Als het lukt
krijgen we hier
een betere
democratie
dan in de rest
van Europa
.Nobelprijs
benauwt ons
meer dan het
geweld in
Noord-Ierland"
„We bouwen van onderop
aan vrede in Ulster"
erige ragen legt can rouvv-
jover het asgrauv/e gelaat
elfast. Noord-Ierland nog
fin tranen. De kranten mel-
j één dag 28 bommeldingen,
fe militairen blokkeren een
apotgeschoten straatbeeld
beruchte Shankill-road. In
keicentrum schuiven men-
fiest langs armoedig uitzien
de etalages. Ze letten nauwelijks
op het traliegordijn dat Britse
genietroepen leggen tegen een ge
deeltelijk uitgebrand bankge
bouw. De taxichauffeur, op weg
naar de Lisburn Road, vertelt ter
neergeslagen dat zijn 12-jarig
dochtertje vier maanden geleden
koelbloedig is neergeschoten in
de deuropening. Op nummer 224
is het centrum gevestigd van de
'Peace People, de Vredesbeweging
die bekroond is met de Nobelprijs
voor de Vrede 1976. Een paar
meter verder, naast de deur bijna,
ontploft later op de avond een
bomauto. Het leven in Noord-Ier
land gaat ogenschijnlijk gewoon
door. Een leven in terreur en
onverdraagzaamheid.
Mairead Corrigan (links),
Ciaran McKeown en Betty
Williams tijdens de uitrei
king van de Nobelprijs voor
de vrede in 1976.
Het is vreselijk druk in het hoofdkwartier
van de Noordierse Vredesbeweging. Tallo
ze mensen lopen heen en weer. Maar Betty
Williams en Mairead Corrigan zijn er niet.
Reeksen verontschuldigingen van mede
werkers onder het wegkruipen van de
uren. Betty en Mairead zijn op straat,
ergens in Belfast, hulp biedend aan men
sen die het slachtoffer zijn geworden van
een terreurdaad. De twee Noordierse
vrouwen werden opeens heldinnon na het
winnen van de Nobelprijs. De wereldpers
legde beslag op de twee, maar'Betty en
Mairead willen onder geen beding het
contact met hun mensen verliezen. Ze
blijven strijden in de frontlinies van Bel
fast tussen de uitnodigingen, conferenties
en recepties her en der in de wereld door.
Als eerst Betty Williams en een half uur
later Mairead Corrigan binnenkomt, is het
lange wachten zo vergeten. Het zijn twee
uiterst spontane vrouwen, Betty wat se
rieuzer en Mairead goedlachs en vrolijk
tegen iedereen. Haar groene ogen kleuren
helder wanneer ze een beetje drukdoenerig
haar „vergeten" afspraak met ons ter spra
ke brengt. Verontschuldigen is het juiste
woord niet, want zegt Mairead: „Ik moest
hulp bieden. Een vrouw had me dringend
nodig. Gisteravond is haar man neergesla
gen en zij kaalgeschoren en verwond in
een of ander illegaal café. Ik moest die
mensen weer moreel opvijzelen. Soms weet
je van ellende niet meer wat je zeggen
moet, maar gelukkig is onze aanwezigheid
al een grote troost. Daarom moeten we ook
weer zelf gaan. We hebben eigenlijk geen
tijd om over ons en onze beweging te
spreken. De mensen in Noord-Ierland heb
ben ons veel harder nodig zolang er nog
geen vrede is."
Spontaan begonnen
Betty: „We wisten niet wat ons overkwam.
Die enorme belangstelling uit de hele we
reld. Maar je moet niet vergeten dat de
Nobelprijs een heel grote verantwoorde
lijkheid op onze schouders legt. Er wordt
veel van ons verlangd, misschien wel te
veel. En wat er ook gebeurt, we willen ons
zelf blijven. Dat is niet altijd gemakkelijk,
maar we zijn het nog wel. Weet u, de
Nobelprijs voor de Vrede benauwt ons
meer dan het geweld in de straten van
Belfast".
