Verdient Japan te veel? HAN WIELEK: Duitsland is geen politiestaat maar het wantrouwen groeit Han Wielek (65) werkte voor de oorlog bij de Westduitse radio in Keulen en voor de sociaal-democra ti- sche Rbeinische Zeitung. Hij was ook actief in de vakbeweging en dat kwam hem te staan op een openlijke aanval in de nazistische „Westdeutscher Beobacbter". Een politieke SPD-vriend die politieman was, bracht hem in april 1933 in veiligheid. Wielek week uit naar Amsterdam. Na de oorlog was bij o.a. lid van de redactie van de „Vlam", directeur van het vormingscen trum „Vrij Nederland". Hij werd in Amsterdam hoofd van de culturele afdeling van de Gemeentelijke Sociale Dienst en verrichtte vele publikaties. Wegens het bereiken van de pensioen-gerech tigde leeftijd heeft hij zijn gemeentelijke functie neergelegd. Hij is voorzitter geworden van het curatorium van de Franks tich ting, voorzitter van de onafhankelijke stichting ,J'accuse" en bestuurslid van het PËN-centrum. Voor de PvdA heeft hij zitting in de Eerste Kamer. een muzikale ontvangst van een Argentijns oorlogsschip verbiedt, of als in Utrecht in een demonstratieve optocht van 30.000 of 40.000 mensen Den Uyl en Wiegel en mgr. Zwartkruis meelopen om te betogen voor het leven van vijf Basken of als er ministers meélopen in een Vietnamdemonstratie. „Wij hebben in ons land nog een aantal inge bouwde zekerheden die een bepaalde mate van bescherming bieden. Maar de Duitse bacil kan zeer gründlich zijn en ook zeer besmettelijk", zegt Wielek. Wielek hekelt de onderdanenmentaliteit van vele Duitsers. In augustus 1976 haalde een incident in Neurenberg de voorpagina van de Londense Times, omdat een marktkoop vrouw een politieagent in uniform nogal bits liet weten, dat hij haar met rust moest laten. De agent was nogal pesterig bezig geweest. Het kwam de vrouw wel op 2000 mark boete te staan. In Duitsland heeft men het verleden niet verwerkt. Wielek noemt dat „het grote ver geten". De „National Zeitung" publiceerde onlangs zelfs met veel aplomb, dat de fascis tische vergassing van miljoenen joden niet heeft plaats gehad, maar dat die leugen is uitgevonden door de vijanden van Duits land. Het liberale weekblad „Die Zeit" vertelde een paar maanden geleden hoe de geschie denisboeken op de Duitse scholen wemelen van de fouten en onjuistheden. „Het grote vergeten", zegt Wielek. „Thuis hoort de jeugd niets over vroeger, op scholen leren ze er niets van en in de boeken staat er niets over, en dan komt als klap op de vuurpijl ook nog de Hitlerfilm van Fest, die voor volle zalen een vertekend beeld geeft van het verleden. De scholen gaan er gezamen lijk naar toe. Dat betekent, dat vele jongeren Hitier alleen maar leren kennen als de glo rierijke bouwer van autobanen". Als Wielek voorzichtig naar de toekomst kijkt, hoopt hij dat de waarschuwing van Helmut Schmidt op het jongste partijcon gres van de SPD niet te laat komt. De SPD heeft al vaker kansen laten liggen. Toen in 1947 de CDU het kapitalisme als systeem afwees, reageerde de SPD niet. De geallieer den hadden dat ook niet graag gezien. „Maar wat had de SPD toen niet kunnen doen", zegt Wielek. Er is toen verzuimd een echt begin te maken en dat is dezelfde fout als na de eerste wereldoorlog gemaakt werd. De keizer ging, de generaals bleven en de sociaal-democratische minister van Defensie Gustav Noske bewapende de „Freikorpsen", die de revolutionaire arbeiders en matrozen moesten vernietigen. De SPD koos toen samen met de gene raals voor rechts. De mens was weerloos. „Er was toen een Noske. Er is nu een Leber. Ook hij noemt zich sociaal-democraat. Ook