Prinsendam brengt exotische horizonten spelevarend kiezelstenen De Sporaden, wondermooie van de Griekse goden handbereik onder Voor meer gedetailleerde gegevens (het gevarieerde aanbod In reizen en trips, de kosten van vervoer en verblijf, etc) kan men terecht bij het Grieks Verkeersbureau, Leldsestraat 13, Amsterdam. Tel. 020-254212. Zodra de „Prinsendam" voor anker Is gegaan voor zijn volgende stop op een droomcrulse in de Indonesische archipel, schieten van alle kanten de prauwen toe met kooplieden, die hun souvenirs via over boord gegooide lijnen trachten te slijten. de hongerige vogels, die kamikaze-raids uitvoeren op de schuimkoppen. Op zulke momenten weet je zeker, dat het trotse motorschip „Prinsendam" het allerbeste met je voor heeft. Prinsendam is een dansante dame, die in haar zwart-witte pop-art baljurk de zilte show moeiteloos steelt. Terwijl ze tevreden een pijpje rookt steekt ze haar hollandse neus in de golven en wiegt ze neuriënd haar gestabiliseerde heupen in driekwartsmaat. „Prinsendam", jongste telg van de roemruchte HAL-familie, is betoverend, geheimzinnig en warmbloedig tegelijk. Je ontdekt aan haar ook steeds nieuwe dingen, want ze is en blijft een dame met verrassingen. Na een dag dring je pas door tot haar hartkamer, die gevuld is met amoreuze schimmen. Ze maken hun nachtronde over de dans vloer van de Prinsenclub en bekwamen zich met succes in het liplezen. In de uren ervóór hebben ze elkaar in het Lido of bij het zwembad op het bovendek voor het eerst gezien en ontdekt, dat ze bij elkaar passen als de pot en de deksel. Thuis zouden ze elkaar zwijgend negeren, maar eenmaal buitengaats met het tropenparfum om zich heen zijn ze opeens vervuld van een wilde verbroederingsdrang. De zeelucht blijkt een excellente geleider te zijn voor menselijke gevoelens. Wijze dame En „Prinsendam" ziet dat het goed is. Ze is een wijze dame, die kan zwijgen als het graf en graag iets door de vingers ziet. Ze knipt ook graag een patrij spoortje dicht, als iemand na een urenlange meditatie aan de bar in de Prinsenclub minder stuurvast over het promenade dek wandelt. Ze weet immers, dat de beste stuurlui van de Verkeerspolitie met hun blaas pijpen aan de wal staan. „Prinsendam" is trouwens een dame. die weet, wat een verwende toerist toekomt. Ze vult zijn avonden met muziek en schildert zijn hemel vol sterren, zodat hij een passend decor heeft voor zijn handel en wandel. Ze zorgt tevens, dat hij bij elke hoek een drinkplaats vindt, want de zee maakt dorstig en lessen is nog altijd het beste. Ze stuurt ook de kapitein op zijn pad en laat hem over de brug komen. En de hotelmana ger speelt driemaal per dag het gezelschapsspel „tafeltje-dek-je" in de eerste klas eetzaal of boven in het Lido en tovert daar een smeuiïg luilekkerland uit de scheepsingewanden. Ze laat daarna de zon in de zee zakken, waarbij de gast ontdekt, dat het verschil tussen dag en nacht buiten de territoriale wateren een stuk aangrijpender is dan op de vaste wal. Ontdekkingsreiziger Elk uur van de dag waan je je een ontdekkingsreiziger, die onbekende verten in zijn kijker ziet verschijnen. Land in zicht. De sterren hebben je wederom op het goede spoor gezet. Als je later de wal opklimt, blijft „Prinsendam" achter. Ze blijft op je wachten, want ze is een trouwe minnares, die zorgt, dat het eten op tafel staat, als je weer thuis komt. Morgen enter je Bali, het groene godeneiland met de tienduizenden hindoe-tempels. En