Zoeterwouds jurist Bosman
reguleert het landelijk
leven; vooral historisch
UVS bedwingt RCL
Thomas N. Voight: an American in Leiden"
TIEN JAAR SERVICE EN FITNESS IN BRAAKLIGGEND EUROPA
IN ZILVEREN MOLENTOERNOOI
Nog geen
eenrichtingverkeer in
Rijnstroomstraat
STAD/REGIO
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 8 MAART 1978 PAGINA 5
Sinds vijf jaar telt de
gemeente Zoeterwoude
onder haar rond 7000 al
dan niet illustere inwo
ners een vrij fors ge
bouwde meester in de
rechten. Je mag niet zeg
gen, dat de jurist Willem
Bosman kogelrond is.
Hooguit zou die aandui
ding op zijn schedel mo
gen slaan. Dat laat hem
verder koud en het is
ook niet „relevant",
zoals men in bestuurlij
ke kringen pleegt te stel
len als men bedoelt dat
iets niet ter zake doet.
Wat wel ter zake doet
zijn de hobby-achtige
bezigheden van de heer
Bosman binnen zijn
woonstede, vanwaaruit
hij dagelijks forenst
naar Rotterdam, waar
hij bedrijfsjurist is bij
het olieconcern Mobil.
De heer Bosman had
destijds, toen hij de stad
Den Haag min of meer
ontvluchtte, net zogoed
naar Hazerswoude,
Voorschoten of Leider
dorp kunnen gaan. Hij
koos op de tast en de
vriendelijke ligging voor
Zoeterwoude en daar
heeft hij nog nimmer
spijt van gehad. Zelf
noemt hij zijn keus een
„toevalstreffer".
Wat is er nu zo bijzonder aan
de figuur van de jurist Bos
man? We zullen het figuurlijk
houden. Bosman werd door
Zoeterwoude gegrepen. Vooral
door het Zoeterwoudse verle
den. Kleurrijk en boeiend: het
land van de puike boter, zoals
meer dorpen in de omgeving
dit zuivelprodukt in het vaan
del voeren, sinds ze zo werden
beschreven door een 18e eeuw-
se vroegtijdige „public rela-
tions"-etser of graveur. Mees
ter Willem kon hier z'n histori
sche lusten botvieren. Op dit
specifieke Zoeterwoudse ter
rein is hij een „meester op alle
wapenen" geworden. Zelfs een
collega van me, zij het op een
hoger niveau: hoofdredacteur
van „Suetan", het contactor
gaan van de stichting Oud
Zoeterwoude. Hij had een be
langrijk aandeel in het samen
stellen van het herdenkings
boek „700 jaren Zoeterwoude,
een familieportret".
Mr. Bosman heeft meer noten
op deze zang: hij bereidt thans
een boek voor over de van
ouderdom kreunende maar
erg mooi gerestaureerde
scheepswerf „Westhof", aan
de Noordbuurtseweg gelegen.
Daar werden ooit scheepjes te
water gelaten en bij averij op
de helling gezet. Van deze Zoe
terwoudse „droogdokmaat
schappij" is nauwelijkes iets
meer terug te vinden, behalve
dan dat een hooggeprezen
smid Westhof nog steeds het
ijzer smeedt als het heet is.
Bijna in de trant van: door de
weeks smeden dat het een
aard heeft en 's zondags naai
de kerk met een boek vol zil
verwerk. Bosman heeft een fij
ne neus, dacht ik. Bovendien
is hij ook nog secretaris van
de plaatselijke politieke partij
VVD
Dat is misschien last but not
least, maar dat moet een an
der maar uitzoeken In elk ge
val toonde jurist Bosman zich
een realist, toen hij achter de
verhuiswagen aan zich metter
woon in Zoeterwoude nestel
de: „Steeds heb ik me duide
lijk voor ogen gehouden, dat
ik degene was die in deze om
geving neerplonsde; ik moest
me dus aanpassen., en niet
Zoeterwoude, zal ik maar zeg
gen". Meneer Bosman was in
Den Haag altijd al nauw be
trokken geweest bij het vereni
gingsleven. Zo wilde hij ook in
Zoeterwoude zich bewegen
„Via het donateurschap kwam
ik terecht in het bestuur van
de stichting Oud Zoeterwoude.