hij is minister van Defensie. Ook hij vervult de wensen van zijn generaals", schrijft Wie lek. Hij constateert dat wij allergisch zijn inzake alles wat Duits is. De ervaringen van vroeger leidden tot haat. De ervaringen van vandaag leiden tot wantrouwen „Denken aan Duitsland is denken aan de Duitsers die zich verzetten, die protesteren omdat zij socialisten, democraten, christe nen zijn in een land waar die begrippen weinig of geen waarde hebben". Zij mogen, schreef Wielek, niet geïdoleerd worden.... „Zij presenteren het betere Duitsland. Zij bezitten persoonlijke moed. Zivilcourage". En hij herinnert aan een uitspraak van de Amerikaanse filosoof en schrijver George Santayana (1863—1952): „Wie zich het verle den niet herinnert, is gedoemd het nog eens te beleven". JAN VAN DEN DUNGEN Een vrij willekeurige greep in een paar kranten van recente datum levert een aan tal berichten op, die op het eerste gezicht niet veel met elkaar te maken hebben. In Pretoria werd vastgesteld, dat dokter Lang zo bang was voor zijn eigen hachje, dat hij een valse verklaring opstelde over de dood van Steve Biko, die in een Zuidafrikaanse cel in elkaar werd geslagen. En terwijl Frans Jozef Strauss tot woede van vele Duitsers in Chili het Pinochet-bewind beju belde, moest in Amsterdam Toos Faber namens het ministerie van Justitie toege ven, dat de politie het eerst had geschoten op twee verdachte Duitsers. In eerste in stantie hadden de Zuidafrikaanse en de Nederlandse politie-autoriteiten bewust of onbewust valse verklaringen afgelegd. Wat is er aan de hand in dat wereldje van ons, waar recht niet zo makkelijk meer recht overeind kan blijven, waar macht steeds moeilijker controleerbaar wordt, waar ter reur tot het dagelijks levenspatroon gaat behoren? In de Bondsrepubliek ben je ver dacht als je sympathiseert met de „sympa thisanten", met schrijvers als Günter Grass, of Heinrich Böll, met hoogleraren (48) als prof. dr. Peter Brückner, die hun baan verliezen of dreigen te verliezen, omdat ze in de BRD totalitaire tendensen signaleren (o.a. Berufsverbote), die het recht aantasten en het spookbeeld oproepen van de almach tige staat, terwijl iedereen weet tot wat voor catastrofes dat kan leiden. Gaat het in de Bondsrepubliek en misschien ook bij ons de verkeerde kant op? Er is misschien enige hoop sinds Helmut Schmidt op het SPD-congres van half november opriep tot bezinning en een liberaler aanpak van het terrorisme en Willy Brandt de links-intellec tuelen en schrijvers in bescherming nam tegen de verdachtmakingen van rechts. LICHTPUNTEN Ook Han Wielek ziet wel enkele lichtpunten. Hij laat zich overigens door de geruststellen de geluiden uit Hamburg niet in slaap wie gen. De vriendelijke, zachtmoedige maar nog steeds zeer strijdvaardige socialistische schrijver vindt wel, dat de SPD de enige partij in de Bondsrepubliek is die alles misschien nog ten goede kan doen keren. „Maar dan moet ze niet meer met een scheel oog kijken en voorrang geven aan alles wat rechts is". Wielek vindt de SPD te tolerant voor rechts en te ontvankelijk voor ver dachtmakingen van links. De SPD zou meer oog voor linkse stromingen moeten hebben en zich minder mee moeten laten slepen door hysterie. Ze zou een dialoog met de jongere generatie moeten aandurven in plaats van deze lastige jongeren te royeren. Alleen als aan deze voorwaarden voldaan zou worden, ziet Wielek nog wel lichtpunten. Hij weet waarover hij praat. In een boek stelde hij de vraag „Duitsland voorbeeld of waarschuwing". Hij is de auteur van „De oorlog die Hitler won" en heeft vele sociaal- culturele, politieke en literaire