Ook beleid van de regering wordt bij gijzelingen harder Telefoniste was getuige van executie Mgr. Simonis wil, ondanks standpunt, in gesprek blijven met KTH Amsterdam 3 .Noordnederlandse opieiding'was alternatief van .Breed Overleg' Reisverbod Helder Camara op strategisch ogenblik „Ingrijpen ditmaal geen nederlaag" „Opgelucht Schaduw over vreugde in Assen Verslagenheid over dood van drs Ko de Groot Opluchting en dankbaarheid Katholieke Molukkers nauwelijks betrokken bij RMS-ideaal INNENLAND LEIDSE COURANT WOENSDAG 15 MAART 1978 PAGINA 11 PREMIER VAN AGT: (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG „Vorig jaar gevoelde premier Den tyl evenals ik het gewelddadig ingrijpen in De punt eo Bovensmilde aan het eind van de gijze lingsacties als een nederlaag. Toen was het een nederlaag omdat we bijna drie weken geprobeerd hadden een oplossing zonder geweld te bereiken. Er waren toen wel contacten. Wat vanmiddag in Assen gebeurd is gevoel ik niet als een nederlaag als toen, want ditmaal is, afge zien van enkele telefonische contacten, geen echt contact tot stand gekomen. Bars, stellig en onaan- spreekbaar werd door de bezetters het contact afgewezen", aldus premier Van Agt gistermiddag op zijn persconferentie in Den Haag. IR. MANUSAMA: 99 (Van een onzer verslaggevers) ASSEN In Zuidmolukse kringen is men opge licht over de beëindiging van de gijzeling in het rovinciehuis. „Het is voor mij een grote oplucht- ng, dat deze actie voorbij is. Maar bovenal ben blij, dat bij de bevrijding van de gijzelaars «en slachtoffers zijn gevallen", zegt ir. J. A. knusama, president van de Zuidmolukse ge- neenschap in ballingschap. Oe heer Manusama wil verder geen commentaar ;even over de gijzeling en de afloop. „Over een aar dagen kunt u wel een reactie van ons ver dachten", zegt hij. Ds. S. A. Metiary uit Assen, foorzitter van Badan Persatuan, de Zuidmolukse enheidspartij, is ook zeer kort in zijn reactie: „Het s dit keer gelukkig snel afgelopen zonder dat die «vrijding mensenlevens kostte". )e heer Metiary zegt over de kapers: „Het zijn ongeren die ik wel ken, omdat ze wel bij mij in Ie kerk kwamen, maar verder had ik met hen reinig contact, ik weet niet of deze actie nu ook ;r een verwijdering tussen de Zuidmolukkers de Nederlanders tot gevolg zal hebben. Dat tangt natuurlijk ook weer af van het Nederlandse volk. ASSEN Verrassing, verbazing en enorme op luchting. Deze gemoedstoestanden spraken uit de blij lachende gezichten van zowel de bevrijde gijzelden uit het provinciehuis als van vele ingestroomde toeschouwers in de buurt van de /foofdlaan en het ontmoetingscentrum De Kolk. Tussen het provinciehuis en De Kolk werden een [root aantal van de zeventig gegijzelde ambtena- en met busjes en taxi's vervoerd. Onderweg werd ireed gezwaaid naar het publiek langs de weg. Juimen werden omhoog gestoken in een alleèzeg- [end gebaar. Ontroerende toneeltjes speelden zich f bij het weerzien van familieleden en bekenden. )e gedurende een kwartier ononderbroken stroom axi's en personenbusjes werd omstreeks kwart roor vier opgevolgd door een schokkend aandoen- Ie rit van een begrafenisauto in de richting van iet provinciehuis. De blijdschap over de goede ïfloop van de bevrijdingsaktie werd daarmee overschaduwd, in de wetenschap dat er een dode nel te betreuren. Allerwege werd bewondering litgesproken over de spectaculaire bevrijdingsak- le van de uit twintig man bestaande commando's 'an de mariniers. Met gevaar voor eigen leven lebben deze mannen met succes kunnen voorko men dat er een groot aantal gegijzelden zinloos ouden worden vermoord. Onmiddellijk na het lekend