opnieuw zul je verbijsterd ronddwalen in die lusthof, waar mensen hun uren dansend vullen. Nee. zolang de „Prinsendam" er is en de zee. kan het vaderland wachten. Als de kruisvaarder straks thuiskomt, is het vroeg genoeg om je zorgen te maken over de dag van morgen. maal, vertelde ik haar naar waarheid. Na de oorlog had ik hier dienst gedaan op een mijnenveger. Vijf keer per dag voeren we hier heen en weer, tien maanden lang. De oude Grieken hebben deze eilanden nooit vanuit de lucht kunnen bekijken, maar ze kozen wel de juiste naam: de Sporaden, oftewel de Verspreide Eilanden. Toen de goden de wereld maakten hadden ze nog een handjevol prachtige kiezelstenen over, grijs, groen en paars, dus die strooiden ze maar uit over het noordelijk deel van de Egeïsche zee. De Sporaden zijn de meer eenvoudige noordelijke tegenhangers van de Cycladen, in het zuiden, die veel meer in trek zijn. Een van de passagiers vertelde: „Daar hebben ze operaschouwburgen en Turks fruit-fabrieken. Hier hebben ze geiten en ezels". In de meeste reisgidsen komen de Sporaden (nog) niet voor. Verschillende eilanden zijn onbewoond, enkele hebben zelfs geen naam. Daartegenover staat dat een paar weer dezelfde naam hebben: Palaenisi, dat zoveel zeggen wil als oud, of onbruikbaar eiland. Een paar andere eilanden heten Gaidaro, ezel. Toen ik nog op de mijnenveger was, meerden we wel eens aan bij Psara, in een kreek die een heel vreemde naam droeg: „Waar de Turken geland zijn en de bevolking uitgemoord hebben, 1821". We gingen dan zwemmen in de ronde lagunes met een nauwe uitmonding naar de zee, die, ook al weer zo'n mooie naam dragen: Tigani, oftewel de koekepan. Alleen al vanwege die onschuldige namen kan je hopeloos en voor altijd verliefd worden op de Sporaden. Vanuit de lucht leek de 9tad Skyr'os op een stapeltje roomtaarten met chocola die uit een bakkerskar gevallen zijn. Die chocola, dat zijn de piepkleine groentetuinen die veel mensen hebben op het dak van hun al even kleine huisjes, kubussen eigenlijk, met maar een kamer. En zo'n tuin is dan het enige stukje vlakke grond dat je als eilandbewoner je eigendom kan noemen. In de paar seconden die we er over deden om over de stad te vliegen bestudeerde ik de kronkelende paden en probeerde de herberg te onderscheiden waar ik ooit geslapen had. „Daar een sofa", bedacht ik mijmerend", vóór een Turks kleed, en vlakbij de plank met de twee gele vazen.Elke morgen werd je gewekt door de balkende ezels, een heel apart deemoedig geluid. De ezels van Skyros zijn ongeveer zo groot als Shetland ponies. Vier uur reizen op zo'n ezel (dat klinkt veel mooier dan het was, meestal liep je naast het arme beest en hielp je hem over de ruwe stenen) en je was bij de Trebuki Baai, een hele mooie „tigani", een prachtige koekepan met wel drie „handvaten" naar de zee. Vandaar waarschijnlijk de naam, Trebuki, wat een verbastering zou zijn van „Trois Bouches" (drie monden). Er groeide daar salie, tijm, rosemarijn en seringen langs het strand, erg dicht en het prikte enorm aan je voeten. Als je daar moedig doorheen liep, en de bijen van je afsloeg, kwam je bij de droge bedding van een bergstroompje. Er stonden daar olijfbomen, en daar was ook het graf van de Engelse schrijver Rupert Brooke. De grafsteen van Brooke ziet nog steeds uit over de warme turquoise lagune, zoals men zegt. „een grote spiegel van zijn wanhoop". In de lente is de open ruimte rond het graf dichtbegroeid met