snel groeiend Avoriaz Versneden verleden HA Utrecht Hoe sneller we leven hoe meer er voor bet nageslacht misschien kostbare zaken achteloos worden weggeworpen. De wegwerpmaatschappij, daar is onze economie op gebaseerd. Hoe anders bet vroeger was, wel moest zijn omdat de welvaart er nog maar was voor de happy few is op een prachtige manier uitgebeeld op de tentoonstelling Versneden Verleden in bet Historisch Kostuum Centrum aan de Loeft Berchmakerstraat in Utrecht Versneden Verleden toont hoe men kledingstukken soms met grote deskundigheid, soms inventief, soms ruwweg voor. een nieuw doel geschikt maakte. Versneden werd er soms met alle gevoelens van piëteit, die men maar denken kan. De bruidsjapon, die van grootmoeder op moeder en op dochter ging, maar..wel gemoderniseerd moest worden; de doopjurk, zorgvuldig bewaard, die aangepast werd aan de wisselende mode. Men wilde het oude stuk handhaven en toch met de tijd meegaan. Versneden werd er uit bittere noodzaak. Omdat het geld voor nieuw materiaal ontbrak of in tijden van textielschaarste, zoals we die ondervonden in de laatste wereldoorlog. Niet voor qiets ontstond in de jaren dertig de „mode" om twee materialen in een japon te verwerken. Van twee één maken was in die crisistijd een deugd. Men kan zich afvragen of de overgooier niet is ontstaan uit nood. Mouwen slijten op de ellebogen en onder de oksels. Wat was een betere oplossing dan de mouwen eruit te halen en de uitsnijding opzij te verdiepen; de halslijn werd aangepast en de overgooier was er. In tijden van schaarste zoals de oorlogsjaren begon ook het oneigenlijk gebruik van textiel voor kledingstukken. De bonte boerenzakdoeken leverden materiaal voor kinderpakjes en blouses; de theedoeken vonden een bestemming voor rokjes. Dekens werden mantels en fraaie gordijnstoffen leverden mooie japonnen. De jaren zeventig geven een herhaling van dit beeld te zien, maar nu vanuit heel andere motieven. Protest tegen de overvloed en nostalgie naar tijden, die slechts uit de verhalen bekend zijn. Dit verschijnsel, dat een mode teruggrijpt op historische gegevens zien we ook in het patchwork. Eens de manier om van kleine, soms op zichzelf waardeloze resten, waardevolle objecten te maken. Nog zijn „lappendekens" in vele landen de manier om aan warm dek te komen zonder er veel meer in te investeren dan vlijt Maar in onze moderne samenleving kregen we „patchwork", bedrukte textiel. Het effect werd nagebootst. Ook na deze tentoonstelling blijft het museum interessant. Er blijft bijvoorbeeld te zien hoe een kledingstuk, in dit geval een kaproen, in de loop der tijden verandert van een hoofddeksel voor iedereen tot in de laat-Bourgondische tijd de muts van de hertog zelf. Er is een kamer ingericht tot kleermakerswerkplaats. Hier „zat" de snijder op zijn tafel omringd door vele scharen en strijkbouten. Op zaterdagavond met het hele dorp om zich heen om te worden geschoren. In die werkplaats staan verschillende typen naaimachines. De jeugd van nu kent alleen de elektrische, maar mag hier experimenteren op een handnaaimachine en een trapmachine. De kleermakerswerkplaats gaat over in een winkel met een echte ouderwetse toonbank. Hier wil men te zijner tijd boekjes en kaarten gaan verkopen. In een apart vertrekje wordt getoond hoe men kostbaar textiel het best kan bewaren niet op kleerhangers en niet in het licht cn hoe men het kan verstellen. Men kan natuurlijk de gaten heel eenvoudig met een „ikeneenjijtje" bij elkaar trekken, maar men hoort ze op stof te leggen en zo> te vernieuwen. De vaste tentoonstelling heeft ook een plaatsje ingeruimd voor Oosterse kleding en er is een linnenkast van omstreeks 1900. Hier kan men zien dat toen een linnenkast voor een heel verder leven werd gevuld. De activiteiten van liet museum strekken zich ook naar buiten uit Er wordt advies gegeven bij kostuumfeesten, studiepakketten worden samengesteld, men kan historische kostuumpatronen krijgen. Bovendien kan men er stage lopen en de bibliotheek raadplegen. De tentoonstelling Versneden Verleden is tot en met 1 april te bezichtigen in het Historisch Kostuum Centrum, Loeff Berchmakerstraat 50, Utrecht Open donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag