Ook beleid van de regering
wordt bij gijzelingen harder
Telefoniste was
getuige van executie
Mgr. Simonis wil, ondanks standpunt,
in gesprek blijven met KTH Amsterdam
3
.Noordnederlandse opieiding'was
alternatief van .Breed Overleg'
Reisverbod Helder Camara
op strategisch ogenblik
„Ingrijpen
ditmaal geen
nederlaag"
„Opgelucht
Schaduw over
vreugde in Assen
Verslagenheid
over dood
van drs
Ko de Groot
Opluchting en
dankbaarheid
Katholieke Molukkers
nauwelijks betrokken
bij RMS-ideaal
INNENLAND
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 15 MAART 1978 PAGINA 11
PREMIER VAN AGT:
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG „Vorig jaar gevoelde premier Den
tyl evenals ik het gewelddadig ingrijpen in De
punt eo Bovensmilde aan het eind van de gijze
lingsacties als een nederlaag. Toen was het een
nederlaag omdat we bijna drie weken geprobeerd
hadden een oplossing zonder geweld te bereiken.
Er waren toen wel contacten.
Wat vanmiddag in Assen gebeurd is gevoel ik niet
als een nederlaag als toen, want ditmaal is, afge
zien van enkele telefonische contacten, geen echt
contact tot stand gekomen. Bars, stellig en onaan-
spreekbaar werd door de bezetters het contact
afgewezen", aldus premier Van Agt gistermiddag
op zijn persconferentie in Den Haag.
IR. MANUSAMA:
99
(Van een onzer verslaggevers)
ASSEN In Zuidmolukse kringen is men opge
licht over de beëindiging van de gijzeling in het
rovinciehuis. „Het is voor mij een grote oplucht-
ng, dat deze actie voorbij is. Maar bovenal ben
blij, dat bij de bevrijding van de gijzelaars
«en slachtoffers zijn gevallen", zegt ir. J. A.
knusama, president van de Zuidmolukse ge-
neenschap in ballingschap.
Oe heer Manusama wil verder geen commentaar
;even over de gijzeling en de afloop. „Over een
aar dagen kunt u wel een reactie van ons ver
dachten", zegt hij. Ds. S. A. Metiary uit Assen,
foorzitter van Badan Persatuan, de Zuidmolukse
enheidspartij, is ook zeer kort in zijn reactie: „Het
s dit keer gelukkig snel afgelopen zonder dat die
«vrijding mensenlevens kostte".
)e heer Metiary zegt over de kapers: „Het zijn
ongeren die ik wel ken, omdat ze wel bij mij in
Ie kerk kwamen, maar verder had ik met hen
reinig contact, ik weet niet of deze actie nu ook
;r een verwijdering tussen de Zuidmolukkers
de Nederlanders tot gevolg zal hebben. Dat
tangt natuurlijk ook weer af van het Nederlandse
volk.
ASSEN Verrassing, verbazing en enorme op
luchting. Deze gemoedstoestanden spraken uit de
blij lachende gezichten van zowel de bevrijde
gijzelden uit het provinciehuis als van vele
ingestroomde toeschouwers in de buurt van de
/foofdlaan en het ontmoetingscentrum De Kolk.
Tussen het provinciehuis en De Kolk werden een
[root aantal van de zeventig gegijzelde ambtena-
en met busjes en taxi's vervoerd. Onderweg werd
ireed gezwaaid naar het publiek langs de weg.
Juimen werden omhoog gestoken in een alleèzeg-
[end gebaar. Ontroerende toneeltjes speelden zich
f bij het weerzien van familieleden en bekenden.
)e gedurende een kwartier ononderbroken stroom
axi's en personenbusjes werd omstreeks kwart
roor vier opgevolgd door een schokkend aandoen-
Ie rit van een begrafenisauto in de richting van
iet provinciehuis. De blijdschap over de goede
ïfloop van de bevrijdingsaktie werd daarmee
overschaduwd, in de wetenschap dat er een dode
nel te betreuren. Allerwege werd bewondering
litgesproken over de spectaculaire bevrijdingsak-
le van de uit twintig man bestaande commando's
'an de mariniers. Met gevaar voor eigen leven
lebben deze mannen met succes kunnen voorko
men dat er een groot aantal gegijzelden zinloos
ouden worden vermoord. Onmiddellijk na het
lekend worden van de bevrijdingsactie ontstond
een enorme verkeersdrukte in Assen. Velen
irobeerden zo dicht mogelijk in de buurt van het
irovinciehuis te komen om een glimp van het
[ebeurde op te vangen.
