CDA Pastoor Van Vlasselaar brak zijn pijpje Sint Bernhard Chantal tweede maal in asiel „VIJF ONCEN LOUTER ZILVER" SINT AGATHAKERK BESTAAT 75 JAAR STAD/REGIO LEIDSE COURANT ZATERDAG 11 FEBRUARI 1978 PAGINA 5 Interieur, het middenschip van de kerk, aan de zijkanten de geschilderde kruiswegstaties. De gebrandschilderde ramen vertonen bijbelse motieven. De Agathakerk aan de Lissese Heereweg met op de achtergrond de pastorie Op 28 november 1460 besloot Paus Pius II te Rome dat Lisse een zelfstandige parochie moest worden. De Lissese parochia nen die in die tijd voor hun zieleheil naar Sassenheim gingen, moesten jaarlijks „Vijf oneen louter zilver" betalen aan de pastoor van „Sassem". De Lissese parochie werd om ondui delijke redenen gewijd aan Sint Agatha. De Heilige Agatha is de meest vereerde heilige van de oude kerk. Zij is de patrones van de stad Catania waar zij onder de vervolging van Decius de marteldood stierf. Volgens de overlevering zou haar sluier vlammen en lavastromen van de stad hebben afgewend. Het eerste kerkgebouw was de huidige Hervormde Kerk aan het Lissese Vierkant. De onkosten van de kerk waren hoog. In 1558 kostte het nieuwe orgel 129 pond en 15 stuivers. Het orgel werd gebouwd door de orgelbouwer Jacob Werboutzen. Rustige jaren in Lisse gingen snel voorbij. Tijdens de 80-jari- ge oorlog veranderde die rust in krijgslawaai. Soldaten van de Prins van Oranje trokken door Lisse en daarna stroopten Spaanse huurtroepen het land af. Na Leidens ontzet in 1574 was er van de Lissese kerk niet meer over dan wat smeulende puinhopen. Toren en schip werden in 1592 hersteld, de calvinistische predikant verzamel de er daarna zijn gemeente. Van roomse aktiviteiten ontbrak in die tijd elk spoor. Maar het bloed kruipt waar het niet. gaan kan. Rondtrekken de priesters bleven onder zeer moeilijke omstandigheden de mis opdragen. Rond 1630 vestigden de eerste priesters zich in de Bollenstreek. Bij de komst van een nieuwe priester of bij het openen of verbouwen van een schuilkerk werden toelatingsgelden betaald aan het dorpsbestuur. Ook bij de komst van een nieuwe baljuw werden welkomstgelden be taald. Daarnaast moest ieder jaar erkenningsgeld worden betaald. Zo kochten de Lissese katholieken hun vrijheid. Op 15 mei 1795 werd er in Lisse om de vrijheidsboom gedanst. Op 5 augustus van datzelfde jaar waarborgden „De Rechten van den Mensch en Burger", de vrijheid van godsdienstuitoe fening. Ter vervanging van de schuilkerk bij het Mallegat werd in 1843 een nieuwe kerk gebouwd aan de Lissese Heereweg, op de plaats waar de Agathakerk nu ook staat. De Lissese katholieken waren vreselijk blij mét de nieuwe kerk. De toren was wel wat kleiner, maar als je er vlak onder ging staan, reikte hij toch tot de wolken. Een kleine dertig jaar later bleek de kerk toch veel te klein om alle communicanten te bevatten. LISSE De Agathaparochie kijkt met trots naar de Sint Agathakerkaan de Lissese Heereweg. Het bolwerk staat al 75 jaar garant voor de uitoefe ning van het rooms-katholieke geloof. Tot de maand juni staat er elke maand een speciaal on derwerp centraal in de viering van het jubileum. Afgelopen maand werd veel aandacht be steed aan het gebrandschilder de glas. In het verschiet ligt nog een expositie over de eu charistieviering. In de maand maart wordt het „lijden van Christus" overwogen. In de maanden erna wordt geexpo- seerd over de onderwerpen doop en toren. Op 1 en 2 juni staan vier eucharistievieringen in het teken van het 75-jarig jubileum. De Rotterdamse bis schop Simonis komt dan naar Lisse voor het opdragen van de Heilige Mis. Op een najaarsdag in 1877 brak de toenmalige pastoor Van Vlas- selaar zijn pijpje van schrik en verrassing toen pastoor Fick van Berkel en Rodenrijs hem kwam zeggen dat hij zou zorgen voor het geld voor de bouw van een nieuwe, grotere kerk. Pas toor Fick bezat het buiten „Roo- sendael" in Lisse en trok zich het lot aan van collega Van Vlasselaar die zijn parochianen niet meer kon herbergen. Archi