Dit beviel me zo, dat ik ook
door mijn voorliefde voor
clubblaadjes al gauw terecht
kwam bij de redactie van het
contactorgaan van Oud Zoe
terwoude. Het werd een op
waartse beweging: toen Wil
lem Bosman pas begon, werd
het blaadje nog gestencild,
maar dooi het invoegen van
economische veranderingen
lukte het, 't blad te laten druk
ken. „Dit blijkt een groot suc
ces te zijn Het aantal dona
teurs is sindsdien beduidend
opgeschroefd"
Dit is zeker ook te danken
geweest aan de viering van
„700 jaar Zoeterwoude". De
Zoeterwoudenaars werden
door deze heuglijke omstan
digheid, met alles „d'rum und
d'ran", gaargestoomd voor een
eeuwfeestelijke happening.
„Nou en of we hebben tijdens
de feestweek vorig jaar tegen
de zomer een zeer geslaagde
tentoonstelling georganiseerd,
met daaraan verbonden een
prijsvraag. Een schot in de
plaatselijk-historische roos: 65
donateurs erbij". Dat werd bij
na een extra avondje uit voor
de stichtingsbestuurders. Maar
die denken niet aan die tijde
lijke en voorbijgaande fratsen:
alleen de stichting telt, en hoe!.
Meester Bosman nam een
groot deel van de voorselectie
van de binnengekomen „stuk
ken" voor het boek „700 jaar
Zoeterwoude" voor zijn reke
ning. Hij had ook een grote
hand in het samenstellen er
van. Het resultaat wordt een
..beetje betreurd: „Je steekt
een heleboel tijd erin en dan
blijkt opeens dat bij het min
ste geringste het boek door
een slechte uitvoering uit el
kaar valt". Dat is een niet mis
te verstane ontboezeming. Ze
ker niet, als je door andere
uitlatingen de indruk krijgt,
dat er een soort standaard
werk geschapen is. Huppekee,
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen'tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
zo zit je meteen in de plaatse
lijke politiek, die in een kleine
gemeente op een betrekkelijk
geringe basis „geventileerd"
wordt. Wat is het toch vrese
lijk moeilijk, eendrachtig te
zijn...
In elk geval heeft mr. Bosman
- naar mijn idee direct ge
slachtelijk nauwelijks rakend
aan de familie die al sinds 's
mensenheugenis ter gemeente
aannemerspraktijken hoog
houdt - z'n draai blijkbaar ge
vonden, in Zoeterwoude. Den
ken we hierbij aan de scheeps
werf van Westhof. Sluiten we
dit erbij in... Zoals de heer
Bosman notabene getuigt:
„Nog vóór ik hier woonde, was
de werf van Westhof mij al
opgevallen. Toen ik m'n eerste
voorzichtige pogingen waagde
om er iets meer over te weten
te komen, bleek dat ook ex
perts van het Nederlands
Openluchtmuseum ook al inte
resse toonden voor dit eeuwe
noud bedrijfje. Door tijdge
brek konden zij echter niet
aan een uitgebreide studie be
ginnen. Toen kreeg ik de krie
bels en begon er zelf iets aan
te doen, al ben ik er niet dag
en nacht mee bezig geweest".
De heer Bosman kwam al zoe
kende achter een paar „leuke
dingen". Maar hij wilde meer.
„Mijn ideaal is een afgeronde
studie over de sociaal-econo
mische betekenis van het be
drijf door de eeuwen heen.
Want het is natuurlijk duide
lijk, dat een scheepswerf in
een zo'n waterrijke omgeving
een grote invloed heeft gehad.
