Canada geeft Europa de ruimte
Groot aanbod
in reizen
naar nieuw
toéristenland
Voor meer gedetailleerde gevens (het gevarieerde aanbod In
reizen en trips, de kosten van vervoer en verblijf, etc.) kan
men terecht bij het Canadees Verkeersbureau, Laan van
Meerdervoort 96, Den Haag. Tel. 46.44.00.
Europeanen ontvluchten In toenemde mate hun overbevolkt
te werelddeel, om in het land van de onbegrensde ruimten
hun vakantie te gaan doorbrengen. De transatlantische
vluchten naar Canada zijn dankzij goedkope ABC-charters„
lagere Apex-tarleven enz. voor velen betaalbaar geworden.
Nederland staat wat de belangstelling uit ons werelddeel
betreft op de vierde plaats, met thans 80.000 bezoekers
en van de landen bulten Europa levert alleen Japan een
groter contingent toeristen. Afgezien natuurlijk van buurland
V.S., want van daaruit overschrijden Jaarlijks 32 miljoen
mensen de grens met Canada.
Een jaar of vijf geleden was er In ons land vrijwel geen
aanbod in reizen naar Canada met verblljfsarrangementen
enz. Thans Is er keus uit een vijftigtal, gepresenteerd door
veertien reisorganisatoren.
Een verbazingwekkende ontwikkeling dus eigenlijk. Het zijn
niet alleen onze vriendschappelijke betrekkingen met het
land van de Mapleleaf, die tot deze uittocht lelden. Familie
bezoek aan de circa 200.000 Nederlandse emigranten en
hun nazaten Is al lang niet meer de enige drljveer. Evenmin
neemt dit toerisme zo'n grote vlucht, omdat prinses Margriet
in Canada is geboren. Ottawa staat elk voorjaar nog vol
met onze tulpen, ter herinnering aan het feit dat zoveel
Canadezen in onze bevrijding hun aandeel hebben geleverd.
De Nederlandse vakantieganger ervaart dit verleden als een
zekere binding met Canada, maar koopt zijn ticket uit
andere overwegingen. Ruimte, ongerept natuurschoon en
avonturen in de wildernis zijn de belangrijkste elementen
in het reisaanbod, zowel voor groeps-als individuele reizen.
Overland trek-kampeertochten, kanovaarten, avontuurlijke
reizen met een minibus, boerderijvakanties In wlldwestsfeer
en het bevaren van woeste rivieren op een vlot, behoren
tot de mogelijkheden. Maar evenzeer een luxe skisafari In
de Rocky Mountains en rondreizen met tot besluit een sjiek©
cruise, grapjes die Inclusief vliegen op een kleine 5500
gulden komen.
Grote trekpleisters zijn de onafzienbare natuurparken en als
absolute topper onder de te kiezen transportmiddelen fun
geert de kampeerauto of motorhome. Een hele mooie voor
4 tot 6 personen kost per week circa 800 gulden. Deze
camper is hoewel In motels zeer goedkoop overnacht
kan worden ook zeer populair geworden bij de Nederland
se vakantiegangers.
Tot de attracties voor hen die te voet of te paard de wildernis intrekken,
behoort het overnachten in echte „wigwams", zoals deze in hot nationale
park Banff.
Na veel omzwervingen die
telkens een wisselend beeld
hebben opgeleverd, ontdek ik in
Calgary (in Alberta) het ware
gezicht van Canada. Het ziet
grauw van vermoeidheid, wordt
beschaduwd door een hagelwit
te cowboyhoed en behoort toe
aan Doug Johnson, een hoge
functionaris, bezig met de
bevordering van het toerisme.
Ik luister beduusd naar de
welkomstwoorden, die hij naar
Amerikaans recept tussen zijn
tanden stuk bijt. Op dezelfde
wijze verorbert hij de 46 kunst
dinosaurussen en andere
wereldlijke gedrochten, die tot
de bezienswaardigheden van
Calgary's Zoo behoren. Er is
veel nieuws te melden van dit
westelijke front op de prairie.
