POP KLASSIEK 9fWij zijn niet van die egotrippers99 PLATEN V.S.0.P.: Reïncarnatie van het oude Miles Davis kwintet KANSAS: Agenda GEEN ECHTE MUZIEKLIEFHEBBER ALLEEN VAN MEESTERWERKEN LEVEN OOK NIET VAN DIE VAN GRANADOS Moet het de platenindustrie kwalijk worden genomen dat er bij de samenstelling van het repertoire niet al te selec tief en kritisch te werk wordt gegaan? Ik betwijfel het Natuurlijk mag niemand aannemen dat alles wat wordt opgenomen al leen déérom geweldig de moeite waard zou zijn, laat staan déérom het predicaat „meesterwerk" zou verdienen. Dat is niet waar en al beweert de reclame dan wel eens het tegendeel, de maatschappijen weten dat uiteraard heel goed. Een plaat kan echter ook een documentaire en educatieve waarde hebben. Wie in blind vertrouwen klakkeloos aan neemt dat de gangbare me ning over verwaarloosde en vergeten muziek wel juist zal zijn, komt nooit aan een eigen oordeel toe. Zo zou een een maal (soms door toevallige omstandigheden) veroordeeld werk zelden of nooit een her kansing kunnen krijgen. Naar mijn mening moet het dan ook worden toegejuicht dat de platenindustrie (ook al gebeurt dat vrijwel altijd om materieel eigenbelang) naar stig blijft speuren naar wat nog niet of niet voldoende is vastgelegd en mogelijk voor een bepaalde categorie muzie kliefhebbers toch interessant zou kunnen zijn. Dit soort pla ten zijn zowel muzikale als commerciële avonturen en houden het muziekbedrijf le vend. Bovendien wordt de wis selwerking tussen concertwe zen en platenindustrie steeds sterker. Wat vaak bij wijze van proef is vastgelegd, krijgt her en der in de concertzaal al gauw ook weer incidentele kansen wat tot herontdekking en herwaardering kan leiden. Als het op weinig of onbekend repertoire aankomt, is de vin dingrijkheid van uitvoerende musici steeds meer terug te voeren tot de release-lijsten van de platenmaatschappijen. Deze meditatie werd mij in gegeven door vijf platen met muziek van Pantaléon Enrique Granados y Campina die ik na elkaar op mijn draaitafel kon leggen. U kent van deze Span jaard in elk geval één Spaanse dans, in welke transcriptie dan ook, en het is waarschijnlijk dat u ook een intermezzo kent, zelfs als u niet weet dat het intermezzo heet en wie het componeerde. Wat deze man in zo'n vijfentwintig jaar rond de laatste eeuwwisseling ver der maakte, zal in ons land maar zeer ten dele aan liefheb bers bekend zijn. CDR-records in Londen is nu bezig alle pianomuziek van Granados vast te leggen en dat is dan kwalitatief en kwantita tief wel het wezenlijkste deel van het levenswerk van deze componist die zelf een uitste kend concertpianist was. Op CRD 1021 speelt Thomas Rajna, een in de Engelse hoofdstad gevestigde Hon gaarse pianist, alle twaalf Spaanse dansen. U kent de vijfde al, maar die hoort u nu in een levendige suite met veel contrasten, die de pianist hel der markeert Hij speelt met een mooi, rijk geschakeerd toucher en op een zodanig vi riele wijze dat zelfs maar de schijn van salonmuziek wordt vermeden. Dat is ook het geval in de zes stukken over Spaan se volksliederen die Rajna op CRD 1022 vastlegde. Op deze plaat staat echter ook een heel ander werk: de bijna een half uur durende „Escenas Roman- ticas" (Romantische taferelen) die heel zelden te horen zijn maar die ondanks invloeden van Schumann, Chopin, Liszt en zelfs Fauré toch meestal een eigen sfeer en zeker per soonlijke details hebben. In deze lyrische, soms tedere en dromerige stukken had de be nadering van de pianist wel wat romantischer mogen zijn. CRD 1023 begint met het vir tuoze Allegro de Concerto dat wel helemaal tegengesteld is aan de „Valses Poeticos" die er op volgen en waarvan dm zich afvraagt waarom ze Ju nooit worden gespeeld, j staat tegenover dat de wi „Carezza", die een op zicha staand opus vormt, veel ma der geslaagd is. Toch vindt ook op deze plaat genoeg sftm ken die de moeite lonen. B is ook het geval met CU 1035, tot nu toe de laatste pk in deze serie. U treft daan de tweede