Voetballers worden volgepompt met opdrachten
Historie Nederlands elftal
n helemaal in de computer
verdwijnt
waardoor de speelvreugde
Record Puck van Heel -
64 interlands - nog
steeds onaantastbaar
Paul van Riet heeft alles op papier staan
DICK BOND, LEIDER VAN VOLENDAM
AL
VEERTIG
JAAR
BOVENAAN
DE
LIJST
PORT
LEIDSE COURANT/
ZATERDAG 17 DECEMBER 1977
Plotseling was Jongbloed er weer. Faas Wilkes voert de topscorerslijst aan.
zijn schat aan-gegevens naar
een uitgever te stappen. „In
1974 met de wereldkampioen
schappen in West-Duitsland
heb ik het nog niet direct aan
gedurfd, maar volgend jaar
wordt het commercieel gezien
best weer interessant Wie
weet verschijnen de gegevens
binnenkort nog wel eens in
boekvorm".
In 1905 werd de eerste officie-
Ie interland van Nederland ge
speeld. Vanaf dat moment be
gint ook de administratie van
Paul van Riet te draaien. En
gaandeweg passeren versghil-
lende aardige voorvallen de
Een leuk voorbeeld hiervan is
Jan Jongbloed. Toen nog in
loondienst bij DWS het te
genwoordige FC Amsterdam
acteerde Jongbloed op 26
september 1962 voor het eerst
in Oranje. Tijdens de met 4-1
verloren ontmoeting tegen De
nemarken viel hij vijf minuten
voor tijd in voor Piet Lagarde.
Twaalf jaar lang werd vervol
gens niets meer van Jan Jong
bloed vernomen. Tot 1974, de
WK in West-Duitsland. Plotse
ling was hij er weer, en ging
Jongbloed op de schouders.
In de loop der jaren blijken
497 spelers voor het Neder
landse team te hebben ge
speeld. De laatste: Ernie
Brandts. Sinds 1905 kwam
Oranje tot niet minder dan 364
officiële interlands. Hiervan
werden er 160 gewonnen, 71
gelijk gespeeld en 133 verlo
ren. Een voordelige score van
53,7 procent. Het doelgemid-
delde bleef eveneens positief:
799 voor en 666 tegen.
Topscorers
De recordhouder van de mees
te interlands is nog altijd
good-old Puck van Heel: 64
caps verzamelde hij. De huidi
ge garde wordt aangevoerd
door Wim Suurbier met 53
interlands. In zijn kielzog ge
volgd door Ruud Krol en Wim
van Hanegem met 49 en Johan
Cruijff met 48.
Faas Wilkes voert de topsco
rerslijst aan. Destijds voor FC
Valencia spelend, schopte hij
er 35 namens Oranje in. Johan
Cruijff, ook al in Spanje ac
tief, is goede tweede met 33
treffers. „Misschien is hij hier
door alsnog te motiveren om
mee te gaan naar Argentinië.
Wilkes is immers het grote
voorbeeld van Cruijff? Mis
schien kan Johan het record
dan nog breken", aldus Van
Riet. De 33 doelpunten moet
Cruijff overigens delen met
Abe Lenstra. Met 28 keer raak
mag Bep Bakhuys er ook we
zen.
ADO leverde in de gouden
historie zestien internationals
aan het Nederlands elftal. FC
Den Haag met Aad Mansveld
één. In het nog grijzere verle
den scoorden andere Haagse
clubs ook regelmatig met in
ternationals: HVV 23x, HBS
20x, Quick 9x en VUC 6x.
Paul van Riet werkt de com-
puterlijst nog altijd nauwgezet
bij. Het meeste aantal doel
punten in één wedstrijd voor
Oranje maakte de vermoede
lijk al lang vergeten Jan Vos
van het Utrechtse UW. Bij de
Olympische Spelen van 1912
in de Zweedse hoofdstad
Stockholm won Nederland
met liefst 9-0 van het povere
Finland. Vos trof daarbij vijf
maal het Scandinavische net.
Het Nederlands elftal speelde
de meeste keren tegen België:
109 maal trad het tegen de
Rode Duivels in het strijdperk.
