Nu sijt wellecome DENKEND AAN NAZARETH man, die de streekt kent als zijn te dampen. Dan komt de kistenmaker ?rsenci kzak, had mij verzekerd, dat het handen en hout tekort." zen po ide markt in Gent nog slechts Aan Rogge heb ik eerder gevraagd, of tig minuten rijden was om in Naza- hij me het centrum te komen. Zo vlak vóór Kerstmis laten ananei aal di deze Verdt ie ue commerce van oeruia neooen oe roio s van oe KaartKampioenen een ereplaats boven de lambnzering gekregen, in met opgeschoren nekken en met de gekende armoe van Nazareth in de poriën". hoofdstuk Heilige dlk' ift kwam ik ?t sui ens ge naam met de stad Gent de cr1n. Ook maakt hillen -issel ïaan s kan len in apostel g van de dor- Zwijnaarde, Pinte, Zever de A14, die zijn dorp kon i. Hij keek me talmend aan en zijn mededeling eerder ingegeven zei tenslotte: „Maar ge zijt reeds in het een indrukwekkend groot geloof centrum. Hier, rondom de kerk is het door enig benul van afstanden, centrum van Nazareth.. Nu ge het me bij het naslaan van het desbetref- zo op de man af vraagt, moet ik toege ven, dat we cr 'n wansmakelijke boel van gemaakt hebben. Het is ei genlijk niks hè. Helemaal niks. Verdomd"; Als hij nogmaals zijn blik heeft laten dwalen over het plein, langs de winkel en de kroeg van Damberd, zegt hij: fillen het kerk hof kan er mee door. Daarmee slaat ons dorp geen gek figuur. het Vlaamse Naza/eth hebben os e,i ezel i En het is nog te voor de auto klein ook. Om de twintig, vijf en twintig jaar wor den alle graven omgespit, want ze staan te dringen bij het hek". In de kroeg van Zwarte Lola, be zijden het raad huis, drinken we samen ons ver driet weg. De lui ken zaten welis waar voor de deur en de ramen, maar Bertila Die- ricks heeft de rof fel van het dorstig raadslid herkend en ontsluit schie lijk haar drenk plaats. vat zal ze op de. tijden, die haar conveniëren, nog volhouden tot 1 januari 1978. Dan gaat voor goed de knip op Café De Commer- ■h staat Nazareth nu duidelijk op te. waar ze geheel in de geest van het .JhUngaanwijzers, die ik passeer, bijbelse Nazareth gedurende meer dan ter De Pinte", dat waarschijnlijk 25 jaar de dorstigen gelaafd en ver- het' oog op het naderend carnaval kwikt heelt. In die periode heeft ze de kilometer verderop moet liggen in geplaatste verteringen nauwgezet bijge- rijkelijk ingevochten pastorale van houden op de toog, waarvan de boven- „■se berusting en grootscheeps toren- kant een grote, grijze lei is. Op die vertoon. Tijden lang rijd ik door een manier stonden de klanten hun leven landschap, waarin de menselijke lang bij haar in het krijt, having gerooid lijkt En dan opeens Bertila zeil had de deur van het twee mjj trou verwacht je knotwilgen weilanden, blaarkop- ze hoofdschuddend, „het is mijn hart, dat er niet langer tegenop kan. Na elke raadszitting slaat het steeds harder en dansen de sterren voor mijn ogen. Ik Kruif is een hele beste", stelt hij vast, „en al zijn liedjes waren puntgaaf, met een voorzang, een middenzang en een eindzang op zijn Vlaams. Elk liedje iir arhter ppr flauwe krommins od eeuwen oude café graag nog wat langer heb spijt meneer, veel spijt, dat ik hier moet eindigen op „sjuskewiet". Dat is i J— Ui.t'nA^n Uoo/t U(f mnof hot ,*e Porie ..ril Tiillnn .mm rJ a Lon/J Don annV# J ,'o weg moet. Maar het is Gods wil, zullen we maar denken. Deken Rijkaard zei het ook: „vrouw Bertila", heeft hij ge zegd, „ge moet in dit donkere uur sterk zijn." Ze tapt nogmaals een blonde pils met prachtmanchet en zet het glas zuchtend op de lei. Ze zal haar oude vrienden straks elke minuut missen: de mannen van hiernaast, die het dorp besturen, burgemeester Jules Boschem en zijn Schepenen, de 7 leden van de C.V.P., de 7 leden van Gemeentebelangen en de 5 liberalen. En alle matadoren, die bij haar hun kaarten hebben geschud. Foto's van de kampioenen hangen nog steeds boven de lambrizering: mannen met opgeschoren nekken en met de gekende armoe van Nazareth in de poriën. „Ik weet kweet niet, of ik er goed aan doe om de zaak te sluiten", roept Bertilla, „ik weet het niet. Mijn hart slaat over en dat is niet plesant. Maar straks breekt het