Het leuke van dit soort onder
zoeken is, het als volslagen
leek snuffelen in gemeentear
chieven, waarbij je dan heel
vaak deskundige hulp krijgt
van de mensen die op dit ter
rein werkzaam zijn. Je moet
jezelf wel een beetje het vroe
gere handschrift eigen ma-
Het schijnt dat er in Zoeter
woude mensen zijn die zeggen
dat Bosman „met molentjes
loopt". De meester: „De men
sen die dit, soms niet ten on
rechte, zeggen doelen dan op
het feit dat ik vanuit een spon
tane opwelling molenpostze
geltjes en alles wat daarbij
komt ben gaan verzamelen. Ik
wou namelijk m'n zoontje een
keer duidelijk maken wat een
thematische postzegelverzame
ling inhield. Dit was net in de
De heer Bosman bij een van zijn geliefde historische monumenten
tijd, dat men bezig was met de
restauratie van de Groote Mo
len. Als voorbeeld nam ik toen'
molens. Bij een diepgaand on
derzoek bleek, dat er in Neder
land slechts acht molenzegels
waren. Dat vond ik erg weinig,
vooral omdat Nederland be
kend staat als een molenland
bij uitstek. Ik begon te zoeken
en met verschillende filatelis
ten in zowat heel Europa en
de Ver. Staten zette ik een
forse correspondentie op
touw. Dat werd het begin van
de verzameling die ik nu heb
Als jurist en oudheidminnaar
E osman z'n verzameling te
voorschijn haalt, is iedere be
langstellende sprakeloos Uit
alle hoeken en gaten van de
wereld komen de zegels op
tafel. Sommige met een afbeel
ding van het prilste stadium
waarin een molen kan verke
ren, andere met juist weer de
meest moderne windmolens.
Molens, aangedreven door
mensen, dieren, wind en wa
ter. Een complete verzameling,
zou je zo zeggen. Maar niks
daarvan, „gelukkig niet", al
dus Bosman, „ik heb echt de
smaak te pakken. Misschien
mag je wel zeggen, dat het één
van de grootste verzamelingen
op dit gebied in Europa is
Maar compleet? absoluut nog
niet. Roemenië, daar zou ik
bijvoorbeeld nog wel wat van
willen hebben".
Dat is nou filatelist Bosman,
die menig expert op dit specia
listisch gebied versteld heeft
doen staan. De geldelijke
waarde komt bij hem op de
tweede plaats. „Vooral in de
VS, waar zich nogal wat verza
melaars bevinden, rijzen er
door gebrek aan achtergrond
weieens vragen. Ik publiceer
daarom regelmatig over mijn
verzameling in een vakblad
daar. In ruil daarvoor ontvang
ik dan weer tips die tot een
nieuwe aanwinst voor mijn
verzameling kunnen leiden"
Dit, in alle verzamelde on
schuld „met een specifieke
tik", mag de randverschijnse
len van jurist Bosman be
schrijven. Hij heeft nog tijd
voor politiek. Als je de bast
hebt afgestroopt tot het merg,
blijft er WD over. Tot en met
die bast was het natuurlijk al
„zoet hout". Volgens de Zoe
terwoudse carnavalsvereni
ging (die voor het eerste jaar
zich in de helemaal niet nood
zakelijke slag heeft geworpen,
of het moest alleen een so-
ciaalgetinte slag met een tref
fer zijn geweest) zou Bosmans
doorwroetende partij goed zijn
voor een vereniging voor Kom.
nou, de „proletariërs" weten
er ook een weg mee
Thomas Voight.
De componist George Gershwin schreef tiental
len jaren geleden zijn impressie „An American
in Paris", een getoonzet „schilderij" en gedom
peld in een cosmopolitische vernis van vervoe
rende en bekoorlijke terrasjes en de roaring
traffic boom, het gedreun en geschal van het
Parijse verkeer. Dat was een Amerikaan in
Parijs. Maar wat moet je in hemelsnaam doen
met „An American in Leiden"? Dat is met geen
pen te beschrijven, althans, het lijkt me nauwe
lijks te doen om dit verschijnsel muzikaal en
adrem te schetsen. Toch zal ik moeten trachten
deze merkwaardige combinatie Amerikaan-Lei
den te beschrijven, want er is wel degelijk zo'n
„American in Leiden" geweest. Hij is er trou
wens nog: Thomas N. Voight uit Wisconsin,
United States. In eerste aanleg geneigd tot een
embonpoint van het goede leven, een gezetheid-
die in afslanken is omgebogen. Voight is ook een
vriendelijke Amerikaan die de Amerikaanse
snelheid in besluitvaardigheid, de trefzekerheid
in efficiency, het grootschalig denken op een
innemende manier weet te maskeren.