In het verleden speelde Oranje
ook eenmaal tegen Egypte. In
Rotterdam werd op 14 juni
1928 met 2-1 verloren. Tegen
Chili en Zuid-Afrika werd des
tijds zonder moeilijkheden uit
gekomen. Toen nog geen poli
tieke verwikkelingen. De
grootste nederlaag in de voet
balgeschiedenis leed Neder
land in 1907 in Darlington
de Hollanders waren toen nog
niet zo ver om op het heilige
gras van Wembley te mogen
voetballen met 12-2 tegen
Engeland.
DICK KIERS
Puck van Heel hoeft zelf
niets te zeggen. Hij deed
wat de slogan van zijn
Feyenoord inhoudt.
Rotterdam De thans 73-jarige oud-
voetbalinternational en Feyenoorder
Puck van Heel mag zich al veertig jaar
voetbalrecordhouder noemen. Met vijf
anderen behoort hij tot degenen, die
aan ten minste vijftig „caps" zijn toege
komen. Wanneer men weet dat Oranje
uit 497 verschillende spelers heeft ge
put, komt dat neer op een percentage
van 1.2! Op de erelijst gaat Van Heel
al sinds 1937 met vierenzestig gespeelde
landenwedstrijden voorop.
De eerste recordhouder was Bok de Korver. Op
15 november 1913 (Engeland-Nederland 2-1) speel
de deze Spartaan in Huil zijn eenendertigste en
laatste interland, een aantal dat de vermaarde
HBS-er Harry Dénis op 3 mei 1925 (Nederland-Bel-
gië 5-0) evenaarde en op 25 oktober 1925 (Neder-
land-Denemarken 4-2) verbeterde. Op 18 mei 1930
kwam na zesenvijftig 1 andenontmoetingen een
einde aan de magnifieke interlandcarrière van
deze gentleman-voetballer, nog altijd beschouwd
als de meest perfecte achterspeler, die ons land
ooit heeft bezeten. Harry Dénis heeft slechts zeven
jaar plezier gehad van zijn record. Op 4 april 1937
(België-Nederland 2-1) kwam Puck van Heel langs
zij en vier weken later - samenvallend met de
„inwijding" van het Feyenoordstadion - ging de
uiterst bescheiden Rotterdammer zijn grote voor
ganger voorbij. Het Nederlands elftal schonk hem
die middag een zege van 1-0 op België, doelpunt
van Leen Vente. In deze ontmoeting droegen Beb
Bakhuys (1909) en Joop van Nellen (1910) voor het
laatst het Oranjeshirt.
Begaafd
Van Heel, toen spelend in het tweede van Feye
noord, werd op 19 april 1925 geroepen in Zurich
de linkshalfplaats in te nemen tegen Zwitserland.
Hij deed dat goed en werd ondanks de nederlaag
van 4-1 herkozen.
Ook regelmatig daarna, zij het dat hij in 1926 door
de RCH-er Krom en in 1928 enkele malen door
de Roermonder Schreurs van zijn plaats werd
verdrongen. Maar Van Heel kwam terug, ook
nadat Henk Breitner (ADO) hem in 1930 vijf keer
zijn plaats had ontnomen. Toen was het genoeg,
vond Van Heel.
De technisch begaafde Feyenoorder speelde op 26
april 1931 in Amsterdam tegen Duitsland (1-1) zijn
vijfentwintigste interland en hij had geen enkele
concurrentie meer toen heel Holland „Wij gaan
naar Rome" zong. Op 12 januari 1936 speelde Van
Heel in Parijs zijn vijftigste interland tegen de
Fransen. Een in ongekende prachtvorm spelend
Oranje zorgde er met een zege van 6-1 voor dat
zijn jubileumwedstrijd voor hem onvergeteijk
werd. Van Heel was toen al 32, maar niets wees
erop dat zijn vorm taande. Integendeel, hij ging
zelfs nóg beter spelen. Op 27 februari 1938 was
het resultaat, een zege van 7-2 op de Belgen, er
andermaal naar dat hij met genoegen op zijn
zestigste landenwedstrijd kon terugzien en eerst
op 23 oktober 1938, na zijn 64e interland, tegen
Denemarken (2-2) in Kopenhagen moest hij zich
wegens een onwillige knie gewonnen geven. Hij
had toen een interlandloopbaan als geen ander
achter de rug, die van 1925-1938 had geduurd.