lage heesters en heide, met hier en daar wat papavers. „Oorlog is best leuk", schreef Brooke in april 1915, toen de Engelse vloot oprukte naar de Dardanelles Brook wist toen niet dat zijn doodvonnis al getekend was, in Port Said, door een muskiet. Toen zijn troepenschip in Trebuki lag stierf Brooke aan bloedvergiftiging. Het was Sint Jorisdag, de beschermheilige van Engeland, en Churchill zette de oorlog stil voor een dag, zodat Brooke op het eiland begraven kon worden. Een Engelse torpedojager bracht later planten van het graf van een andere schrijver, Byron, die bij Mossolonghi begraven ligt. En nu was ik dus weer terug op de Sporaden. Het waren net oude vrienden, die ik een hele tijd niet had gezien. Sommige van hen waren onherkenbaar veranderd, andere zagen er nog precies zo uit als vroeger. Skiathos. bijvoorbeeld, heeft tegenwoordig een vliegveld en een jachthaven. Alonissos maakt nog net zo'n ruige indruk als vroeger, hoewel er een leuk klein hotel achter het bos is gebouwd, en een pier met een uitkijkpost voor pedaalboten. Skopelos was eens geisoleerd van de rest van de wereld. Nu kan je er van alles kopen, en de herberg waar gele weekdieren op het menu staan (test: pers wat citroensap er over uit, als ze ineenkrimpen zijn ze eetbaar) hangt tegenwoordig een advertentie van Rent-a-Car Er is ook een geasfalteerde weg die de twee uiteinden van Skopelos met elkaar verbindt. Het uitzicht langs de weg is prachtig, soms zie je een glimp van de Oude Wereld: de wijn-donkere zee, het glanzende gebladerte, het paarse voorgebergte. Psara is nog zoals vroeger. Geen wegen, geen serieuze poging tot herbevolking sinds de Turken de bevolking over de kling joegen. Een oude inwoner van Psara, die boten verhuurt, bracht ons naar een bron in de bergen, „de tranen van een meisje dat gesnapt werd toen ze op zondag haar kudde Op Bali, het godeneiland en hoogtepunt van de crulso, worden de kruisvaarders In de haven verwelkomd door danseressen, die geurende bloemslingers aanbieden. Een cruise. Ja, dat is gelijk andere reiskoek. Dat heeft niks meer te maken met al die andere, verdrietige vormen van vervoer, waarmee de logge, met handen en voeten aan de aarde gebonden mens zich in zijn vakantie verplaatst Neem alleen maar het vertrek van een schip en vergelijk dat met de wijze, waarop reizigers via spoorwegstations, vliegvelden en autowegen gedeporteerd worden. Zeg nou zelf: dat heeft toch niets met elkaar te maken. Het vertrek van de „Prinsendam" bijvoorbeeld is elke keer opnieuw een dramati sche handeling, waarbij de banden met de vaste wal uiterst omzichtig verbroken worden. Op die manier krijg je tenminste nog de tijd om aan je kortstondige droom te wennen, om voorzichtig in te spelen op de verrukkingen, die achter de horizon op je wach ten. Na een perfecte vlucht aan boord van een DC 10 van Garuda, het Indonesisch toele veringsbedrijf. dat zoveel Oosters parfum over zijn luchtbruggen sprenkelt, sta je dan eindelijk aan de railing en zie je, hoe de kleine reus zich statig loswrikt van de vaste aardkorst. Hoog boven de kade wuif je minzaam naar de achterblijvers, naar de Kniertjes die zwaaien met handtassen en een laatste groet schreeuwen. Het is een koninklijk vaarwel aan een bedwinger in spè van lauwe wereldzeeën. Later, in het midden van de stroom - de vrienden én haastig gemaakte vriendinnen uit Singapore zijn dan al inktspat- ten in de kantlijn geworden - pak je je zakdoek en geef je nog een