worden van de bevrijdingsactie ontstond een enorme verkeersdrukte in Assen. Velen irobeerden zo dicht mogelijk in de buurt van het irovinciehuis te komen om een glimp van het [ebeurde op te vangen. ASSEN - De balans opmakend van drie gijzelin gen leidt ongetwijfeld tot vragen als „waarom?" en „hoe kon dit (opnieuw) gebeuren?" Vragen die zich niet gemakkelijk laten beantwoorden, omdat de problematiek waar het hier om gaat complex is. Duidelijk is echter dat het geweld, waarvan een handjevol Zuidmolukse radicale jongeren blijkt zich te willen bedienen, geen oplossing betekent voor hun, naar zij zeggen, politieke problemen en verlangens. De laatste gijzelingsactie onderscheidt zich in een aantal zaken van de twee voorgaande, waarbij de Zuidmolukkers tot tweemaal toe een trein kaapten en een lagere school in Bovensmilde bezetten. Bleek uit zowel de gijzelingsactie van 1975 als die van 1977 dat politieke motieven de drijfveren waren van deze jongeren, de actie rond het Drentse provinciehuis was dat duidelijk niet. Hier waren drie jongelui bezig te trachten met niets ontziend geweld de vrijlating van een aantal gevangen kameraden te bewerkstelligen, waarbij zij niet terugschrikten voor het uiterste middel: moord met voorbedachte rade. Wat dat betreft dringt zich onwillekeurig een vergelijking op met de Palestijnse terreuracties in het mid den-Oosten, waarbij eveneens de eis tot vrijlating van gevangen genomen guerilla-strijders centraal staat. Dat de overvallers in zulke gevallen er rekening mee houden zelf het leven erbij in te schieten, is overduidelijk gebleven. Thans blijkt dat ook radicale Zuidmolukse jonge ren zo ver willen gaan. Het telefonisch afscheid nemen van hun familieleden spreekt in dit ver band overduidelijke taal. Het probleem van kleine groeperingen militante Zuidmolukse jongeren die de gewelddadige actie in hun vaandel schijnen te hebben geschreven, is weliswaar gemakkelijk te onderkennen, maar het is uiterst moeilijk er adequaat op te reageren. Die conclusie was reeds na de treinkaping bij Wijster in het najaar 1975 te trekken. Ook bij die gelegenheid bleken Zuidmolukse jongeren er niet voor terug te deinzen passagiers te execute ren. Wat dat aspect betreft kan de groep die gedurende bijna acht en twintig en een half uur het Drentse provinciehuis in Assen in zijn macht had, op één lijn gesteld worden met deze treinka pers. Nadat de treinmachinist Braams uit Amers foort dodelijk gewond was geraakt bij het „ver overen van de trein", werden achtereenvolgens de Enschedese militair Leo Bulter en de Sappe- meerse vertegenwoordiger Bert Bierling in koe len bloede doodgeschoten. Gisteren stond hetzelf de lot de beide gedeputeerden Trip en Huizinga te wachten. Echter, de beleidsautoriteiten hebben het niet zo ver willen laten komen. Kwamen zij niet tussen beide, waar het de twee executies in 1975 betrof, in Assen wilde en naar later zou blijken kon men een dergelijk drama voorkomen. Wat dat betreft kan worden gezegd dat ook de beleidsautoritei ten een hardere aanpak van Zuidmolukse actie voerders voorstaan. Want ook vorig jaar bij de treinkaping bij De Punt bleek, dat toen de situatie uitzichtsloos was „Den Haag" niet schroomde om op 11 juni de vijf en vijftig passagiers die op dat moment vierhonderd twee en zestig uur in gijzeling hadden doorgebracht, met geweld te bevrijden. Daarbij wordt ingecal culeerd dat één of meerdere gijzelaars bij een dergelijke actie het leven kunnen verliezen; bij de bevrijdingsactie bij De Punt werden Ans Monsjou uit Eibergen en de heer Van Baarzel dodelijk gewond, vermoedelijk door kogels van mariniers. Het