POP 1 JAZZ li Steve Hurley werkt m alle rust aan een nieuwe elpee Chick Corea toen: Akoestisch op weg naar een eigen stijl KLASSIEK PLATEN V Plezierige huismuziek uit onze eigen pruikentijd De Engelse zanger, componist Steve Harley, oprichter van het inmiddels opgeheven Coc kney Rebel, doet sinds 1973 regelmatig van zich spreken. Afgeschilderd als het „enfant terrible" van de popindustrie, geeft hij een heel andere in- druk wanneer hij onder het genot van jus d'orange en kij kend naar enkele promotie- filmpjes van onder andere de nieuwe Engelse ster Kate Bush waarvan we in de toekomst nog veel zullen ho ren in het promotiecentrum van platenmaatschappij Bo- vema in Hilversum zit te pra- i ten. Overgekomen naar Nederland met zijn vriendin Yvonne Keeley, die interviews geeft naar aanleiding van haar sin gle-succes ..If I had words", wil hij eerst niet veel zeggen omdat hij niet naar Nederland is gekomen om interviews te geven, maar sJechts om Yvon- penj ne te begeleiden. Het komt op 1 een gegeven moment toch tot een gesprek en dan blijkt dat Kamen n ^Besproken mening over l Freiw journalistiek en de muzie- 1 CARA kindustrie niet veranderd is. ,J)e rock and roll is ontzettend jong, ongeveer 25 jaar. Het is nog maar net opgegroeid en over de puberteit heen, terwijl iedereen denkt dat het al vol wassen en zelfs uitgebloeid is. Alles wat er gebeurd is in de afgelopen jaren, is nog maar het begin van wat er in de toekomst gaat gebeuren." Ste ve is niet tevreden met de gang van zaken m de muzie kindustrie ..Er werken een aantal mensen, die er geen verstand van hebben en toch H hoge of belangrijke functies H bekleden Mensen die bijvoor- beeld de promotie van mijn i singles en elpees moeten rege- i len. terwijl ik weet dat ik het r rusJ zelf beter zou kunnen, maar ik balkon1 geloof dat die mensen niet al- is. ailei leen in de muziekindustrie te vinden zijn." Ondanks zijn kritiek weet hij zelf ook niet precies hoe hij de muziekindustrie zou willen zien. „Het is geloof ik beter om er niet over te praten, maar ewoningaan de andere kant zet het srwarmd misschien mensen tot naden- in van* ken, waardoor het wel verbe- korting rerd wordt." iten. Ta Op een kleine tournee door Engeland na, heeft hij al twee jaar niet opgetreden en zegt ,Ik mis het publiek en de tour nees nu wel. Als je een tijd met getourd hebt. gebeurt er wat van binnen met je. het is alsof een stem in je spreekt en zegt dat het weer tijd wordt om op te treden, maar ik heb op dit moment geen band en ik heb geen plannen om een nieuwe groep te formeren." „Het is fijn om een tijdje uit de publiciteit te zijn, zover als dat natuurlijk mogelijk is, want er zijn altijd wel journa listen die een of ander verhaal over je verzinnen. Neem nou die Amerikaanse journalist die een foto op zijn bureau kreeg van mij samen met een goede vriendin op een feestje in Cali- fonië. Hij schreef een verhaal over de nieuw romance van Steve Harley en nog rfieer van die onzin. Het< js maar goed dat zowel die vriendin als ik niet samenleven met jaloerse wederhelften, anders zou je de grootste ruzie kunnen krijgen met elkaar. De tijd dat ik niet op tournee ben geweest heb ik nieuwe liedjes geschreven en gewerkt aan mijn uit te komen elpee." Kort na het bezoek aan Neder land zal Steve Harley naar Cahfornië vertrekken om daar drie nieuwe nummers op te nemen en zijn elpee af te ma ken. „Ik gebruik alleen Cali- fornische musici op deze plaat omdat ik het fijn vind om met deze mensen te werken. Het is een ander soort musici, waar door de elpee ook anders wordt, dan de voorgaande, maar veel wil ik er nog niet over zeggen omdat het dan geen verrassing meer is als hij uitkomt. Ik geloof dat de sfeer waarin gewerkt wordt en het feit dat ik niet meer samen werk met Cockney Rebel ook te maken heeft met het eind product." 