:l -jhjiy Muiterij in 1917 een Zwarte Bladzij in de Britse geschiedenis n fttim W* Jr de' ONTHULLING NA 60 JAAR 'ïtifejÉè&i M T 'i schoot de korporaal dood. Het ver haal van deze moord deed snel de ronde in het Schotse regiment dat prompt aan het muiten sloeg. De opstand duurde zes vreselijke dagen. Er vielen honderden doden. De Schotten kregen hulp van Engelsen, Australiërs, Nieuwzeelanders en des erteurs (deze laatsten keerden terug naar het kamp om mee te vechten) in een bloedige strijd tegen hun be-' wakers, instructeurs en officieren. In het begin wilde geen van beiden zijden een duimbreed wijken. Soldaat Percy Toplis, de man met de monocle, voerde een bepaald deel van de muiters aan en stond op een gegeven moment van aangericht tot aangericht met de kampcomman dant, generaal Andrew Graham Thomson. Toplis stelde hoge eisen. Aan de muiterij zou pas een einde komen als het aan de troepen niet langer verboden werd het stadje Eta- ples te bezoeken. Het militaire kamp moest gesloten worden en de militai re politie weggestuurd. De soldaten moesten meer te eten en een betere soldij krijgen. Toplis ging in Etaples alles vertellen aan een journalist, Horatio Bottom- ley, die daar verbleef als oorlogscor respondent voor het toonaangevende Engelse Weekblad .John Bull". Ge neral Thomson en rijn officieren ga ven echter pas toe, nadat de muiters hem in een houten wachthuisje ge stopt hadden dat ze vervolgens om ringden met licht brandbaar mate riaal. Daarna gaven de muiters hun gevangenen een half uur om plechtig te beloven dat ze het lot van de soldaten aanzienlijk zouden verbete ren. Het alternatief was levend ver brand worden. De officieren aanvaardden dit ulti matum in tien minuten. Zij werden vervolgens in twee vrachtwagens ge stopt en over een brug van de Can- che gereden, waar de muiters hen in het koude water wierpen. Hierna was de muiterij afgelopen. Later werd Toplis gevangen geno men door agenten van de Britse Geheime Dienst Voor ze-hem kon den fusilleren, wist hij te ontsnappen en ongezien terug te keren naar En geland. Pas twee jaar nadien, in juni 1920, dook Toplis in Noord-Engeland op als autodief en moordenaar. Nabij Carlisle liep hij in een hinderlaag van de politie. Toplis begon te schie ten, maar werd zelf gedood en naam loos begraven te Ulüswater, waar de auteurs van het geruchtmakende boek rijn laatste rustplaats nu pas ontdekt hebben. ROGER SIMONS Met de invoering van geld als betaal middel dateren ook de eerste pogin gen tot vervalsing. De oude Romei nen waren, indien zij een valsemun ter betrapten, uitermate radicaal in hun oplossing. De man of vrouw die zich op deze manier tevergeefs trachtte te verrijken, kon rekenen op de doodstraf. In de Middeleeuwen was de straf op valsemunterij al iets „clementer". Maakte iemand zich schuldig aan het maken van bijvoor beeld valse zilverstukken (wie herin nert zich niet uit de geschiedenis boekjes zinnen als „hij zette zijn tanden in het zilver om te kijken of dit een echt muntstuk was") dan kon hij erop rekenen in een pot met kokend olie te worden gegooid. Naast de „eenvoudige man" ontdek ten ook politici reeds lang geleden de grote mogelijkheden van valse munterij: bijvoorbeeld in hun stre ven de economie van de tegenstan der te ontwrichten. Bekende histori sche voorbeelden rijn hoe Engeland aan het eind van de achttiende eeuw de Franse vijand overspoelde met duizenden valse papieren. Ook Na poleon schijnt zich op het terrein van de valsemunterij te hebben ge waagd. Daarvan getuigt onder meer een brief die hij schreef aan de toenmalige minister van politie, Eou- ché, waarvan de laatste zin luidt: „het doel van deze operatie is veeleer politiek dan winst". Ook Lale, die zijn dagelijks brood verdiende als kei zerlijk graveerder, heeft in zijn me moires verschillende keren gezin speeld op het maken van valse munt speciën. Algemeen bekend is ook hoe Heydrich in 1939 Hitier een uit gebreid plan voorlegde om Engeland te overspoelen met vals geld te neinde op die wijze de status van de Bank van Engeland aan te tasten. De Duitsers slaagden zo goed in hun valsificaties, het geheel kreeg de codenaam Andreas mee dat de dezwarte Zmarkt vete°valsenietvan 130 Amer'kaanse dollar. Een muntbiljet dat volgens kenners niet zo verschrikkelijk moeilijk te vervalsen is en dat daarom erg geliefd is. echt te onderscheiden, biljetten