Thomas Voight is een Yank (of daaromtrent) die
in de elf jaar dat zijn gezichtsveld bepaald wordt
door hotelkamers, attractieve schotels en Hol
lands blonde duinen, iets heeft overgenomen van
het aroom van het beneden Amsterdams peilse
polderland. Voor iemand uit Wisconsin) spreekt
hij een imponerend Nederlands. Maar omdat hij
even voortreffelijk met Duits uit de voeten kan,
moesten er wel een paar nauwelijks op te lossen
moeilijkheden komen. Zo klinkt in zijn vlekkelo
ze volzinnen ons „nu" als „noe" en „thuis" wordt
bij hem onverminderd „taus"; „gebruikt" is „ge-
braukt". Het is de ui die hem parten speelt, maar
dat lapt hij aan z'n gezwinde laars.
Als ik een ode in akkoorden zou moeten samen
stellen rond deze Amerikaan in Leiden, zouden
het geloei van koeien en het geblaat van schapen
zich moeten mengen met het gekrijs van reigers
en het gepiep van de melkwagen. Want toen
Voight ruim tien jaar geleden zijn avontuur
achter het Haagse Schouw, onder de rook van
het Morskwartier begon, was er niet anders dan
grasland en het onvoltooide fabelachtige viaduct,
waarover in de meidagen van '40 de Duitse
invallers zich al het hoofd braken. Voight was
een omgekeerde Viking, een anders gerichte
Columbus. Als hij ooit Pilgrim Father zou zijn
geweest, moest je hem nu spijtoptant noemen,
want hij bracht Amerika naar Europa, zijn land
ingsplaats werd zelfs Leiden.
Zijn wapenfeit wordt volgende week herdacht.
Op 18 maart is het tien jaar geleden, dat Voights
droom werkelijkheid werd: de eerste Holiday Inn
van Europa, een paradepaardje van de Ameri
kaanse hotellerie, thans uitgeregen tot 's werelds
grootste hotelketen; een Amerikaans service-
ideaal, ingebed in een zwembad, sauna, televisie
in alle kamers (vandaag de dag in kleur), een
„zaal" van een badkamer en directe telefoonaan
sluitingen op de kamer. Voight werd H. Inn's
eerste licensiehouder in Europa, later kwamen
daar Utrecht en het Oostenrijkse Innsbruck bij
(warempel, ons gesprek wordt even onderbroken
door een telefoontje: „Ha Norbert, grüss Gott,
ja Morgen bin ich in Lech.."). Thomas Voight
verdeelt zijn arbeidstijd tussen Leiden en Inns
bruck; het liefst verplaatst hij zich tussen beide
vestigingen per auto. Alleen als de skivakantie
- zoals „noe" - lokt, bedient hij zich van het
vliegtuig.
In Fond du Lac geboren, 44 jaar terug, begon
hij na zijn universitaire studie - bekroond met
het predicaat Bachelor of Science, wat niet zo'n.
hap is als het lijkt - en militaire dienst te werken
in het familiebedrijf, ook een hotel. Twintig jaar
geleden bekeerde Thomas zich tot het ware
Amerikaanse hotelgeloof: Holiday Inn. Daarvoor
krijgt hij straks van zijn baas uit Memphis,
Kemmons Wilson, een hooggewaardeerde speld
op de nog steeds omvangrijke borst gestoken.
H.I.-stichter en service-moloch Wilson komt zelf
naar Leiden, volgende week, om aan het Europe
se feest luister bij te zetten. Uiteraard zette
Voight niet in z'n eentje in tien maanden tijd
200 hotelkamers neer op de drassige wei langs
de toen nog niet bestaande Plesmanlaan. Hij
kreeg door- en ingecalculeerde steun van KLM,
Heineken, Eurotransport en de Haagse Centrale
Levensverzekering die als aandeelhouders vette
vingers in de H.I.-pap hebben. In Utrecht ('71)
werd Hoog Catharijne de zetbaas en in Inns
bruck (waar Voight op het dak van zijn hotel
een appartement heeft dat uitziet op de be
sneeuwde Alpenwanden en helemaal beneden op
een slijterij van Lauda, maar ik weet niet of dat
met Niki uit te staan heeft) zit o.a. de british
Petrol Company in de „shares".