reeks „Escenas Po ticas" aan en ook de lijn „Cartas de Amor" („Valsesii times"). De trouvaille van dej plaat is echter het uit U daterende pianokwintet, d Rajna uitvoert met het hit welbekende Albemi Quart* Het mag niet zo vormvast aj van bouw en als men pen voorbeelden wil ontdekte zijn ook hier wel reminiscti ties aan te wijzen, maar ht allegretto quasi andantin heeft een subtiele, lichtelj Spaans getinte romantiek de finale, die aan het eind het bondige openingsdeel ruggrijpt, doet denken aan t verende, soepele springdans Aan Granados' onbetwist onbetwistbaar meesterwerk Rajna met dat al nog niet ta gekomen. Het is te horen c een plaat die Decca zojia heeft uitgebracht onder SU 6785. Alicia de Larrocha, Spaanse pianiste die ook groot pedagoge is en hier alp meen wordt bewonderd, sptt op deze plaat Granada „Goyescas", een zestal magr, fieke evocaties van Goya's bi roemde schilderijen in Pr ado in Madrid. Hoewel componist de ironie en spot, de verbeten verontwa» diging ook, die uit s werken van de grote en graficus spreken, volkom negeert, is Granados in aj suite niet alleen helemaal ad zelf (ook in zijn Spaanse trtb eigenzinnigheid en grilhghd maar hij overtreft er zichai De vertolking en de opmt zijn ideaal J. KASAim De jazz schijnt niet 'alleen in Nederland aan populariteit te winnen. In Portugal heeft de televisie kortgeleden voor de eerste maal een "live" jazzop- treden uitgezonden (o.a. van Dusko Goykovich, Johnnie Griffin, Art Blakey, Odetta en Freddie Hubbard). Er is daar in Portugal blijkbaar schoon schip gemaakt met de gewoon ten uit de tijden van het dicta torschap, want toen gold jazz als verderfelijk omdat jazzcon certen altijd anti-kolonialisti sche en anti-racistische de monstraties met zich mee brachten. In mei vindt in Breda weer het Oude Stijl Jazzfestival plaats, waarbij café's, restaurants en zelfs de straten de dagen van het oude New Orleans weer in de herinnering oproepen, met een barre hoeveelheid aan or kesten, en streetparaders plus ontelbare liefhebbers in het kielzog. Er is ook weer een wedstrijd voor amateurorkes- ten-oude stijl, die zich kunnen inschrijven bij Wim Jurgens in Breda (076-657370). De ronden vinden tijdens het festival plaats, beginnende op 4 mei en eindigende op de slotdag, 7 mei. Mingus Bassist Charles Mingus heeft ooit met nadruk uitgeroepen dat hij z'n muziek nooit zou „electrificeren". Niets veran derlijker dan een musicus, want Mingus' nieuwste elpee („Ttree or four shades of blues" op Atlantic) laat rock- jazz elementen horen, terwijl Mingus zelf een versterkingse lement in sommige nummers op z'n bas heeft gezet Over jazz-rock laat Stan Getz ook nog even een controversiële uitspraak horen: „Of ik over een paar jaar nog rock-rhythm speel? Ik weet 't niet. 't Is nieuw voor me, ik ben er nèt mee begonnen. Maar één ding weet ik: Veel kan ik er niet van hebben. Eén of twee num mers per optreden, meer ver draag ik niet Anders blijf ik dood. Het is zo kinderachtig, echtHoempa, weet je wel". Trompettist Freddie Hubbard heeft trouwens onlangs in Bill board uitgeroepen dat hij nooit meer met „electrische muziek" te maken wil hebben: „Ik ga terug naar de jazz. Je bereikt „electrisch" wel een groter publiek en er valt meer geld te verdienen, maar ik ga toch weer „straight" speien. Reïncarnatie Misschien heeft het te maken met het succes van V.S.O.P., het kwintet dat Herbie Han cock bijeen bracht van men sen die allemaal met electroni- ca hadden geëxperimenteerd en het weer akoestisch wilden proberen. Niet zomaar musici, want met Hancock zelf aan de piano, Ron Carter op bas, Wayne Shorter op sax en Tony Williams, drums, is het in feite een reïncarnatie van het oude Miles Davis kwintet uit de ja ren zestig. Met Freddie Hub bard op trompet in plaats van Miles die zich nog altijd stil houdt in z'n Amerikaanse vil la. CBS bracht een dubbel-el- pee uit van V.S.O.P. (een 0 Herbie Hancock: Na electron sche experimenten terug nar akoestisch werk. naam die verwijst naar