WVES T-IRIAN-MISSIO NAR IS KEES BOER ISCHOOLTZICH OM VOOR NES A.D. AMSTEL UDO-pupillen mengden zich in zilveren huwelijksfeest 'olitie hekelt parkeerchaos ond Academisch Ziekenhuis Wegwerpen van peukje kost au to en stevige boete UNIVERSITEITSRAAD TWIJFELT OVER VERBREKEN BANDEN MET ZUID-AFRIKA •ad/regio t ge- t hij ficier inde van enen De I over Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen'tussen lien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag iri déze rubriek zou willen tegenkomen/Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244;, u kunt dan naar loestel 18 vragen. JLv.% h- Missionaris Kees Boer: „Zoeterwoude heeft me door dik en dun gesteund ««IllIIIII IIITM i UDO-pupillen omstuwen het zilveren bruidspaar. Zilveren bruiloften zijn er nog steeds legio. Dat gaat nog aan de lopende band. Maar dat je op zo'n hoogtijdag even verrast wordt door tien tallen jonge voetballer tjes, die er als zodanig herkenbaar uitzien, dat is niet alledaags. Toch overkwam dit meneer en mevrouw C. Zweeg man-van Poeteren, die zondag aan de Koren bloemlaan in Oegstgeest thuis op hun 25-jarig feest bezocht werden door alle D- en E-pupil- len van voetbalvereni ging UDO. Helemaal uit gedost in kostuum uite raard. de bruidegom, in het dagelijks leven NZH-man, kwam 12 jaar geleden van Haarlem naar Oegstgeest en be landde al gauw in de jeugd-sector van UDO.' Hij werd zelfs voorzitter van de jeugdafdeling en lid van het hoofdbe stuur. Het jeugdig UDO-bezoek kwam zondag in stijl per NZH-bus onder leiding van de voltallige jeugdcommissie naar de Korenbloemlaan. In de anders zo rustige laan ont stond een drukte zoals er wel licht nooit tevoren was ge weest: iedereen, inclusief de laanbewoners, feliciteerde het bruidspaar met een daverend „hiep-hiep-hoera. Daar blijf je jong bij. Sinds augustus vorig jaar staat mis sionaris Cornelis (Kees) Boer op ligen benen in een houten sfeervol omerhuisje op het erf van Zoeter- woudse dorpsdokter Wybo Kort man. Apotheek binnen bereik en bij ie voordeur scharrelkippen, parel- ïoenders en een slepende pauw. 'an een tropische rimboe naar een randstedelijk lustoord op de klei. die vlfan Papoea's naar gevorderde Hol mani ei anders. Van dagreizen naar vijf. ninuten fietsen tot Huize Emmaus >m er voor de bejaarden Mis te sgrcx ezen. Van dreigende ziekten tot ge- van d ustellende gezondheidszorg. Van 3oulo ipostolaat tot pastoraat. Pater Kees an et Joer missionaris van het Heilig ïordd is 62 jaar. Hij kan op iai :'n vroegst terug naar West-Irian Td< Irian in 1979, want z'n arts houdt arvooihem nog een jaar hier voor controle, ..Ti ia een strumaoperatie. Pater Boers ^Jperste zei, na dit vooruitzicht: ,Kees, blijf dan maar in Nederland, inders blijft er te weinig tijd voor je over, tot je pensieon." Die overste :i waarschijnlijk niet „tot je pen- ;ioen", maar er is een grens aan je trachten; zeker als je missionaris >ent. Voor pater Kees is het optrekje bij Oud- taadwijk een ideaal; „Veel beter dan een ;amertje in een missiehuis, waar je weinig uimte hebt." Amsterdammer Kees Boer, mester sinds 1942, is nog lang rtiet aan het einde van zijn krachten. Hij bereidt zich voor op een nieuwe in het polderland. Maar hij leeft nog steeds met zijn gedachten binnen het gebied waar het zwaartepunt van zijn roeping lag: voormalig Nieuw-Guinea, Gui nea, West-Irian,ï?,e,gisteren Irian, tegen de grens met Australisch Guinea aan. De melk boer kwam er niet aan huis, maar je leefde soms in vrees voor een rivieroverstroming. In zijn keukentje schonk pater Boer gisterf voor z'n gasten een paar koppen koffie, maar ik vermoedde, dat hij bij het schepje suiker eveif aan de motor van zijn uit kluiten gewassen sloep dacht waarmee hij de laatste drie jaar van de havenplaats Bade naar het binnenland langs de Digulrivier voer. Pendel dienst met steeds dezelfde vooruitzichten: volgende week wéér zoiets. Kees Boer MSC begon zijn priesterlijke loop baan erg solide en op een stevig fundament In de oorlog kon hij niet worden uitgezonden