EN TOEN....HET WONDER"
Pall Mali Golden Mild
iedere millimeter heeft
„Wij wisten dat
geschoten zouden
wij dood
worden"
GEGIJZELDEN HADDEN AL AFSCHEID GENOMEN
99
hdrukwekkende
Biddag in 's lands
ergaderzaal
YA
INNENLAND
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 15 MAART 1978
PAGINA 13
GRIFFIER
SR. H. POSTEMA
KREEG NOG
TWEE
MINUTEN
(Van een onzer verslaggevers)
ksSEN „De bevrijding door die mariniers en commando's zal ik nooit
tergeten. Het was een wonder. Ik zat achter de telefoon voor het
[llerlaatste contact met het beleidscentrum. Als binnen twee minuten
[een toestemming zou worden gegeven voor de komst van een bus,
buden de gedeputeerden Trip en Huizinga gefusilleerd worden. Zij
Konden al met geboeide handen voor de ramen. En toen.... Toen kwamen
jlotseling van alle kanten die groene kerels binnenrennen. Als door
jen wonder van God."
|e griffier van de provincie Drente Mr. H.
fostema was één van de eerste gijzelaars
|e na de bevrijdingsactie gistermiddag
[uiskwam. Hij rende het provinciehuis uit
h vervolgens in luttele seconden naar zijn
joning schuin tegenover het belegerde ge
touw. Met een baard van een dag, de veters
It de schoenen en zonder stropdas vertelde
to heer Postema zijn relaas. Zijn dolgelukki-
fe vrouw en kinderen hingen aan zijn lip
ton. De griffier: „De bevrijding gebeurde in
fcsschien dertig seconden. Ik hoorde een
kar hevige knallen en vervolgens doken
hn alle kanten mariniers en commando's
b. Ik had de tegenwoordigheid van geest
bij onder mijn bureau te laten zakken, en
kloof dat ik een paar keer „blanke, blanke"
troepen heb tegen de militairen. Waar-
thijnlijk omdat ik de indruk had dat zij
kar nog meer Zuidmolukkers aan het zoe-
kn waren. Later hoorde ik dat die drie
tervallers zich binnen de kortste keren
kdden overgegeven."
ÈVEL
jver de gebeurtenissen op maandagmorgen
ij het begin van de bezetting zegt de heer
ostema: „Dat ging allemaal zo snel in zijn
|erk. Wij zaten op de eerste verdieping in
Ln vergadering. Sommigen zagen nog kans
|a ramen naar buiten te vluchten, maar de
meesten die aan het vergaderen waren, wer
den bijeengedreven. Eerst zijn we in een
kleine kamer bijeengezet. Toen één van de
Molukkers vroeg of er geen grotere kamer
was, heb ik ze de vergaderkamer van Gede
puteerde Staten gewezen. Tot mijn schrik
zat daar gedeputeerde Trip rustig te werken.
Neen, ik geloof nooit dat die op dat moment
wist dat er een bezetting aan de gang was
Ja, en daar is toen dat verschrikkelijke
gebeurd. Drs. De Groot riep iets tegen één
van de kapers. Wat? Ik heb het niet precies
verstaan, maar het leek mij iets waar die
Molukkers verschrikkelijk boos over wer
den. „Jij gaat er als eerste aan", hoorde ik
de leider van de terroristen roepen. De
Groot werd voor het raam neergezet en in
koelen bloede neergeschoten. Dat gaf een
enorme beklemming onder alle aanwezigen.
Een verschrikkelijke ervaring...."
De heer Postema zwijgt even; de emotie is
van zijn gezicht af te lezen. Na seconden
vervolgt hij: „Het waren zulke gespleten
figuren, die kapers. Aan de ene kant brul
den ze: jullie gaan er allemaal aan, en aan
de andere kant zeiden ze: pardon meneer,
als ze per ongeluk tegen je opliepen."