'Steve Harley's favoriete zelf gemaakte elpee is „Love's a prima Donna", die in 1976 werd uitgebracht. Na dit al bum kwam er geen nieuw ge schreven materiaal uit, alleen een dubbele „live"-elpee. Voord at hij de muziekbusmess verrijkte met zijn groep Coc kney Rebel, die in het begin de viool een belangrijker in strument achtte dan de gitaar, werkte hij als journalist bij een aantal kranten in Enge land. „Als ik nu nog journalist was, zou ik geen fantasie over houden om liedjes te schrij ven. Daarbij komt dat ik de journalistiek verlaten heb om dat ik er doodziek van werd. Het maakt me ziek bij iemand aan te moeten kloppen waar van zoon of dochter net half dood gereden is, alleen om een exclusieve foto en verhaal." De tijd dat Steve Harley jour nalist was, ligt al weer enige tijd achter hem. Hij werkt nu in Californië aan zijn nieuwe elpee waarmee hij probeert njeuwe muzikale wegen te be wandelen. „Het blijven zoeken naar iets nieuws maakt het musiceren juist zo interessant" zegt hij. „We staan pas aan het begin van wat er an de toe komst met de rock and roll gaat gebeuren, dus uitgezon gen 'ben ik nog lang niet." Hans Piët Network Een aardige, maar niet al te opvallende debuutel pee heeft deze Amerikaanse zeven-mans formatie op het vinyl gezet. De heren zijn erva ren muzikanten, afkomstig uit onder andere Barnaby Bye, waarin ook de gebroeders Alessi zaten. Commerciële nummers, met een funky-in slag. Weinig tot geen solo's, lekkere vocalen en voor de rest eigenlijk niks te vertellen, want uitschieters kent dit al bum, dat geproduceerd werd door de Bee Gees-producers Albhy Galuten en Karl Ri chardson, eigenlijk niet. (Epic). Gordon Lighttoot „Endless Wire" is de veertiende lang speelplaat alweer van de Ca nadese folk-zanger Gordon Lightfoot, die grote bekend heid kreeg in 1970 met de hit Jf you could read my mind". Een erg vlakke, zelfs verve lend monotone plaat is het ge worden, met zo goed als geen enkele emotie gezongen. Ge cultiveerde kampvuurmuziek; erg rustige, 10 nummers lange Concert' agenda Zaterdag 11 februari In de maandelijkse serie van garage en achterkamerta lenten treedt de groep Jan Rot Streetbeats op in JO'16 (Oosteinde J6 Voor burg). Aanvang 21.00 uur. Maandag 13 februari Frank Zappa in A hoy Sportpaleis te Rotterdam. Aanvang 20.00 uur. Donderdag 16 februari De Belgische zanger Luk Bral verzorgt een optreden in Pepijn. Aanvang 20.30 uur. Maandag 20 februari Chick Corea Herbie Hancock voor de jazzlief hebbers in de Doelen te Rotterdam Aanvang 20.15 uur. Vrijdag 24 februari The Golden Earring in de Groe- noordhal te Leiden. Het voorprogramma wordt ver- zorgd door Herman Brood His wild romance. Aan vang 20.15 uur. eenheidsworst zonder pieken of dalen. Geen onprettige, maar wel oninteressante ach tergrondmuziek, waarbij de nummers „If children had wings" en „The circle is small" door strijkers en koorwerk net iets aardiger zijn dan de rest. (Warner Brothers) Bill Bruford Met „Feels good to me" heeft deze, uit de groepen Yes en King Crimson bekende drummer een interes sante, aparte maar waar schijnlijk slechts voor een klem publiek aantrekkehjke jazzrock-langspeler gemaakt. Niet zo erg toegankelijke mu ziek door prima muzikanten, waarvan naast percussiespeler (drums, xylofoon e.a.) Bill Bruford de uitmuntende bas sist Jeff Berlin opvalt Het is echter zangeres Annette Pea cock die een overheersend stempel drukt op de interes sante klanken van de groep. Als zij haar volkomen absurde melodieën, erg overheersend op de voorgrond opgenomen, uit de speakers fluistert en zingt daarbij snel van hoog naar laag wisselend, weet je niet wat je overkomt Na een paar nummers (zoals Back to the beginning" en „Seems like a lifetime ago") ben je er een beetje aan gewend geraakt, en dan rijst de vraag of juffrouw Peacock alles verpest met haar uiterst originele inbreng, of juist een heel uniek, on grijpbaar sfeerelement toe voegt Die beoordeling is een zeer persoonlijke zaak. Wat er aan instrumentale kwaliteit in huis is, toont Bill met zijn kornuiten overtuigend in bij voorbeeld „Sample and hold" en de openingsnummers van de beide plaatkanten. (Polydor) Sbowaddywaddy Het was leuk dat deze Engelse groep op de voorafgaande platen zo af en toe teruggreep naar de jaren zestig. Na het horen van de elpee „Red Star" lijkt het eerder een heilig moeten, want qua capaciteiten hebben de heren niet meer in huis dan het aanslaan van wat eenvou dige akkoordjes op de gitaar of piano, wat stompzinnig dru- m(ram)werk en een matig stemgebruik. Een elpee om zo snel mogelijk te