en daarom was er tijd om een gedegen vak te leren. Hij volgde een cursus bouwkundig tekenaar en opzichter. Werkte bij Kromhout aan de „overkant van het IJ" in Amsterdam Noord (tussen duizend communisten. .Maar ik kreeg er een service die buitengewoon was"). Het werd ervaring die nodig was voor de missie. Geen gewapend beton of ijzercon structie; dat kwam toen nog niet van pas op Nieuw-Guinea, omdat er geen vervoer daar voor mogelijk was landinwaarts. Dat is nu even anders geworden, maar nog steeds zijn de afgelegen posten verstoken van aanvoer- mogelijkheden, zodat je er onveranderd met hout moet werken. Pater Boer rook de be vrijding en zijn zending, maar hij werkte eerst nog een jaar als opzichter in Noord- Limburg, waar kort tevoren de geallieerde tanklegers en hun Duitse tegenstanders wei nig stenen op de andere lieten: een leerschool uit nood geboren. Op 8 augustus '46 vertrok pater Boer naar zijn eerste zendingsveld in de Zuid-Moluk- ken, de Tanimar-eilanden, destijds de Zuid oost-eilanden geheten. Hij trof het niet best in die parochie, waar hij minstens eens per maand een malaria-aanval te verduren had. Vandaar trok hij naar een post waar ge bouwd moest worden: een kraamkliniek. Ook op Ambon bouwde hij: een kerk, met geld van een KRO-actie. Dat was in de vijftiger jaren. Een vakantie naar Nederland volgde en daarna kwamen er zes jaar Aru-eilanden. Dat werd weer bouwen en pater Boer was er ook enige tijd Mulo-directeur. In korte tijd kan er veel gebeuren en weer ging hij terug naar de Tanimbar-eilanden, de zuidelijke ei landen. Vijf jaar geleden belandde pater Kees in West-Irian. Het werd zijn laatste tropische lustrum. Eerst in het bergland, „maar dat werd te veel voor mijn capaciteit. Naar verre posten moest je een week lopen, heen en weer. Daar heb je jonge kerels voor nodig." Er werd weer aangepast en pater Boer kreeg een standplaats in Getentiri, een locatie aan de Digul-rivier. Een soort, „Waal", waar acht dorpen bij elkaar lagen met ongeveer drie duizend mensen. Daar werd een parochie verzorgd en om de haverklap werd het ver voer onderhouden tussen Bade en „hogerop", met een flinke ijzeren sloep met 25 pk-motor. motor. „Dan laadde ik bouwmaterialen en levensmiddelen; ik leverde zout, tabak, petro leum, lucifers, kortom de allernoodzakelijk ste dingen voor het dagelijks leven." Dat waren die laatste paar jaren; 's nachts op het bootje slapen, als je bij een boom had aangelegd en 's morgens vroeg ging het weer verder. Eenzaam werksn was dat. Dagenlang zag je geen mens, alleen maar bomen. Heen was het vijf dagen, 60 uur varen, tegen de stroom op en tussen de dooie bomen in het water door. Met het gevaar van lekstoten of dat je hout tussen de vinnen van je motor kreeg. Terug ging het sneller, stroomaf waarts. Dat deed pater Kees in twee dagen, 26 uur varen. Krokodillen genoeg, maar die gingen wel opzij als de pater er met z'n boot aankwam. Domme dieren, want pater Kees was best een aantrekkelijke prooi. T-bone steak van een bouwkundige en gewijde op zichter; ik moet er niet aan denken. Pater Kees heeft nu een stel eenden bij z'n voor- „Het was een onregelmatig leven, dat je waarschijnlijk niet tot je 67ste kunt volhou den", vertelde pater Boer me. Bijna een half jaar heeft hij nu vakantie gehad en zijn bedoeling is het nu, weer aan het werk te gaan. Waarschijnlijk in het Noordhollandse Nes aan de Amstel, waar een pastorplaats vakant is. Het bisdom Haarlem zou dat best willen en pater Kees ook. „Daar zou ik kunnen inwerken en bijdraaien. Als het door gaat voorzie ik een penode van drie maan den; daarna kijken we wel verder. Het is een wijdvertakte parochie van duizend zielen, met een knots van een pastorie en een fijne, grote Cuypers-kerk." Het is een hele stap, van de animisten op de Tanimbar-archipel en de Papoea's die sidderen voor de natuurkrachten als aardbe vingen, onweer en geweldige banjirs, als het water alles vernietigt, tot de Nessers aan de Amstel. „Daar in Papoea brachten wij, blan ken, cultuur en ziektes