risico, dat een logische consequen tie lijkt te zijn van een dergelijke beleidslijn. Slotconclusie na drie gijzelingsdrama's in Drente luidt, dat enerzijds de Zuidmolukse acties grim miger worden, terwijl aan de andere kant de autoriteiten een beleid hanteren, dat er welis waar op gericht is zoveel mogelijk mensenlevens - ook van de bezetters c.q. kapers - te sparen, maar waarbij er niet meer geschroomd wordt geweld met geweld te beantwoorden. Dat geweld is bedoeld om de tegenstander zo snel en effec tief mogelijk uit te schakelen. Dat is vooral gebleken bij de bevrijdingsactie bij De Punt, waar zes jonge Zuidmolukkers na afloop door zeefd bleken door kogels. Wellicht is deze om standigheid er de oorzaak van geweest dat de drie radicale Zuidmolukkers, die maandagoch tend schietend het provinciehuis in Assen bin nendrongen, zichzelf kwalificeerden als een „zelf moordcommando". De wetenschap dat jonge Zuidmolukkers bereid zijn de rol van de Kamika ze-piloot opnieuw inhoud te geven, is een huiver ingwekkende wetenschap. Huiveringwekkend, omdat ze tot niets leidt, want de Nederlandse regering is niet van zins het politieke ideaal dat deze jongeren zeggen na te streven, op enigerlei wijze te honoreren. Daarom is het ook zo beklem mend te moeten constateren, dat na drie gijze lingsacties, hoe verschillend ook van karakter, niets is opgelost En bij een volgende gelegenheid zal de uitkomst niet anders zijn. KLAAS GOINGA ,,Toen de bevrijdingsaktie begon dacht ik: nu ben ik er geweest (Van een onzer verslaggevers) ASSEN Een van de eersten die kort na vier uur gistermiddag het als opvangcentrum dienstdoende „De Kolk" verliet was de 21-jarige telefoniste van het provin ciehuis, Fien Schreuder uit Assen. Zij is tijdens de bevrijdingsaktie licht gewond geraakt aan haar linker hand en been. Geëmotioneerd doet zij haar relaas over de bezetting: „Het was net koffiepauze, ik had net de eerste slok van mijn koffie genomen, toen ik een hoop lawaai hoorde bij de draaideur. Toen ik die richting uitliep stond ik oog in oog met de Molukkers. Ze schreeuwden: Meekomen, iedereen naar boven, en op dat "moment zag ik geen zinder mogelijkheid dan dat maar te doen. Samen met de andere gegijzelden werd ik via verschillende afdelingen in de ruimte gevoerd, waar we uiteindelijk moesten blijven. We kregen van de drie zwaarbewapende Molukkers de opdracht, op de grond te gaan zitten, terwijl een aantal van ons het bevel kreeg om de deuren met bureaus te barricaderen." Met trillende stem en tranen in de ogen vertelt zij verder over het meest afschuwelijke moment van de bezetting, het in koelen bloede doodschieten van de heer De Groot. „Hij weigerde mee te werken aan het verslepen van de bureaus. Waarschijnlijk heeft hij ook bepaalde opmerkin gen aan het adres van de bezetters gemaakt. Wat hij precies heeft gezegd, kon ik niet verstaan. Wel hoorde ik de reactie van de Molukker. die zich later als leider zou voordoen. Die schreeuwde plotseling tegen meneer De Groot: „Oke, jij dood willen, dan gaan jij dood." Op hetzelfde moment draaide ik mijn hoofd om. Ik hoorde een aantal schoten en toen ik weer durfde te kijken, zag ik De Groot op de grond liggen. Even later zag ik hoe ze hem het raam uitwierpen. Het gevoel dat ik toen kreeg is niet te beschrijven. Nooit zal ik het gezicht van hem vergeten," vertelt zij, terwijl zij de tranen niet meer kan bedwingen. Volgens haar zeggen waren de drie Zuidmolukkers zwaar bewapend. Zij hadden in elk geval de beschikking over vier grote geweren en een aantal pistolen. Vermoedelijk betrof één der geweren een automatisch wapen. Geduren de de