Binnen tien minuten ben ik op
de hoogte van alles wat in deze
buurt het oog streelt en de
harten sneller doet kloppen.
Doug Johnson personifieert
behendig het karakter van de
provincie Alberta, waar nazaten
van de landverhuizers nu
drommen runderen naar de
abattoirs drijven en olie uit de
grond halen.
Dit is „the living west". Ik zou
liever mijn tong afbijten dan
mijn gastheer krenken met de
opmerking, dat zijn gebied een
sprekende overeenkomst
vertoont met Texas. Veeboeren,
ruiters en oliebaronnen, kau
wend op sigaren, beheersen de
scene, maar Doug voelt zich
wel terdege de Canadees, waar
onze Trees tijdens de bevrijding
zo van overstuur raakte.
Hij draagt cowboylaarzen die
zeer spits toelopen en Buffalo
Billriemen met gespen als
pannekoeken. Als ik op het
punt sta hem bespottelijk te
gaan vinden, lijft hij me pardoes
in bij het gilde van de Calgary
White Hatters. Hij verplicht me
er toe een schertseed af te
leggen, verstrekt een op naam
gestelde oorkonde en zet tot
overmaat van ramp zo'n opzich
tige „ten gallon" hoed op mijn
hoofd. Bovendien moet ik mijn
stropdas verwisselen voor het
ding dat hij ook om zijn nek
heeft, de zogenaamde bolotie;
een koord met ter hoogte van
de borstkas een verschuifbare
penning.
Pas veel later slaag ik er in, me
aan deze show gewonnen te
geven. De supercowboy blijkt,
als hij gewoon doet, best aardig
te zijn en na het tweede biertje
kijk ik niet zonder welgevallen
in de spiegel, omdat tafelgeno
ten mij willen voordragen als
deelnemer aan Calgary's
wereldberoemde rodeoshows,
de stampede's.
Veel gezichten
Het geheim van deze ommekeer
schuilt in de vanzelfsprekend
heid, waarmee Canadezen als
deze Doug Johnson hun rol
spelen. Hij vindt het doodge
woon om zijn gasten met zo'n
misbaar te ontvangen en door
zijn spontaniteit te overrompe
len. Het ligt dus niet aan hem,
als ik later dat gezicht toch
weer zie vervagen, omdat
Canada zovéél gezichten heeft.
Hoewel ik me in dit op één na
grootste land ter wereld de
beperking opleg om alleen de
provincies Alberta en Brits
Columbia te bezoeken, zoek ik
zelfs tevergeefs naar een
gewestelijke identiteit.
Canada bestaat eigenlijk niet.
Van de door wildgroei geken
merkte boomtown Calgary
(tijdens de oliehausse uit de
voegen gebarsten) reis ik naar
een puur Victoriaanse stad. De
toch al zo bleke dames in hotel
„The Empress" zouden terstond
in zwijn vallen, als Doug
Johnson daar zijn one-man-
show kwam opvoeren.
Toch ligt Columbia's hoofdstad
Victoria maar op anderhalf uur
vliegen van dit Canadese Texas.
De salons van „The Empress"
lijken 's middags op een was
senbeeldenmuseum. als voorma
lige kolonels met hunne dames
er de sacrale hightea nuttigen.
En in één van de corridors kijk
ik, aan de grond genageld, naar
een soort schavot met twee
pluche tronen, waarop gentle
men zich, al kranten lezend,
welwillend de schoenen laten
poetsen.
Gelouterd stap ik weer in het
watervliegtuig van Air West, dat
me terugbrengt naar Vancouver,
die kosmopolitische stad
(anderhalf miljoen inwoners)
met één van de grootste
Chinatowns op dit halfrond.
Hier in het zuiden word ik
geconfronteerd met alweer een
ander klimaat, bijna subtropisch
ditmaal, terwijl ik in de noorde
lijke zones van dit westen toch
al heel wat kou heb geleden.