de kwaliteitsaanduiding op de cognac, Very Special Old Pro duct) die elke jazzliefhebber zich meteen maar moet aan schaffen (CBS 88273). Jazz var een zeer hoog niveau, in ven tief, zonder cliché's, waarbij de mannen van Hancock voor al een voortreffelijke eenheid vormen met daarin de harde kern van de aan elkaar ge waagde ritme-sectie: Hancock, Ron Carter met diep naklin kende basslagen en drummer Williams. Wayne Shorter speelt daar speels bewegend omheen, terwijl Freddie Hub bard al het protserige kwijt is dat hij in andere combinaties nog wel eens wilde hebben. Ir „Jessica" lijkt het zelfs even ol je Miles Davis zelf hoort. Lan ge, ijle prachtige getimede no ten van een man die weer muziek maakt. In Ameriki hebben meer dan 100.000 men sen V.S.O.P. "live" zien optre den. Mogelijk publiek dat Hancock met z'n „Headhun ters", Wayne Shorter in „Wea ther Report" geïnteresseerd heeft in jazz. Nieuw publiek dat de heren een stap van tien jaar terug zag maken. „Alleen in de vorm", zegt bassist Roe Carter, „maar emotioneel niet Het is puur hedendaags". Het is nog meer: Het is weer Pui* Jazz. BERTJANSM* LEIDSE COURANT LITTLE FEAT „Join the Band" is het a-capella, en he laas bijna onverstaanbaar, ge zongen nummer waarmee het album „Waiting for Colum bus" begint. Direct al komt iets over van het lekker swin gende sfeertje van deze Ame rikaanse west-coast formatie, die voor de gelegenheid onder steund wordt door de blazers van Tower of Power. Mede door deze blazerssectie klinkt het door funk bepaalde geluid van Little Feat live nog krach tiger, energieker en overtui gender dan op de studio-al bums. De eers drie plaatkan ten zijn hoofdzakelijk inge ruimd... voor de bekende Feat nummers in de typische Feat- stijl. De vierde plaatkant valt 'n beetje buiten het boekje met op blues en pure country ge baseerde nummers, niet de sterkste kant van Little Feat. Het eerste live-album van de groep rondom spil Lowell George, tevens het zevende Feat-album, is een voltreffer1 met vaak' fantastische instru mentale en vocale hoogstand jes van de zes leden. VOOR HET EERST WORDT OOK DUIDELIJK WAT EEN BE LANGRIJKE, STUWENDE ROL BASSIST Kenny Grad- ley speelt, bijvoorbeeld in „Rocket in my Pocket" en „Day or Night". Een aanrader. (Warner Bros). Rick Danko De fans van The Band kregen vorig jaar een bittere pil te slikken toen. na een stroom van geruchten, duidelijk werd dat deze legen darische formatie ophield te bestaan. Nooit meer die typi sche Amerikaanse plattelands- rock, sterk beïnvloed door blues en folk, erg eenvoudig qua structuur maar daar door erg sterk klinkend. Gelukkig is Rick Danko, de ex-bassist van The Band, er nog. Hij heeft op z'n eerste solo-elpee "Rick Danko" de lijn van The Band zo goed als voortgezet. Het wordt zodoende duidelijk dat hij het was die door zijn wat negroïde stem en z'n composi ties het geluid van de oude Band deels bepaalde. Num mers als "What a town", "New Mexico" (met een eenvoudige gitaarsolo van Eric Clapton) en "Shake it" zouden zo van een nieuwe Band-elpee afkom stig kunnen zijn. Aan het al bum werken ook oud-collega's Levon Helm en Robbie Ro bertson (ex-lead-gitarist) mee. Robbie's belangrijke rol bin nen The Band wordt bij Rick Danko in sommige nummers meer dan uitstekend overgeno men door Doug Sahm. (Aris ta). Ted Nugent Liefhebbers van het zogeheten 'beton'-gen- re kunnen volop hun hart op halen aan de nieuwste lang- speler van Ted Nugent. Dit Amerikaanse hardrock-feno- meen is op deze plaat namelijk vier kanten lang "live" te be luisteren. „Doublé Live Gon- zo" heet deze lp, die werd opgenomen tijdens diverse Amerikaanse concerten in 1976 en '77. Je kan natuurlijk van alles vinden van deze mu ziek, maar feit is wel dat zan ger/gitarist Nugent met zijn drie begeleiders een opzwe pend geluid uit de speakers laat rollen. Nugent zelf blijkt opnieuw een verdienstelijk zanger en één van de betere gitaristen aan het huidige har drock-front. Te horen zijn veel nummers van zijn drie tot nu