ASSEN - De balans opmakend van drie gijzelin
gen leidt ongetwijfeld tot vragen als „waarom?"
en „hoe kon dit (opnieuw) gebeuren?" Vragen
die zich niet gemakkelijk laten beantwoorden,
omdat de problematiek waar het hier om gaat
complex is. Duidelijk is echter dat het geweld,
waarvan een handjevol Zuidmolukse radicale
jongeren blijkt zich te willen bedienen, geen
oplossing betekent voor hun, naar zij zeggen,
politieke problemen en verlangens.
De laatste gijzelingsactie onderscheidt zich in een
aantal zaken van de twee voorgaande, waarbij
de Zuidmolukkers tot tweemaal toe een trein
kaapten en een lagere school in Bovensmilde
bezetten. Bleek uit zowel de gijzelingsactie van
1975 als die van 1977 dat politieke motieven de
drijfveren waren van deze jongeren, de actie
rond het Drentse provinciehuis was dat duidelijk
niet. Hier waren drie jongelui bezig te trachten
met niets ontziend geweld de vrijlating van een
aantal gevangen kameraden te bewerkstelligen,
waarbij zij niet terugschrikten voor het uiterste
middel: moord met voorbedachte rade. Wat dat
betreft dringt zich onwillekeurig een vergelijking
op met de Palestijnse terreuracties in het mid
den-Oosten, waarbij eveneens de eis tot vrijlating
van gevangen genomen guerilla-strijders centraal
staat. Dat de overvallers in zulke gevallen er
rekening mee houden zelf het leven erbij in te
schieten, is overduidelijk gebleven.
Thans blijkt dat ook radicale Zuidmolukse jonge
ren zo ver willen gaan. Het telefonisch afscheid
nemen van hun familieleden spreekt in dit ver
band overduidelijke taal.
Het probleem van kleine groeperingen militante
Zuidmolukse jongeren die de gewelddadige actie
in hun vaandel schijnen te hebben geschreven,
is weliswaar gemakkelijk te onderkennen, maar
het is uiterst moeilijk er adequaat op te reageren.
Die conclusie was reeds na de treinkaping bij
Wijster in het najaar 1975 te trekken. Ook bij
die gelegenheid bleken Zuidmolukse jongeren er
niet voor terug te deinzen passagiers te execute
ren. Wat dat aspect betreft kan de groep die
gedurende bijna acht en twintig en een half uur
het Drentse provinciehuis in Assen in zijn macht
had, op één lijn gesteld worden met deze treinka
pers. Nadat de treinmachinist Braams uit Amers
foort dodelijk gewond was geraakt bij het „ver
overen van de trein", werden achtereenvolgens
de Enschedese militair Leo Bulter en de Sappe-
meerse vertegenwoordiger Bert Bierling in koe
len bloede doodgeschoten. Gisteren stond hetzelf
de lot de beide gedeputeerden Trip en Huizinga
te wachten.
Echter, de beleidsautoriteiten hebben het niet zo
ver willen laten komen. Kwamen zij niet tussen
beide, waar het de twee executies in 1975 betrof,
in Assen wilde en naar later zou blijken kon men
een dergelijk drama voorkomen. Wat dat betreft
kan worden gezegd dat ook de beleidsautoritei
ten een hardere aanpak van Zuidmolukse actie
voerders voorstaan. Want ook vorig jaar bij de
treinkaping bij De Punt bleek, dat toen de
situatie uitzichtsloos was „Den Haag" niet
schroomde om op 11 juni de vijf en vijftig
passagiers die op dat moment vierhonderd twee
en zestig uur in gijzeling hadden doorgebracht,
met geweld te bevrijden. Daarbij wordt ingecal
culeerd dat één of meerdere gijzelaars bij een
dergelijke actie het leven kunnen verliezen; bij
de bevrijdingsactie bij De Punt werden Ans
Monsjou uit Eibergen en de heer Van Baarzel
dodelijk gewond, vermoedelijk door kogels van
mariniers. Het risico, dat een logische consequen
tie lijkt te zijn van een dergelijke beleidslijn.
