schuift
door
de
nacht
GELO Zes of zeven keer per week
t van een eenzaam goederenero-
t een spooktrein. Met een snel-
van ten bootste 65 km. per nur
ilt een locomotief met daarachter zes
zeven wagons in de richting van het
itlek-gebied bij Rotterdam. Daar wordt
il even omzichtig met de ketelwagens
omgesprongen als op de vertrekstations
(Hengelo, Delfzijl en Roermond) bet geval
trein, waarvan hier sprake is, is de
chloortrein van Akzo Zout Chemie en
Natronchemie. Het is bet meest gevaarlij
ke transport dat de Nederlandse Spoorwe
gen kennen. Daarom bevinden zich ook
geen wagons met andere lading tossen de
ketelwagens. En met het oog op bet ge-
raar chloor werd in de Eerste Werel
doorlog als gifgas gebruikt! oa. bij
Ieperen wordt er ook alleen 's nachts
góeden en dan alleen nog over baanvak
ken waarbij niet gerangeerd behoeft te
worden.
Zowel de producenten als vervoerders we
ten dat chloor een uiterst giftige stof is;
een dosis van 0,25 mg. per liter lucht is
direct dodelijk. Desondanks komt de
chloortrein door dicht bewoonde gebieden,
waaronder grote steden als Groningen, As
sen, Zwolle, Almelo, Amersfoort, Utrecht, l
Gouda en Rotterdam. (In Utrecht rijdt de
chloortrein zelfs op slechts enkele tiental
len meters afstand van de huizen).
Maar de mensen weten betrekkelijk weinig
of niets af van chloor, terwijl aan de
andere kant gemeentebesturen het gevaar
lijke trein transport afdoen met de woor
den: „Ach, die chloortrein is met zoveel
veiligheidsmaatregelen omgeven, daar kan
niets mee gebeuren. We hebben wel andere
urgentere zaken aan ons hoofd". (Ervaring
van radio-verslaggever Peter de Bie in een
Echo-uitzending van 2—10—1977).
En als een betrokken gemeentebestuur al
eens informeert bij de NS in Utrecht naar
de aard van gevaarlijke transporten door
zijn territoir, dan wordt men in negen van
de tien gevallen afgeschrikt door de mede
deling dat aan het afdraaien van een der-'
gelijk computer-programma kosten zijn
verbonden. (Ervaringsfeit van mr. H. J.
Kruyt, stafmedewerker bij NS speciaal
belast met de coördinatie van het vervoer
van gevaarlijke stoffen en internationaal
overleg daarover.
Ongevallen
Ondanks het uitgebreide net veiligheids
maatregelen dat rond de chloortrein is
geweven, zijn er zowel met het transport
als bij de produktie van chloor ongevallen
tenminste vier gebeurd. Afgezien van
lekkende ketelwagens zijn dat in chronolo
gische volgorde:
in april 1972 kantelden op het goedere
nemplacement te Utrecht een aantal (lege)
chloorketelwagens.
O op 8 juni 1972 reed een trein op het
baanvak Hengelo-Almelo ter hoogte van
Zenderen (gemeente Borne) tegen een
chloortrein op. De ketelwagons werden
zwaar gebutst, er ontsnapte evenwel geen
chloor.
op 1 juni 1976 bezweek bij Akzo Zout
Chemie op de produktielocatie Hengelo
een afsluiter op een chloorleiding, waar
door in 10 minuten 5 ton chloor ontsnapte,
dat zich als een witte wolk over een deel
van de stad verspreidde. Bomen en strui
ken gingen dood en een aantal mensen had
last van geïrriteerde slijmvliezen. Twee
mensen moesten gedurende korte tijd in
een ziekenhuis worden behandeld. Akzo
betaalde 150.000 gulden aan schadevergoe
dingen uit;
in februari 1977 botste de (nachtelijke)
chloortrein die drie keer per week uit
Delfzijl naar het Botlek-gebied vertrekt in
de provincie Groningen op een aantal los
lopende koeien, waarvan enkele gedood
werden. Ondanks de permanente beveili
ging bleef de chloortrein als gevolg van de
botsing een uur lang „onder water".
Jaarlijks wordt in Nederland een dikke
200.000 ton chloor vervoerd van producent
naar afnemer, waarvan de grootste zit in
het Botlek-gebied, nJ. Shell Rotterdam. (In
Rotterdam wordt trouwens ook chloor ge
produceerd, maar dit wordt via een 8 fan.
lange pijpleiding naar Shell gepompt).
De produktielocaties van Akzo Zout Che
mie en Natronchemie (Solvé) zijn Hengelo,
Delfzijl en Roermond, hetgeen betekent
dat er enkele honderden kilometers moe
ten worden overbrugd alvorens het chloor
te bestemder plaatse is. Naar de mening
van de heer J. B. van Leeuwen (stafmede
werker van Akzo Zout Chemie in Hengelo
en belast met veiligheidsvraagstukken) is
het absoluut onmogelijk te denken aan een
mogelijkheid waarbij het chloor via pijplei
dingen van Hengelo en Delfzijl naar Rot
terdam zou worden vervoerd.