Beide vrouwen willen wel degelijk vertel
len. Mairead de zonnige, vrolijke meid, die
niet voor niets door anderen vredesengel
wordt genoemd, en Betty de goed formule
rende volwassenener ogende wederhelft
van het duo. Betty: „Wat wisten wij nu
eigenlijk vijftien maanden geleden? Wij
zijn spontaan-begonnen na het grote onge
luk met de kinderen. Wij zijn omhoog
geschreven. De media trokken ons weg van
onze eigen mensen en we werden gebruikt
voor e§n goed verhaal. De waarheid was
dat we spontaan wilden vechten voor de
vrede en dat we merkten dat dit niet altijd
kon. We hebben in de afgelopen tijd veel
gestudeerd en erbij geleerd. Ik was een
gewone huisvrouw. Ben ik nog, maar ik
weet nu waarmee ik bezig ben. Ik was
verlegen, ik praat nu met iedereen. Je
verandert als mens, maar ik wil wel altijd
Betty Williams blijven."
Mairead werkte als secretaresse van de
directie van een Noordierse brouwerij toen
zij hoorde van de dood van haar nichtje
en neefjes onder een auto van een vluch
tende IRA-man. „Ik heb ontslag genomen
na de eerste spontane protestactie. Het had
me zo enorm aangegrepen, dat ik niets
anders wilde doen dan me met lichaam en
ziel inzetten voor de vrede. Betty is protes
tant en ik ben katholiek. Kennelijk heeft
ook dat een goede uitwerking gehad op
alle mensen die in hun hart al lang vrede
wilden. Weet je, dat vlak voor het ongeluk
van augustus vorig jaar, ik zo moe was
van al het geweld, dat ik bijna zelf naar
een wapen had gegrepen om aan de zijde
van de IRA te vechten en datzelfde kan
Betty ook zeggen."
Klimaat scheppen
„Dat klopt", beaamt Betty, „ik schaam me
er niet voor, maar ik stond op het punt
om de UDA te helpen. Gelukkig dat we
voor de andere oplossing hebben gekozen.
Wij zijn in ons hart Noordieren, we kunnen
de mensen een verhaal uit ons hart vertel
len. Wij zijn niet de hersens van Engeland
en dat slaat aan bij de mensen in de
gebieden en wijken waar we zelf zijn
grootgebracht."
Betty: „Waar wij nu aan werken ligt eigen
lijk heel eenvoudig. We scheppen een kli
maat, waarin de Noordieren elkaar weer
als mens willen zien. Eeuwen hebben de
mensen gevochten voor hun eigen belan
gen. Wat wil de IRA, zij wil een vrij Ulster
en dacht hulp te krijgen van Zuid-Ierland.
Ze zijn in de steek gelaten. De UDA dacht
hulp uit Engeland te krijgen. Engeland
stuurde soldaten en daarmede meer ge
weld. Politieke groeperingen willen zich
verenigen, of met Zuid-Ierland of met En
geland. Wat wij zeggen is: verenig eerst de
mensen van Noord-Ierland en biedt hulp
aan je medemensen uit Noord-Ierland.
Voor Noordieren is deze gedachte hele
maal nieuw."
De beide vrouwen staan weer dagelijks op
de barricaden Voor de vrede. Geen gemak
kelijke en zeker geen ongevaarlijke op
dracht die zij zichzelf hebben gesteld. Ze
weten dat dan ook beter dan wie ook.
Bang? „Ik ben bang om wereldberoemd te
zijn", zegt Betty. „Het bevreest me dat ik
op dezelfde lijst kom te staan als b.v.
Albert Schweitzer. Ik ga toch liever de
straten op met een ander soort angst. We
weten wat echte angst is. Daarvoor hebben
we genoeg meegemaakt. We zijn er ook
niet immuun voor, maar we laten ons door
niets en niemand terugschrikken. Mairead
is twee dagen geleden nog aangerand."