publikaties, waaronder belangrijke vertalingen, op zijn naam staan. Op spreekbeurten in de Bonds republiek steekt hij zijn kritische en waar schuwende mening niet onder stoelen of banken. „Ik ben voor 1000 pet tegen het terrorisme. Ik ben tegen het optreden van killers die zonder pardon andere mensen doden. Maar dat neemt niet weg dat je wel enig politiek besef kunt hebben waarom er terreur plaats heeft. Daarmee wordt de terreur niet goed gepraat. Maar is het wel goed te praten als Strauss in een complete totale politiestaat als Chili de geneugten van de heilstaat predikt?" „West-Duitsland is geen politiestaat", zegt Wielek met nadruk. „Maar Van der Stoel heeft geen gelijk, als hij mijn bewering ontkent dat West-Duitsland op weg naar een politiestaat zou kunnen zijn. Wie de BRD fascistisch noemt, weet niet waar hij het over heeft. Die heeft het fascisme niet mee gemaakt. Maar als men de vraag stelt of de Bondsrepubliek misschien op weg is naar een politiestaat, dan is daarmee niet te veel gevraagd, en juist terroristen zorgen er voor, dat mensen als Strauss en uitgevers als Springer de wind in de zeilen krijgen". PARALELLEN Wielek ziet duidelijke parallellen tussen si tuaties in het huidige Duitsland en dat van de Weimar-republiek toen Hitier aan de macht werd gebracht. „Ook in 1933 kwam het berouw van de sociaal-democraten te laat. Nu zeggen ze ook, dat ze de Berufsver bote eigenlijk „nicht gewollt haben", maar ze zijn er wel, en als Brandt en Wehner zeggen dat die Berufsverbote eigenlijk op een vergissing berusten ein Irrtum sein dan verandert er in de praktijk niets". In de Bondsrepubliek heerst vanouds een onderdanen-mentaliteit, zegt Wielek. Er heerst een „gründlichkeitshysterie", een vrees voor alles wat nieuw is: „ware den Anfang" wantrouw wat je met kent. Natuurlijk heeft Nederland ook zijn eige naardigheden. We zijn nogal betweterig en bedillerig. Maar Wielek heeft geen angst dat we door de Westduitse bacil besmet worden. Nederland is een tolerant land, zegt hij. Nederland is de eeuwen door bekend ge weest om zijn gastvrijheid voor de vluchte lingen en juist het vluchtelingenbeleid is een symbool voor een stuk tolerantie. „Maar waar blijf je met je asielbeleid als naar willekeur nieuwe wetten tegen het terroris me worden gehanteerd? Je moet het terro risme aanpakken. Maar als de rechtsstaat niet meer bestaat, dan ontstaat een rechtse staat en dat wordt door het terrorisme in de hand gewerkt". Wielek zegt, dat het krantebericht dat de politie het eerst heeft geschoten op Wacker- nagel en Schneider hem bijna een schok heeft gegeven. Want men kwam er pas achter toen Wackernagel met zijn advocaat gesproken had. Toen pas kwam de onthul ling. Nu ontstaat er misschien enige sympa thie voor Wackernagel, die hij als terrorist met verdient. De Bondsrepubliek is geen politiestaat. Nederland is tolerant. Maar de toekomst is onzeker en de invloed van de Bondsrepubliek is groot. De BRD is een van de machtigste economische landen ter wereld. De Nederlandse economie is voor een belangrijk deel afhankelijk van wat er in Duitsland gebeurt. Economen zijn van mening, dat de waarde van de gulden meer afgestemd moet worden op de waarde van de Mark. Duitse militaire belangen zijn via de Nato met de Nederlandse verbonden. Defensiemi nister Leber heeft zijn misnoegen uitgespro ken over te weinig discipline van de Neder landse soldaat. De Bondsrepubliek dwars boomde op de internationale conferentie in Nairobi een voorstel om meer geld te geven voor de armste landen. De Bondsrepubliek heeft haar verleden niet verwerkt. Toen Adenauer in 1951 met zijn