Kleine spoedcursus in vorstelijke vakantie Van Mannheim tot Bazel, van Heidelberg tot Bodensee, van Freiburg tot Ulm Bassgeige onder de koekoeksklok Het is toch zo eenvoudig. Men neme een chocolade taartbo dem (Schokoladen-tortenboden) en smere die in met de helft van een half pond gelei van rode bessen. Daarop leg je een centimeter room en vervolgens twee ons morellen. Men dekke dit af met een tweede schoko- bodem, die nu wordt doordrenkt met drie eetlepels Kirsch. Hierop volgen weer twee centimeter room en een derde bodem van chocolade. Dit geheel wordt nog eens in de room gezet, bestrooid met chocoladevlokken „und mit Sahnerosetten und Kirschen ausgarniert". En dan als alles goed is gegaan heb je 'm, de echte, originele Schwarzwalder Kirschtorte. Zet die onder de dichtstbijzijnde koekoeksklok en ga een fiks eind wandelen. Geef je ogen goed de kost: bomen, bergen, weiden, een snelstro- mende beek in de diepte, kleuren allerhande, vakwerkhui zen, houtsnijwerk, een barokal- taar, een fraai gesmeed uithang bord met een gouden zon. Keer terug tot de koekoeksklok, strek de aangenaam vermoeide benen, bestel een van de beste wijnen van het huis. de fonkel- rode Oberbergener Bassgeige, kijk nog eens rond naar de oude meubels, het balkenpla- fond, het beeldje in de hoek, eet de taart, sluit de ogen en haal diep adem: vorstelijke vakantie. Zo simpel is het, en zo moeten we het houden. Want we moeten ons wapenen tegen het gevoel van machteloze verlegen heid, dat de toeristische mens overvalt als hij een keuze wil maken uit de overstelpende mogelijkheden die hem ten dienste staan. In dit stuk bijvoorbeeld gaat het over vakantie in de Westduitse deelstaat Baden-Württemberg, die bijna 36.000 vierkante kilometer groot is van Mann heim tot Bazel, van Heidelberg tot de Bodensee, van Freiburg tot Ulm. Voor toeristen zijn er 300.000 bedden beschikbaar in alle prijsklassen, vanaf een ledikant op de boerderij (negen Mark per dag) mèt ontbijt) tot een hemelbed in een oud kasteel op een vloer van geheimzinnig krakende planken. De wandelaar vindt er zestigdui zend kilometer voetpad. Er is een aanbod van meer dan zestig Heilbaden, Heilklimati- scher Kurorte en Kneipp-kuur- plekken. Een groot stuk Rijn loopt hier, de hele Neckar en het begin van de Donau. Overal ritselt water door de bossen, bereiden forellen zich voor op hun culinaire einde en lopen trotse burgemeesters rond om hun skiliften aan te prijzen of de weg te wijzen naar de Langlaufloipen, die tochten mogelijk maken van honderden kilometers achter elkaar. Van de talloze hotels hebben er vier honderd een eigen zwembad, en er zijn 250 kampeerterreinen. Ga er maar aan staan. Driedubbel Geen paniek evenwel. Het is met het toerisme als met de mode, zegt Otto Zumkeller, de VVV-baas van het Scharzwald: het aanbod is zo veelzijdig en zo verleidelijk, dat je nauwelijks weet dat je moet kiezen, het liefst de hele collectie tegelijk. Maar dat is uitgesloten, en daar valt best mee te leven. Want feitelijk is vrijwel elke keus raak, denk ik, en dat zal Otto wel beamen. Men neme de driedubbele bodem van de kersentaart als symbool. Het drievoudig recept voor vakantie in dit deel van de aarde bestaat volgens mij uit kijken, bewegen en tafelen. Baden-Württemberg, verder maar als B-W af te korten, is niet zozeer een land voor strandluierende zonaanbidders of minnaars van de ruige eindeloze eenzaamheid en de hoogste toppen. Het is ook meer op individueel reizen dan op massa-toerisme ingesteld. Het is ideaal voor auto-vakanties en wandelen. Er is veel bekoor lijks te zien, en het is er aangenaam eten en drinken. Informatie over dit alles is in overvloed voorhanden, en gemakkelijk verkrijgbaar. Het land ligt bovendien redelijk dichtbij, zonder uitputtend reizen in één dag te bereiken. 