laatste levensteken. Het symboliseert gelijk je onvoor waardelijke overgave aan de elementen. Er is geen weg terug meer. Het vertrek is onherroepelijk geworden. Die wetenschap heeft op de reiziger een bevrijdende uitwerk ing. Terwijl Singapore met zijn glinsterende tempeldaken, weelderige botanische tuinen en betonnen prestige-objecten voorzichtig door de schemering wordt uitgegumd, weet je, dat nu geen mens meer bij je aan boord kan komen met een opdracht of een verplichte visite. Je hebt je zorgen één voor èén laten varen en niet langer ben je onderworpen aan de zwaartekracht van een acht-urige werkdag. Zo begin je aan je ontdekkings tocht door de nieuwe wereld, die op je wacht in een zee vol betoverende mogelijkheden. Straks zul je ze enteren, dp parels uit de gordel van Sma ragd, waarvan je de namen eens tijdens een proefwerk aardrijkskunde van je knie hebt gespiekt. Eerst Penang op Malakka. Morgen al, in de zinderende tropenmiddag zullen de groene heuvels van dit eiland op de horizon zichtbaar worden. Later zul je vanuit George Town het spoor van de Engelse houwdegen, kapitein Light volgen, die Penang in 1786 ontdekte. Langs de kust - ik dacht, dat mijn strand wit was, maar nu ik het uwe zie- klim je op naar China Town, een kleurige wirwar van kramen, keukens en kapellen met vuurspuwende draken op de daklijsten. Je staat oog in oog met de leunende Boedha, een kingsize monument, in grootte het derde Boedha-beeld ter wereld. En voordat je weer aan boord gaat laat je de apen in Waterfall Gardens nog snel de smakelijke restanten van je meegenomen scheepslunch uit de hand eten. Dia's uit dromen Zo worden de dia's uit je dromen dag na dag werkelijk heid: morgen Belawan op Sumatra, de grote broer in het Indonesische eilandenrijk, die geen dekblad voor de mond neemt. Ver weg in de wolkenlo De ètewardess had haar aankondigingen gedaan In het Grieks en ging daarna naast mij zitten. Ik was de enige buitenlander In het vliegtuig. „Zit u vast", vroeg ze, „met de gordel der zekerheid?" Pardon? Oh, de veiligheidsriem. Haar uniform was ongewoon modieus, precies de kleur van de turquoise zee. Dat vertelde Ik haar ook, maar Ik geloof niet dat ze me helemaal begreep. „In de lente kent de wind veel onstuimigheid", ging ze verder, „het Is do Euroclydon, de wind die de vijgeboom beroert" Ze kon niet ouder zijn dan negentien, maar ze sprak regelrecht uit de Openbaring. „Het eiland daar verder op is Skyros", legde ze uit. „En daar links, dat is Psara. Bent u ooit eerder langs de Sporaden geweest?" Twaalfhonderdzestig hoedde". Terwijl we omhoog klommen op weg naar de bron praatte hij met iemand op een verre heuvel, die ik zien noch horen kon. „Hij moet wel 5 kilometer ver weg zijn?" „Ja, hij is nogal ver, hij was nauwelijks hoorbaar en nu is hij helemaal te ver weg". Wanneer u ook naar Psara gaat zult u hem zeker tegenkomen, deze woeste, onverzorgde man, met een baard als punaises, en zijn pet vol madeliefjes en wilde orchideeën. Hij kijkt al uit als u aankomt, want elke nieuweling is een gebeurtenis, mannen krijgen meteen een thuisgerolde sigaar tussen de lippen geduwd. Bij het vertrek wordt u stevig in de armen genomen en hij zoent verschillende malen, alsof u een geliefd kind bent dat weg gaat. De kussen komen aan als klappen met een metalen schrobber. Leslie Gardiner „Prinsendam", voor anker in de schaduw van de altijd groene bergen van Ball. ze lucht zie je de rookpluimen van de vulkanen