eerste uren van de bezetting trachtten de bezetters het naar buiten te doen overkomen, dat het om een groter aantal dan in werkelijkheid ging. Ze hadden daartoe allerlei verschillende kledingstukken, petten, hoedjes en zonnebrillen bij zich. Ze noemden elkaar uitsluitend bij de voornaam. Als leider van de groep ontpopte zich de 23-jarige Nou Nou, terwijl de andere twee naar de roepna men Eli (20 jaar) en Dirk (19 jaar) luisterden. Gedurende de nachtelijke uren is er door de gegijzelden nauwelijks geslapen. Het bleef bij wat dommelen en ook Fien Schreuder bleek in totaal nog geen uur te hebben geslapen. De enige afwisseling die er was, waren de nieuwsberichten op de radio, die extra hard werden aangezet en door iedereen te beluisteren waren. Mede daardoor was iedereen op de hoogte van het door de bezetters gestelde ultimatum. Men wist het tijdstip waarop dit zou aflopen en de bezetters hadden al verteld wie er het eerst aan zouden gaan. Dat waren de gedeputeerden Trip en Huizinga, waarvan de Molukkers aanvankelijk niet eens wisten dat ze zich onder de gegijzelden bevon den. Ze vernamen dat via de radio en verzochten de twee heren zich bekend te maken. Als reden voor de bezetting vertelden de Molukkers dat de regering niets deed en dat het op deze manier niet langer kon. Er moest nu opgetreden worden. De bevrij ding kwam voor de gegijzelden onverwacht. Wel had men in de nacht ervoor op een bevrijdingsaktie gerekend. Sommigen verklaarden dan ook in die nachtelijke uren buiten wat gehoord te hebben. Het eerste dat Fien Schreuder bij de bevrijdingsaktie dacht, was: nu ben ik er geweest. (Van een onzer verslaggevers) ASSEN Onder de ambte naren van het provinciehuis heerst grote verslagenheid over de dood van drs. Ko de Groot, die op brute wijze door een Zuidmolukse over valler om het leven is ge bracht. De heer De Groot is geboren in 1937 en woonde sinds een jaar of zes in Rolde, het forensendorp in de nabij heid van Assen. Hij was getrouwd en had een dochtertje van acht jaar. Bij de provincie bekleedde hij de functie van hoofd van de afdeling onderzoek bij de Provinciale Plano logische Dienst. In dat kader was hij onder meer samensteller van het jaarverslag van de PPD. Verder strekten zijn werkzaamheden zich uit over de zogenaamde Geertland- contacten. Nog onlangs heeft hij een reis gemaakt naar Frankrijk. Hij maakte daar een studie over een nieuw op te zetten stad naar het voorbeeld van Almere. Voordat drs. De Groot naar Drente kwam, was hij directeur van de Stichting Streekbe- langen Oostelijk Gelderland in Doe- tinchem. Op het provinciehuis was hij een zeer geziene figuur. De ervaring met de gijzeling van mei 1977 deed vrezen, dat de terreurdaad van Assen opnieuw vele dagen van angst zou brengen bij het Nederlandse volk en in het bijzonder bij hen, wier familieleden door fanatieke Zuid-Molukkers in gijzeling werden gehouden. Twee factoren hebben die vrees teniet gedaan. Allereerst de houding van de Zuid-Mo- lukkers zelf, die tot geen enkel overleg bereid waren en de wil hadden tot doden van hun gijzelaars, indien niet op het door hen gestelde ultimatum werd ingegaan. Óp de tweede plaats de vastbesloten houding van de Nederlandse regering tot ingrijpen op het ogenblik, waarop vaststond, dat de terroristen hun dreigementen zouden uitvoeren. De opluchting en dankbaarheid bij de goede afloop van het ingrijpen wordt nog versterkt door de wetenschap, dat uitstel rampzalige gevolgen zou hebben gehad. In de meeste gijzelingsgevallen, die ons land heeft gekend, zat een specu latief element met betrekking tot het ogenblik, waarop ingrijpen geboden