vergeten. (Arista) De jaarlijkse „poll" van de le zers van het Amerikaanse jazz- blad „Down Beat" leverde in de categorie electrische piano voor Chick Corea een eerste plaats op met 1624 stemmen. In de categorie akoestische piano reikte hij eveneens hoog, een vierde plaats (342 stemmen) ach ter Oscar Peterson (729), Keith Jarrett (834) en winnaar McCoy Tyner (1321 stemmen), welke laatste tevens één op het lijstje jazzman-van-het-jaar kwam te staan. Corea is duidelijk een zéér populair musicus; ook als componist werd hij winnaar van z'n categorie (696 stemmen bo ven Weather Reports Joe Zawi- nul met 426 stuks.) Bij de jazz- groepen won Weather Report het met 1418stemmen overigens duidelijk van Return to forever, de groep van Chick Corea, die zélf duidelijk een grotere faam heeft dan z'n combinatie. Van daar misschien dat Corea met Herbie Hancock (tweede achter hem in de electrische piano-ca tegorie) op tweemans-solo-toer- nee is gegaan. Toernees zijn er tenslotte meestal om bepaalde smaaktendensen financieel uit te buiten. Merkwaardig is dat Corea op die toernee weer akoestisch speelt, terwijl de gro te belangstelling getuige de tota le uitslag van de Down Beat-poll uitgaat naar het .electrische werk" en dan bovendien nog eens in het jazz-rock idioom. Daarom is het wel aardig dat het Muse-label een in 1973 uitge brachte plaat in z'n rijen telt die door Bertus-distributie (Berkel- Rodenrijs, tel. 01891-5722 voor informatie) nu in de catalogus is opgenomen, waarop een nog nauwelijks algemeen bekende Chick Corea akoestisch speelt. Die plaat, „Bliss", dateert name lijk oorspronkelijk zelfs van mei 1967. Het tijdperk dat in Amen- ka de avant-garde in de flanken van de „Mainstream" begon te porren. Stijlen veranderden, werden aangevreten, opkomen de musici zochten naar hun vorm: Cool en Hard-bop waren begrippen waarvoor men nieu we in de plaats wilde zetten. Het super-individualisme van saxo fonist John Coltrane maakte voor een hoop musici het zoe ken naar het eigene in zich los en de Chick Corea van „Bliss" is klaarblijkelijk zo'n zoekende, waarbij het frappante dat hij in een aantal nummers sterk bein- vloed lijkt door McCoy Tyner, nu winnaar van de poll voor akoestische piano en toen pia nist van Coltrane. Corea klinkt dan weer in diens richting, dan weer lichtelijk „funky" en soms ook met aanzetten van dezelfde muzikale romantiek die hem la ter bij het grote publiek zou brengen. „Bliss" werd trouwens opgeno men als De plaat van drummer Pete LaRoca, een minder beken dere jazzmusicus die in kleine kring als een van de fijnste van de zestiger jaren heeft gegolden tot hij geen vrede meer vond met het jazz-leven en van het toneel verdween. LaRoca heeft alle nummers van deze plaat geschreven en ze zijn stuk van stuk intrigerend en persoonlijk van bouw en sfeer In „Mar- j'oun" speelt Corea een sterke solo, m „Bliss" - een simpel, maar prachtig stukje - voert bassist Walter Booker de boven toon, maar Corea verzorgt een opvallend fijne parelende bege leiding, tenorist John Gilmore krijgt ook volop de ruimte en LaRoca houdt zich merkwaar dig genoeg als autor intellectua lis volkomen op de achtergrond, al hoor je daarvandaan wel een brok fijnzinnig ruisend en rit misch drumwerk. Een hele fijne plaat (MUSE 5011, ƒ17,90) BERT JANSMA „Het Nieuwe Hollands Speel- Huys, waar in Gert Oost en Jaap Spigt op vijf historische Nederlandsche Huys orgels en Cimbalo Spelen met Dans en Speel-stukjes van Vaderland- sche Bodem". Nagebootst in taal en spelling van onze Pruikentijd is dat de titel van een leuke plaat, vers van de pers van Intersound, Haar lem. V kunt er gezellige huis muziek mee beluisteren zoals die in de tweede helft van de 18e eeuw in de herenhuizen van gegoede burgers moet hebben geklonken. Helemaal precies zo als op de plaat, zal het wel niet geweest zijn want al is de combinatie van huisorgel en klavecimbel heel aantrekkelijk, weinigen wa ren zo rijk als stadhouder Wil lem V die zich van elk type best een goed instrument kon veroorloven. Als de combina tie in die tijd erg verbreid zou zijn geweest, zou er wel oor spronkelijke muziek voor zijn gecomponeerd maar die is er niet of nauwelijks. De werken