Slotconclusie na drie gijzelingsdrama's in Drente
luidt, dat enerzijds de Zuidmolukse acties grim
miger worden, terwijl aan de andere kant de
autoriteiten een beleid hanteren, dat er welis
waar op gericht is zoveel mogelijk mensenlevens
- ook van de bezetters c.q. kapers - te sparen,
maar waarbij er niet meer geschroomd wordt
geweld met geweld te beantwoorden. Dat geweld
is bedoeld om de tegenstander zo snel en effec
tief mogelijk uit te schakelen. Dat is vooral
gebleken bij de bevrijdingsactie bij De Punt,
waar zes jonge Zuidmolukkers na afloop door
zeefd bleken door kogels. Wellicht is deze om
standigheid er de oorzaak van geweest dat de
drie radicale Zuidmolukkers, die maandagoch
tend schietend het provinciehuis in Assen bin
nendrongen, zichzelf kwalificeerden als een „zelf
moordcommando". De wetenschap dat jonge
Zuidmolukkers bereid zijn de rol van de Kamika
ze-piloot opnieuw inhoud te geven, is een huiver
ingwekkende wetenschap. Huiveringwekkend,
omdat ze tot niets leidt, want de Nederlandse
regering is niet van zins het politieke ideaal dat
deze jongeren zeggen na te streven, op enigerlei
wijze te honoreren. Daarom is het ook zo beklem
mend te moeten constateren, dat na drie gijze
lingsacties, hoe verschillend ook van karakter,
niets is opgelost En bij een volgende gelegenheid
zal de uitkomst niet anders zijn.
KLAAS GOINGA
,,Toen de bevrijdingsaktie begon dacht ik:
nu ben ik er geweest
(Van een onzer verslaggevers)
ASSEN Een van de eersten die kort na vier uur
gistermiddag het als opvangcentrum dienstdoende „De
Kolk" verliet was de 21-jarige telefoniste van het provin
ciehuis, Fien Schreuder uit Assen. Zij is tijdens de
bevrijdingsaktie licht gewond geraakt aan haar linker
hand en been. Geëmotioneerd doet zij haar relaas over
de bezetting: „Het was net koffiepauze, ik had net de
eerste slok van mijn koffie genomen, toen ik een hoop
lawaai hoorde bij de draaideur. Toen ik die richting
uitliep stond ik oog in oog met de Molukkers. Ze
schreeuwden: Meekomen, iedereen naar boven, en op dat
"moment zag ik geen zinder mogelijkheid dan dat maar
te doen. Samen met de andere gegijzelden werd ik via
verschillende afdelingen in de ruimte gevoerd, waar we
uiteindelijk moesten blijven. We kregen van de drie
zwaarbewapende Molukkers de opdracht, op de grond te
gaan zitten, terwijl een aantal van ons het bevel kreeg
om de deuren met bureaus te barricaderen."
Met trillende stem en tranen in de ogen vertelt zij verder
over het meest afschuwelijke moment van de bezetting,
het in koelen bloede doodschieten van de heer De Groot.
„Hij weigerde mee te werken aan het verslepen van de
bureaus. Waarschijnlijk heeft hij ook bepaalde opmerkin
gen aan het adres van de bezetters gemaakt. Wat hij
precies heeft gezegd, kon ik niet verstaan. Wel hoorde
ik de reactie van de Molukker. die zich later als leider
zou voordoen. Die schreeuwde plotseling tegen meneer De
Groot: „Oke, jij dood willen, dan gaan jij dood." Op
hetzelfde moment draaide ik mijn hoofd om. Ik hoorde
een aantal schoten en toen ik weer durfde te kijken, zag
ik De Groot op de grond liggen. Even later zag ik hoe
ze hem het raam uitwierpen. Het gevoel dat ik toen kreeg
is niet te beschrijven. Nooit zal ik het gezicht van hem
vergeten," vertelt zij, terwijl zij de tranen niet meer kan
bedwingen.