'Wie het nog niet kent, kan best het avontuur wagen. Je neemt de kaart en prikt ergens tussen Mannheim en Konstanz. Het mag een beetje naar het noorden of meer naar hhet zuiden wezen, een stukje naar links of naar rechts, het zit meestal goed als je niet precies in de industrie terecht komt. Je kunt het Zwarte Woud kiezen of het Schwabische Woud, Hohen- lohe of Odenwald, en het mag ook de Schwabische Alb wezen, die niets met Alpentoppen te maken heeft maar alles met het middelhoge krijtsteen, dat op de Franse en Zwitserse Jura aansluit en rijk is aan vreemd soortige verweringen, holen en soms enig onderaards maar gematigd gerommel Waar je ook prikt: er is altijd informatie over bij het Duits Reis-informa- tiebureau. Spui 24 in Amster dam (020-24.12.93). waar dr. H. De burcht bij Hechmgen, neo-gothieke pronkkast van een vorstenfamilie waarvan Wilhelm II de laatste keizer was. en na 1945 ook de laatste rustplaats geworden van Frederik de Grote. Kettelhake en zijn gezellen al klaar zitten met de prospekten in de ene hand en een ruime envelop in de andere. Er zijn gidsen over campings en hotels, over vakantiedorpen en -huisjes en -boerderijen, over gastvrij heid „im Schloss", Gasthöfe en Privatzimmer. De prijzen staan er bij, er zijn speciale Pauschal- aanbiedingen (alles inbegrepen) en telefoonnummers om te reserveren. Dit klinkt onbekom merd, en zo zie ik het ook, mits in het avontuur enige rekening met seizoen-drukte wordt gehouden. Traditie Na de eenvoud nu de sfeer. Ik zal daarbij toch wat namen noemen, min of meer toevallige voorbeelden, in de vertste verte geen volledige opsomming maar louter vrucht van een recente vluchtige verkenning over een paar honderd kilometer tussen Freiburg im Breisgau (met 2500 bedden in 1 Bad-Hotel, 1 Kneipp-Sanatorium, 34 hotels. 36 Gasthöfen en 5 Pensionen) en Murrhardt (nooit van ge hoord? En toch ligt het mooi te wezen in het dal van de Murr, in het Zwaben-woud aan de Idyllischen Strasse, dertig kilometer van Stuttgart en met een VVV-directeur die als twee druppels water op Franz Beckenbauer lijkt). In het hart van het B-W-toeris- me staat het familiebedrijf, hotel of Gasthof, vaak al eeuwen oud en dikwijls al die tijd door de opeenvolgende geslachten van dezelfde familie bestuurd en bij de tijd gehouden. De eerste avond al stapte ik af in Kirch- zarten, even voorbij Freiburg, aan de ingang van het'Hollen tal. waar vrienden en buren tot genoegen van de „ehrsamen Wirtsleute Alfons und Karola Meder" een vele meters hoge meiboom hadden geplant om de nieuwbouw van'de Gasthof „Fortuna" te vieren. Vanouds 1683 heette het bedrijf „Zum Rindsfuss". maar die koeiepoot was men blijkbaar in 1849 beu. zodat „Zur Fortuna" werd gekozen. Gebleven was bij de nieuwbouw de legende van ridder Kuno von Falkenstein, een kruisvaarder uit 1343 en de daarbij passende en nu opnieuw ingemetselde duivelssteen. Je kon in dat dorp overigens ook terecht bij „Zum Löwen" en „Zum Hirschen", bij Pius Rombach in „Krone" of Gisela Tritschier in „Zur Alten Post", en verder vond je in die ene gemeente „Zur Birke" en „Zum Himmelreich", „Zum Wilden Mann", „Zum Baren", „Zum Rössle" en nog vele andere. Ik ken al die etablissementen niet, maar ik ben gek op zulke namen, en daarvan wemelt het overal. En ook van historie. Anneliese Schuholz, de bezigste bij van de Schwabische VW in Stuttgart, beschrijft in „Roman tisch ;Reisen, fürstlich speisen" vijftig burchten en andere buitenhuizen, van Arolsen tot Zeil, die tot de groep „Gast im Schloss" behoren en nog eens 52 Romantik-hotels en restau rants, van de „Post" in Aschaf- fenburg tot de Fasanerie in Zweibrücken. Van die 102 liggen er 27 in B-W, en alleen reeds een bedevaart langs die oorden zou vele vakanties vullen. En dat is dan nog maar een begin, want van Kirchzarten kom je door het voortvarende Oberried bij Schauinsland en het Halden-hotel, een vroegere pleisterplaats voor postkoetsen waar al sedert 1590 de familie Hier kan het: vakantie in Baden-Württemberg. desgewenst op de boerderij, maar ook op een camping, in een Gasthof of hotel: er is keus uit 300.000 toeristen-bedden (foto boven) In het Residenzschloss van Urach. midden in de Schwabische Alb en driftig bezig om zijn warmwaterbronnen tot kuur-oord te promoveren, werd Graaf Eberhard-met-de-baard geboren, vijf eeu wen geleden de stichter van de unive/;<y(Art van (foto (fot rechts.) uitbreidt en moderniseert. Het