Na dit op zichzelf al immense
gebied tien dagen bereisd te
hebben, zal ik voortaan alleen
maar kunnen aandringen op
"specificatie, bij mensen die met
vakantie „naar Canada" bewe
ren te gaan. Evenmin als
Europa ongeveer even groot
in zo'n bliksemtempo „ge
daan" kan worden is het
mogelijk om dit van oost naar
west 5187 en zuid-noord 4627
kilometer metende land, aldus
te leren kennen.
Canada biedt hen wat zij weer
gaan zoeken: de onafzienbare
ruimte en een individuele
terugkeer tot de natuur. Alles is
In de buurt van Calgary is dit voorbeeld te zien van een sta
wild-west-stadjes van rond de eeuwwisseling, die tegenwoordig bij de
idje uit het verleden, een van de
toeristen zo in trek zijn.
er kingsize en onafzienbaar. De
inwoners spraken met een
zekere achteloosheid over
highways van 7000 kilometer en
rivieren, die onze veelbezongen
Rijn tweeëneenhalf keer in
lengte overtreffen.
Deze en andere overtreffende
trappen geven me inderdaad het
gevoel, dat ik thuis mijn leven
slijt binnen de begrenzingen
van een volkstuintje. De weten
schap, dat deze bufferstaat
tussen Rusland en Amerika 10
miljoen vierkante kilometer
meet, derhalve ruim 250 maal
zo groot is als ons land en
bevolkt wordt door uit zeventig
natiën en tongen voortgekomen
inwoners, geeft aan een vakan
tie in Canada iets duizelingwek
kends.
Voor ik in Edmonton de CP
Air-machine verlaat ben ik
trouwens al door duizelingen
bevangen, omdat de zon maar
niet onder wil gaan en het
tijdsverschil dat tussen
Amsterdam en deze bestemming
op zal lopen tot negen uur
lichamelijke en geestelijke
mechanismen ontregelt. Boven
de arctische wildernissen nabij
Groenland en IJsland zou
volgens mijn horloge de duister
nis al ingetreden moeten zijn.
Maar ik zie glashelder, hoe de
Almachtige beneden, naar het
woord van de psalmist, zijn ijs
daarhenen werpt als stukken.
In Edmonton begint mijn
confrontatie met Canada's
mateloosheid. Ik trek door een
gebied, dat eens volstond met
voetangels en klemmen voor
pelsdieren en nu toeristen in
wijdopen fuiken lokt. Ik bedoel
dat niet onaardig. De twee
westelijke provincies „verkopen"
met toenemend succes hun
open space, de eindeloze
natuurgebieden bekroond door
de machtige topper van het
Canadese toerisme, de Rocky
Mountains.
Wouden in herfsttooi doemen
voor me op, in de vurige gloed
van langzaam uitdovende
toortsen. Die bossen beslaan
zestig procent van het grondge
bied in beide provincies. Wat
Canada verder ook te bieden
moge hebben, dit is voorlopig
toereikend.
Natuurparken zijn terecht de
trots van dit volk. Bevers
bouwen daar nog ongestoord
hun dammen, er werven kudden
buffalo's rond en te veel
wildsoorten om op te noemen
liggen er tezamen neder.
Jaarlijks bezoeken tegen de 20
miljoen mensen de nationale
parken er zijn ook nog
provinciale en gemeentelijke
die bij tientallen onder bescher
ming van de overheid staan en
in uitgestrektheid het bevat
tingsvermogen van een Neder
lander te boven gaan.
Jasper en Banff zijn de twee
•nationale parken die ik op mijn
route aandoe. De Canadezen
tonen een heilig ontzag voor
hun natuurschoon. Zij hebben
tal van voorzieningen aange
bracht, compleet met barbe
cues, blokhutten waarin henge
laars hun vis kunnen schoonma
ken, aansluitingen ten dienste
van allerlei comfort enz., zonder
het evenwicht ook maar enigs
zins te verstoren.