Volgens haar zeggen waren de drie Zuidmolukkers zwaar
bewapend. Zij hadden in elk geval de beschikking over
vier grote geweren en een aantal pistolen. Vermoedelijk
betrof één der geweren een automatisch wapen. Geduren
de de eerste uren van de bezetting trachtten de bezetters
het naar buiten te doen overkomen, dat het om een groter
aantal dan in werkelijkheid ging. Ze hadden daartoe
allerlei verschillende kledingstukken, petten, hoedjes en
zonnebrillen bij zich. Ze noemden elkaar uitsluitend bij
de voornaam. Als leider van de groep ontpopte zich de
23-jarige Nou Nou, terwijl de andere twee naar de roepna
men Eli (20 jaar) en Dirk (19 jaar) luisterden.
Gedurende de nachtelijke uren is er door de gegijzelden
nauwelijks geslapen. Het bleef bij wat dommelen en ook
Fien Schreuder bleek in totaal nog geen uur te hebben
geslapen. De enige afwisseling die er was, waren de
nieuwsberichten op de radio, die extra hard werden
aangezet en door iedereen te beluisteren waren. Mede
daardoor was iedereen op de hoogte van het door de
bezetters gestelde ultimatum. Men wist het tijdstip waarop
dit zou aflopen en de bezetters hadden al verteld wie er
het eerst aan zouden gaan. Dat waren de gedeputeerden
Trip en Huizinga, waarvan de Molukkers aanvankelijk
niet eens wisten dat ze zich onder de gegijzelden bevon
den. Ze vernamen dat via de radio en verzochten de twee
heren zich bekend te maken.
Als reden voor de bezetting vertelden de Molukkers dat
de regering niets deed en dat het op deze manier niet
langer kon. Er moest nu opgetreden worden. De bevrij
ding kwam voor de gegijzelden onverwacht. Wel had men
in de nacht ervoor op een bevrijdingsaktie gerekend.
Sommigen verklaarden dan ook in die nachtelijke uren
buiten wat gehoord te hebben.
Het eerste dat Fien Schreuder bij de bevrijdingsaktie
dacht, was: nu ben ik er geweest.
(Van een onzer
verslaggevers)
ASSEN Onder de ambte
naren van het provinciehuis
heerst grote verslagenheid
over de dood van drs. Ko de
Groot, die op brute wijze
door een Zuidmolukse over
valler om het leven is ge
bracht.
De heer De Groot is geboren in 1937
en woonde sinds een jaar of zes in
Rolde, het forensendorp in de nabij
heid van Assen. Hij was getrouwd
en had een dochtertje van acht jaar.
Bij de provincie bekleedde hij de
functie van hoofd van de afdeling
onderzoek bij de Provinciale Plano
logische Dienst. In dat kader was hij
onder meer samensteller van het
jaarverslag van de PPD. Verder
strekten zijn werkzaamheden zich
uit over de zogenaamde Geertland-
contacten. Nog onlangs heeft hij een
reis gemaakt naar Frankrijk. Hij
maakte daar een studie over een
nieuw op te zetten stad naar het
voorbeeld van Almere. Voordat drs.
De Groot naar Drente kwam, was hij
directeur van de Stichting Streekbe-
langen Oostelijk Gelderland in Doe-
tinchem. Op het provinciehuis was
hij een zeer geziene figuur.
De ervaring met de gijzeling van mei 1977 deed vrezen,
dat de terreurdaad van Assen opnieuw vele dagen van angst
zou brengen bij het Nederlandse volk en in het bijzonder
bij hen, wier familieleden door fanatieke Zuid-Molukkers
in gijzeling werden gehouden. Twee factoren hebben die
vrees teniet gedaan. Allereerst de houding van de Zuid-Mo-
lukkers zelf, die tot geen enkel overleg bereid waren en
de wil hadden tot doden van hun gijzelaars, indien niet
op het door hen gestelde ultimatum werd ingegaan. Óp de
tweede plaats de vastbesloten houding van de Nederlandse
regering tot ingrijpen op het ogenblik, waarop vaststond,
dat de terroristen hun dreigementen zouden uitvoeren.
De opluchting en dankbaarheid bij de goede afloop van
het ingrijpen wordt nog versterkt door de wetenschap, dat
uitstel rampzalige gevolgen zou hebben gehad. In de meeste
gijzelingsgevallen, die ons land heeft gekend, zat een specu
latief element met betrekking tot het ogenblik, waarop
ingrijpen geboden was, dan wel uitstel nog mogelijk scheen.