op doken, genoodzaakt zagen een ge heel nieuw bankbiljet te maken. Bij' dit alles is het natuurlijk van groot belang een onderscheid te ma ken tussen de „meesters in de valse munterij": de vaklui en rij die nog eerder in de gevangenis belanden. Heeft men immers ongelimiteerd de beschikking over (echte) financiële middelen en met een grote vakbe kwaamheid begiftigde technici, dan is de kans op het maken van een zeer goede vervalsing groot. Ande ren, met minder mogelijkheden tot hun beschikking, zullen vroeger of later altijd tegen de lamp lopen. Een van de grootste wapens van de valsemunter is de argeloosheid waarmee het publiek met geld om gaat. Afgezien van tijden zoals nu waarin bekend is dat er veel vals geld in omloop is en de gemiddelde middenstander nog slechts als uiter ste noodzaak een bankje van hon derd accepteert, is normaal gespro ken slechts de kleur een indicatie voor de waarde van het biljet. Popu lair gezegd: „iets bruins" is honderd gulden waard en daar krijg je vier van die roodgekleurde briefjes voor. Kleine oplichters hebben altijd al dankbaar gebruik gemaakt van deze ingeboren nonchalance en argeloos heid van hun medemensen. Een van de meest gebruikte trucs is de grap om van tien elf biljetten te maken. Men neme een schaar en knipt uit elk der tien biljetten een smalle strook. Daarna worden de twintig helften en elf stroken weer netjes aan elkaar geplakt en kan men op pad om de briefjes aan de nietsver moedende burger te brengen. Ande re bekende trucs: een biljet doormid den scheuren en het opgevouwen overhandigen op donkere plaatsen met iets „betalen" dat op geld lijkt. Het klinkt onwaarschijnlijk, maar in het verleden zijn doodgewone kopiën van bankbiljetten wel eens normaal geaccepteerd. Van een heel ander kaliber was enkele jaren geleden de grap van een studentenvereniging die er toe overging om bankbiljetten van tweeduizend gulden uit te geven. Menige Nederlander zal toen met gezwinde spoed naar het buitenland zijn gesneld om te trachten in een kleine bank in een nog kleinere plaats een dergelijk fopbiljet als echt en onvervalst in te wisselen. Het sterkste wapen in hun strijd tegen valsemunters, is het eigen bankbiljet. Dit kan zo ingewikkeld gemaakt worden dat het voor een buitenstaander vrijwel onmogelijk wordt het doeltreffend na te maken. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Amerikaanse dollar, die vrij gemak kelijk na te bootsen schijnt te zijn, zijn alle deskundigen unaniem in hun lof voor het Nederlandse bank biljet. De vervalser die daar deson danks aan begint heeft talloze pro blemen te overwinnen. In de aller eerste plaats is er het papier. De soort die voor het Nederlandse biljet, „een van de beste in de wereld" zeggen kenners, wordt gebruikt, wordt slechts op één plaats gefabri ceerd. Voorzien van het watermerk wordt het papier getransporteerd naar de drukker, de firma Jphn. Enschede en Zonen te Haarlem. Mocht een vervalser al aan papier zijn gekomen, bij het snel glad trekken van een biljet zal dan overi gens nooit dat prettig knappende geluid worden gehoord als het drukken begint komt hij toch voor onoverkomelijke problemen te staan. Het bankbiljet komt namelijk tot stand via een combinatie van boek-, offset- en plaatdruk. De kopieerder zal zijn heil voorna melijk moeten zoeken in de offset druk, waardoor onder meer bij- „Wetboek van strafrecht artikel 208: hij die muntspeciën of munt- of bankbiljetten namaakt of vervalscht met het oogmerk om die muntspe ciën of munt- of bankbiljetten als echt en onvervalscht uit ie geven, wordt gestraft met een gevangenis straf van ten hoogste negen jaren". Deze tekst, te lezen op elk Neder lands bankbiljet, heeft nog nooit een valsemunter van zijn plannen afge bracht en zal dat waarschijnlijk ook nooit doen. Want al wordt Nederland momenteel weer opgeschrikt door wat genoemd wordt „een golf van valse honderdjes" en hoe vervelend dat ook is voor de gedupeerden, eigenlijk is er helemaal niets nieuws onder de zon. Indachtig het oude, wijze Latijnse spreekwoord „mun- dus vult decipi, ergo decipiatur"(de wereld wil bedrogen worden: dus zij wordt bedrogen) zal er ook wel valsemunterij blijven bestaan, zo lang er mensen op deze aardbol rondlopen. Generaal Haig, de Britse bevelhebber (I.). hier in 1916 in gesprek met de Franse opperbevelhebber Joffre (m) en de Britse premier Lloyd