Veertig
Achttien Nederlandse voetballers werden ten
minste veertig maal in het oranjeteam gekozen:
Van Heel 64, Klaassens 57, Dénis 56, Van der
Meulen 54, Suurbier en Wiersma 53, Van Hanegem
en Krol 49. Cruijff 48, Israel, Jansen, Lenstra en
Pieters Graafland 47, Anderiesen 46, Van der
Hart 44, Kuys en Muller 43 en Van der Kuil 40.
Destijds vormde de onverzettelijke Jan Klaassens
even een bedreiging voor Van Heel. In 1961 echter
kreeg de toen voor Feyenoord uitkomende Venlo-
naar een vrij ernstig auto-ongeval en niemand -
behalve de toen al dertig jange Jan zelf hield
toen een comeback voor mogeüjk. Klaassens, een
joyeuse rentree begerend, vocht zich twee jaar
later terug in de Oranje-équipe en heeft nog
viermaal het Oranjeshirt mogen dragen. Op 11
september 1963 (Luxemburg-Nederland 1-1) viel na
zevenenvijftig interlands het doek. Jan Klaassens
was toch nog net Dénis voorbij.
Verbeteren?
Of ooit het record van Van Heel zal worden
verbeterd, ligt in de schoot van de toekomst Blijft
Johan Cruijff bij zijn besluit om niet meer voor
Nederland uit te komen, dan heeft Van Heel van
hem geen concurrentie meer te duchten. Van de
huidige selectie zijn Suurbier, Van Hanegem en
Krol „not out", maar de leeftijd van de twee
eerstgenoemden vormen een niet weg te cijferen
bezwaar voor een mogelijke recordverbetering.
Resteert tenslotte de wat jongere Ruud Krol, die
het Van Heel nog lastig kan maken.
paar duizend alleen maar kijken om Van
Hanegem te zien voetballen. Al die mensen
stel je teleur als je met alle mogelijke, en
soms zelfs onmogelijke, middelen probeert
Willem lam te leggen. Daarom moet je hem
gewoon laten voetballen, je moet alleen
proberen zelf nog beter te voetballen. Pas
dan stel je het publiek tevreden.
Nadagen
De voetballer Dick Bond is aan zijn nada
gen van zijn loopbaan bezig. Een bestaan
dat hem nooit die erkenning heeft opgele
verd die hij eigenlijk verdient. Verder dan
Volendam, Telstar en nu weer Volendam
is hij niet gekomen. Merkwaardig, want
Sportje bewijst vrijwel wekelijks dat er
véél meer in hem heeft gezeten dan er ooit
is uitgehaald.
„Toch ben ik blij met de erkenning die ik
nu krijg", reageert Bond. „Dit seizoen is
voor mij de bevestiging dat ik altijd gelijk
heb gehad. Dat ik wel degelijk een heer
sende rol kan vervullen. Je bent als voet
baller echter afhankelijk van je trainer en
je medespelers. Trainers hebben het nooit
in me zien zitten. Die dachten dat ik alleen
maar als rechterspits kon spelen. Driemaal
buiten om en dan een voorzet. Pas toen
Joep Steur me naar Volendam terughaal
de, heb ik de kans gekregen waar ik steeds
om gevraagd heb. Steegman Brand en Mak
hebben dat verder uitgebouwd. Dankzij
hen kan ik nu bewijzen dat ik een spelbe-
palende rol aankan. Daar ben ik die men
sen dankbaar voor. Al blijft het vreten dat
ik door kortzichtige trainers mijn mooiste
jaren ver onder mijn kunnen gespeeld heb.
waardoor de erkenning veel te laat is
gekomen. En dan praat ik nog niet eens
over de financiën die ik misgelopen heb".
Dick Bond (rechts) is de grote inspi
rator van Volendam
UrtJ RIJSWIJK - Rond het
iet Nederlands elftal is in
coni de loop der jaren zonder
enige twijfel heel wat te
mi"!doen geweest. Statisti-
emor -
aagt
iben
:he gegevens omtrent
iet wel en wee van
twelOranje zijn evenwel ui
termate schaars. Niet
echter voor Paul van
JRiet uit Rijswijk. De se-
L„T' cretaris van de zaterda-
gafdelingsclub DvJ
heeft een ellenlange
computeriijst in zijn be
zit waarop alle gege
vens uit de periode van
.90S tot en met heden
teurig staan vermeld.