Het is zonneklaar dat gisteren in Assen elk uitstel dodelijke
gevolgen voor gegijzelden zou hebben gehad. Dankzij een
voortreffelijke communicatie tussen het Haagse beleidscen
trum en het crisiscentrum in Assen kwamen de mariniers
in actie binnen vier minuten na de politieke beslissing. Deze
snelheid is beslissend geweest voor het leven van de twee
Drentse gedeputeerden.
De dankbaarheid, die oppositieleider Den Uyl gisteren
namens alle kamerfracties heeft uitgesproken, was zeer
terecht en zal menigeen uit het hart zijn gegrepen. Dank
baarheid jegens de regering, de mariniers en allen die bij
het moeilijke werk betrokken waren. Van Agt, De Ruyter
en Wiegel hebben op het juiste ogenblik de enig juiste
beslissing genomen. Een beslissing, die de mariniers met
bekwaamheid en moed tot uitvoering hebben gebracht.
TILBURG (ANP) Onder de kleine minderheid van katholieken
in de Molukse gemeenschap van Nederland leeft wel een duidelijk
verlangen om de eigen Molukse identiteit in de Nederlandse
samenleving te behouden, maar nauwelijks of geen betrokkenheid
bij het ideaal van een zelfstandige Molukse republiek. Aldus pater
Jan van de Made msc, Nederlands missionaris op een der zuidoos
telijke eilanden van de Molukken.
Jan van de Made is op het ogenblik op vakantie in Nederland,
maar maakt van deze gelegenheid gebruik om samen met zijn
Molukse collega, pater P. Resubun msc, vicaris-generaal van het
bisdom Amboina, een bezoek te brengen aan de katholieke gemeen
schap in ons land. Dit bezoek geschiedt op uitnodiging van de
Nederlandse r.k. kerkprovincie.
Van de ruim 30.000 Molukkers in ons land is de overgrote
meerderheid protestant, verdeeld over verschillende kerken. De
groep van ongeveer 2400 katholieken vormt een minderheid van
plusminus 7 procent. De katholieken zijn vooral afkomstig van de
zuidoostelijke eilanden, de Kei-eilanden en Tanimbar, terwijl hun
protestantse landgenoten van de meer centraal gelegen eilanden
komen, met name van Ceram.
De katholieke delegatie constateerde onder de katholieke Moluk
kers wel heimwee naar hun land van afkomst, maar ook een
tamelijk grote reserve om metterdaad terug te keren. De delegatie
heeft zich echter geen idee kunnen vormen hoeveel van de katholie
ke jongeren naar het land van hun ouders of grootouders zouden
willen terugkeren. Volgens Molukse gewoonte heeft de delegatie
namelijk haar gesprekken vrijwel uitsluitend met de ouderen
gevoerd.
De mening der delegatie is, dat onder de katholieke Molukkers
een voorkeur leeft voor integratie in Nederland. Zij acht dit ook
de meest reële oplossing. Niettemin meent de delegatie, dat er wel
mogelijkheden zijn voor terugkeer onder voorwaarde, dat deze niet
gebeurt met afscheidings-idealen. Bovendien zullen degenen, die
willen terugkeren, zich grondig moeten voorbereiden. De sociaal-
economische omstandigheden op de zuidoostelijke eilanden zijn niet
van dien aard, dat gemakkelijk werk kan worden gevonden. Het
loonzakje is in Nederland sneller gevuld dan daar.
Wanneer Molukkers willen teruggaan, dan zouden zij volgens de
delegatie moeten kunnen beschikken over enig geld als startkapi
taal voor een klein bedrijfje. In dat geval zijn er wel mogelijkheden,
al zullen terugkerenden moeten beseffen, dat zij veel meer op
zichzelf teruggeworpen zullen zijn dan in Nederland met zijn
sociale voorzieningen.
„Als bisschop van Rotterdam
wil ik met de Katholieke
Theologische Hogeschool Am
sterdam in gesprek blijven.