die fataal kunnen zijn omdat die mensen er niet aan gewend zijn en geen antistoffen hebben. Het zijn mensen die je iets moet bijbrengen. Ze zeggen we ieens. laat ze maar, ze zijn gelukkig zo. Gelukkig? Ik weet het niet; met hun gemid delde leeftijd van 15 jaar. Het bevolkingscij fer daalt nog steeds. Nu zijn ze onder Indone sisch koloniaal bestuur, maar dat deden wij ook. Er is sprake van opstand. Dat zie ik niet zo. Beide rassen zijn nog niet gewend aan elkaar. Het is vaak een kwestie van onbegrip, over en weer". Pater Boer denkt nog vaak aan zijn Paoea's, mensen zonder tuin: „Ze planten zomaar ergens een bananeboom, zonder de grond kaal te branden. Alles gaat nog steeds erg primitief. Als zo'n jager met mij het bos inging, lachte hij zich rot om alle stomme dingen die ik deed. Hij was oen meester op de pijl en boog. Ieder z'n vak. Het zijn mensen die je iets moet bijbrengen. Ik vond het de moeite waard. In elk geval. Maar je kunt jezelf niet forceren. Ik ga nou kijken wat ik hier kan doen. Terugkomende missio narissen op oudere leeftijd kun je beter in Nederland houden dan in een bejaardencen trum op Java waar de situatie niet stabiel is. Je moet reëel zijn. Wie dat wil en geeste lijk en lichamelijk daartoe in staat is, kan hier weer aan de slag. Het is een kwestie van aanpassen en studeren, want het gaat om een totaal andere situatie". Pater Kees blijft in de „rimboe":Nes „rimboe": Nes de Amstel, met z'n kerk, hoe monumentaal ook, staat op geen enkel ANWB-bord. Dat denkt pater Kees althans. Hij blijft er aan de rivier, al is de overstromingskans erg beperkt. „Ik ben nu nog Indonesiër, maar over een half jaartje hoop ik te zijn „omgedraaid". Ik ben er al voor bij de vreemdelingenpolitie ge weest. Ik zal in ieder geval niet aan de komende verkiezingen kunnen meedoen; vo rig jaar trouwens heb ik pas in Indonesië gestemd. Moet je nagaan. Ik ben erg dank baar: Zoeterwoude, dat zo erg veel voor z'n eigen missionarissen doet, heeft me door dik en dun gesteund. Dat dorp blijft het werk steunen dat ik daar gedaan heb en nu door mijn opvolger is overgenomen." (Van een onzer verslaggevers) EN De parkeerchaos rond het Acade- i Ziekenhuis groeit zowel omwonenden als gemeentepolitie boven het hoofd. Politie-in- cteur E. van der Sommen waarschuwde wet- ider Waal er gisteren voor dat de overlast "ivaardbare vormen aan gaat nemen. Vol de politie moet er haast gemaakt worden de aanleg en openstelling van het aanvullen- parkeerterrein bij het AZL dat via de Ples- i ontsloten moet worden, lur Van der Sommen wees er gisteren in verkeerscopimissie op dat het voor zowel ënten als artsen van het AZL steeds moeilij- wordt om hun bestemming te bereiken. Bij ziekenhuis zelf zou men de grootste moeite hebben om patiënten van niet-patiènten te onder scheiden, waardoor er toch weer veel te veel auto's binnen de grenzen van het AZ-terrein geparkeerd zouden worden. Wethouder Waal (verkeer) memoreerde gisteren dat er al geruime tijd overeenstemming met het AZL is over de plaats en de hoeveelheid van de extra parkeerplaatsen op het ziekenhuisterrein. De moeilijkheid waarop de uitvoering van het plan tot nog toe is gestrand blijkt een meningsver schil te zijn over de vraag wie de kosten van deze extra parkeervoorziening zal moeten betalen. De gemeente is van oordeel dat het ziekenhuis die kosten zelf maar moet dragen, terwijl de AZ-lei- ding op haar beurt de gemeente Leiden hiervoor zou willen laten opdraaien. 