die op de plaat zo levèndig en zelfs prikkelend klinken, zijn doorgaans ge maakt voor één van de ge bruikte instrumenten, desge wenst in combinatie met een of meer strijk- of blaasinstru menten, al naar gelang die toe vallig beschikbaar waren. Helemaal overeenkomstig de 18e-eeuwse muziekpraktijk passen de uitvoerenden de composities al spelend en im proviserend bij hun instru menten aan. Nu eens spelen ze afwisselend solo. dan weer neemt de een de solo-, de an der de continuo-partij: m meerstemmige stukken houdt de een zich met sopraan en tenor, de ander met alt en bas bezig en als het om vierhandi ge stukken voor één toetsemn- strument gaat, verdelen ze de partijen eenvoudig over de beide instrumenten. Dat kan en dat mag allemaal, in de eerste plaats omdat de compo sities het verdragen en in de tweede plaats omdat het goed gebeurt. De titel van de plaat zegt dat het gaat om stukken „van va- derlandsche bodem". Dat mag dan waar zijn omdat alle mu ziek inderdaad in ons land werd gecomponeerd maar het is toch maar een betrekkelijke waarheid want van de zes stukken is er niet één van een in ons land geboren musicus, alle zijn gemaakt door vreem delingen die zich hier voor goed vestigden of hier tijdelijk verbleven. Merkwaardig is dat drie van die buitenlanders door de wijd en zijd vermaarde Leidse uni versiteit hierheen werden ge lokt. De uit Bo hemen afkom stige Johannes Colizzi was in de sleutelstad taal- en kruid kundige en óók muziekmees ter. Later kwam hij naar Den Haag als lid van de stadhou derlijke hofkapel Van hem wordt op een relatief rijk ge disponeerd kabinetorgel van Vool, een vrolijk duet op volk sliedachtige thema's gespeeld, dat soms wel even aan Haydrr doet denken. Van de uit het Duitse Thüringen afkomstige Christian Ruppe, die in Leiden lector universiteitskapelmees ter en organist was, horen we ook een duet, bezonkener en wat poëtischer dat nu en dan Mozartiaanse trekken ver toont. Hierin wordt een Zeeuws bureau-orgel gebruikt. Het 10-jarige wonderkind Mo zart dat met vader en zuster naar ons land kwam om wat aan de inhuldigingsfeesten van stadhouder Willem V te verdienen, is de beroemdste naam op de plaat. In Amster dam werd toen alom het des tijds nieuwe lied Willem van Nassau" (niet ons „Wilhelmus" maar de zogenaamde Prinsjes- mars) gezongen. Op dit thema maakte de jonge Mozart zeven variaties voor klavecimbel, en hij gebruikte het ook voor de slotfuga van „Galimathias mu- sicum" (K- 32, niet K. 27 zoals verkeerd wordt vermeld). Deze curieuze jeugdwerkjes worden sprankelend vertolkt, net als alle andere stukken op een Rubio-kopie van een Taskin- klavecimbel. en in dit geval verder op een aan de grote Muller (Grote Kerk, Haarlem) toegeschreven kabinetorgel. De titel van de plaat is ont leend aan een verzameling van negen suites voor klavecimbel. waarin de in Amsterdams ge vestigde dansmeester Domin go S del Croebelis allerlei be kende melodieën verwerkte De vijfde suite uit zijn „Nieu we Hollands Speel-Huys" draagt de naam „Folies van Holland." Het langste stuk is een onder houdende sonate van Henricus Radeker, die uit een Duits or gelbouwersgeslacht stamde maar zich m Haarlem vestigde en daar organist werd van de Grote Kerk. Een bijzonder se cretaire-orgel van de in Am sterdam werkende bouwer Strumphler doet de muziek al le recht Ten slotte een beknopte sonate van Albertus Groneman, die als vioolvirtuoos uit Keulen naar Leiden kwam en vandaar naar Den Haag verhuisde om er organist en stadsbeiaardier te worden en „directeur van 't muziek" wat betekende dat hij de binnen- en de tuinconcerten leidde in de Nieuwe Vaux Hall, een openbare muziekher berg op de plaats van het te genwoordige Postmuseum. Zijn probleemloos maar opge wekte stuk. klinkt op het al genoemde Goudse orgel Alles bij elkaar is deze plaat een aanrader voor de liefheb bers van oude. in zijn tijd zeker verkwikkende speelmu ziek. De documentatie bij de plaat is wat betreft de instru menten en de uitvoeringsprak tijk uitstekend; wat de compo nisten en hun werken aangaat, had die voor een historische plaat wel wat uitvoeriger kun nen zijn. J. KASANDER «.J'i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 19