Ook hoop ik de kwesties be
treffende de ambtsopleiding
te blijven bespreken met de
bisschop van Haarlem en wel
in een in te stellen Interdioce
sane Raad voor de ambtsop
leiding, waarover beraad
gaande is. Alle besprekingen
over de ambtsopleiding zal ik
altijd uitdrukkelijk voeren
binnen het raam van de moge
lijkheid van een officiële
Dit schrijft mgr. dr. A. Simo
nis, bisschop van Rotterdam
aan het slot van zijn stand
puntbepaling over de prieste
ropleiding. Zoals gemeld (zie
ons blad van gisteren) ziet hij
de Katholieke Theologische
Hogeschool Amsterdam niet
meer zonder meer als een "geei-
gend instituut voor priesterop
leiding ten behoeve van het
bisdom Rotterdam en beveelt
hij priesterstudenten een op
leiding aan op een seminarie,
dat door de Heilige Stoel is
goedgekeurd, waarbij aller
eerst te denken valt aan net
seminarie Rolduc of soortgelij
ke instellingen in het Neder
lands taalgebied.
In een brief aan de „priesters,
diakens en allen die in de pas
toraal van het bisdom Rotter
dam zijn aangesteld", schrijft
de bisschop, dat hij zich ten
volle realiseert, dat zijn ui
teindelijke standpuntbepaling
door velen maar moeilijk zal
wordenaanvaard. Hij wil in
deze „allerbelangrijkste zaak"
echter zijn verantwoordelijk
heid als bisschop niet uit de
weg gaan.
Hij schrijft, dat de discussies
in het „Breed Overleg" invloed
hebben gehad op zijn stand
puntbepaling. Met name is het
door dit overleg voor hem niet
op een breuk met de KTH
Amsterdam uitgelopen, maar
op een „gedistantieerde parti
cipatie".
Dat hij niet alle priesters en
pastorale werkers van het bis
dom in het overleg heeft be
trokken schrijft hij toe aan de
praktische onuitvoerbaarheid.
Het Breed Overleg zelf al
heeft acht langdurige zittingen
nodig gehad om de problema
tiek en alle argumenten op
tafel te krijgen. Aan de „Pries
terraad", die inmiddels in het
bisdom is gaan functioneren
zal hij uitvoerige informatie
verstrekken. Hij deelt voorts
mede, dat hij voornemens is
om een of meer priesters uit
het bisdom te benoemen om
met hem/hen de verantwoor
delijkheid voor de ambtsoplei
ding te dragen.
Uit de conclusies van de com
missie „Breed Overleg" over
de ambtsopleiding in het bis
dom Rotterdam, die gevoegd
zijn bij de standpuntbepaling
van de bisschop, blijkt, dat de
commissie zelf overeenstem
ming had bereikt over een
reeks alternatieven voor de
ambtsopleiding in het bisdom.
De grootste voorkeur daarbij
bleek uit te gaan naar een
Noordnederlandse opleiding,
bestaande uit een faculteit en
een convivium (leefgemeen
schap). Daarbij zou moeten
worden uitgegaan van de be
staande theologische opleidin
gen, gebruik makende van zo
wel de instituten (KTH Am
sterdam en KTH Utrecht) als
van de opgedane ervaringen.
Hierbij zou dus een breuk met
de KTHA ontstaan.
Die mogelijkheid zou niet hele
maal uitgesloten zijn bij een
tweede alternatief, dat in het
algemeen de voorkeur had van
de commissie, namelijk een
Noordnederlandse opleiding
(faculteit en convivium), met
een duidelijk kerkelijke signa
tuur en volledig goedgekeurd
door het kerkelijk gezag.
Op de derde plaats kwam de
voorkeur van de commissie
voor een vorm, waarbij de KT
HA de wetenschappelijke vor
ming zou blijven verzorgen en
waarbij de spirituele vorming,
gekoppeld aan de wetenschap
pelijke vorming, opnieuw
vorm diende te krijgen. Daar
bij zou een duidelijker profile
ring, bijvoorbeeld via een con
vivium gewenst zijn.
Het verslag van de commissie
heeft bij de meerderheid van
de deelnemers geen voorkeur
geconstateerd voor het groot-
seminaire Rolduc als ambtsop
leiding voor het bisdom Rot
terdam. Er worden ook nog
enkele „open vragen" gesigna
leerd, zoals de verdere gang
van zaken rond de „Ratio
Neerlandica" en de beoorde
ling van de statuten van de
kerkelijke instellingen voor
wetenschappelijk theologisch
onderwijs, alsmede het beleid
met betrekking tot de gehuw
de priesterdocenten en de con
sequenties van het beleid voor
het gehele corps.