„Duim voor ons"
Mairead kijkt alsof ze wil uitdrukken, dat
had je nou niet moeten zeggen. Ze gaat
daar ook niet verder op in: „Je weet dat
je elke dag de kans loopt dat ze je te
grazen nemen. Toen stenen naar onze auto
werden gegooid, stond dat in de wereld
pers. In feite zijn we al vaker geslagen,
gestompt of geschopt. De keren dat stenen
naar ons zijn gegooid, zijn haast niet te
tellen. Maar we leven nog en dat is het
belangrijkste. We werden laatst bedreigd
door jongens met een machinegeweer. Met
een paar vrouwen maakten we muren
schoon waarop de namen van vermoorde
mannen en kinderen stonden gekalkt. Dat
zijn dingen die de haatgevoelens aanwak
keren, dus maken we die schoon. We moes
ten met ons werk ophouden, anders zou
den ze ons neerknallen, zeiden die knapen.
We hebben gezegd, schiet maar, we zijn
bereid om te sterven. We zakten door de
grond van angst, maar die jongens gingen
weg ep wij maakten de muur schoon."
De beide vrouwen kloppen met hun knok
kels op Betty's bureau. Het geweld moet
worden afgeklopt. Betty Williams nog:
„Daar waar het geweld opduikt, in de
vorm van wraakacties op onze vrijwilligers
of op onze groepen, zijn wij als eersten
ter plaatse. De dankbaarheid die uit de
ogen straalt van mensen, waarbij we b.v.
hun zwartgeverfde voordeur komen
schoonmaken is ons zeker zoveel waard als
de Nobelprijs voor de vrede.
Mairead: „Op onze beurt zijn wij dankbaar
dat de wereld dit werk steunt. Het helpt
ons natuurlijk op de lange weg naar vrede.
Het zou het mooiste geschenk zijn wanneer
het Noordierse volk na enkele jaren de
Nobelprijs voor de Vrede zou winnen en
Betty en ik weer als gewone meiden door
een vreedzaam Belfast zouden kunnen
wandelen.
„Duim voor ons", zeggen deze wonderlijke
vrouwen tegen me, wanneer ik hun vredes-
eiland in het asgrauwe Belfast verlaat.
.LEON VANKAN
0I,drijvigheid
Victoriaanse gebouw op nummer
s heerst een enorme bedrijvigheid. Van-
lopen de vredessignalen naar alle
van Noord-Ierland. Vrijwilligers en
1 y filligsters snellen af en aan. Een druk-
J~an jewelste. Onder het dak huist Cia-
y2 MacKeown. Hij staat aan het hoofd
deze organisatie, die sinds 15 maanden
5~nert aan een andere maatschappij. Een
rin het geweld zal moeten plaatsmaken
Pa vrede. Hij is met de Nobelprijswinna-
en Mairead Corrigan en Betty Williams
iprichter van deze beweging. Sinds hun
211 eden is het geweld in Noord-Ierland
/a 60 procent gedaald. Vreemd cijferma-
tal voor iemand die drie dagen een
nte dreiging voelt. Maar wél bestaande
:rs voor de Noordierse politie, die dit
iltaat voor een belangrijk deel aan haar
igheidsmaatregelen toeschrijft. Veel
irdieren zijn er echter van overtuigd
dit het werk is van de duizenden
j willigers en vrijwilligsters, verenigd in
Peace People.
ran MacKeown. Hij is het hevig pijpro-
ide denkwonder achter de organisatie,
e initiatieven vertrekken vanachter' zijn
rijftafel. Toch kregen niet hij en zijn
1. anisatie, maar de twee vrouwen, Mai-
d en Betty, de Nobelprijs voor de Vre-
„Ik heb me in het begin duidelijk op
^achtergrond gehouden", begint Ciaran
i interessant verhaal. Toen vorig jaar
augustus drie geheel onschuldige kinde-
op straat de dood vonden, was de maat
voor veel Noordieren. Betty Williams
J: deze ramp gebeuren en Mairead Corri-
was de tante van de kinderen. E)r
tond een spontane protestmars naar de
^lats van het ongeluk. Daar ontmoetten
tty, Mairead en ik elkaar. Zesduizend
onderschreven een protestbrief
Betty. Het was ons sein om door te
i. Een week na die verschrikkelijke
ïurtenis organiseerden wij een protest-
s. De vredesbeweging was geboren".