„Ik heb ongeveer zeven jaar
[bij Philips gewerkt", aldus
]Van Riet. „Daarvan bijna drie
aar op de afdeling opleidin-
;en om cursussen voor com-
niterprogrammeur te verzor-
jen. Normaal gesproken ge-
jeurt dit met eentonige debi
teurenoverzichten of met
nietszeggende faktuurtjes,
iwaar de mensen snel op uitge-
Ikeken raken".
lOm de opleiding voor de leer-
llingen enigszins aantrekkelijk
■te maken, kwam Paul van Riet
Jmet een origineel idee. „Al ja
renlang hield ik zelf met pot
lood en papier alle gegevens
Irond het Nederlands elftal bij.
Er ontstond dus een uitgelezen
mogelijkheid om mijn hobby
grondiger aan te pakken. De
Ichefs waren direct enthou-
[siast. Als het doel van de cur-
Isus maar voorop bleef staan,
jzeiden mijn meerderen".
jHet voetbalschema op de com-
Iputer groeide langzaam maar
izeker uit tot een commerciële
bron voor het gloeilampenbe-
iflrijf. „De gegevens werden la
ter voor allerlei demonstratie-
jdoeleinden gebruikt. Nog
eeds overigens wordt mijn
rogramma op diverse shows
ifgedraaid. Ooit heeft men bo-
lien maandenlang met een
door het land gevaren.
'1 waarbij op diverse aanleg
plaatsen van de lijst gebruik
I t*d gemaakt".
lat
eressant
|Het programma van Paul van
1 Riet bevat vele interessante
Ir gegevens. Zo kan in een oo-
Lgopslag worden nagegaan
I welke spelers in de loop van
I de tientallen jaren in het
1 Oranjeshirt hebben gespeeld
tn ook staat vermeld welke
j iilerlands dat betrof. Voorts
I tan het aantal gescoorde doel-
I punten per speler haarfijn
I worden opgezocht en ook per
I vereniging is alles nog eens
p alfabetische volgorde gere
gistreerd.
Paul van Riet heeft intussen
meermalen overwogen met
VOLENDAM Halverwege de
competitie heeft Volendam meer
punten bij elkaar gesprokkeld
dan de technische staf had be
groot. Volendam beweegt zich
zelfs zo gemakkelijk in de eredi
visie dat de term sprokkelen,
door trainer Jan Mak geïntrodu
ceerd na het openingsduel tegen
AZ'67 (1-1), een enigszins oneer
biedige omschrijving is voor de
manier waarop het technisch be
gaafde Volendam punten ver
gaart. Slechts PSV en Feyenoord
speelden Volendam van de gras
mat, tegen de andere toppers
handhaafde de ploeg zich met
veel gemak. De winst op Ajax en
Roda, het gelijkspel tegen AZ en
ook de (onverdiende) nederlaag
tegen Twente vormen daar het
bewijs van.
In dat verrassende Volendam, dat meteen
na de winterstop door het overwinnen van
Amsterdam en VW het predikaat eredivi
sieclub voor een jaar veilig kan stellen is
een opvallende rol weggelegd voor Dick
Bond, aan de poorten van het IJsselmeer
simpelweg „Sportje" genoemd. Bond is de
grote inspirator van Volendam. Op basis
van zijn technisch vermogen en zijn tak-
tisch inzicht is Bond de onbetwiste leider.
Als zodanig wordt hij ook door de ploeg
geaccepteerd, want het is een hoge uitzon
dering als een Volendamse aanval de schijf
Dick Bond niet passeert.
Dick Bond over de opmerkelijke rentree
van Volendam in de eredivisie: „We probe
ren onbevangen te voetballen. Alleen tegen
Telstar lag er een mentale druk op de
ploeg omdat we moesten winnen om uit
de buurt van de gevarenzone te blijven.
In alle andere wedstrijden hebben we vrij
uit gevoetbald. En inderdaad, met behoor
lijk resultaat, al wil ik daar wel een kantte
kening bij plaatsen. We leven iets boven
onze stand. We profiteren van onderschat
ting bij de tegenpartij die ons soms nog
niet voor vol aanziet. Daarom denk ik dat
de tweede helft van het seizoen niet een
voudig zal zijn. Juist daarom was die winst
op Telstar zo belangrijk. Die punten tikken
dubbel aan".