„Hikers", de echte rugzaktoeris
ten dwingen hier respect af,
misschien omdat zij enigermate
illustreren, hoe dit land is
veroverd. Maar de meeste
Canadezen geven voor hun
verkenningstochten de voorkeur
aan auto's. Ik trek de wildernis
in met zo'n flapperende, volau
tomatische zescilinder Dodge,
voorzien van cassettes die te
juister tijd alles over de omge
ving vertellen.
Verreweg het populairste
vervoermiddel is echter de
kampeerauto. Het land is in de
- ban van een verregaande
mobiliteit, nodig om de geweldi
ge afstanden te kunnen over
bruggen. De kampeerauto
(camper of motorhome) heeft
als recreatievoertuig, ook voor
toeristen, Canada stormender
hand veroverd. In hun meest
geavanceerde vorm zijn deze
voertuigen luxe bungalows op
wielen.
Zij bieden de mogelijkheid om,
met medeneming van een
intiem en comfortabel tehuis,
diep in de natuurgebieden door
te dringen en geven de vakan
tieganger een volstrekte onaf
hankelijkheid. In toenemende
mate wordt geboekt voor reizen
die de garantie bieden, dat op
de vliegvelden zo'n camper
klaar staat voor gebruik.
Hoe groot het land ook is, ik
houd mijn hart vast voor een
ongebreidelde exploitatie van de
nu nog als een roos bloeiende
wildernis. Ook Canada wil en
'kan niet volstaan met de
aanbieding van het natuurzui
vere produkt. Er moet meer
verdiend worden dan de winst
marge op boodschappen van
mensen, die met hun kampeer
auto in de wildernis verdwijnen.
Avontuur
Dus kan ik op het fascinerende
Columbia Icefield een rit maken
met de snowmobile (op rups
banden) en me in Hell's Gate
met een zweefcabine over een
woeste kloof laten vervoeren.
Tussen met camera's en verre
kijkers behapgen Japanners,
rooster ik mijn eigen steaks
boven een houtskoolvuur, bij de
finish van een kanovaart.
Ik word er toe uitgenodigd om
gastranches te bezoeken en me
daar te bekwamen in de ruiter
sport of met de lasso te
zwaaien. Deze vakanties op de
(wildwest) boerderij worden
even frequent aangeprezen als
de vlotten, ingericht voor het
bevaren van redelijk onstuimige
stromen als de Fraser- en
Thomsonrivier. Zij bieden de
Europeanen, dank zij het
overweldigende natuurschoon,
veel golfgebruis en primitief
kamperen aan de oevers (zalm
van de barbecue) geheel nieuwe
ervaringen.
Het avontuur wacht dus voor
mensen uit het oude dicht
evoikte werelddeel, die in
stadsplantsoenen hun laatste
paradijzen bezitten. En zoals
overal behoeft het comfort
slechts te worden prijsgegeven,
als de gast deze wens kenbaar
maakt. Ik logeer in een als door
suikerbakkers ontworpen hotel
genaamd Banff Springs (1100
bedden) gebouwd naar voor
beeld van een Schots kasteel, in
torenhoge prestatiebijenkorven
van internationale hotelketens
en heb aan de oever van Lake
Louise (het blauwste meer dat
ik ooit gezien heb) een bar
5 onder bereik.
Omdat de Canadezen mij hun
faciliteiten voor toeristen willen
tonen, word ik voortdurend uit
mijn schuilhut in het bos
gehaald. Ze zijn uitermate trots
op hun „heritage"-projecten,
reconstructies van nederzettin
gen, forten, dorpen of wat dan
ook, uit hun nog zo jonge
historie, dat een eeuw meestal
als redelijk eerbiedwaardig
wordt ervaren. Echte saloons,
hotels, winkels, koetsen, rader
boten, krantendrukkerijtjes die
wij kennen van wildwestfilms
worden soms honderden mijlen
versleept, om een plaats te
krijgen in zo'n openluchtmu
seum. De resultaten zijn indruk
wekkend.