'iderdorp/den haag - «wegwerpen van een bran- slgarettepeuk uit het tam van een rijdende perso- en4"to kwam een 19-jarige in- van Alphen duur te "■ao- Door de manoeuvre op Provinciale weg in Leider- >rp raakte hij de macht over t stuur kwijt en botste tegen e,e bomen. Een vrouwelijke passagier raakte hierbij ernstig gewond en verbleef twee maan den in het ziekenhuis. En giste ren stond de jongeman voor de Haagse rechtbank wegens over treding van de Wegenverkeers wet. De verdachte verklaarde de rechtbank, zich veel verwijten over het gebeurde te maken. Drank was er echter niet in het spel, benadrukte hij de rechter, die hij ook nog toevoegde dat het voertuig door de botsing onherstelbaar was beschadigd. De officier van justitie vroeg zich af, in hoeverre er sprake was van een strafbaar feit. Hij wilde volstaan met een boete van 600 gulden. De rechtbank wijst 27 januari vonnis. Oegstgeest klopt Van der Plas: 5-1 (Van onze sportredactie) KATWIJK - Oegstgeest heeft zich gisteravond weer aan kop gespeeld van de Leidse zaalvoetbal hoofdklasse. Het Katwijk- se BMW Van der Plas werd in eigen hal met 1-5 terug gewezen. Een overwinning die pas in de tweede helft echt gestal te kreeg. Na de met 0-1 voorsprong voor Oegst geest bereikte rust - doel punt van Gé Perfors nadat Arie Remmelzwaal op de lijn had gered - en twee net mislukte doelpogingen van Jan van der Plas en Arie Koppenhol (tweemaal ston den de respectievelijke staanders treffers in de weg) liet Peter Wieman nummer twee aantekenen. Adrie Pluimgraaff halveer de de marge kort daarop, maar achtereenvolgens Wieman- - terug van vakan tie - Arie Koppenhol en aanvoerder Ron van der Kolk brachten Oegstgeest alsnog de ruime winst. Een verdiende overwin ning trouwens, bereikt in een nogal tamme partij. Pas na de doelwisseling werd bij beide teams enig heilig vuur zichtbaar - hei lig vuur dat bij Van der Pias-speler Gert Zwaan weer eens arbitraal moest worden ingedamd. Wegens aanmerkingen op de lei ding werd de irritant ope rerende Zwaan in de slot fase naar de zijlijn gediri geerd. LEIDEN „De dialoog met Zuid-Afrika moet open blijven. Wanneer je geen kontakt meer hebt, kan je geen invloed uit oefenen. Bovendien moet je ruimte laten voor ei gen verantwoordelijk heid: iedereen moet zelf een beslissing nemen". „Het zijn doven en het blijven doven. Net als de Nederlandse regering en de Verenigde Naties moet je als Leidse uni versiteit een daad stel len. Het moet duidelijk zijn dat de universiteit tegen het regime in Zuid- Afrika is". Twee meningen over het universitaire kontakt met Zuid-Afrika, die gister avond op de vergadering van de universiteitsraad met elkaar botsten. In twïe moties werd voorgesteld alle kontakten van de universi teit en haar medewerkers met Zuid-Afrika te verbreken. Voor het merendeel van de raad ging dit te ver. Voorgesteld werd toen alleen die kontakten te handhaven, die een bijdrage kunnen leveren aan het herstel van de elementaire mensenrech ten in Zuid-Afrika, een formule ring waar veel leden zich in konden vinden. Maar verschil van mening bleef bestaan. Som mige leden van de raad. ge steund door het College van Be stuur,willen geen beperkingen aanbrengen aan de individuele verantwoordelijkheid: iedereen moet het zelf maar uitmaken. Bovendien vindt een aantal raadsleden dat het moment om zich van Zuid-Afrika af te keren nog niet is aangebroken. Daar tegenover staat de opvatting van de leden van de Progressie ve Partij. Zij stellen dat je als universiteit in de huidige situa tie moet reageren, dat je niet alleen verstandelijk moet bekij ken of verbreking van het kon takt gewenst is. „Er zijn situa ties die overduidelijk zijn. Dan mag je niet langer je mond hou den en moet je, ook emotioneel, reageren", aldus de Progressie ve Partij. De universiteitsraad kwam er gisteren niet uit. Besloten werd de diskussie later voort te zet ten, in de hoop dat het dan tot een standpuntbepaling van heel de Leidse universiteit komt Wit helpt al jaren bij hoest? LEIDSE COURANT DINSDAG 17 JANUARI 1978 PAGINA 5 KATWIJKSE SPORT VISSERS CONTRA STAATSBOSBEHEER Hengelen verboden in duinen LEIDEN Het vissen in de meertjes van het Katwijkse duingebied Zuid-Duinen bleek gisteren op het kantongerecht de inzet te zijn van een ernstig conflict tussen sportvissers en het rijkslichaam Staatsbosbe heer. Een Katwijker werd ten laste gelegd dat hij zich aldaar schul dig had gemaakt aan binnenvis serij op een oneigenlijke plaats met een daartoe geschikt vis tuig. „U was dus aan het henge len", verduidelijkte rechter Van Dijke de verbale