In elk geval, Thomas N. Voights voortvarendheid
is beloond. Als hij geen vinger aan de pols houdt,
staat hij op de skies, speelt banjo, geeft hij een
proeve van zijn zogeheten encyclopedische ken
nis van Duitse en Oostenrijkse liedjes die gezel
ligheid brengen in de skigroep, tussen de afdalin
gen en de nachtwake door. Hij is werkelijk een
man die jodelahihi kan roepen, met welk accent
ook. De kilo's zijn er inmiddels aardig af: Voight
fietst als een Hollander in zijn auto gaat zitten.
Hij fietst, onder gunstige omstandigheden, van
Noordwijk (zijn zilte woonplaats) naar de Inn en
terug. Binnendoor, langs landerijen en bosscha
ges, voor een deel gelijke tred houdend met de
Oude Rijn. „Herrlik", vindt Thomas, die erg in
„fitness" gelooft, het ideaal van alle trimmers.
Maar hij betreurt niet, dat hij geen tuin (taun)
meer hoeft bij te houden, zoals in Wassenaar,
waar hij jaren gewoond heeft
Zou ik uiteen moeten zetten hoezeer Thomas N.
Voight blij is met „Leiden", dan kon ik nog wel
een pagina vullen. Beginperiode met moeilijkhe
den, slechte verbindingen. Huppekee weg, het
gaat nu prima. Geen drempelvrees meer bij de
Leidenaars. Er is een fietspad. Medewerking van
alle kanten, inclusief het gemeentebestuur. Het
groeiend sportgebeuren (Voight is in anderhalf
jaar tijd 15 kg kwijtgeraakt, als er een plekje
vrij is grijpt hij z'n squash-racket voor een half
uurtje; prima conditiesport). Voight blijft redelijk
eten, voelt zich puiker dan toen hij 30 was; fietste
ooit van Utrecht naar Leiden, weer langs die
Oude Rijn.
„De markt begint hotelkamers in Nederland te
vullen. Nee, geen hotels meer bouwen: je moet
consolideren, niet de fout maken die in Amster
dam gemaakt is met die dure nieuwe hotels
waarin de helft van de kamers leegstaat In april,
mei zitten we vol, maar daar kunnen we niet
van leven, maar het is voldoende met de rest
wat we doen op fitness-gebied. Gezien de ontwik
keling van de recreatie heb ik goede verwachtin
gen van de toekomst. Het is uiteindelijk een
ideaal driespan: hotel, sport en bereikbaarheid.
Nee, als we waakzaam blijven bij de grote
investeringen die we ons hebben moeten veroor
loven, zie ik het vrij zonnig in", zegt directeur
Voight, die het sap van uitgeperste sinaasappelen
laat aanrukken. „Wat dat betreft, zou ik kunnen
zeggen - hoe is dat ook weer: laat Leiden maar
schauven" Nou ben ik toch benieuwd, want als
je Leiden laat Schuiven, weet je nooit waar het
eindigt
Van onze sportredactie
LEIDEN Het was eigenlijk
te voorzien: wie tijdens het ope
ningsduel van het Zilveren Mo
len Toernooi tussen RCL en
UVS het eerste doelpunt zou
maken had een goede kans de
wedstrijd winnend te beëindi
gen, want beide ploegen hebben
er duidelijk moeite mee om een
tegenstander hun wil op te leg
gen en spelen het liefst counter
voetbal. Het kwam precies zo
uit: RCL had het eerste half
uur eigenlijk vrij weinig moeite
gehad met de blauw-witten en
zag zelf kans tot wat aardige
pogingen van o.a. Heemskerk
en Witteman te komen.
Toen kwam het keerpunt in de
wedstrijd: de snelle Leo van de
Berg glipte weer eens langs
Neuteboom maar werd binnen
het zestienmeter gebied horizon
taal gedwongen door dezelfde
Neuteboom. Heemskerk zou dit
buitenkansje voor de Leiderdor
pers opknappen maar zag zijn
zwakke inzet gestopt door Sloos.