Indianen
Voor bezoekers uit Europa
behoren deze aanschouwelijke
geschiedenislessen tot Canada's
boeiendste presentaties. Als het
om de geschiedenis uit een
grijzer verleden gaat, moeten
mijn gastheren een stap terug
doen en plaats maken voor
indianen en eskimo's.
Allen/vegen ontmoet de vakantie-
In Edmonton is een uit 1795 daterend fort, bolwerk voor de
handelaren in bont, herbouwd ten gerieve
van hen die aanschouwlijk geschiedenisonderwijs op prijs stellen.
ganger de symboliek van deze
grotendeels ten ondergang
gedoemde culturen. De totem
paal is verheven tot een toeristi
sche blikvanger zonder weerga.
Terwijl de laatste 300.000
Indianen verpauperen in de
steden of in reservaten van de
steun leven, heeft de toeriste
nindustrie zich meester gemaakt
van hun beschaving. In Vancou
ver moet ik mee naar de
Suspensionbridge, ooit door
Indianen (aan touwen) gespan
nen boven een canyon die 230
feet onder mij schuimend het
water naar de zee stuwt.
Totempalen, houten indianen in
het gras van een plantsoen,
maskers, iglo's en souvenirs
door Indianen- of eskimohand
vervaardigd, niemand ontkomt
er aan.
Ik breng zelfs de nacht door in
een echte wigwam (teepee)
waar 20 gasten in slaapzakken
rond het knappend houtvuur
liggen en luisteren naar de
public-relationsagent van het
reservaat. Hij doet pogingen om
deze kennismaking met de
Indianencultuur een educatieve
strekking te geven en organi
seert daartoe zelfs 12-daagse
cursussen.
Mijn tijd is te kort. om van deze
geciviliseerde roodhuiden te
leren, hoe ik vachten bewerken
en valkuilen graven moet. Te
land, ter zee en in de lucht
verken ik mijn territorium in
onverbiddelijk diensttempo,
zoals dat gaat op studiereizen.
Soms raak ik daarbij ver
verwijderd van de toch zo
fascinerende natuur.
Hart der steden
Langs wegen die een volk op
weg overdonderen met de
meest schreeuwerige reclame
borden, benzinestations, eethui
zen en motels, dring ik door tot
in het hart van de steden. Ook
die mogen op het programma
niet ontbreken, omdat tenslotte
75 procent van de bevolking er
huisvesting vindt. Ze bestaan in
de regel uit een als door een
eruptie gevormde city van beton
die Brooklyn naar de kroon
steekt en een eindeloze zee van
vrijstaande woningen, verscho
len in het struweel.
Wie Canada wil leren kennen
zou beter de steden voor 't
laatst kunnen bewaren. Zij
vertonen in veel opzichten „the
American way of life" met alle
commerciële aspecten van dien,
zoals een door veel te veel
stations bediende televisie, die
als een elektronisch viswijf de
ganse dag haar waren aanprijst,
zelfs allerlei vormen van
versimpelde religie.
Reeds 's morgens om 7 uur
tracht een in tricot verpakt
slangemeisje mij er toe te
verleiden, de knie voor deze
Baal te buigen en deel te
nemen aan de ochtendgymnas
tiek. Van dit aanbod maak ik
geen gebruik. Wel van andere.
Tal van bezienswaardigheden in
de steden ontzenuwen de
bewering, dat Canada op
cultureel gebied nog een
onderontwikkeld land zou zijn.
Vooral de musea vervullen me
met diep ohtzag. Sinds ik in
Vancouver het „Museum of
Anthropology" heb gezien met
de fameuze collectie totempa
len, bewaar ik voorgoed de
heugenis aan een diep in
Canada's verleden wortelend
mysterie. lEq LEEUWIS