Het „Breed Overleg", dat in
middels is opgeheven bestond
uit de dekens van Rotterdam
en Delft, drs. A. van Oosterom
en J. Sul namens de dekens-
vergadering, mevrouw J. v.d.
Toorn-Jansen en dr. B. Meu-
lenbroek namens de Diocesa
ne Pastorale Raad, dr. R.
Huysmans en dr. J. Streng,
namens de „groep Warmond"
en namens het bisdom de bis
schop dr. A.J. Simonis, de vi
carissen drs. R. Bar en dr. W
van Paassen, de econoom drs.
H. v.d. Ven en de benoemings
adviseur S. v.d. Meer.
PAUS VERKOUDEN
Paus Paulus heeft zijn gebruikelijke algemene audiëntie van
vandaag afgelast omdat hij verkouden is, aldus is door het
Vaticaan bekendgemaakt.
Dit gebeurde op raad van de artsen van de 80-jarige paus.
die eerder deze maand om dezelfde reden een algemene
audiëntie had moeten afzeggen.
Het reisverbod, dat de Brazi
liaanse aartsbisschop Helder
Camara (69) is opgelegd, (zie
ons blad van gisteren) is niet
het eerste. In 1965 al beeft
mgr. Benelli, toen substituut
van het staatssecretariaat, in
naam van de paus mgr. Cama
ra het dringend verzoek ge
daan met zijn internationale
reizen te stoppen. Dit werd in
betzelfde jaar nog ingetrok
ken, nadat de maatregel was
uitgelekt Ook nu zijn er al
protesten naar Rome ge
stuurd, maar of deze ditmaal
resultaat zullen boeken is vol
gens insiders zeer de vraag.
Er zijn duidelijke aanwijzin
gen, dat de paus op zaken als
rechtvaardigheid, vrede en
mensenrechten zelf greep wil
houden, hetzij persoonlijk, het
zij via de pauselijke diploma
tie, via sterk aan de curie ge
bonden commissies, zoals de
Romeinse „Justitia et Pax" of
bepaalde curiekardinalen
Het reisverbod voor mgr. Ca
mara komt op een strategisch
ogenblik. In oktober bespreekt
de CELAM, de raad van La-
tijnsamerikaanse bisschoppen,
onder meer de omstreden
theologie van de bevrijding en
de onderdrukking binnen het
continent.
Vaticaanse kringen en behou
dende groeperingen vinden
dat deze theologie, die opkomt
voor de onderdrukten, marxis
tisch is. Aan een veroordeling
zou worden gewerkt, voorna
melijk geïnspireerd vanuit
West-Duitsland. Onlangs heb
ben honderdtwintig theologen
in dat land, onder wie prof. dr.
Karl Rahner, tegen een derge
lijke actie geprotesteerd. Het
reisverbod zou mede bedoeld
zijn om de Braziliaanse bis
schoppen te bewegen mgr. Ca
mara niet naar de CELAM-
vergadering af te vaardigen
Hoewel in Brazilië de moeilijk
heden die Camara ondervindt,
niet onbekend zijn, hebben al
le twintig bisschoppen van
Noord-Oost Brazilië de paus
toch voorgesteld de omstreden
bisschop tot kardinaal te be
noemen ter gelegenheid van
het vijfentwintigjarig bestaan
van de Braziliaanse bisschop
penconferentie. de eerste van
het continent. Mgr Camara is
twaalf jaar secretaris-generaal
van deze organisatie geweest.
Sinds 1964 is hij bisschop van
Olinda en Recife
Op het verwijt, dat hij teveel
in het buitenland zou vertoe
ven antwoordde hij in 1966
aan de paus, dat hij per jaar
hooguit vier reizen maakt, die
in totaal niet meer dan dertig
dagen in beslag nemen. „Mijn
vakantie", zoals hij zelf zegt
De meeste uitnodigingen wijst
hij overigens af
Verder sprak de bisschop toen
uitdrukkelijk af absolute voor
rang te blijven geven aan zijn
eigen bisdom Ook herhaalde
hij nooit zonder toestemming
van de plaatselijke bisschop
ergens te spreken en steeds de
vrede en rechtvaardigheid te
verdedigen Aan deze afspra
ken heeft hij zich consequent
gehouden