bokke- sprongen van het parket. De Katwijker was door deze be schuldiging niet uit het veld geslagen, greep een handver- vaardigd epistel en begon dat op heftige toon voor te dragen. Het kwam er uiteindelijk alle maal op neer dat in de meertjes van Zuid-Duinen al 15 jaar lang door alles wat zich sportvissers noemt de hengel stevig werd uitgeslagen zonder dat daar ooit iets van werd gezegd. Die situatie veranderde toen het on der het beheer van de Leidse Duinwater Maatschappij staan de gebied per 1 januari 1976 in de zorgzame handen overging van Staatsbosbeheer. De heren van Staatsbosbeheer zagen al dat woeste gehengel in een na tuurgebied niet zo zitten en daarom werd vanaf die tijd het fenomeen sportvisser uit het gebied geweerd met waarschu wingen en aansluitend proces verbalen. „Maar niemand was op de hoogte. Er staan geen bordjes dat je niet mag vissen, en zelfs de politie wist van niets. Stik de moord maar, er wordt hier niet meer gevist, moeten ze ge dacht hebben", aldus de ontgoo chelde Katwijker, die in een Katwijkse krant zelfs een ad vertentie had laten plaatsen om steun te vinden voor zijn actie tot behoud van een visgebied. Die advertentie bleek overigens geen weggegooid geld te zijn want aan de reacties in de zaal te oordelen was er aardig wat morrend sportvissersvolk aan wezig. De Katwijker meende zich te moeten beroepen op een gewoonterecht, omdat het im mers al 15 jaar wordt gedoogd om de meertjes te bevissen. Een aanwezige Noordwijkse Staats bosbeheerder was het daar niet mee eens. „Ik ben hier officieel niet aanwezig, maar ik wil wel zeggen dat het al veel langer in het gebied niet is toegestaan om daar te vissen. En nu gaan we dat verbod echt aanpakken omdat we de ervaring hebben dat vissers veel schade toebren gen aan oevers en dergelijke. Maar misschien verlenen we in de toekomst weer vergunningen voor het vissen". De Katwijker was niet de me ning toegedaan dat vissers een beschadigende invloed op het landschap hebben. „Wij zijn juist heel rustig. Soms gaat er een roodborstje op de punt van de hengel zitten, zo stil zijn we", aldus de Katwijker. Het kantongerecht was niettemin van mening dat de overtreding bestraft diende te worden, maar rechter Van Dijke bleek clement genoeg om de toch al niet zo zware eis van officier Klopper van 10 gulden boete af te zwakken tot 10 gulden boete voorwaardelijk. „Maar U kunt wel rekenen op zwaardere boe tes bij herhaling", voegde hij de Katwijker toe. Deze was daar van niet onder de indruk: „Er zit in één van die meertjes een snoek van een meter lang en die ga ik eruit halen, wat ze ook zeggen", aldus het recalci trante afscheidscommentaar van de verbolgen sportvisser. In de elke week weer zeer lange rij van lieden (lie zich geroepen voelen een parkeerbon juri disch te vuur en te zwaard te bestrijden bevond zich gisteren een nonchalant geklede, be baarde persfotograaf die ervan werd verdacht tot twee keer toe met zijn roestig vervoer middel de Scheepsmakerssteeg te hebben versperd en één keer op een parkeerterrein aan de Boommarkt de parkeermeter had genegeerd. Dat leverde het anarchistisch bebrilde heer schap dus tot drie keer toe een flinterdun bonnenpapiertje on der de half vergane rui te wisser op. „Ik geef toe dat ik die par- keerovertredingen heb gedaan, maar dat brengt het uitoefenen van het beroep nou eenmaal met zich mee. Uit hoofde van mijn beroep moet ik in de stad zijn, en aan de Boommarkt ligt de krant waar ik werk", aldus de fotograaf. „En de Scheep smakerssteeg dan?" vroeg Van Dijke. „Daar woon ik nu weer, zij het niet officieel", luidde de 1 mistige verklaring van de foto- graaf, die de rechter niet be- i greep en de persfotograaf daar- om maar de suggestie gaf om I het parkeren maar eens aan het Noordeinde te proberen (van een stukje lopen is nog nooit iemand doodgegaan) en hem in totaal 30 gulden boete gaf voor I de drie bonnen, hetgeen een i aardig korting betekent op het gebruikelijke tarief. FRANK BUURMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 5