tect werd E. J. Margry uit Rot terdam. De Haarlemse firma Zuidhof sloeg proefpalen. Toen alle bestekken en tekeningen ge reed waren, werd de dag van aanbesteding vastgesteld. Nu moest pastoor Fick met de be loofde 100.000 gulden voor de dag komen. Maar de pastoor was een oud en grillig man. Hij weigerde zijn belofte schriftelijk vast te leggen en eiste dat on middellijk met de bouw van de kerk werd begonnen. De nieuw bouw kon toen geen doorgang vinden omdat elke zekerheid over het geld van de oude pas toor ontbrak. Spoedig daarna overleed pastoor Fick. Zijn buitenhuis kwam na zijn dood aan het kerk- en armenbe stuur van Berkel en Rodenrijs. In 1912 werd het huis aan de toenmalige bewoner, dr. M. de Graaf verkocht. Diens kinderen hebben nog jarenlang naar de vermeende schatten van pastoor Fick gegraven In de jaren na de mislukte nieuwbouw werd ijverig ge spaard voor de bouw van de kerk. De opbrengsten van geor ganiseerde bollenveilingen en schenkingen liepen op. Pastoor Van Vlasselaar slaagde erin in de loop der jaren iets af te breken van de muur die de re formatie dwars door het dorp had gebouwd. Op zijn gouden priesterfeest wordt hij „De goe de Herder" genoemd. Het kerk boek vermeldde dan ook „In den geheelen gemeente werd zo wel door katholieken als on- katholieken deelgenomen aan het feest". Op 8 januari 1901 stierf pastoor Van Vlasselaar op 80-jarige leeftijd. De felbegeerde Aagtenkerk heeft hij nooit mo gen zien. Zijn nalatenschap was een vruchtbare akker voor de nieuwe pastoor B. J. Klekamp. De nieuwe pastoor gaf een extra impuls aan de nieuwbouwplan- nen en in 1902 werd de bouw aangenomen door architect Van Groenendael uit Amsterdam. De stichtingskosten bedroegen ruim 136.000 gulden. Noodkerk Omdat de kerk gedeeltelijk op de plaats van de oude kwam, werd een houten noodkerk ge bouwd. Met noodkerk en pasto rie kostte het hele complex 165.000 gulden, voor die tijd een fortuin. In mei van het jaar 1903 ging het kruis op de toren. Vier maanden later werd de neo-goti- sche kerk plechtig geconsa creerd door Mgr. Van de Wete ring uit Utrecht. De Agathakerk werd al gauw „De kathedraal van de bollenstreek" genoemd. Met zijn 75 meter hoge toren was hij dan ook de hoogste uit de omgeving. De pastorie werd gebouwd in een neo-renaissancestijl met tu- dorbogen boven de grote ge brandschilderde ramen. De kerk is liturgisch met het koor naar het oosten (het hëilige land) gebouwd. Het koor was rijkelijk voorzien van gebrand schilderd glas dat volgens tradi tie als „Biblia Pauperum" dien de, een bijbel in taferelen voor analfabeten. Parochianen droe gen bij voor de communiebank, het hoofdaltaar en de kruisweg staties. De kruiswegstaties, het lijden van Christus in 14 afbeel dingen, sieren nu nog de wan den van het imponerende ge bouw. De kerk van Klekamp torende als symbool voor een zelfbewust ontwakende gemeenschap bo ven Lisse uit Velen zagen des tijds iets van de zegevierende kerk in de hemel in het gebouw. De terugkeer van de kerk naar zijn oorspronkelijke roeping is voor velen in de loop der jaren ontnuchterend geweest. Het ge bouw werd wat het nu is; een plaats voor de vieringen en een bewaarplaats voor de liefde. Toren De toren van de Agathakerk is voor het kerkbestuur altijd een zorgenkindje gebleven. Spoedig na de nieuwbouw kwam de to renhaan naar beneden en be landde in het kippenhok van de pastoor. De haan moest voor deze ongedisciplineerde daad naar de sacristiezolder. Enkele noodlottige kippen verdwenen in de pan. In 1929 werd de toren geheel afgekeurd door architect Jos Cuypers en kreeg na een interne verbouwing een pago deachtige spits die de toren nu nog siert. In 1914 kreeg de Agat hakerk een nieuw orgel, de fraaie koperen lichtkronen kwa men in 1924. De Lissese historicus A. N. Hul kenberg schreef naar aanleiding van het 500-jarig bestaan van de parochie in 1960: .Terug blikkend op alle strubbelingen, het armzalig proberen, kan men nauwelijks meer de moed op brengen om verder te gaan. El ke