heeft iets vorstelijks, en het pikante is dat je in deze buurt vergelijkingsmateriaal vindt, dat aantoont hoe burgerlijk vorsten kunnen zijn naast burgers, die hun adeldom aan een leefcul tuur ontlenen. Men reize daartoe naar de berg Zollern in de buurt van Hechin- gen, dertig kilometer zuidelijk van Tubingen, waar op 3 juli 1477 graaf Eberhard-met-de- baard een nu befaamde univer siteit stichtte onder de zin spreuk „Attempto" - ik waag het. Hoog op die fikse heuvel staat de burcht van Hohenzol- lern. uit de verte als silhouet helemaal Anton Pieck en van dichtbij een neo-gothisch familie-monument, dat 110 jaar geleden werd voltooid. De plaats is historisch: het eerste stamslot werd er in 1423 verwoest, het tweede verviel tot een ruïne na de Franse bezet ting in 1744. Het waren vooral de Pruisische Hohenzollerns die de huidige toestand schiepen, een pronkkast voor hun glorie, met de laatste keizer op de eerste rij, de irritante kleinzoon van Queen Victoria, Wilhelm II, over wiens manshoge portret, dik in het verguldsel en met de knevel puntig opgedraaid, je meteen over de drempel al struikelt. De glorie is hier letterlijk gebarsten, want de jongste aardbeving - 1970 heeft flinke scheuren achterge laten. al is de grootste schade hersteld. Maar een slap voor beeld van neo-gothiek is het gebleven, dat ook nooit echt heeft geleefd, omdat er ook nooit iemand heeft gewoond, behalve na 1945 korte tijd de laatste kroonprins Wilhelm en af en toe de huidige erfge naam van de dynastie, Louis Ferdinand van Pruisen. Overigens komen elk jaar meer dan een half miljoen mensen naar Hohenzollern kijken, de berg opwaarts langs de vesting werken van de degelijke overste Von Prittwitz. Boeiend blijft zo'n bezoek toch, al is het maar omdat hier nu onder de vaan dels van zijn oudste regiment de sarcofaag rust van Frederik de Grote, uit Potsdam wegge voerd toen in maart 1945 de Russen naderden. Zijn met briljanten versierde snuifdozen zijn er ook, en de fluit waarop hij speelde in Sanssouci. Het oude deuntje: sic transit gloria mundi. Sjouwen zonder gesjouw Genoeg gekeken en getafeld: nu moet er nog gewandeld worden. Daartoe is een mooie gedachte ontwikkeld onder de aansprekende titel: „Wandern ohne Gepack", een voettocht van een week of daaromtrent, waarbij de deelnemende hotels zo vriendelijk zijn om de bagage van de ene pleister plaats naar de volgende te vervoeren. Sjouwen dus, maar geen gesjouw. Dat kan b.v. rond de Feldberg in elf etappes van 12 tot 20 kilometer. (Informatie: Kurverwaltung 782 Titisee-Neus- tadt). Via Erhard Schwambach. de gastvrije Kurverwalter in Triberg, kan het ook tien dagen „Auf den Spuren der Uhreritra- ger", de historische kooplieden achterna, die met een lading al dan niet koekoek-slaande klokken op hun rug, de boer op gingen. De weg voert o.a langs St. Margen en Köningsfeld, maar er dient eerst nog in Triberg zelf rondgekeken, want Schwambach heeft niet alleen een cascadenwaterval van 162 meter aan te bieden, maar ook een interessant Heimatmuseum, een raadszaal met de beeldens how van de houtsnijder Josef Fortwangler. bijgenaamd Schnitzersepp en natuurlijk Wehrle, het hotel dat in 1608 als de „Goldenen Ochsen" begon en sedert 1707 in één familie is gebleven. Soortgelijkè rondwandelingen zijn o.a. mogelijk vanaf Enzklos- terle, Offenburg en Reutlingen. maar wandelen kan men overigens overal, uiteraard ook Keus genoeg Terwijl wij aldus aan de voeten van Von Grimmelhausen even simpel als vorstelijk vakantie vieren, volgt per slot nog een bericht aan de lezer die er niet genoeg van kan krijgen: er zijn in B-W niet alleen die twee wijnroutes en een idyllische maar ook nog een Schwar- zwald-Baderstrasse van 200 km. waarover men van de ene Kneippkuur ir> het andere Heilbad kan geraken, met uitschieters als Herrenalb en Liebenzell. Er is een Bergstras- se. een Burgenstrasse. een Romantische Strasse. een Schwabische Albstrasse en een Oberschwabische Barockstrasse, allemaal adviezen voor veelsoor tig kijkplezier Waaraan nog een apart advies dient toegevoegd: er is in Gutach een Schwarzwal der openluchtmuseum met