was, dan wel uitstel nog mogelijk scheen. Het is zonneklaar dat gisteren in Assen elk uitstel dodelijke gevolgen voor gegijzelden zou hebben gehad. Dankzij een voortreffelijke communicatie tussen het Haagse beleidscen trum en het crisiscentrum in Assen kwamen de mariniers in actie binnen vier minuten na de politieke beslissing. Deze snelheid is beslissend geweest voor het leven van de twee Drentse gedeputeerden. De dankbaarheid, die oppositieleider Den Uyl gisteren namens alle kamerfracties heeft uitgesproken, was zeer terecht en zal menigeen uit het hart zijn gegrepen. Dank baarheid jegens de regering, de mariniers en allen die bij het moeilijke werk betrokken waren. Van Agt, De Ruyter en Wiegel hebben op het juiste ogenblik de enig juiste beslissing genomen. Een beslissing, die de mariniers met bekwaamheid en moed tot uitvoering hebben gebracht. TILBURG (ANP) Onder de kleine minderheid van katholieken in de Molukse gemeenschap van Nederland leeft wel een duidelijk verlangen om de eigen Molukse identiteit in de Nederlandse samenleving te behouden, maar nauwelijks of geen betrokkenheid bij het ideaal van een zelfstandige Molukse republiek. Aldus pater Jan van de Made msc, Nederlands missionaris op een der zuidoos telijke eilanden van de Molukken. Jan van de Made is op het ogenblik op vakantie in Nederland, maar maakt van deze gelegenheid gebruik om samen met zijn Molukse collega, pater P. Resubun msc, vicaris-generaal van het bisdom Amboina, een bezoek te brengen aan de katholieke gemeen schap in ons land. Dit bezoek geschiedt op uitnodiging van de Nederlandse r.k. kerkprovincie. Van de ruim 30.000 Molukkers in ons land is de overgrote meerderheid protestant, verdeeld over verschillende kerken. De groep van ongeveer 2400 katholieken vormt een minderheid van plusminus 7 procent. De katholieken zijn vooral afkomstig van de zuidoostelijke eilanden, de Kei-eilanden en Tanimbar, terwijl hun protestantse landgenoten van de meer centraal gelegen eilanden komen, met name van Ceram. De katholieke delegatie constateerde onder de katholieke Moluk kers wel heimwee naar hun land van afkomst, maar ook een tamelijk grote reserve om metterdaad terug te keren. De delegatie heeft zich echter geen idee kunnen vormen hoeveel van de katholie ke jongeren naar het land van hun ouders of grootouders zouden willen terugkeren. Volgens Molukse gewoonte heeft de delegatie namelijk haar gesprekken vrijwel uitsluitend met de ouderen gevoerd. De mening der delegatie is, dat onder de katholieke Molukkers een voorkeur leeft voor integratie in Nederland. Zij acht dit ook de meest reële oplossing. Niettemin meent de delegatie, dat er wel mogelijkheden zijn voor terugkeer onder voorwaarde, dat deze niet gebeurt met afscheidings-idealen. Bovendien zullen degenen, die willen terugkeren, zich grondig moeten voorbereiden. De sociaal- economische omstandigheden op de zuidoostelijke eilanden zijn niet van dien aard, dat gemakkelijk werk kan worden gevonden. Het loonzakje is in Nederland sneller gevuld dan daar. Wanneer Molukkers willen teruggaan, dan zouden zij volgens de delegatie moeten kunnen beschikken over enig geld als startkapi taal voor een klein bedrijfje. In dat geval zijn er wel mogelijkheden, al zullen terugkerenden moeten beseffen, dat zij veel meer op zichzelf teruggeworpen zullen zijn dan in Nederland met zijn sociale voorzieningen. „Als bisschop van Rotterdam wil ik met de Katholieke Theologische Hogeschool Am sterdam in gesprek blijven. Ook hoop ik de kwesties be treffende de ambtsopleiding te blijven bespreken met de bisschop van Haarlem en wel in een in te stellen