tijdgeest is vervangen door een andere die weer moderner is. Maar Christus blijft. Alleen met hem zullen we de durf heb ben om de toekomst onbekom merd tegemoet te zien Ed Olivier Chantal is niet geheel raszuiver Chantal door de politie van Katwijk op het asiel gebracht. Na langs de weg gevonden te zijn. Dus veel gelegenheid voor een degelijke opvoeding is er niet geweest. Alle ingre diënten om van Chantal een fatsoenlijk huisdier te maken zijn echter volop aanwezig. Daar is slechts een milde, lei dinggevende hand voor nodig. En een beetje tijd. Of Chantal een echte Sint Bernhard is moet worden be twijfeld, gezien haar afinetin- gen. Haar lengte stemt wel overeen met de voorschriften maar haar hoogte wijkt daar vanaf. Ze is niet hoger dan de gemiddelde herdershond en dat bewijst onomstotelijk dat Chantal wat betreft haar ras niet geheel zuiver op de graat is. Ze heeft echter wel de mooie dikke vacht, de lange staart (die ze overigens mooi „draagt"), en de prachtige kop van de ras-sint Bernhard die één van Chantal's ouders on getwijfeld geweest moet zijn. Ook de kleuren van Chantal stemmen overeen met wat het hoort te zijn: bruin, wit-zwart Chantal is (waarschijnlijk van nature al) goed gehoorzaam. Ook als ze aangelijnd is, blijft ze bijzonder handelbaar. En van „bijten naar kinderen" is tot nu toe niets gebleken. Oscar Oscar, de hond van vorige week, is diep teleurgesteld. Hij mocht tot nu toe geen enkele reactie op zijn verschijning in deze rubriek in ontvangst ne men. En hij zit er nu al het langst van aJle honden die zijn lot tijdelijk delen. Is er nu echt niemand die hem wil heb ben? BART SPIJKER r Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond beschreven die in het asiel verblijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan.tenzij bet dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschreven honden zijn alle door hondenbezitters naar het asiel gebracht. Om uiteenlopende redenen, vaak begrijpelijk maar soms ook volslagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschreven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van ca. 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 131670. Geopend di. t/m vr. 10.00—12.00 en 14.00—17.00 uur. Zaterdag van 10.00—12.00 en 14.00—16.00 uur. Zondag en maandag gesloten. „Chantal bijt onze kinderen". Dat was de kreet die werd geslaakt op 23 januari door de inmiddels niet meer zo nieuw bakken baas van de Sint Bern hard Chantal. Bijna drie maanden heeft Chantal lief en leed met haar baas en het daarbij behorende gezin ge deeld. Zo op het eerste gezicht meer leed dan lief gezien de bovenstaande klacht. Die mis schien niet al te serieus moet worden genomen, omdat na de eerste nacht die Chantal weer in het asiel doorbracht er de volgende morgen zich een cen timeters dikke laag uitgevallen haar in haar hok bevond. En dit feit zou wel eens de werke lijke reden kunnen zijn waar om Chantal weer aan het asiel werd afgestaan. De aanvankelijk dol enthou siaste baas van Chantal werd, zoals zo vaak gebeurt, ver blind door de charmes van de Sint Bernhard, en zag daar door de nadelen die aan elke hond verbonden zijn, niet. Na delen zoals de hoeveelheid eten die een dergelijk dier ver orbert, het onderhoud van Chantal's vacht en de tijd die men beschikbaar moet hebben om haar uit te laten. Een na deel van secundaire aard is de ruimte die men voor een hond als Chantal in huis beschik baar kan stellen. Vaak is deze niet toereikend. De voordelen wegen er echter ruimschoots tegenop. Zoals bekend is de Sint Bernhard een van de trouwste honden die men kan vinden. Van huis uit een groot kindervriend en bovendien een hond waar de echte lief hebber meer van kan maken dan zo maar een hond. De Sint Bernhard is namelijk bijzon der goed af te richten. Dit laatste impliceert echter niet dat dit ook het geval is bij Chantal. Daar is nog weinig van te zeggen, al was het al leen maar vanwege haar leef tijd. Ze is pas een jaar oud en heeft in die tijd bovendien weinig