En gezien het feit dat de Nederlandse
regering opteert voor transport-per-trein
van chloor heeft men ook daar alle veilig
heidsmaatregelen geconcentreerd. (Welis
waar rijdt er nog één zogenaamde
,,chloorauto" van Akzo over de weg, maar
de bulk van het transport gaat toch per
rail). Van Leeuwen zegt er bij dat in
Nederland zich nog nooit een groot onge
Op 8 juni 1972 botste een personentrein op een chloortrein. Gelukkig ontsnapte er geen gas en liep de ketelwagon
alleen wat deuken op.
val met chloor heeft voorgedaan, in tegen
stelling tot bijvoorbeeld in Amerika waar'
diverse calamiteiten met kapotte leidingen
staan geregistreerd.
„Er wordt al 20 jaar internationaal over
het transport van chloor gediscussieerd",
zegt Van Leeuwen, waarmee hij wil zeggen
dat ook de producenten in dit verband
terdege hun verantwoordelijkheid kennen.
Dat ondanks alle genomen voorzorgs- en
veiligheidsmaatregelen er ongelukken kun
nen gebeuren, bewëes o.a. de bewuste ch-
loorontsnapping op 1 juni in Hengelo toen
in alle vroegte in een tijd van 10 minuten
circa 5 ton chloor ontsnapte. De uitgebrei
de rapportage, die op dit ongeval gevolgd
is, bewijst dat er met betrekking tot de
bestrijding van een eventuele chloorramp
nog wel een en ander te regelen valt
Saillante punten uit dit rapport leren dat:
a.) de Hengelose politie tot dusver geen
richtlijnen had hoe te moeten optreden bij
een chloorontsnapping;
b.; de politie is afgegaan op mededelingen
van de Akzo-portier en dat als gevolg van
een op deze mededelingen gedane eerste
beoordeling de situatie niet als een ramp
of een dreigende ramp is onderkend;
c.) wel de Akzo bedrijfsbrandweer is ge
waarschuwd, maar niet het gemeentelijke
brandweerkorps. Waarschijnlijk omdat
men zich bij Akzo op het standpunt stelt
dat bij vrijwillige korpsen niet die deskun
digheid aanwezig is zoals vereist bij zeer
specifieke calamiteiten zoals een chlooront
snapping.
Omdat de chloorontsnapping niet al te
groot was en bovendien plaats vond op een
gunstig tijdstip (05.29 uur) bleven de gevol
gen beperkt tot het „verbranden" van loof
van bomen en struiken, prikkelende slijm
vliezen bij mensen en enkele dode kanaries
en parkieten.
In de Hengelose gemeenteraad leidde het
chloorincident bij Akzo tot de afspraak dat
er gewerkt zal worden aan een gemeente
lijk rampenplan, waarbij samen met de
Akzo speciale aandacht zal worden besteed
aan het fenomeen chloor. Dit plan is nog
niet afgerond.
Te verbeteren
Ook de Akzo zelf ging uitgebreid op het
incident in, waarbij men tot de conclusie
kwam dat de ontsnapping het gevolg is
geweest van foutief menselijk handden.
(Er werd een verkeerde pvc-pasring ge
bruikt om een afsluiter af te dichten). Een
tweede conclusie luidde dat „de aansluiting
van het interne gasal arm-plan van Akzo
Zout Chemie locatie Hengelo op de calami
teitenorganisatie van de plaatselijke over
heid, de afstemming met betrekking tot de
interpretatie van meldingen en de te ne
men maatregelen bij een calamiteit verbe
tering behoeven".
Met andere woorden: zowel bij de gemeen
te Hengelo als bij de Akzo was er nog wel
iets te verbeteren op het moment dat er
5 ton chloor uit het leidingsysteem spoot
Een omstandigheid die gezien moet wor
den tegen de achtergrond van het feit dat
Akzo reeds tientallen jaren in Hengelo is'
gevestigd en daar chloor produceert
Als men deze chloorontsnapping als rtyaat-
staf neemt met betrekking tot de efficiency
van het waarschuwings- en alarmerings
systeem ter plekke, hoe moet dan wel de
situatie zijn in die gemeenten, die het
gevaar van chloor alleen maar via het
bewuste transport kennen.
Naar de woorden van Peter de Bie hebben
de meeste van deze gemeenten zelfs geen
rampenplan, waarin opgenomen de even
tuele evacuatie van de plaatselijke bevol
king.
Intussen heeft de NS begrepen dat er iets
aan actieve voorlichting dient te worden
gedaan aangaande het vervoer-per-rail van
gevaarlijke stoffen. Gemeenten die regel
matig met dat vervoer te maken hebben,
zullen door NS geïnformeerd worden over
de aard van dit gevaar. Want NS vervoert
niet alleen chloor, maar ook munitie, fos-
geen (waarvan onlangs 50 liter ontsnapte
bij General Electric op de locatie Bergen
op Zoom), benzeen, cyaanzuur, vloeibare
zuurstof, fosfor, fenol enz. enz.