van 13—17 uur. Voor groepen rondleidingen op afspraak tel. 030 - 315397. Gerard Croaé e arrestee vervangt de auto in het straatbeeld van het vriendelijke wintersportplaatsje Avoriaz. g fcvoriaz Zeventien jaren geleden stonden jr alleen nog maar een paar schaapskooien, leven jaar later kon men er de eerste wintersporters ontvangen in een van alle lomfort voorzien hotel en nu staat Avoriaz loog in de Franse Alpen op de kaart als, n len snel in populariteit groeiend vakantie- lord. Het begon allemaal na de Olympische ipelen in 1960 toen de Franse ski-kampioen lean Vuarnet met lauweren beladen als een leid in zijn woonplaats Morzine werd bin nengehaald. Als dank voor de onvergetelij- |e glorie die hij de Franse natie had be- jorgd kreeg hij de concessie om op een 1800 jonderd meter hoger gelegen plateau een Iki-centrum te stichten. Samen met een Iven beroemde Franse sportman, de wiel- fcnner Louison Bobet toog Vuarnet opge wekt aan het werk, maar de heren hadden neer verstand van hun sport dan van orga- lisatie en de fraaie droom van een ski-cen- rum verdween al spoedig in de ijskast fotdat een geroutineerd zakenman zich met iet project ging bemoeien, die bereid was Ie hele opzet te financieren en meteen flink litpakte door drie jonge architecten de op- pacht te geven de bouwsels harmoniërend net de omgeving te ontwerpen. J; resultaat is, dat als men vanuit Morzine kronkelige weg omhoog inslaat, men pas 1 laat Avoriaz in de gaten krijgt. Wat een irig tegen de bergwand gegroepeerd pluk- naaldbomen lijkt, blijkt achttien haar- ldbochten verder een groep torenhoge "ipartements-gebouwen te zijn met uit hout •getrokken voorgevels, die het betonnen :elet moeten camoufleren. Maar niet alleen exclusieve architectuur, waarvoor de ont- rpers met de Equerre d' Argent werden iderscheiden, maakt Avoriaz tot een uniek ikantieoord, men heeft in zijn uitbreidings- lannen letterlijk met alles rekening gehou- in en veel ervan al kunnen verwezenlijken, in langlaufparcours van 30 kilometer, 150 iometer onderhouden ski-piste, waar zowel beginnende kreukelaar als de veeleisende 'aaghals terecht kan, en 45 skiliften, die 'n 1800 personen per uur in alle windrich- igen weten te vervoeren. Belangrijk ook or gezinnen met kleine kinderen is wel dat 1 voriaz een twee hectare groot kinderdorp ezit, waar de peuters onder leiding van vee oud-skikampioenes de eerste beginse- in van het zich voortbewegen op de lange 2 ij itten wordt bijgebracht en dat tevens een rèche rijk is, waar men bij slecht weer het :i leine grut kan bezighouden. ij aar Avoriaz is nog niet tevreden met zijn ij 500 bedden en er wordt nog steeds ge- xjiij ouwd. „De moeilijkheid is" zegt de heer ■l\v chouten van Robex B.V. die sedert kort als [ederlandse partner aan de snelle groei van it wintersportoord meewerkt „dat er alleen laar gebouwd kan worden als er geen aeeüw ligt. Tussen eind april en begin ecember als de eerste gasten komen moet r koortsachtig worden gewerkt om de nieu- 'e appartementen op tijd af te leveren. En at valt in het soms gure voor- en najaar iet mee". Festival Avoriaz bezit sedert zes jaar ook zijn eigen filmfestival gespecialiseerd op de „Cinema fantastique", waarbij men meer kijkt naar welke beroemdheden er voor deze gelegen heid te strikken zijn, dan naar de kwaliteit van de films. Het is dan ook moeilijk om je in die periode een juist beeld te scheppen van het dagelijks leven in Avoriaz. Verstart het wintersportbeeld, dan kun je er donder op zeggen dat Alain Delon zijn neus naar buiten heeft gestoken. Alsof het afgesproken werk is vergeet iedereen dan even de lange latten en holt een meute van wel honderd bont uitgedoste wintersporters achter hun gevierde ster aan in de hoop ook maar één woord met hem te kunnen wisselen. Delon schijnt er aan gewend te zijn, want hij kuiert onverstoorbaar verder door de sneeuw, zijn gevolg buiten adem achterlatend als hij even later weer ergens naar binnen verdwijnt Niet alle leden van de uit louter beroemdhe den op hun eigen terrein samengestelde vijftienkoppige jury worden zo nagestaard. Karei Appel bijvoorbeeld kan zich vrij onop gemerkt door het dorp bewegen. Op onze vraag waarom hij nu eigenlijk in de