BLUNDER
Woorden zijn eigenlijk overbodig bij deze foto. Griffier Postema vliegt in de armen van zijn vrouw
De heer Postema vertelt hoe de meeste
gijzelaars later op de dag mochten opbellen
naar hun familieleden. Eerst durfde eigen
lijk niemand, vertelde hij.Je had de indruk
dat je, als je gebeld had, wel neergeschoten
zou kunnen worden, en wij wisten al vrij
snel dat we hoog op de lijst stonden. Door
een blunder van het ANP werd er op de
radio omgeroepen dat er twee gedeputeer
den tussen de gijzelaars zaten. Dat wisten
de kapers helemaal niet Daarna zeiden ze
dan ook direct: jullie gaan er als eersten
aan. Van Broekhuijzen, mijn buurman, die
directeur van de P.P.D. is en ik voelden
intuïtief aan, dat wij drie en vier zouden
worden. Tegelijk staken wij, zonder dat de
Molukkers het zagen, drie en vier vingers
tegen elkaar op. Vooral maandagnacht heb
ik daar toch wel aan liggen denken. Aan
mijn vrouw en de kinderen. Ik heb veel
gebeden. Ook dinsdagmiddag rond twee uur
heb ik samen met de kapers en de gegijzel
den gebeden. Het ultimatum was bijna afge
lopen en in mijn gebed heb ik, dacht ik,
gesmeekt om een bus. Daarna heb ik contact
opgenomen met het beleidscentrum. Trip en
Huizinga hadden dat tot op dat moment
gedaan, maar waren toen door de kapers
weggehaald bij de telefoon, en geboeid bij
het raam gezet. Zij gaven mij nog twee
minuten, daarna zouden de beide gedepu
teerden neergeschoten worden. En toen
het wonder."
PATRONEN
Opnieuw heeft de heer Postema moeite zijn
tranen te bedwingen. Buren komen binnen
met bossen bloemen. Uit een zak van zijn
colbertjasje schudt hij een handvol revolver-
patronen. „Voor de jongens meegenomen,"
zegt hij met een grijns. En daarna tot zijn
vrouw: „Ik hoop dat het met Trip een beetje
meevalt. Hij kreeg een schot in de buik bij
de bevrijding. God, wat heb ik een bewon
dering voor beide gedeputeerden gekregen.
Vanaf twaalf uur wisten zij, dat zij gefusil
leerd zouden worden, maar er ging een rust
uit van die kerels. Fantastisch. Trouwens,
eigenlijk kun je wel zeggen dat iedereen zich
erg goed heeft gehouden. Ondanks alle
spanning en ellende. De enige echte nerveu
ze mensen waren de kapers. Die liepen soms
te hijgen van de spanning."
En tot een buurman die binnen is gekomen:
„Dit was duidelijk een stel desperado's. De
leider vertelde dat hij afscheid had genomen
van zijn kinderen. Ik heb even naar ze staan
te kijken voor ik maandag hier aan begon,
zei hij. Jullie kregen geen kans om afscheid
te nemen. Jullie gaan er allemaal aan, brul
de hij dan maar weer."
Buiten rijden pantserwagens rich
ting provinciehuis. Griffier Poste
ma trekt de schoenen uit en zakt
met een zucht van verlichting on
deruit in zijn stoel, een angstig
avontuur dat hem met nog zeventig
anderen negenentwintig uur in de
ban heeft gehouden, is eindelijk
voorbij.
(Van onze parlementaire redactie)
HAAG Bladstil was het gistermiddag
nd vier uur in de vergaderzaal van de Tweede
Imer toen premier Van Agt en de ministers De
iter (Justitie) en Wiegel (Binnenlandse Zaken)
ien kwamen. Direct kreeg de minister-presi-
it het woord om zijn verklaring af te leggen,
'olgd door die van de man die in de vooraf-
ande spannende uren het crisiscentrum in het
nisterie van Justitie had geleid: minister mr.
cob de Ruiter. Zo kreeg de Tweede Kamer als
rste uit de monden van de twee meest betrok-
n bewindslieden te horen wat er sinds maan-
gmorgen in Assen gebeurd was en hoe de
gering daarop gereageerd had.
adstil was het ook toen na de verklaring van
nister De Ruiter oud-premier Den Uyl namens
e fracties in de Kamer, het woord kreeg. Ook
maakte door zijn bewogen bewoordingen dui-
lijk dat er op dit moment in 's lands vergader-
al geen ruimte was voor enge partijpolitiek,
gering en volksvertegenwoordiging waren één
afschuw over de gijzelingsactie, in deelneming
et de nabestaanden van het slachtoffer in Assen,
meeleven met de gewonden en in intense waar-
ring voor hen die zich hebben ingezet voor de
eindiging van de actie.
