mogelijkheden er bestaan
om een eind aan de problemen te maken.
De actie van de drie Provinciehuisbezetters
gaat dwars tegen deze bewustwording in.
Henk Siwabassy: „De actie is helemaal bui
ten de gevoels-, instemmings- en belevings
wereld van de Molukkers gevoerd. Het
groepje bezetters van het Provinciehuis is
geïsoleerd, deze jongens zijn nergens onder
te brengen, horen niet bij de een of andere
groep".
Henk ontkent dan ook dat er een verband
gelegd kan worden tussen de bezetters en
de Molukse gemeenschap door de telefoon
gesprekken die vanuit het Provinciehuis met
familie en Pattimura zijn gevoerd.
„Er is wel gesuggereerd dat er meer mensen
bij deze bezetting betrokken waren en ik
ben teleurgesteld in burgemeester Masman
die heeft doen voorkomen dat Pattimura de
bakermat is van alle acties. Dat is het niet.
Wij plegen hier in Pattimura sociaal-cultu
reel werk".
Burgemeester Masman noemt dat een onte
rechte conclusie van de Molukse welzijns
werker. „Een journalist heeft me gevraagd
of de telefonische contacten tussen de bezet
ters en Pattimura konden wijzen op een
grotere groep van ingewijden. Daarop heb
ik geantwoord dat als die contacten er zijn
geweest zo'n conclusie wel juist zou kunnen
zijn. Daarmee heb ik natuurlijk niet willen
zeggen dat Pattimura de bakermat van de
acties is geweest".
De heer Masman is er wel van overtuigd
dat de drie bezetters van het Provinciehuis
een op zichzelf staand groepje is en sluit
zich bij premier Van Agt aan als die zegt,
dat het gesprek tussen Molukkers en Neder
landers moet worden voortgezet.
Ook Henk Siwabassy noemt de voortgang
van de gesprekken noodzakelijk: „Dat is een
vereiste voor het krijgen van een toch al
moeilijke opening van zaken. Ook menselij
ke ontmoetingen zijn noodzakelijk".
De anonieme zegsman met grote kennis van
Molukse zaken: „Hoewel naar mijn stellige
overtuiging niemand in de Molukse gemeen
schap op de hoogte was van de actie zou
het me niet verbazen wanneer straks bij de
berechting van deze drie jongens erg meege
leefd wordt door de Molukkers. Dat moeten
we dan zien als solidariteit, als een soort
„sluiten van de rijen". We moeten dan niet
de fout maken door te zeggen: „Zie je wel,
ze staan er toch allemaal maar achter". Niet
alle mensen die naar de begrafenis van de
kapers van De Punt kwamen waren het met
de gewelddaden van die groep eens".
JAN VAN KOOTEN
Pattimura, het sociaal-cultureel centrum van de Molukse wijk in Assen: wel of niet de bakermat van alle geweldadige acties?