jury van een filmfestival zat zei hij „Ik heb in mijn leven zo'n 10.000 films gezien. Voor de oorlog herinner ik me nog de filmpjes van Mickey Mouse en bijvoorbeeld „Boys town". Ik zie nog steeds een hoop films" en dan raakt hij in discussie met mede-jury-lid Jane Birkin over „La grande bouffe" een film, die hij haat en die Jane juist geweldig vindt en die ze al vier maal gezien heeft. Jane Birkin komt zo in het gesprek heel wat reëler en aardiger over dan in haar films. Ze filmt nog maar weinig al krijgt ze een hoop scenario's aangeboden. „Ik geloof dat ik te oud word voor onbeduidende rolletjes. Als ik ja zeg en twee weken met een niemen Schilder Karei Appel in gezelschap van mede-ju rylid zangeres en actrice Jane Birkin, wel een bewijs hoe uitersten elkaar in deze festival-jury ontmoeten. Sterren stralen in de jury-voorzitter William Friedkin slaan. Friedkin kan na „The exorcist" wel als een expert worden beschouwd in het fantasti sche genre, dat als men het pakket films in Avoriaz onder de loupe neemt voorname lijk uit griezelwerk bestaat. Hij heeft een uitgesproken oordeel en neemt geen blad voor de mond. Hij vindt het een schande dat United Artists een van zijn favorieten, de Australische film „The last wave" van Peter Weir zonder enige begeleiding naar Avoriaz heeft gezonden en geeft hoog op van David Lynch's „Eraserhead", waar hij helemaal van ondersteboven is al betwijfelt hij of het publiek bereid zal zijn daar geld voor uit te geven aan de kassa. ,,Maar ja dat dachten we aanvankelijk ook van „The French connection" en hoe anders viel dat uit". Over het vervolg op „The French con nection" is hij minder te spreken. „Ik be wonder John Frankenheimer als regisseur, maar de film was overbodig, want alles was al in deel 1 gezegd". Wat betreft het vervolg op „The exorcist" is zijn oordeel nog grim miger. „Het produkt van een derderangs intellect" En daar kan regisseur John Boor man het dan voorlopig mee doen. Friedkin is na „The sorcerers", uit de roula tie genomen om nog eens nader bekeken te worden, alweer bezig met een nieuwe film „Brinks" over een bankroof in Boston in de jaren dat bankrovers nog geen schurken waren „Zij bestalen in feite alleen maar de verzekeringsmaatschappijen, die de mensen onder hoge premies gebukt lieten gaan". Friedkin is als jury-voorzitter overigens van mening dat er op een festival als dit geen prijzen moeten worden uitgereikt. „Daar voor is er te veel verschil tussen de films. Zoiets kun je alleen maar doen als het bijvoorbeeld om vijf „Hamlet"-verfilmingen gaat". Prijzen of geen prijzen, niemand zal zich er in Avoriaz erg druk over maken. Het hele festival is opgezet als toeristische attractie, om veel sterren naar dat adelaarsnest boven in de Franse Alpen te lokken, want voor het publiek is er nauwelijks ruimte in de twee kleine bioscoopjes waar de vertoningen plaats vinden en men zal als niet-genodigde meestal moeten volstaan met een gilmp van Delon, een confrontatie met sterren als Jeanne Moreau, Irene Papas of de haast vergeten Myléne Demongeot in de be sneeuwde straten van Avoriaz, waar arre- sleeën het enige vervoermiddel vormen en niet op dit klimaat berekende filmjournalis ten als beginnende schaatsenrijders voort- krabbelend hun weg zoeken van de ene bioscoop naar de andere, van de ene rijk voorziene maaltijd naar de volgende cock tail-partij. Want niemand kan ons wijsma ken, dat buiten het festival zo kwistig met gratis lunches, diners en nachtelijke feesten wordt gestrooid. Vandaar dat je tijdens dit evenement nooit een zuiver beeld kunt krij gen van het werkelijke wintersportgebeuren in Avoriaz. OTTO MILO - dalletje bezig ben, heb ik er genoeg van. Maar weglopen kan ik nief vanwege mijn contract. Vandaar dat ik wel eerst goed uitkijk waar ik aan begin". Over haar film „Je t'aime moi non plus" zegt ze „Het was Serge Gainsbourgh's eerste kans als regisseur. De producer had alleen als voorwaarde gesteld, dat de titel gehand haafd bleef. De film was maar 'n matig succes. Men vond 'm mooi of verfoeide hem (Ik behoorde tot de laatsten -M). maar ik ben er van overtuigd dat hij van blijvende waarde zal zijn. De Cinemathèque heeft hem nu en de tijd zal leren of ik gelijk