Interdioce sane Raad voor de ambtsop leiding, waarover beraad gaande is. Alle besprekingen over de ambtsopleiding zal ik altijd uitdrukkelijk voeren binnen het raam van de moge lijkheid van een officiële Dit schrijft mgr. dr. A. Simo nis, bisschop van Rotterdam aan het slot van zijn stand puntbepaling over de prieste ropleiding. Zoals gemeld (zie ons blad van gisteren) ziet hij de Katholieke Theologische Hogeschool Amsterdam niet meer zonder meer als een "geei- gend instituut voor priesterop leiding ten behoeve van het bisdom Rotterdam en beveelt hij priesterstudenten een op leiding aan op een seminarie, dat door de Heilige Stoel is goedgekeurd, waarbij aller eerst te denken valt aan net seminarie Rolduc of soortgelij ke instellingen in het Neder lands taalgebied. In een brief aan de „priesters, diakens en allen die in de pas toraal van het bisdom Rotter dam zijn aangesteld", schrijft de bisschop, dat hij zich ten volle realiseert, dat zijn ui teindelijke standpuntbepaling door velen maar moeilijk zal wordenaanvaard. Hij wil in deze „allerbelangrijkste zaak" echter zijn verantwoordelijk heid als bisschop niet uit de weg gaan. Hij schrijft, dat de discussies in het „Breed Overleg" invloed hebben gehad op zijn stand puntbepaling. Met name is het door dit overleg voor hem niet op een breuk met de KTH Amsterdam uitgelopen, maar op een „gedistantieerde parti cipatie". Dat hij niet alle priesters en pastorale werkers van het bis dom in het overleg heeft be trokken schrijft hij toe aan de praktische onuitvoerbaarheid. Het Breed Overleg zelf al heeft acht langdurige zittingen nodig gehad om de problema tiek en alle argumenten op tafel te krijgen. Aan de „Pries terraad", die inmiddels in het bisdom is gaan functioneren zal hij uitvoerige informatie verstrekken. Hij deelt voorts mede, dat hij voornemens is om een of meer priesters uit het bisdom te benoemen om met hem/hen de verantwoor delijkheid voor de ambtsoplei ding te dragen. Uit de conclusies van de com missie „Breed Overleg" over de ambtsopleiding in het bis dom Rotterdam, die gevoegd zijn bij de standpuntbepaling van de bisschop, blijkt, dat de commissie zelf overeenstem ming had bereikt over een reeks alternatieven voor de ambtsopleiding in het bisdom. De grootste voorkeur daarbij bleek uit te gaan naar een Noordnederlandse opleiding, bestaande uit een faculteit en een convivium (leefgemeen schap). Daarbij zou moeten worden uitgegaan van de be staande theologische opleidin gen, gebruik makende van zo wel de instituten (KTH Am sterdam en KTH Utrecht) als van de opgedane ervaringen. Hierbij zou dus een breuk met de KTHA ontstaan. Die mogelijkheid zou niet hele maal uitgesloten zijn bij een tweede alternatief, dat in het algemeen de voorkeur had van de commissie, namelijk een Noordnederlandse opleiding (faculteit en convivium), met een duidelijk kerkelijke signa tuur en volledig goedgekeurd door het kerkelijk gezag. Op de derde plaats kwam de voorkeur van de commissie voor een vorm, waarbij de KT HA de wetenschappelijke vor ming zou blijven verzorgen en waarbij de spirituele vorming, gekoppeld aan de wetenschap pelijke vorming, opnieuw vorm diende te krijgen. Daar bij zou een duidelijker profile ring, bijvoorbeeld via een con vivium gewenst zijn. Het verslag van de commissie heeft bij de meerderheid van de deelnemers geen voorkeur geconstateerd voor het groot- seminaire Rolduc als ambtsop leiding voor het bisdom Rot terdam. Er worden ook nog enkele „open vragen" gesigna leerd, zoals de verdere gang van zaken rond de „Ratio Neerlandica" en de beoorde ling van de statuten van de kerkelijke