grote rede het leiderschap aanvaardde, sprak hij met geen woord over de vervolg den en de verzetsstrijders tegen de Naziter- reur. Naast hem stond drs. Hans Globke, de invloedrijke staatssecretaris van de bonds kanselier en een van de belangrijkste grond leggers van de jodenvervolgingen. Na de Tweede Wereldoorlog werd er in de Bonds republiek niets radicaal vernieuwd, zegt Wielek. Uitgever Hugenberg beheerste de burgerlijke pers vroeger. Alex Springer doet Hij gaat uit van de veronderstelling, dat de Duitse lezer in geen geval één ding wil, dat is nadenken. En daarop zijn zijn kranten gebaseerd. Het klimaat in scholen en univer siteiten schetst Wielek als de rust van het kerkhof, de angst voor professionele en onbetaalde verklikkers. Duellerende studen ten zijn weer populair, vooral als ze met een door een sabel gekerfd gezicht met hun „moed" te koop lopen. De Hitlerliteratuur is in zeer vele boekwinkels weer te vinden. Er is nog nooit nazi-literatuur in beslag genomen. Linkse boeken wel. Er vinden razzia's plaats op linkse boekwinkels. Wielek vreest een algemene verrechtsing in de BDR. Er wordt met twee maten gemeten en dat is symptomatisch voor restauratie van het verleden en voor onverdraagzaamheid, voor heersende hypocrisie („uit naam van de democratie de democratie ondermijnen") en voor een systeem waar de domme kracht blijkbaar niet meer te stuiten is. De grote concerns in de BRD werden geleid door mensen die tot de vriendenkring van invloe drijke nazi's behoorden en ze hebben, aldus Wielek, de jongere collega's geleerd hoe het moet. Opiniepeilingen leren dat zeer vele jongeren in Beieren een dictatuur niet ge vaarlijk vinden. Wielek constateert, dat de Duitsers nooit een revolutie tot een goed einde hebben ge bracht. De heersers bleven de heersers. De beheersten bleven onderdanen, lakeien die zich vreugdevol onderwerpen aan macht hebbers. Toen Hitier de Führer werd van zijn volk, ontvingen zij, de „Ariërs", van hem het grootste en origineelste geschenk: zij werden benoemd tot Uebermenschen. Elke Arische nul stond boven de joodse Untermensch Einstein. De joden, de commu nisten en de socialisten kregen van alles de schuld. „Duitsland is een anatomische rari teit. Het schrijft links en het doet rechts", had Kurt Tucholsky in de jaren twintig geschreven. „Gaan de parallellen met de Republiek van Weimar op?", vraagt Han Wielek zich thans af. Zijn antwoord is in menig opzicht bevestigend. UNIFORM In Duitsland speelt het uniform nog steeds een belangrijke rol, zegt hij. Het weekblad „Stern" kwam in september 1974 tot de conclusie dat de Bundeswehr een democra tisch leger had moeten worden, maar dat het steeds meer de oude Duitse Wehrmacht wordt. De Duitsers zijn niet individualistisch en ze verbazen zich over dingen die bij ons wel kunnen. Ze snappen er niets van als burgemeester Van der Louw van Rotterdam BONDSREPUBLIEK HEEFT VERLEDEN NIET VERWERKT TOKIO Er zijn vast wel landen op de wereld te noemen waar een politieke leider werd afgezet door of mede door een hopeloze econo mie die constant in de rode cijfers verkeerde. Maar in Japan wordt premier Foekoed op het ogenblik het vuur na aan de schenen gelegd, juist omdat hij er niet in geslaagd is wat tekorten in het Japanse kasboek te doen verschijnen, als tegenwicht tegen alle overschotten op de Japanse betalingsbalans. De „Zaikai", de „zware jongens" van de Japanse financiële en industriële wereld hebben nog niet het aftreden geëist van Foekoeda, die bijna een jaar geleden aan de macht kwam met de stevige reputatie een financiële tovenaar te zijn. Maar in de afge lopen weken heeft