I ichtergrond
aran MacKeown was journalist, radio-
n irslaggever en schrijver en stond als
^fdamg niet onbevooroordeeld tegenover
extremistische groepjes in Noord-Ier
land. Opzettelijk bleef hij op de achter
grond werken. De twee vrouwen liepen
voorop in vele protestmarsen. Zij grepen
naar de microfoon en brachten spontaan
de wil tot vrede aan velen over.
Ciaran: „De twee vrouwen in vooruitge
schoven positie bracht ons uiteindelijk tot
de organisatie die we nu zijn. Ik voelde
me wel capabel én objectief, maar het
publiek en de kritikasters dachten daar
anders 'over. Het was alleen maar goed dat
de vrouwen die leidersrol op zich namen.
Pas na vijf of zes weken hadden journalis
ten in de gaten dat ik er ook achterzat.
Maar ze hebben bewust de vrouwen in hun
rol gelaten. Buitenlandse media hebben de
vrouwen verder opgehemeld. Onlangs nog
werden ze moeders van de vrede genoemd.
Het heeft onze organisatie alleen maar de
goede weg op geholpen."
De Peace People (Vredesmensen) organi
seerden de eerste maanden talrijke bijeen
komsten en vredesmarsen. Ciaran: „Om
twee redenen. De mensen bewust maken
dat het ons ernst was met de vrede. De
Noordieren voelden daardoor aan dat zij
zichzelf niet meer moesten zien als het
resultaat van geweld, maar als mensen van
vlees en bloed. De andere reden was zeker
zo belangrijk. Wij kregen de tijd om onze
beweging op te bouwen, om akties voor
te bereiden en de hele organisatie op touw
te zetten. Dat is ons gelukt. Wij gingen
groepen formeren, we hielden bijeenkom
sten en vergaderingen. We hebben nu al
leen in Noord-Ierland 80. groepen, elk met
hun eigen verantwoordelijkheid".
„Vliegende troepen"
De wijze waarop wij werken verandert
altijd en kan nog altijd veranderen. Tij
dens de algemene stakingen deze zomer in
Noord-Ierland, hebben wij vliegende troe
pen ingezet, die mensen hielpen hun win
kels open te houden, mensen aanmoedig
den om toch te gaan werken. In bepaalde
wijken hebben wij zelfs voedsel gebracht.
Dat was zo'n groot succes, dat we ermee
zijn doorgegaan. De vliegende troepen
gaan nu langs de deuren. Zij praten over
vrede, proberen mensen lid van onze bewe
ging te maken en formeren nieuwe groe
pen.
Onze lokale groepen hebben contact met
elkaar. Zij doen van alles. Zij organiseren
dansavonden, of vergaderingen en komen
in actie wanneer er in hun gebied geweld
dadige acties zijn geweest. Op deze manier
leren de mensen van Noord-Ierland elkaar
weer kennen. Soms maken buren op deze
manier voor de eerste maal kennis met
elkaar. Er zijn nu eenmaal algemeen ver
spreide vooroordelen, niet alleen tussen
katholieken en protestanten, maar tussen
mensen in verschillende gebieden, die bang
zijn dat de anderen allemaal lid zijn van
de IRA (Iers Republikeins Leger) of alle
maal lid van de UDA (Ulsters Verdedi-
gings Associatie). Eerst moeten mensen in
al die getto's van vrees elkaar echt leren
kennen. Groep voor groep en persoon met
persoon. Dan pas kun je vrees en wantrou
wen terugdringen en zodoende de vrede
een echte kans geven.