Jewel de agenda van de Kamer gisteren heel
dere zaken vermeldde ging aller aandacht van-
fsprekend uit naar wat er in Assen.gebeurd was
gebeurde. De vergadering begon met verklarin-
m van afschuw over de gijzeling en medeleven
:t de gegijzelden en hun familieleden. Toen de
tie van de mariniers begon, werd de vergadering
delijk geschorst. Rond half vier werd de verga
ring opnieuw geschorst omdat de Kamerleden
rh nu geheel wilden concentreren op wat pre-
er Van Agt hen even later zou meedelen.
et was een onvergetelijke en indrukwekkende
iddag, ook in 's lands vergaderzaal. Een middag
aarop de Kamerleden en alle anderen die zich
reet of indirect bij de gebeurtenissen in Assen
trokken wisten met zeer gemengde gevoelens
•oefheid, meeleven, afschuw, naar aanleiding van
gijzeling, maar ook vreugde-over de afloop
lillen terugzien.
ASSEN/DEN HAAG „Nadat al onze pogin
gen waren mislukt om de bezetters van hun
voornemen af te brengen de gijzelaars dood
te schieten hebben wij besloten tot actie over
te gaan". Aldus vatte minister J. de Ruiter van
Justitie de overwegingen van de regering sa
men om gisteren om 14.34 uur twee pelotons
mariniers in te zetten teneinde de 72 gijzelaars
in het bezette provinciehuis te bevrijden. „Als
wij dat niet hadden gedaan waren er doden
gevallen", aldus de bewindsman gisteravond
op een persconferentie in Assen, en eerder in
een verklaring voor de Tweede Kamer.
Minister De Ruiter verklaarde dat de twee
Zuidmolukse bemiddelaars die 's ochtends sa
men met een vrouwelijke gijzelaar uit het
provinciehuis waren gekomen, een boodschap
hadden meegebracht waaruit zonder meer dui
delijk was dat de bezetters hun voornemen
gijzelaars dood te schieten, zouden uitvoeren.
„Twee executies waren in voorbereiding. Die
van de gedeputeerde Trip en die van zijn
collega Huizinga. Ook bemiddelingspogingen
van ds. Metiary die wij hadden ingeschakeld,
bleven vruchteloos. Alles bij elkaar genomen
bleef ons niets over dan via een actie van
mariniers te trachten het provinciehuis te ont-
Ook het feit dat een aantal gegijzelden gelegen
heid had gekregen telefonisch afscheid te ne
men van hun familieleden wees er volgens de
bewindsman op dat de Zuidmolukkers hun
executies met de daad zouden uitvoeren. Trou
wens ook zij zelf belden met familieleden om
op deze wijze afscheid te nemen. Wat dat
betreft was het zonneklaar dat de gijzelaars in
het Drentse provinciehuis met een zelfmoord
commando te doen hadden. „De gijzeling had
een uiterst grimmig aanzien en het leek aanvan
kelijk heel moeilijk met de bezetters contact
te krijgen", aldus de minister.
Er bleek nogal wat onduidelijkheid te bestaan
over de vraag hoe de situatie zich in het bezette
provinciehuis heeft toegedragen tijdens en vlak
voor de actie van de mariniers. Geen antwoord
wist de minister te geven op vragen rond de
smeekbede van de gegijzelde griffier mr H.
Postema om tenminste enige eisen van de
bezetters in te willigen teneinde de levens van
de gijzelaars te sparen. Want ook zij waren
ervan overtuigd dat de drie Zuidmolukkers hun
voornemen om de beide gedeputeerden en
daarna elk half uur een of twee gijzelaars dood
te schieten, in daden zouden omzetten. Te
neinde te trachten dit drama te voorkomen
heeft mr. Postema rechtstreeks contact opgeno
men met premier Van Agt. Over de inhoud van
dit telefoongesprek werd gisteravond niets be
kendgemaakt. Wel staat vast dat dit gesprek
van beslissende invloed is geweest op het be
sluit de Zuidmolukse bezettingsactie met ge
weld te breken. Dat de bezetters niet beïnvloed
waren bleek uit het feit dat zij verscheidene
malen weigerden in te gaan op verzoeken het
lichaam van de gedode drs. De Groot te mogen
weghalen. „De bezetters zouden waarschijnlijk
gewelddadigheden plegen als dit met behulp
van een pantservoertuig was gebeurd", aldus
minister De Ruiter. „Alle bewegingen bij het
gebouw konden consequenties (voor de gijze
laars) hebben".