Zelfs in de herkansing kon
Heemskerk het net niet vinden
en daar profiteerde UVS knap
van. Terwijl de RCL-achterhoe-
de nog van deze schrik stond te
bekomen was V. D. Heyden al
op weg naar het andere doel en
wist Theo van Seggelen de snel
le uitval doeltreffend af te ron
den (0—1). De ploeg van trainer
Heugenin was nog niet van de
schrik bekomen of het had al
een tweede treffer achter de
oren. Het centrale duo Cees
Ruis en Henk Braat ging in de
fout en voor ze het wisten lag
de bal alweer achter Bram
Brandt (0—2).
Na rust leek RCL de draad van
het eerste half uur weer op te
pakken.
Met twee meuwe mensen in de
ploeg (Heemskerk en Linde
moesten hun plaats afstaan aan
van Gemerden en Zaal) kon
.men UVS terugdringen maar
uitgespeelde kansen leverde dit
vooralsnog niet op. Pas toen v.d.
Berg er zich weer mee ging
bemoeien, hij forceerde een
tweede strafschop, kon RCL iets
terugdoen. David Brandt liet
zien hoe het wel moet en scoor
de 1—2. Weer liet UVS de rood-
witten komen om zelf lustig te
counteren en deze taktiek vol
deed uitstekend. Men kreeg en
kele reële kansen en vijf minu
ten voor tijd was het Verver die
door de in buitenspel positie
staande van Seggelen op maat
werd bediend en RCL volslagen
kansloos de kleedkamers liet
.opzoeken (1—3). Het vaak te
harde duel heeft Gerard Désar
in ieder geval weer hoop voor
de toekomst gegeven en John
Heugenin laten zien dat de enige
mogelijkheid voor zijn ploeg om
uit de put te komen een maxi
male werklust is.
LEIDEN - De gemeente zal
nader onderzoeken of de Rijn-
stroomstraat eenrichtingver
keer krijgt. Met name omwo
nende middenstanders hebben
geprotesteerd tegen deze ver
keersmaatregel. Enkele van hen
hebben hun magazijnen en op
slagruimten in de Rijnstroom
straat en op het Utrechts Jaag
pad. Naar hun zeggen is het
bijna onmogelijk voor vracht
wagens om de bocht van de
Rijnstroomstraat naar het Ut
rechts Jaagpad te nemen.
De gemeente was voor deze ver
keersmaatregel te heffen te
neinde een stroomlijning in het
verkeer te krijgen. Het Utrechts
Jaagpad is inmiddels al eenrich
tingverkeer, evenals de Cathari-
nastraat in de richting van het
Utrechts Jaagpad.
LEIDEN Geboren: Maartje Lieselotte,
d. v. W. F. P. van der Velden en G.
Neuteboom; Wijnand Andreas Herma-
nus, zn. v. W. C. van der Plas en W.
van Leeuwen; Maryse Amelia, d. v. A
D. de Oliveira Martins en G M. U. P.
Seghers; Karin Nü, d. v. J. C. P. Liang
en R. de Coursey; Victor Emiel. zn. v
R. H. C. ten Kate en J. Roos; Marjolijn,
d. v. M. T. Eindhoven en A. C. van
Deurzen; Marvin Richardus Hendrikus,
zn. v. R. H. H. Kramer en J. Ubink;
Oskar, zn. v J. R. M. Wessels en M
C. C. van Aken. Simone, d. v. P Teske
en H. de Ruiter; Josephine Geertje, d
v. M. de Bruin en T. H. A. Jongeleen.
Esther Louise, d. v. J. varv den Eijkel
en D. Plug.
Overleden: L. Baarda, geb. 23 jan. 1895,
man; W. H. G. van Santen, geb. 9 mei
1895, man; G. Ruis. geb. 23 aug. 1906.
man; P. van der Mark. geb. 28 jan
1891, man; M. Veldhoen, geb. 17 okt
1913, geh. m. A. M Crama. N. W.
Stroeker, geb. 26 juni 1910, man; J. van
Duijvenbode, geb. 25 okt. 1904. man.
J. A. Joseph, geb 10 juni 1939, geh
m. D. J. Mulder; C. Enthoven, geb. 23
auq. 1900, geh. m, N. D. Enthoven