Sibayak en Sinabung: twee begenadigde rommelaars, die nu in de W.W. lopen, maar elk moment weer aan de slag kunnen gaan. De kleuren zijn transparant en het lijkt, alsof de schepper voor dit stuk van de wereld alleen gebruik heeft gemaakt van waterverf. Op de stranden maken de palmen toilet vóór de zeespiegel, die werkelijk zo blauw is als de doorgaans bedriegelijke folders der touro perators suggereren. Daarachter word je gelijk gevangen in een lasso van serpentinewegen, die je meesleuren naar het Toba- meer, een regenmeer van negentig kilometer lang en vijfhonderd meter diep op ruim negenhonderd meter boven Amsterdams Peil. Stugge baardgroei Dit is het stille rijk van de Bataks, een jungle met een stugge baardgroei van lianen en palmen en daartussen de terrasvormige rijstvelden vol glinsterende beken, zwoegende vrouwen en karbouwen. Je drinkt kokosmelk onder een hoornvormig puntdak, dat bekroond wordt door een in hout gekerfde buffel, je blijft plakken bij de stroperige latex, die op de immense rubberplan tages uit gapende boomwonden lekt. Hoogezand, Sappemeer en Zuidbroek, de opstoppingen bij het Verkeersplein Oude Rijn en het naderend lagedrukgebied vanuit Ierland en Schotland ruil je op dat moment volgaarne in voor een stuk natuur, dat je uitgestorven waande. In het Batakdorp Lingga zie je 's - avonds schimmen dansen op het plein, de gaslantaarns snorren behaagelijk als katten in hun eerste slaap, de graftom bes van ontslapen stamhoofden lijken in de nacht op klimheu- vels in een speeltuin. Zwerftocht Als de ochtend de inkt van het duister heeft opgelost gaat je zwerftocht verder door het vergeten paradijs naar Sibolga, eens een welriekende pleister plaats voor specerijenhandela ren, maar in de loop der eeuwen vredig weggesukkeld in de slaap van een zalig niets doen. Met een verrekijker en een klare oogopslag kun je vandaar het eiland Nias vermoe den, dat tot nog toe is kunnen ontkomen aan de bulldozer van ide moderne beschaving. Nias, vele malen bestormd, maar nooit veroverd, koestert zijn isolement als een schatgra ver. Zijn huid is te pokdalig om vliegtuigen een veilige landing te garanderen en alleen de kleinste vissersboten zien kans om via grillige rotshavens vat te krijgen op de Niassers, trotse rijstboeren, die zich verschanst hebben in de bergdorpen Ohahili en Bawömaraluo. De volgende pleisterplaats is Jakarta, eens onder de naam Batavia een kneuterige provin ciestad met 500.000 blanke landverhuizers en Javanen; nu een broeikas, waarin vier miljoen zwetende stervelingen zich van de aarde verdringen. Eeuwen terug had de Oost-Indi sche Compagnie hier haar thuishaven in het grote kolonia le rijk en keken de gouverneurs vanonder hun tropenhelm toe, hoe Sarinah haar padi ordente lijk tot bras stampte. Maar inmiddels zijn de rollen omgedraaid en is de overheer ser van toen een graag geziene gast geworden, die op het Merdekaplein bij het 110 meter hoge monument van de bevrij ding naar de gestolde vlam van 42 kilo goud staart en mag mediteren over de tijden van weleer, die voor toean nooit zullen terugkeren. Robinson Crusoë Al die tijd heb je je Robinson Crusoë op een losgeslagen eiland gewaand. In je hut heb je de eerste dag de veerkracht van de matras beproefd en daarna heb je op zee door de patrij spoort naar het absolute niets gekeken. Water, zover het oog reikt, een horizon, die wijkt als een vluchteling en daarboven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 23