toe verschenen studio-lp's, maar ook een keiharde versie van het aloude "Baby, Please Don't Go" (Epic). Journey Het geheim van het succes van deze hardrock- groep zit 'm ongetwijfeld in de geraffineerde combinatie van gierend gitaarwerk op een ba sis, zo solide als een blok be ton, met daarnaast uitgekien de, soms zelfs gevoelige (meer stemmige) zang. Een soort ge luid dat na de Free en Bad Company, ook succesvol is ge bleken voor groepen als de Babys en Boston. Aan Roy Thomas Baker, onder andere producer van Queen, heeft de groep wat dat betreft een goeie te pakken. De plaat met als openingsnummer de single "Lights" heeft eigen lijk geen hoogtepunten, maar is een produkt van ononder broken hoge kwaliteit. De uit- Poprecensenten, muziekken ners, zelfs fans hebben vaak moeite om een popgroep in een bepaald hokje te stoppen, hun muziek zo onder woorden te brengen dat anderen enigs zins begrijpen wat voor soort „wonderschone klanken" wor den gemaakt. Muzikanten zelf hebben echter nog veel meer moeite om dui delijk te maken wat voor mu ziek zij maken, en zij volstaan meestal - ten einde raad - met de opmerking: „Tja, „kwee niet. Je moet het zelf gewoon horen." Bij Kansas ligt dat probleem ook zo. Kerry Livgrin, de blon de, besnorde toetsenman an nex gitarist van deze groep, zei in het NCRV-televisieprogram- ma Popparade over Kansas' muziek: „Ik noem het sophisti cated rock." Leg deze uit spraak voor aan gitarist Rich Williams (rhythm- en lead-gi- taar) en hij schudt ontkennend het hoofd. „Ach belangrijk is het niet hoe je onze muziek noemt Symfonische rock, hard-rock, het klopt allebei 'n beetje, maar het dekt de la ding niet helemaal. Als je het over symfonische rock hebt dan schieten automatische groepen als Yes en Genesis in je gedachten. Maar wie vindt dat onze muziek op een van deze groepen lijkt? Ik dacht niemand. Onze stijl kent tallo ze klassieke invloeden, van daar dat ik liever spreek van „classical rock," zegt Rich als of er werelden van verschil liggen tussen de symfonische en de classical rock, maar ja. In Amerika is deze muziek soort eigenlijk nooit echt aan geslagen, althans niet in die mate als in Europa. Daar schijnt nu verandering in te komen. Het is een langzaam op gang gekomen proces. Sinds een jaar of twee bloeien de formaties met wat genoemd wordt de meer „intelligente rock,, op, zoals bijvoorbeeld Styx en Kansas natuurlijk. Sinds half '72 zijn de zes heren Kansas al bij elkaar. Logisch dat zij elkaar in Kansas, Kan sas hebben leren kennen. Ge zamenlijk op de high-school, samen in een bankd. Zo ging dat Na de school verloren zij elkaar een beetje uit het oog. Niet voor lang echter, want drummer Phil Ehart trommel de Rich Williams op om op nieuw met Kansas te beginnen. De anderen volgden snel (Ste ve Walsh, Kerry Livgrin, Rob-: by Steinhardt en Dave Hope) sinds die tijd is het zo geble ven. Vijf elpees zijn tot nu toe van hen verschenen op het Kirshner-label, de platenmaat schappij van de televisie roek- promotor Don Kirshner. Hij was de enige in die tijd, die brood zag in Kansas. Meer een droge korst dan een dik be smeerde boterham, want suc ces bleef uit. Alleen door als voorpro gramma-act bij Queen, Foghat en Bad Compony als gekken door Amerika te toeren kon het hoofd boven water worden gehouden. Wel een verschil met vandaag: de groep is in middels in het bezit van een platinaplaat voor de een-na- laatste elpee „Leftoverture" én de wetenschap dat de laatste langspeler „Point of know re turn" dezelfde kant opgaat Door dit succes is tevens het derde album .Masque" weer gaan lopen. Het eerste en tweede album daarentegen - in. ons land nimmer uitgebracht, terwijl de laatste drie albums pas sinds kort verkrijgbaar zijn - delen niet in dat succes. Waaraan dat ligt? Rich Wil liams zegt er het volgende van: „Je kunt het -eigenlijk zien als elpees waarop wij op zoek wa ren naar onze muzikale stijL Zo is het ene album, ja hoe zal ikhetzeggen, erg licht, Com mercieel geworden, terwijl het