gelegenheid gehad iets daadwerkelijks te leren. Want toen ze op 23 januari naar het asiel werd gebracht was dat nu niet bepaald een plaats die haar onbekend voorkwam. Op 1 november 1977 werd (De gastvrijheid, aa schrij vers van deze rubriek ver leend, behoeft niet te beteke nen dat hun meningen altijd overeenkomen met ons standpunt weergegeven in de commentaarrubriek.) Verkiezingen in zicht De verkiezingen komen weer in zicht, zowel voor de Provinciale Staten als voor de gemeenteraden. Bij beide gaat het om het vormgeven van de samenleving en zal er gevraagd worden een politieke keuze te maken. Een verantwoorde keuze omdat hierdoor het beleid voor de komende vier jaren bepaald gaat worden. De staten en de raden zullen hun vierjaarlijkse periode volledig „uitzitten". Van veel belang is het dus hoe deze organen er in hun samenstellingen zullen uitzien. Ook het CDA zal erop uittrekken, niet met „schone beloften" en politie ke leuzen, maar met verant woordelijkheid en erkenning van de gelijkwaardigheid van alle mensen. In het bijzonder het C.DA heeft hierin duidelijk een taak omdat het zich gebon den acht aan de oproep van het Evangelie tot dienst aan God de Schepper en daarin tot dienst aan de naaste. Zijn schepsel. Daarbij zal zich de situatie voor kunnen doen dat de belangen van de sterken moeten wijken voor de behoeften van de zwakken. Juist op dit punt zullen C.D.A. bestuurders dienen te beseffen dat door hun beleid het imago van de christen- demokratische politiek wordt waargemaakt of niet. Het gaat niet om de macht maar om het dienen. Dat wil zeggen dat het in de eerste plaats zal gaan om de mentaliteit van waaruit men de voorkomende zaken tegemoet zal treden. Vanuit de gedachte aan solidariteit zal het C.D.A. inhoud moe ten geven aan het oplossen van strukturele of aktuele problemen en daarmede moeten tonen dat het C.D.A. niet een grauwe middengroe pering is maar een levende, appellerende groepering die zich laat voortstuwen door een opnieuw gevonden ideaal. Dit alles lijkt hoog gegrepen, toch ben ik ervan overtuigd, dat wij met dit. soms ver guisde. C.DA voor onze hedendaagse maatschappij van veel betekenis kunnen zijn. Dit geldt zeker ook voor de politieke benadering van de plaatselijke situatie. Konkrete mogelijkheden liggen er op het terrein van de bejaardenzorg. Doch niet alleen de ouderen, maar ook de jeugd zal onze aandacht vragen. Het particulier initiatief zal zijn kansen moeten krijgen en worden gestimuleerd. Daarbij zal de eigen verantwoordelijkheid gerespecteerd dienen te zijn. Ook gezondheidszorg en sociale zorg zijn delen van de maatschappelijke samen leving waarin het C.DA inhoud kan geven aan zijn opdracht en uitgangspunt. In het totale welzijnsbeleid zal de aandacht van het C.DA in het bijzonder gericht moeten zijn op de zwakke ren en hen die niet langer door de samenleving geac cepteerd dreigen te worden. De bevordering van onderlin ge samenwerking en solidan- teit zal in de politieke bena dering door het C.DA duidelijk aan de dag moeten worden gesteld. Op het terrein van huisvesting zal het C.D.A. moeten streven naar een eerlijke verdeling van beschikbare en nog te bouwen woonruimte. Voor alleenstaanden, waaronder ook de werkende jongeren te begrijpen zijn, zal zelf standige woonruimte ge pland en gebouwd moeten worden zodat de geconsta teerde tekorten kunnen worden ingelopen. Tenslotte zullen er maatrege len getroffen moeten wor den. waarmee voorkomen kan worden dat met wonin gen speculatiewinsten ge maakt worden, door make laars of particulieren, waarbij dezen gebruik maken, mis schien zelfs misbruik, van de mogelijkheden die ontstaan bij het bevorderen van de z.g.n. doorstroming van woonruimte in het kader van gemeentelijk beleid. Ver spreid over het land zijn deze ergerlijke zaken gesig naleerd. Ook in Leiderdorp speelt dit thans. In dit dagblad is daaraan reeds aandacht geschonken. C. Gordijn namens P.C.G. en K.V.P. Leiderdorp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 5