misschien en dan kunnen ze me naar de overkant dragen." Verderop, aan het einde van de Drap- straat laat Maurice Mestdach tegen de avond de vink zien, die hem met stra lend gekwinkeleer heeft geholpen aan de felbegeerde titel „Koning der Vin- kenzetters 1977". Temidden van 239 ge vederde vrienden, die lustig hun deun tjes schuifelden, zag zijn vink kans om gedurende één uur 2227 verschillende wijsjes te fluiten en. daarmee zette hij de kroon op het trainingswerk van Maurice. „Vinken zetten", legt de ko ning ut, „is bij ons in Vlaanderen een geweldige sport. Het hele jaar werken we naar de wedstrijden toe. Je probeert je zo goed mogelijk voor te bereiden, je geeft het vogelke goed eten en een beste kooi. Maar dan nog is het een gok, want een vink is geen machienke, maar een beest. En dat vogelke heeft er geen weet van, dat ik naast zijn kooi sta te sterven van de angst. Gelukkig ging het deze keer goed en had ie er zin in, toen de jury voor zijn huiske kwam. Maar voor hetzelfde geld houdt hij op zo'n ogenblik zijn bek." De secretaris van de Vinkenvereniging van Nazareth, Marcel Schiettekatte, is ook naar het stamcafé gekomen om tekst en uitleg te geven. Hij wijst aller eerst op de vink, luisterend naar de naam Kruif, die dit jaar met 4472 lied jes kampioen is geworden. Dat aantal "1 Ah a hee{t neSen zittingen bij elkaar -erjfe 's sïust ze& Mi- -men sterft In het hart van Nazareth staat de kerk, een geschuifeld, dit in tegenstelling tot de "w met grote voortvarendheid. En wansmakelijk bouwsel, dat niet dètoneert koningsvink van Maurict, die zijn 2227 vooral in de winter, als het land begint bij de overige bebouwing in het centrum, beurten in één dag volmaakte. „Ja, verzameling bizarre bouwsels, irin uitverkoren Vlamingen hun rijk- alleen hebben. De één heeft zijn. ten belegd in een moskee, die oog- blindend wit tussen de vliegdennen rt; zijn buurman heeft zich ver- anst in een tempel van tympanon en t zuilen, die door Deense Doggen en as e' rlijke Afghanen met gestrekte ach- n kc wot gegroet worden. Ave, gij Bel- zacht(jje frjer bij knapperend haardvuur 0 ove verwarmd buitenbad zijn neergestre- lter f i. En terecht, want wie goed boert, uitg< >rt thuis op de plattegrond van e bla landeren. te li zareth zelf mag zich trouwens ook le s( heugen in de belangstelling van vele 11 ov. delingen, die hun holle herenhuizen r0' Gent geruild hebben voor een optrek 1 een lt ejgen erf op (je schrale zandgrond. met |3r ajs fa de dorpskom nader blijven -"tig onzichtbaar en ligt Nazareth er bij )r in de dagen, toen grauwe armoe de k°ï luren van het decor bepaalde. Motre- :1K n heeft de kasseien zorgvuldig inge- net t en het Christusbeeld rechts van het °y d naar de kerk heeft op zijn betonnen lf ante] donkere zweetplekken. de sokkel worden de mannen ge- lemd, die op een oktoberdag in 1918 I or j de Edemolen op de romeinse heir- le lan naar Oudenaerde in een Duitse i nderJaag liepen en sneuvelden, voor- it ze de vijand gezien hadden. n Kcfet staat' er in huilende letters: zij bben vol liefde voor het land gege- ïi, zij ridders van het recht hun jeug- ig leven, hun naam en daad, die het ten !wejd dierf tarten, were voor eeuwig iprent in onze harten." De namen vind aan weerszijden van de verlepte e w rans met de Belgische driekleur. V.d. eede, Adolf, sergeant-majoor. Kamile je Frez, August Coorevits, Gentiel Ghe- jpière.Remi Chusseünck e naam van Jezus van Nazareth ont- 'jn. reekt en bij navraag op het Gemeente- 1 ko ais in de Drapstraat blijkt, dat hij in ou ft register niet voorkomt. Ik waag nog lenJn poging op de begraafplaats, die de erk aan drie kanten heeft ingesloten. hare laar ook in die binnenzee van zerken 1 u ind ik zijn naam niet terug. Wel tel wc t negen vers gedolven graven, die be- iani ëkt zijn met kransen en bloemen, die ieel og ruiken naar het leven, epet legen doden in zo korte tijd. „Is dat t en liet opmerkelijk veel voor een dorp met üten >600 inwoners?", vraag ik aan René ieï logge, voorschrift van de bond. Een vink, die dat niet doet en vals schuifelt, die noe men wij een Waal. Un Wallon. AHA". Secretaris Schiettekatte draait zich