indrukwekkende boerderijen. En omdat hier niet alleen het land van Hohenzollerns ligt maar ook dat van de Staufen 1977 was zelfs een Staufen-jaar, met een helaas al weer lang verleden tentoonstelling in Stuttgart is er ook <2en route van 110 km. door Staufenland rond Goppin- gen, met een Barbarossakerk, kloosters, burchten en wat al niet. Aardig is ook dat er over de grens heen toeristisch contact is met de Fransen langs een Grüne Strasse - Route Verte. En is dat geen luisterrijk idee: vanaf Domrémy, waar Jeanne d'Arc geboren werd. door de Vogezen en de Elzas 200 km. langs Vittel en Epinal. de kaasstad Le Tholy, Türckheim en Colmar naar Breisach aan de Rijn (waar in een centraal keldercomplex 120 miljoen litei* Baden-wijn in 250 variaties aanwezig heet te zijn) en vandaar nog eens 100 km. door het Zwarte Woud over Freiburg en Donaueschingen naar de Bodensee? Dat is het zeker. JAN ONSTENK de slakken in de Badische Schlecken-soep. de reebout, de Pfifferlingen en de Eisgugelhopf met de Himbeergeist als opkik- kertje. Die kwaliteiten kun je ook zien. Oud vakmanschap is tevens meesterschap in de smaak, de distinctie, de harmonie waarmee het gastvrije huis, dat de culinaire geneugten herbergt, is ingericht, ledereen kent ze wel, die eethuizen die antiek zijn geméékt, de kitsch, of de moderne steriele voornaamheid van internationale hotels. Ze kunnen het nfet halen bij wat écht is in een familie-erfenis van eeuwen onder hetzelfde dak, een stijlgevoel dat de huidige generatie er gewoon in de vingers heeft, ook als ze in combinatie met de autova kantie, waarvoor allerlei toeristi sche routes in kaart zijn ge bracht. die ongetwijfeld bij bovengenoemd informatiebureau aan het Amsterdamse Spui verkrijgbaar zijn. Zo is er een Idyllische Strasse door het Zwabenwoud, 130 km. door een vriendelijk lichtgolvend open landschap, waar doorheen ook van zuid naar noord van Welzheim langs de Ebnissee, Murrhardt, Grab en Mainhardt de Limes loopt, de oude wal die hier de oostgrens vormde van het Romeinse rijk. In Gundelsheim aan de Neckar begint de Schwabische Wein- strasse, negentig km. zuidwaarts via Heilbronn, Marbach en de voorsteden van Stuttgart, naar het oude Esslingen. met onder weg de ene mooie kerk na het andere wijnfeest. Veel verder naar het westen loopt in dezelfde richting door het dal van de Rijn de Badische Weinstrasse van Baden-Baden 200 km. zuidwaarts tot Lörrach. Dat gaat voor de Kaiserstuhl langs o.a. door Oberbergen waar de Bassgeige vandaan komt, en zuidelijker door het Markgrafler Land, schitterende wijnen. Johann Jakob Christop von Grimmelshausen, de dichter van de Simplicius Simplicissi- mus, kwam meer van het noorden uit de Ortenau van daan. maar hij wist het ook: de wijn van deze aard', is des dichters paard. En niets is eenvoudiger dan het te beklim- is in Triberg, bij Kurt Hettler in Ebingen, bij de gebroeders Bofinger van de Sonne-Post in Murrhardt of bij Ernst-Ulrich Schassberger en Iris Döz in de Landgasthof „Hirsch" aan de Ebniszee, die in 1758 begon als herberg voor de houtvesters en vlotbazen van de Königlichen Flössereidirektion Welzheim. Uitstekende keukens, waar de gastronomie niet als een nieuw-ontdekt kunstje wordt bedreven maar vanuit een filosofie, die men bij Schassber- gBr kernachtig in de Zwaben- taal (op z'n Zwaabs) vindt uitgedrukt: „A guots Essa halt Leib ond Seel zamma". Zo is dat. en daar komen ze aan, de gerookte forellen die op elk bord weer verschillend kijken, Meesterschap De kwaliteiten van deze traditie zijn een verhaal waard. Je kunt ze proeven, of het nu bij Wehrle Wissler de eerste Wisslers waren boer. postmeester en waard de pollepel hanteert en waar je vanuit een drie eeuwen oude Bauernstube maar weinige meters behoeft af te leggen om in het uit eigen bron gevoede Hallenbad te duiken. En niet ver vandaar, in Hinter- zarten. waar voor toeristen driémaal zoveel bedden ge spreid staan als het dorp zelf inwoners telt, breekt hotel Adler het record: daar regeert het zoveelste geslacht van de familie Riesterer al sedert 1446.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 17