George (r). LONDEN Het schandelijk- rit i ste geheim van het Britse leger, een bloedige muiterij die zich in 1917 voorgedaan heeft in het militaire kamp van Etaples bij Boulogne op de Franse Kanaalkust, is de zer dagen zonder officiële vergunning openbaar ge maakt. Over die militaire opstand bestaan praktisch geen officiële rapporten. De di strenge Britse staatscensuur heeft ervoor gezorgd, dat het precieze aantal doden dat ;end r elfde '!v toen gevallen is pas wereld- ru kundig gemaakt wordt in het jaar 2.017. ;heid ir jet lf in Door de muiterij van Etaples werden vlak vóór het historische offensief van Passendale in West-Vlaanderen ruim 100.000 Britse militairen volko- men bewegingsloos. Infanterie en ca- ifln va^erde moesten teruggeroepen wor den van het front om de opstand te komen onderdrukken. Met Etaples rit het roemrijke Britse leger zo in de maag, dat de regerin gen van Groot-Brittannië er altijd voor gezorgd hebben die zaak zo i^g mogelijk jn de doofpot te hou den. Tussen de Geheime Dienst en hoge militairen kwam het tot een „samenzwering" om de waarheid over de toestand in het kamp van Etaples, waar jonge rekruten zo bruut behandeld werden dat ze ui teindelijk in opstand kwamen, volle dig te onderdrukken. William Alison en John Fairley hetw ben nu een boek gepubliceerd „The Monocled Mutineer" (De muiter die een monocle droeg), waarin ze het veru hele verhaal van de opstand in Eta ples vertellen. Beide auteurs zijn er namelijk achter gekomen waar de hoofdfiguur van die muiterij, soldaat Percy Toplis, die zich placht te ver mommen als officier met een mono cle, naamloos begraven ligt Alles wat door het Britse establishment angstvallig verborgen werd gehou den, staat in hun boek. Het Britse militaire kamp van Eta ples droeg de bijnaam „The Bull ring" (arena voor stierengevechten). Daar werd het verse kanonnenvlees uit Engeland op onmenselijk harde wijze getraind voor het naderend offensief onder leiding van generaal Haig tegen het Duitse front bij Pas sendale. De nieuwe rekruten bereik ten het kamp via Folkestone en Bou logne en beseften al gauw, dat zij gekozen waren om afgeslacht te wor den. Hun harteloze instructeurs wer den door geen enkele hoge officier op de vingers getikt. Deze instruc teurs waren permanent verbonden aan het kamp. Zij droegen gele arm banden en waren om die reden alge meen bekend als „de kanaries". Zij mochten met de rekruten doen wat ze wilden. De lont werd in het kruit geworpen door een ontmoeting tussen de Schotse korporaal Wood, van de Gordon Highlanders, en een meisje dat hij kende uit Aberdeen. Zij was in Frankrijk ingelijfd bij het Britse vrouwelijke hulpkorps. Praten met vrouwen van het leger was echter ten strengste verboden. Hun conversatie werd onderbroken door militaire politieman, soldaat Harry Reeve, die korporaal Wood herinnerde aan het verbod. De MP stelde bovendien vast, dat Woods uniformjas niet dichtgeknoopt was zoals voorgeschreven. Korporaal Wood reageerde met „Loop naar de bliksem". Daarop trok MP Reeve rijn revolver en voorbeeld de „blindenstip" (drie op de biljetten van tien, twee bij vijfen twintig, één bij honderd en geen op een briefje van duizend) niet voel baar is. Hij kan in het beste geval tot een redelijke kopie komen. Niet meer. Ook de huidige vervalsingen, waarvan er tot nu toe enkele duizen den zijn opgedoken, zijn dan vrij simpel te herkennen. Zo zijn er af wijkingen in papiersoort en kleur, het watermerk zit niet in het papier maar is er bovenop gdrukt en het beeldmerkje van de „televisie" is niet opgebouwd uit lijnen maar ver vormd tot een grote vlek. Een eenvoudige offsetpers. De rechter hand van elke vervaser Tot op heden zegt dé politie nog geen idee te hebben waar de jongste drukkerij staat. Wijst men op de moeilijkheden waar men mee te ma ken heeft en leeft iedereen in de wetenschap dat, zoals in dit soort gevallen gebruikelijk, wel het eerst de verspreiders in de val zullen lo pen. Het zal niet de eerste keer zijn dat de echt grote heren buiten schot blijven. Maar wee de arme burger die zich een vals biljet in handen heeft laten stoppen, dit te laat ont dekt en besluit de strop niet te ne men en er iemand anders mee op te schepen. Het kan hem drie maan den cel opleveren. Paul Hovius Oplichter loopt vroeg of laat altijd tegen de lamp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 17