ter stond om en wist zich de tranen uit de ogen. Meer is er eigenlijk niet te melden over Nazareth, dat zijn naam te danken heeft aan de povere grond, die de boeren nauwelijks een bestaan bood. „Toen onze voorvaderen een naam voor dit dorp zochten", veronderstelt Rogge, „hebben ze waarschijnlijk de bijbel er op nageslagen en gelezen, dat het in Nazareth ook geen vetpot was.' Zodoen de". Toch heeft de hemel kennelijk een zwak voor het dorp, want het is één van de weinige gemeenten op aarde, die in zijn historie een mirakel beleefd heeft Daarvoor moet je wel ver terug gaan, maar het wonder is toch maar geschied. Een koopman, die in de dichte bossen van Oost-Vlaanderen verdwaald was beloofde handenwringend aan de Heili ge Maagd Maria, dat hij een kerk voor Haar zou laten bouwen, wanneer ze hem door de bomen een uitweg zou wijzen. Toen zijn smeekbede per keren de post verhoord was, ging hij gelijk aan de slag. Maar telkens, als hij terug keerde op de plaats, waar hij de bouw materialen de avond tevoren had ach tergelaten, bleek, dat de hele handel enkele honderden meters na ar het noorden verplaatst was. Dat herhaalde zich vele malen, totdat de plek bereikt was, die nu het centrum van Nazareth is. Toen was het hout uitgewerkt en kon met de bouw van de kerk worden be gonnen. Dit wonderlijke verhaal bracht prompt een stroom van pelgrims in beweging, die van heinde en verre naar Nazareth trokken om de Maagd te aanbidden, die zo duidelijk had laten blijken, aan wel ke plek in Vlaanderen zij de voorkeur gaf om te worden vereerd. Rogge heeft die tijd niet meer meege maakt, wat hij spijtig vindt, want „Na zareth kan best wat spektakel gebrui ken. Er gebeurt hier nou ook werkelijk geen malle moer". Helaas, de devotie is in de loop der jaren verdampt en ingedikt tot één jaar lijkse ommegang in december. Dan gaat men in een winternacht weer op zoek naar het oude mystent en danst het kaarslicht door de Drapstraat en over het kerkhof Toch ligt Nazareth de volgende morgen nog steeas vierduizend kilometer van Jeruzalem. LEO THURING In de eerste adventsweek ontbreekt het de reizi ger in hotel Atlantis op Tenerife aan niets. Naar adem happende vogelbloeroen (strelitzia's) staan als welkomstgroet in kamer 918. Toch is deze reiziger nog maar een voorbode. Reikhalzend wordt al uitgezien naar de stille en heilige nacht van kerstmis, die zoveel volkeren op het Westelijk halfrond in beroering brengt Honderdduizenden Amerikanen en Europeanen pakken hun koffers, om de aanbidding van het Kind te gaan combine ren met een zorgeloze vakantie. Het tot de Canarische archipel behorende Tenerife haakt fp-etig in op deze reisdrift. De feestdagen veroorzaken daar een ongekende explosie in het toerisme. Het.Nu sijt Wellecome" geldt niet alleen de Verlosser, maar het wordt ook toegezongen aan drommen vakantiegangers. In een toeristencentrum als Puerto de la Cruz blijft rond kerstmis en nieuwjaar geen van de 50.000 logeerbedden onbeslapen. Op zo'n vier graden ten noorden van de kreefts keerkring is, door vulkanische uitbarstingen, een paradijs aan de oceaan ont stegen, waar de zon en de zee van onze dichter Mars man nog altijd bliksemend openspringen. Dit paradijs bestaat uit zeven eilanden, die al van oudsher „de ge lukzaligen" worden ge noemd, dank zij de bloe menweelde, de eeuwige len te en de zonneschijn. Tene rife is het grootste en aan natuurschoon het rijkste van de zeven. Geografisch horen de Canarische Eilan den bij Afrika, maar zij zijn niettemin Spaans. Tenerife is gul met aanbie dingen ter verstrooiing van de gasten. Wie er kerstfeest viert kan, naar keuze, een ezeltje of een kameel berij den. Het behoort evenzeer tot de mogelijkheden om haaievisser te worden of om met een piratenschip ter zeiltocht te gaan. Alles is dus mogelijk, met uitzondering van knus bij een zijn rond de kerst boom. In deze stortvloed van profaan vermaak heeft men wel enige moeite met de boodschap des heils. Toch worden die ook ruimschoots verkondigd. Zij die er behoefte aan hebben om een zekere wijding te ondergaan, kunnen terecht in basilieken en kathedralen vol heiligenbeelden of in hotelzalen, waar gemediteerd wordt. Maar er is niets meer, dat nog herinnert aan de grootste ramp in de geschiedenis van de lucht vaart. Niemand spreekt meer over deze zwarte zondag van de 27e maart, hoewel nog geen jaar geleden in een klap 582 mensen zijn omgekomen. Sin Retomo De zon gaat op en onder boven een speeltuin in de Atlantische Oceaan, door zeelieden in de oud heid beschreven als „La Isla Sin Retorno", ofwel het eiland zonder terugkeer. 