Het drukst is het wat dit vervoer betreft
op het baanvak Utrecht-Rotterdam, waar
in de week van 5 t/m 12 november 1976
ruim 1500 wagons (inclusief de olietrein
van de NAM uit Sehoonebeek) met een
gevaarlijke lading passeerden. Ook de lijn
Wierden-Amersfoort scoort wat dit betreft
hoog: bijna 1300 wagons. En in het zuiden
springt de lijn Eindhoven-Rotterdam er uit
Speciaal met het oog op dit transport en
de potentiële gevaren, die er aan verbon
den zijn, heeft de NS hulp- en reddings
diensten ingericht voor wat de bestrij
ding van een eventuele chloorramp samen
met Akzo en wel in: Haarlem, Tilburg,
Maastricht Amersfoort en Zwolle (plaats,
waar zogenaamde reddingsauto's zijn ge-
sta tionneerd) en in Hengelo, Roermond,
Terneuzen, Rotterdam en Delfzijl (statione
ring van speciaal opgeleide „chloorteams").
Een omstandigheid waar mr. Kruyt van de
NS nog aan toevoegt dat volgend jaar met
name het traject van de chloortreinen
(Roermond-Rotterdam) voorzien zal zijn
van meldposten die op anderhalf tot twee
kilometer van elkaar verwijderd zijn; het
baanvak Meppel-Groningen komt volgend
jaar als laatste deel van het hele traject
aan de beurt
Als laatste safe guard is NS druk bezig
met de invoering van het zgn. ATB-sys-
teem (automatisch beïnvloedingssysteem),
waarbij de machinist wordt gecorrigeerd
wanneer deze zou nalaten iets te doen wat
het seinstelsel hem zou opdragen. In 1985
zal 1.600 km. spoorweg met dit ATB-sys-
teem zijn beveiligd, op dit ogenblik is de
helft daarvan gereed.
Bij dit alles merkt de heer Van Leeuwen
in Hengelo op dat het chloortransport voor
hem geen probleem is. Voor mij is het een
veilig transport met aanvaardbare risi
co's". Hij zegt dat de ketelwagens, waarin
het chloor wordt vervoerd, bestaan uit 8-10
mm. dik plaatstaal, en dat ze uitvoerig
worden getest door de Dienst Stoomwezen.
Bij dit alles is de vulling van de ketelwa
gens juist met het oog op de gevaren die
kunnen gebeuren, teruggebracht van 80
ton (zoals in de Verenigde Staten nog
gebeurt) tot 60 ton. Chloor in gekoelde
vorm (bij een temperatuur van 30 gr. C.)
transporteren, waardoor de gasontsnap-
ping veel geleidelijker verloopt dan thans
het geval zou zijn, is in een breed samenge
stelde werkgroep als niet haalbaar afgewe
zen.
Daarentegen zijn verbeteringen aange
bracht in zowel de te gebruiken ketelwa
gens als in de frequentie van de transpor
ten.
Maatregelen, die de heer Van Leeuwen
aanleiding geven te zeggen dat het chloor
transport in Nederland op een „unieke
manier" is beveiligd. Al geeft hij direct toe
dat de gebruikte systemen zouden falen
wanneer een terroristische groepering zou
besluiten een chloortrein als doelwit uit te
kiezen. „Die omstandigheid hebben wij
niet meegenomen in onze risico-analyses",
aldus Van Leeuwen.
Ook mr. Kruyt is in Utrecht overtuigd van
de veiligheid van het chloortransport, dat
in Nederland met zgn. „gesloten" treinen
geschiedt, hetgeen wil zeggen dat er geen
andere dan chloorketelwagens in die trein
zitten. (En als er dan eens een chloorwagen
in een andere goederentrein meerijdt, dan
wordt die trein behandeld als was het een
chloortrein). Dat het gevaarlijke stoffen
vervoer per rail in Nederland veilig zou
zijn, bewijst mr. Kruyt met de mededeling
dat in 1975 slechts vier ontsporingen heb
ben plaatsgevonden en 20 gevallen waarbij
ketelwagens (en niet alleen van de chloor
trein) lekten. „Wij zien het vervoer van
chloor als een maatschappelijke plicht",
aldus mr. Kruyt „Het is bovendien de
beste wijze van vervoeren".
Terug in Hengelo controleert de machinist
van de chloortrein uitvoerig de etikettering
van de wagons, de koppeling en de rem
men. Want acht jaar geleden werd bij
Hannover een treinwiel geblokkeerd, waar
door een vonkenregen onder de trein ont
stond. Ongelukkig genoeg bestond de la
ding uit munitie, die dan ook met een
geweldige klap de lucht in vloog. Elf men
sen verloren bij dit ongeluk het leven.
Weliswaar is de chloortrein geen munitie-
trein, maar - en dat weet de machinist
drommels goed uit de instructies - ook bij
dit vervoer is voorzichtigheid de moeder
van de porseleinkast Even later glijdt
steunend en kreunend de spooktrein de
nacht in op weg naar het Botlekgebied.
KLAAS GOING A
Zeven wagons, elk met 50 tot 65 ton chloor
Zorgvuldig wordt de trein, voor het wegrijden, geïnspecteerd.