Vrijbuiters
De onbevangen speeltrant van Volendam
maakt het vrijbuitersclubje al jaren tot één
van de sympathiekste clubs uit het betaal
de voetbal. Toch valt niet te ontkennen dat
óók Volendam meegesleurd wordt door de
negatieve tendens in het betaalde voetbal.
De roemruchte jaren die achter Volendam
liggen, seizoenen waarin de botter „Heen
en Weer" nogal eens opgepoetst moest
worden voor gebruik, hebben geleerd dat
ook Volendam geen resultaat kon boeken
op basis van techniek alléén. En hoewel
die techniek nog altijd de hoofdmoot
vormt van het Volendamse spel, hebben
eerst Leo Steegman en nu Jan Mak toch
concessies moeten doen, waardoor bij het
huidige Volendam ook de fysieke hardheid
en vechtlust vertegenwoordigd is.
Kort samengevat: Er is meer discipline in
het Volendamse spel, al wordt dat dan nóg
wel een beetje versluierd door spelers van
het type Dick Bond. Het is dan ook niet
toevallig dat Billy Bond, ten minste zo
begaafd als Dick hoewel de speelstijl toch
verschillend is, al weken door Jan Mak op
de reservebank wordt gehouden. Dick
Bond: „Moeilijk voor mij om daarover te
praten. Ten eerste omdat Billy een vriend
van mij is, ten tweede omdat ik intern heb
laten weten het er niet mee eens te zijn
dat Billy na zijn blessure nog altijd aan
de kant wordt gehouden. Zolang de resul
taten echter goed zijn, zal ik vermoedelijk
de technische staf niet kunnen overtuigen
van zijn ongelijk, maar desondanks blijf
ik volhouden dat het evenwicht in de ploeg
niet verstoord wordt als een type voetbal
ler als Billy óók in de basis staat. Volgens
mij is er dan zelfs nog meer balans in ons
elftal. Maar nogmaals: Als aanvoerder kan
ik dat alleen maar bij de technische leiding
aankaarten, de beslissing en de verant
woordelijkheid liggen bij Mak en Brand".
Pijn
Het doet de voetballer Dick Bond wel pijn
dat een begenadigd talent als Billy Bond
buiten de ploeg blijft omdat hun gezamen
lijke inbreng het technisch element binnen
Volendam te veel zal doen overheersen.
Dick Bond: „In het betaalde voetbal wordt
te veel opgehangen aan de prestatie. Voet
ballers worden volgepompt met onzinnige
opdrachten waardoor de spelvreugde ver
dwijnt. Na zo'n wedstrijd als tegen Telstar
heb ik geen enkele voldoening ondanks
mijn twee doelpunten en ondanks die over
winning. Met het resultaat ben ik blij,
maar als voetballer heb ik een rotdag
gehad, want ik heb niet met plezier ge
werkt".
Dick Bond is geen man voor opdrachten.
Een constatering die niet inhoudt dat hij
alleen maar voor zichzelf voetbalt, want
wel degelijk is hij bereid zich voor de ploeg
in te zetten. „Mijn uitgangspunt is alleen
anders dan dat van de meeste trainers",
filosofeert Bond. „Trainers gaan er bij hun
taktiek altijd van uit dat de sterkste pun
ten van de tegenpartij lamgelegd moeten
worden. Dat vind ik verkeerd. Mijn mening
is dat je je eigen kwaliteiten optimaal moet
uitbuiten. Je moet het je tegenstanders zo
moeilijk mogelijk maken door je eigen
sterkste wapen optimaal te hanteren en
niet door te beginnen de gifangels uit het
spel van je tegenstanders te halen. Dan
ben je verkeerd bezig. Daar dien je het
voetbal niet mee. Het bewijs ligt er: tweede
in München 1976, grote successen in de
Europese bekertoernooien, maar het pu
bliek blijft weg. Dat kan geen toeval zijn.
Dat komt omdat in het Nederlandse voet
bal primair gekeken wordt naar de tegen
partij, pas daarna wordt ook nog eens
geprobeerd een eigen positieve inbreng te
hebben. Neem nou de wedstrijd van zon
dag tegen AZ. Ongetwijfeld komen er een