'De Avenida del Generalisimo Franco is een fla- neerstraat in de hotelwijk. Landgenoot Guus Berck exploiteert er een spelonkachtige eetgele genheid onder de naam „Bohemia". Wie de trap pen afdaalt deinst wellicht terug, maar vluchten is niet meer mogelijk. De smurfen, die men dacht te hebben ontlopen springen met hun gekwaak de toerist tegemoet. Nederlanders hebben deze zin gende vorsen ingeblikt mee op reis genomen voor de gewenste couleur locale. De waard vertelt met gepaste trots dat hij zojuist zangeres Astrid Nijgh en haar gevolg van een frisse dronk voorzien heeft. Zij zorgde voor enter tainment aan boord van het cruiseschip Black Prince, waarmee talloze landgenoten Tenerife aan doen voor het maken van excursies. Het is duidelijk: Holland spreekt een woordje mee in de ontwikkeling van het toerisme op de eilan dengroep. Kerstdiners raison van 1500 peseta's met Canarische volksmuziek en andere zaken, staan de gasten te wachten. Als de legioenen eenmaal een nieuw reisdoel hebben ontdekt dat aan al hun wensen tegemoet komt, kan bijwijze van spreken geen macht ter wereld hen tegenhou den. Terwijl de geraamten van de twee Boeings nog op het vliegveld lagen, kregen de reisbureaus Hoe blikt een eiland, waar zich op 27 maart de grootste ramp in de geschiede nis van de luchtvaart voltrokken heeft terug op het jaar 1977? Een van onze redacteuren vloog, om op deze vraag antwoord te krijgen, naar Tenerife, waar de startbaan van het vliegveld „Los Rodeos" perfect is gere pareerd. Het nieuwe asfalt is het enige dat nog aan de ramp herinnert. Een subtropisch eiland bereidt zich voor op de viering van kerstmis en oud en nieuw met volledige bezetting. Het toe risme bloeit er als nooit tevoren in een paradijselijke omgeving. Het vliegveld van Tenerife met de oude verkeerstoren al telefoontjes te verwerken van mensen, die ge hoopt hadden dat andere vakantiegangers hun reis geannuleerd zouden hebben. De ramp op Tenerife is een toets geworden voor de vraag of dergelijke verschrikkingen het toeris me een halt kunnen toeroepen, al is het dan maar 'tijdelijk. Deze vraag moet ontkennend beantwoord worden. Van stagnatie schijnt alleen sprake te zijn als concreet aanwijsbare factoren, zoals levensge vaar, molestaties of ander ongerief, de toerist gaan bedreigen. Het leven gaat dus gewoon verder, zoals voor de miljoenen iedere dag rustig in hun auto stappen, hoewel er jaarlijks vele duizenden in het verkeer omkomen. Nachtclub Tenerife telt zo'n acht zoet- en zoutwaterzwemba den en kunstmatige eilanden. Hier zullen duizen den mensen hun kerstdagen in de zon doorbren gen onder uit Afrika ingevoerde palmen en op kunstmatige zandstrandjes. Surrealistische bed dingen met brokken lava en rolstenen geven be schutting tegen de wind. Kort na de ramp met de Boeings is de zoveelste fase van dit San Telmoparadijs gereed gekomen en feestelijk ingewijd: een kunstmatige meer met als middelpunt een café-restaurant in Spaanse stijl, bereikbaar via bruggen die krom staan van de rusticiteit. Diep onder de gebouwen is een nog niet geheel afgewerkte nachtclub. Wanden, tapijten, plafonds en door een futurist ontworpen stoelen, die als voorhistorische dieren op de vlakte samenscholen, alles uitgevoerd in het zwartste zwart dat maar voorhanden is. Het lijkt allemaal op een chapelle ardente van ongekende afmetingen, die meer neer slachtigheid opwekt dan welke rouwkamer ook. Het ligt in de bedoeling, om hier zo spoedig mogelijk de eerste flamenco-dansgroepen te laten optreden en het bezoek aan deze nachtclub te verheffen tot een topattractie van .ia Isla Sin Retorno". Leo J. Leeuwis

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 33