Wij hebben nu officieel 80 groepen. We
hadden 140 groepjes, maar nadat we onze
beweging verder georganiseerd hebben,
zijn er wat afgevallen. We zijn een demo
cratische beweging. Iedere groep heeft zijn
afgevaardigden. Het zijn niet alleen maar
gezelligheidsclubjes. We hebben een geza
menlijk doel en dat kan alleen maar met-
veel activiteit, van ieder lid afzonderlijk,
worden bereikt.
Basis voor vrede
Ongeveer 105.000 mensen hebben de ver
klaring Toewijding aan Vrede getekend.-
Meer dan 300.000 lopen mee in vredesmar
sen, 7000 mensen werken ongeveer een
keer per 14 dagen voor de organisatie, 500
mensen een paar keer per week en 30
iedere dag. Daarbij staan ontzettend veel
mensen achter ons, maar om de een of
andere reden hebben zij niet getekend of
verzetten zij geen werk. Als we op deze
manier doorgaan, zal binnen een paar jaar
de dag komen dat misschien 600.000 of
800.000 mensen achter ons staan en in
groepjes opereren. Als dat gebeurt hebben
wij definitief de basis gelegd voor een
blijvende vrede in Noord-Ierland. Maar het
is een helse taak en als het lukt, krijgen
we hier nog een betere democratie dan in
de rest van Europa".
Ciaran MacKeown heeft de strategie voor
vrede zelf uitgestippeld. Hij geeft onmid
dellijk toe dat zijn beweging wel degelijk
politiek werk doet. En zegt: Wij hergroepe
ren de mensen, wij bouwen op een volko
men nieuwe democratiche wijze aan een
andere maatschappij. Wat wij doen, is
helemaal teruggegaan en bij het begin
beginnen. Wij bouwen van onderen op aan
de vrede in het nog gewelddadige Noord-
Ierland. Alle conventionele politieke me
thoden hebben gefaald. In Noord-Ierland
is de onderlinge verdeeldheid zo diep ge
worteld in kleine divisies bij protestanten,
katholieken, republikeinen en royalisten,
dat een radicale, geweldloze benadering
noodzakelijk is. De tijd zal ons leren of
we succes hebben.
Geweld is vulgair
Ciaran Mac Keown heeft tot nu toe het
gelijk aan zijn zijde. Maar de extremisti
sche groepjes in Noord-Ierland en zelfs
politieke groeperingen laten zich niet zo
gemakkelijk in de hoek dringen. Ciaran:
Natuurlijk worden we bedreigd, ook wel
geschopt en geslagen. Iets ernstigs is nog
niet gebeurd. Ik moet het afkloppen, maar
de kritiek is niet altijd terecht. Men zegt
dat we vrede tot elke prijs willen, vrede
zonder aan politieke oplossingen te den
ken. Nee, we willen eerst vrede, eerst
geweldloos met elkaar leren omgaan en
dan pas andere oplossingen. Ook nu al
hebben we speciale groepen, die zich bezig
houden met de gevangene. We helpen ge
vangenen die uit de gevangenis komen, we
helpen ook mensen die uit hun para-mili
taire organisatie willen vluchten. Het zijn
beroerde taken. Maar we weten waarvoor
we gekozen hebben. Het geweid is afgeno
men. Maar echte vrede in Noord-Ierland
maken wij niet meer mee. Dat duurt nog
twee generaties.
In ons land hebben we nog altijd meer
helden met een. geweer dan helden van
geweldloosheid. Wij moeten een nieuwe
richting op, wij moeten de mensen ervan
doordringen dat geweld eerder vulgair is
en laf, dan nobel en glorieus. Ik ben ervan
overtuigd, dat we in de goede richting
werken. Een van onze plannen is om in
1979 een conferentie te beleggen over de
mogelijkheid van een definitief geweldloos
alternatief voor de hele mensheid. Als dat
lukt, is ons werk een groot succes. Lukt
het niet, dan hebben we toch gefaald.
LEON VANKAN