instellingen voor wetenschappelijk theologisch onderwijs, alsmede het beleid met betrekking tot de gehuw de priesterdocenten en de con sequenties van het beleid voor het gehele corps. Het „Breed Overleg", dat in middels is opgeheven bestond uit de dekens van Rotterdam en Delft, drs. A. van Oosterom en J. Sul namens de dekens- vergadering, mevrouw J. v.d. Toorn-Jansen en dr. B. Meu- lenbroek namens de Diocesa ne Pastorale Raad, dr. R. Huysmans en dr. J. Streng, namens de „groep Warmond" en namens het bisdom de bis schop dr. A.J. Simonis, de vi carissen drs. R. Bar en dr. W van Paassen, de econoom drs. H. v.d. Ven en de benoemings adviseur S. v.d. Meer. PAUS VERKOUDEN Paus Paulus heeft zijn gebruikelijke algemene audiëntie van vandaag afgelast omdat hij verkouden is, aldus is door het Vaticaan bekendgemaakt. Dit gebeurde op raad van de artsen van de 80-jarige paus. die eerder deze maand om dezelfde reden een algemene audiëntie had moeten afzeggen. Het reisverbod, dat de Brazi liaanse aartsbisschop Helder Camara (69) is opgelegd, (zie ons blad van gisteren) is niet het eerste. In 1965 al beeft mgr. Benelli, toen substituut van het staatssecretariaat, in naam van de paus mgr. Cama ra het dringend verzoek ge daan met zijn internationale reizen te stoppen. Dit werd in betzelfde jaar nog ingetrok ken, nadat de maatregel was uitgelekt Ook nu zijn er al protesten naar Rome ge stuurd, maar of deze ditmaal resultaat zullen boeken is vol gens insiders zeer de vraag. Er zijn duidelijke aanwijzin gen, dat de paus op zaken als rechtvaardigheid, vrede en mensenrechten zelf greep wil houden, hetzij persoonlijk, het zij via de pauselijke diploma tie, via sterk aan de curie ge bonden commissies, zoals de Romeinse „Justitia et Pax" of bepaalde curiekardinalen Het reisverbod voor mgr. Ca mara komt op een strategisch ogenblik. In oktober bespreekt de CELAM, de raad van La- tijnsamerikaanse bisschoppen, onder meer de omstreden theologie van de bevrijding en de onderdrukking binnen het continent. Vaticaanse kringen en behou dende groeperingen vinden dat deze theologie, die opkomt voor de onderdrukten, marxis tisch is. Aan een veroordeling zou worden gewerkt, voorna melijk geïnspireerd vanuit West-Duitsland. Onlangs heb ben honderdtwintig theologen in dat land, onder wie prof. dr. Karl Rahner, tegen een derge lijke actie geprotesteerd. Het reisverbod zou mede bedoeld zijn om de Braziliaanse bis schoppen te bewegen mgr. Ca mara niet naar de CELAM- vergadering af te vaardigen Hoewel in Brazilië de moeilijk heden die Camara ondervindt, niet onbekend zijn, hebben al le twintig bisschoppen van Noord-Oost Brazilië de paus toch voorgesteld de omstreden bisschop tot kardinaal te be noemen ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig bestaan van de Braziliaanse bisschop penconferentie. de eerste van het continent. Mgr Camara is twaalf jaar secretaris-generaal van deze organisatie geweest. Sinds 1964 is hij bisschop van Olinda en Recife Op het verwijt, dat hij teveel in het buitenland zou vertoe ven antwoordde hij in 1966 aan de paus, dat hij per jaar hooguit vier reizen maakt, die in totaal niet meer dan dertig dagen in beslag nemen. „Mijn vakantie", zoals hij zelf zegt De meeste uitnodigingen wijst hij overigens af Verder sprak de bisschop toen uitdrukkelijk af absolute voor rang te blijven geven aan zijn eigen bisdom Ook herhaalde hij nooit zonder toestemming van de plaatselijke bisschop ergens te spreken en steeds de vrede en rechtvaardigheid te verdedigen Aan deze afspra ken heeft hij zich consequent gehouden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 11