In de regeringsverklaring die premier Van Agt
gisteren om kwart over vier voor de Kamer
aflegde, betuigde hij de deelneming van de
regering met de nabestaanden van de provin
cieambtenaar, die bij de actie het leven verloor.
De regering was diep teleurgesteld dat opnieuw
een dergelijke actie had plaatsgevonden. „Maar
wij hopen en vertrouwen er toch nog op dat,
ondanks deze nieuwe schokkende actie onze
landgenoten ervan overtuigd willen blijven dat
het gaat om een onberaden actie van slechts
enkelen, waarop men niet de gehele Zuidmo
lukse bevolkingsgroep mag aanzien". Van Agt
sprak zijn grote waardering uit voor allen die
zich in deze dagen hebben ingezet, in het
bijzonder ook de leden van het korps mariniers
die opnieuw een voor hen gevaarlijke actie tot
een goed einde hebben gebracht. Hij zei ook
dat de gekozen weg om het vraagstuk van de
Molukkers tot een goed einde te brengen ge
volgd moet blijven.
Na de betogen van premier Van Agt en minis
ter De Ruiter legde de voorzitter van de groot
ste Kamerfractie (PvdA) Den Uyl, namens alle
fracties een korte verklaring af.
„Ik wil op dit ogenblik ook een woord van
oprechte waardering uitspreken voor de rege
ring en diegenen die rechtstreeks verantwoor
delijkheid hebben gedragen voor de genomen
beslissingen. Ik meen te mogen zeggen dat ik
weet hoe moeilijk de afweging is en onvermij
delijk zal zijn, wanneer beslist moet worden
over ingrijpen in deze situaties, dat dit ingrij
pen altijd risico's draagt. Ik hecht eraan uit
te spreken hoezeer ik de wijze waarop deze
beslissingen genomen zijn waardeer. Mij dunkt
dat velen met ons in het land daarvoor dank
baar zijn", aldus Den Uyl.
GEDEPUTEERDE DAAN HUIZINGA
(Van een onzer verslaggevers)
ASSEN „We wisten dat we dood gescho
ten zouden worden. Als dat laatste ogenblik
was aangebroken dan zouden we een seintje
krijgen en moesten we gaan staan. Zover
kwam het niet, want de Zuidmolukkers
Molukkers hadden die woorden nog niet
uitgesproken of er ontplofte een granaat
De aanval van de mariniers was toen be
gonnen".
Gedeputeerde Daan Huizinga (PvdA) maak
te gistermiddag omstreeks half drie met zijn
collega gedeputeerde J. Trip (CDA) waar
schijnlijk de moeilijkste minuten van zijn
leven door. „Jullie zullen als eersten doodge
schoten worden", had de leider van de drie
de buurt Molukse bezetters tegen hem gezegd.
Ook in telefoongesprekken met het regering
scrisiscentrum in Den Haag maakten de
bezetters duidelijk dat „twee hoge CDA- en
PvdA-pieten zouden worden geëxecuteerd"
als niet op hun eisen zou worden ingegaan.
De heren Huizinga en Trip moesten plaats
nemen op stoelen bij een open raam. „Vol
gens de bezetters zouden de andere gijze
laars niet geraakt worden als er op ons
geschoten zou worden".
Toen de ontploffing van de granaat de
aanval van de mariniers inluidde maakten
de beide gedeputeerden van de panieksitua
tie gebruik en doken ze onder het bureau.
„Niemand durfde toen in onze richting te
kijken. Blijkbaar was men ervan overtuigd
dat ze ons dood geschoten hadden", vertelt
de heer Huizinga. Later boden verschillende
gijzelaars hen hun verontschuldigingen voor
„dat niet kijken" aan. „Ze schaamden zich
voor hun gedrag. Ze vonden dat ze niet
solidair met ons geweest waren".
Volgens Daan Huizinga maakten de drie
bezetters een bijzonder vastberaden indruk.
Wel traden ze volgens hem correct op.
„Pesterijen waren er niet bij, zo mochten
we regelmatig naar het toilet en kregen we
ook voldoende te eten".
Volgens de heer Huizinga is de heer Trip
niet vóór de actie van de mariniers door
kogels van de Zuidmolukkers Molukkers
getroffen. Gisteravond bezocht hij de in zijn
buik geraakte collega gedeputeerde in het
Asser Wilhelmina Ziekenhuis. Na een spoe
doperatie is de toestand van de heer Trip
bevredigend.
Ww W v wereldbekend aroma
25/2.60