heb. „Over haar tegenspeler Andy Warhol's Joe Dalles- sandro zegt ze „Een heel vreemde jongen. Je zou een keiharde professional verwach ten, maar hij maakt eerder een wat hulpelo ze indruk". Het laatst heeft zij nog gespeeld in Agatha Christie's „Death on the Nile" met een volle dige sterrenbezetting. „Het was niet zozeer wat je deed, dan wel dat je in de film zat Ik speelde Bette Davis' kamermeisje en sjouw de hele film door haar koffers. Het meest onder de indruk was ik echter van Maggie Smith, wat een geweldige collega!". Terug naar Karei Appel, die inmiddels van het onderwerp film is afgestapt en het óver zijn eigen werk heeft. Hij komt juist uit Canada waar hij in Hamilton, waar ze een prachtig museum hebben, juist 300 Appels, grafisch werk, heeft weggeschonken. „Ik heb nog zo'n vierhonderd doeken voor mezelf gehouden, waarmee ik nu eerst een deel van de Verenigde Staten ga afreizen om later ook nog tentoonstellingen in België en Skandinavië te houden. Duitsland? Daar heb ik geen contacten. Ik ben vroeger wel eens in Keulen geweest, maar verder ken ik het land niet. Ik woon nu al 30 jaar in Parijs en 20 jaar ook in New York." Wat hem het meest verdriet is wel, dat men in Nederland zo moeilijk doet „Ik had ze 100 van die 400 doeken willen schenken, maar de zaak is nog steeds niet rond. Ik geloof dat ze in Nederland bang voor persoonsver heerlijking zijn en liever de boot afhouden. In Frankrijk doet men aan heldenverering, ook voor de grote verliezers, maar de littera tuur is voor hen toch nummer één. In Amerika is men meer in schilders geïnterès- seerd. Je wordt uitgenodigd om lezingen te houden en dan zie je ze zich afvragen „Wat zit er in die goser?". In Europa is me dat nog nooit overkomen". Ook al zit ze niet in de jury, de 15-jarige Jody Foster is wel elke voorstelling op een van de voor de jury gereserveerde plaatsen te vinden. Jody, in Nederland het best be kend door een klein rolletje in Martin Scor sese's .Alice doesn't live here anymore", „Bugsy Malone" en als het vreemde meisje in „The little girl who lived down the lane" heeft zojuist in Parijs een singeltje van haar onder de aandacht trachten te brengen. In Avoriaz brengt ze, als ze geen films kijkt, haar tijd door op de ski's en daar is ze zo te zien hard ^an toe. Jody zou je het best kunnen omschrijven als een oud kind. Ze praat met kennis van zaken over het film vak, is in staat om, als haar moeder een keer toestemming heeft verleend, alleen de pers te woord te staan maar je krijgt de indruk met een oude al wat vermoeide professional te maken te hebben inplaats van een tiener. Geen wonder, want Jody heeft van haar derde jaar af in commercials opgetreden en staat sedert haar zevende al bijna onophoudelijk voor de filmcamera. Op de vraag wat ze over tien jaar denkt te doen zegt ze dan ook „Dan ben ik waarschijnlijk grootmoeder of ik heb me om een andere reden uit het vak teruggetrokken". Het klinkt allemaal niet vrolijk, maar ze leeft helemaal op als ze over Alain Delon begint. „Ik heb hem nu twee keer ontmoet en ben helemaal weg van hem. Maar toen ik hem vertelde dat ik best een film met hem zou willen maken, reageerde hij daar niet op." Over politiek wil ze niet praten al zegt ze dat ze Jimmy Carter „een aardige man" vindt en als het gesprek op regisseurs komt, noemt ze Martin Scorsese „The grea test" al is hij zo zenuwachtig, dat hij na elke film in het ziekenhuis moet worden opgeno- Jody ontvangt ook veel „fan-mail" maar ze wordt er gek van als ze na een promotie-toer door Japan plotseling 2000 brieven ont vangt". Amerikanen zijn heel anders. Die schrijven gewoon „Ik mag je niet. Kun je een foto sturen". Fransen zijn wéér anders, die sturen je hun levensgeschiedenis op zes velletjes". Het is duidelijk dat Jody het allemaal wel gezien heeft en ook wel eens net als andere meisjes van haar leeftijd „een gewoon leven" wil leiden. Maar of ze daar met alle aanbiedingen die ze krijgt wel ooit in zal slagen? Mocht men enige twijfels hebben over de deskundigheid van de jury, dit kan nooit op Jody Foster geniet op de lange latten van een ontspannen moment in haar jonge maar steeds druk bezette leven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 17