andere album, het tweede. juist alleen geënt was op klas sieke muziek. De derde elpee is een combinatie geworden van die twee stijlen.Pas met dat album kregen we een bee tje ondersteuning van de ra diostations. Tot die tijd wer den we zwaar geboycot, zou je kunnen zeggen. Men vond de nummers te lang, zeiden ze. Gelukkig hebben we door die vele optredens ook in het be gin een fanatieke schare fans opgebouwd, zodat de elpees ondanks die slechte ondersteu ning van de FM-radiostations toch redelijk verkochten. Van succes mag je echter niet spre ken, daarvoor was de groep fans te klein en verdienden we te weinig geld. Dus we moes ten wel veel concerten geven. Was het eerst een heilig moe ten, nu zouden we best wat minder kunnen toeren. We doen dat echter niet. We zijn namelijk een echte „touring- band." Alleen in een studio platen opnemen, als Steely Dan, is niks voor ons. Wij hebben contact met het pu bliek nodig", zegt Rich, de man die uiterlijk onbewogen blijft, ook op het toneel, al geeft hij de meest fantastische gitaarsolo's (zowel op elektri sche als akoestische gitaar) weg. Door de opstelling van de groep op het toneel krijgen Steve Walsh (zang/orgel/per cussie/xylofoon), Robby Stein hardt (viool/zang) en Kerry Livgrin (gitaar/synthesizer) de meeste aandacht. Rich staat roerloos, linksachter, haast verscholen achter de constant huppelende Walsh. Dat hij op tisch gezien een ondergeschik te rol speelt, wil niet zeggen dat hij dat.muzikaal gezien ook doet. Zeker niet, want zoals het concert afgelopen dinsdagavond in het Haagse Congresgebouw duidelijk maakte, is Rich Williams zelfs de spil in vele nummers. Dat ondergeschikt zijn doet Rich overigens niets. „Ik vind het best zo. Ik ben niet zo iemand, die op de voorgrond wil tre den. Laat mij maar lekker zo m'n gang gaan." En dat „eigen gang gaan" be tekent bij Rich niet, evenmin als bij de andere leden, oneindig soleren. „Wij zijn niet van die egotrippers. We hou den ons meestal volledig aan de muziek, zoals die ook op de albums te horen is. Niet alleen omdat we dat zelf prettig vin den, maar ook voor het pu bliek dat zo langzamerhand genoeg heeft van groepen, die tijdens hun concerten aan een stuk door staan te soleren op hun instrumenten." Na twee weken Europa komt Kansas terug naar Amerika voor een paar weken volko men rust. Daarna duiken ze mogelijk de studio weer in voor het opnemen van een nieuwe elpee. Rich: „Het zou kunnen dat het een dubbel-al- bum wordt, want we hebben de laatste maanden een aantal live-opnamen gemaakt tijdens onze Amerikaanse toernee. We zouden bijvoorbeeld een of twee plaatkanten met live- werk kunnen vullen. We heb ben ook gedacht aan een con cept-album, maar dat wezen wij al snel af omdat je op dat soort albums veelal in muzika le herhalingen valt en dat wil len we toch voorkomen. Hoe wel we aan een dubbelalbum ook bezwaren zien kleven, ge loof ik toch dat het een dubbe- laar wordt." Lex Niggebrugge Little feat breiding van Journey met zan ger Steve Perry is een schot in de roos. Hij is een uitsteken de aanvulling van de groep die op voorgaande elpees nog be stond uit Gregg Rolie (ex-San- tana-organist), Neal Schon (ex- Santana-gitarist), Aynslay Dunbar (drums) en Ross Valo ry (bas). Luister bijvoorbeeld naar "Winds of March", ont roerend gezongen, uitlopend op een geweldige instrumenta le climax (CBS) Zaterdag 11 maart Folk groep Ramshackletreedt op m trefpunt 'De Rode Kater' te Rijswijk. Aan vang 21.00 uur. Zondag 12 maart Twee optredens van Fats Domino in het Nederlands Congres gebouw te Den Haag, aan vang respectievelijk 19.30 uur en 23.00 uur "King's Gaillard" en Mike Whellans treden op in thea ter 'De dansende Beer', Westduinweg 230 in Den Haag. Zaterdag 18 maart "Mu- sica '78", met medewerking van Thijs van Leer, 'n 28- man sterk orkest onder lei ding van Rogier van Otter- loo, Toots Thielemans, Louis van Dijk, Letty de Jong en Ljesbeth List. Stadsgehoorzaal te Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 18