het verontwaardigd ge mompel in de rokerige zalen van de Keidan- ren, de federatie van economische organisa ties, de kracht aangenomen van naderend onweer. Foekoeda heeft zijn kabinet grondig moeten reorganiseren. Elke dag zag de zakenwereld weer hoe de concurrentiepositie van Japan verzwakte door het stijgen van de waarde van de yen. Tenslotte stapte een delegatie van de meest invloedrijke zakenlieden naar de leiders van de Liberaal-Democratische Partij om van haar onvrede blijk te geven. Uiteindelijk financiert de zakenwereld deze partij om haar belangen te behartigen. Tosjivo Doko, president van de Keidanren en andere zakenleiders verklaarden, dat de regering belangrijke stappen diende te on dernemen ter stimulering van de economie, daar anders nog meer faillissementen het gevolg zouden zijn en nog meer werkloos heid. Deze klachten doen wat vreemd aan, omdat Toshiba, Nissan en Honda alleen maar hun export zouden hoeven te verminderen om de grote berg overschotten te doen slinken en de druk van de yen af te nemen. Doko en zijn collega's zouden ook de rege ring kunnen vragen om een aantal van de 27 invoerverboden op te heffen, waarvan 22 op het gebied van de landbouw liggen. De invoer zou dan weer stijgen en de handel spartners van Japan zouden tevreden ge steld zijn. M2>ar een dergelijke stap is onmo gelijk, omdat de liberaal-democratische par tij de stemmen van de boeren nodig heeft om in het zadel te blijven. Nog een mogelijkheid die in het Westen welkom zou zijn, is de binnenlandse econo mie te vergroten door uitbreiding van de overheidsuitgaven. Dat zou dan weer de invoer kunnen stimuleren. Deze mogelijk heid verdient de voorkeur van invloedrijke zakenmensen in Japan. Maar er schuilt een addertje onder het gras. Foekoeda is op economisch gebied aarts conservatief en hij wil overheidsuitgaven niet financieren met meer dan 30 procent staatsobligaties. In de meeste Westerse lan den zou dat nog heel aanvaardbaar zijn, maar de Japanse staatsgelden zijn op be ruchte wijze vatbaar voor inflatie. Ónder bureaucraten, ministers en zakenlieden is nu een hëftige discussie gaande over de vraag hoever de staatsuitgaven uitgebreid moeten worden en in hoeverre die uitbreiding be taald moet worden met staatsobligaties. De gemiddelde Japanner zal van dit alles weinig weten, maar onvrede is een besmette lijke ziekte. Er wordt in Japan tegenwoordig veel minder enthousiast gekocht en ver- b*ukt dan vroeger en industrieën die niet alleen van de uitvoer kunnen leven hebben het moeilijk. De werkloosheid bedraagt iets minder dan twee miljoen. Maar het is moeilijk een verge lijking te trekken met het westen. Verschil lende categorieën van tijdelijke, vrouwelijke en seizoenafhankelijke werkplaatsen wor den niet in de cijfers opgenomen. Bovendien is er in Japan een systeem van tewerkstel ling voor het leven en arbeiders voor wie geen werk is mogen met ontslagen worden. In oktober gingen 16.000 ondernemingen failliet, de derde achtereenvolgende maand dat het „crisisniveau" van 15.000 bereikt Niettemin heeft Japan, in vergelijking met sommige Westerse landen, de wereldrecessie tot nu toe betrekkelijk goed doorstaan. Sei zoenarbeiders en andere werklozen worden opgenomen door hun familie of hun dorp en zelfs failliete ondernemingen, vaak kleine onderaannemers, komen later weer tot le- De grote klap moet nog komen, zo krijgt men het gevoel. En die grote klap zal ook komen wanneer het westen genoeg krijgt van waarschuwingen en daadwerkelijk iets gaat doen om de uitvoergolf te stoppen. Premier Foekoeda.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 11