\ohan Wagenaar-prijs voor Rudolf Escher 'N MANNEN-KADO! ieter Scheen bos andere weg s het jeugdboek fmj uitgeplozen fiSJ LEIDSE COURANT WOENSDAG 23 NOVEMBER 1977 PAGINA 7 jan Wagenaar-prijs die in 1958 is ld en sindsdien nog maar vier maai ekend (aan Hendrik An dri essen, Jen, Badings en Orthel) zal weldra vijfde keer worden uitgereikt en de 65-jarige Amsterdamse compo- lolf Escher. Zoals te doen gebruike- krijgt Escher de prijs die thans bedraagt, woor zijn levenswerk, lennkelijk heeft Escher' zich niet alleen pi,, muziek toegelegd. Na zijn Indische a en zijn Leids gymnasiumtijd ging hij ü,jaren dertig studeren aan het Rotter dams Toonkunst Conservatorium waar hij compositieles kreeg van Willem Pijper. Hij schilderde toen ook veel, publiceerde gere geld gedichten en trok de aandacht met essays ovr Debussy en Ravel. Het was dan ook geen wonder dat hij zich voor zijn eigen muziek ook op Frankrijk ging oriënteren getuige alleen al de titels van het septet „Le Tombeau de Ravel", „Univers de Rimbaud" voor tenor en orkest, de „Hymne du Grand- Meaulnes" (naar de roman van Alain-Four- nier) voor groot orkest en verder koorwer ken op teksten van Eluard en Ronsard. Hoewel Escher de ontwikkeling van de com- poneertechniek nauwgezet volgde en zich verdiepte in de seriele technieken en de elektronika, handhaafde hij in zijn eigen composities tonale centra. De Johan Wagenaar-Stichting die 1 decem ber 30 jaar bestaat, zal dit jaar ook de naar Sem Dresden genoemde prijs voor een koor werk weer toekennen. Deze prijs van 4.000 gaat naar Marius Flothuis, vele jaren artis tiek leider van het Concertgebouworkest maar sinds 1974 hoogleraar in de muziekwe tenschappen aan de rijksuniversiteit van Utrecht Flothuis die als componist hoofdza kelijk autodidact is, krijgt de Dresden-prijs voorzijn „Hymnus" voor sopraan en orkest zijn opus 67. Tenslotte keert de Johan Wagenaar-Stich ting dit jaar de Kees van Baaren-prijs toe, bestemd voor een orkestraal en muziekdra matisch werk. Deze prijs bedraagt ook 4.000 en gaat naar een leerling van Van Baaren toen deze directeur was van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Een van diens veelbelovende leerlingen was destijds Re in bert de Leeuw, die intussen veelvuldig van zich heeft doen spreken door zijn publikaties over en uitvoeringen van werken van Charles Ives, Erik Satie, George Antheil en niet te vergeten Schönberg. De Leeuw krijgt de Van Baaren-prijs voor zijn in 1973 voltooide „symphonische Dichtung für grosses Orchester" dat hij „Abschied" noemde omdat hij met deze muziek zowel van het grote 19e eeuwse symfonieorkest als van de hoogromantische componeerkunst afscheid wilde nemen. Vooral Edo de Waart en de Rotterdamse Philharmonie hebben dit „Abschied" herhaaldelijk uitgevoerd. De Haagse burgemeester Schols zal de door de Johan Wagenaarstichting toegekende prijzen uitreiken tijdens een feestelijke bij eenkomst op 3 december in de Nieuwe Kerk. Om prakische redenen kunnen op deze avond (die voor elkeen gratis toegankelijk is) alleen werken van Escher worden uitge voerd. Leden van het Residentie-Orkest spe len diens Sinfonia (1976) voor vijf strijkers en vijf blazers en het Nederlands Kamer koor zingt onder zijn pas benoemde Engelse dirigent Kerry Woodward de „Songs of Love and Eternity" (1955) AV>V--- 'ïi I.I1 In van Pieter Scheen zal in de Nederlandse leratuur voorlopig wel verbonden blijven D eerste lexicon-uitgave die de romantici plde en die later uitgegroeid is tot de grote ige Scheen-Iexicon waarin nagenoeg alle jaars van 1750 tot in onze tijd opgenomen it dit standaardwerk ten nauwste verband et collecties en tentoonstellingen van deze erzamelaar is eveneens zeer bekend. houdt nu maar één expositie per jaar de markt blijft slinken, tenminste wat de dien aangaat, en hij heeft een andere weg ^en. Op de najaarsexpositie, die tot en met ^ïber duurt, zijn geen romantici meer te omdat, zoals de heer Breeschoten (Pie- woonzoon), ons meedeelde „wij er niets voor iet tweede of derde soort te presenteren". ;74 r nu de werken die aan het eind van de 11e euw „de nieuwe school" werden genoemd: Jan Mankes, Mesdag, Poggenbeek, Van Roelofs en de Franse meesters Harpig- .-g Bouein terwijl de Haagse school rijkelijk v iwoordigd is. Het is wel geteld de 26ste e van huize Scheen waardoor de catalogus in kleurendruk in Engeland van de pers (omdat in Holland zoiets niet meer te is). Voor de kunstliefhebber, koper én och altijd weer 'n Haags evenement zo'n stelling in de Zeestraat. Als we iets mogen en, dan zijn dat ongetwijfeld de superbe i van de reeds genoemde Boudin, een pNportret van Willem Maris, een „oude weg dian" van Harpignies en een „Winter in cssigse Bosch" van Akkeringa. Ook zijn er uitmuntende Jongkinds (Franse tijd) te us Berserik heeft t.m. 1 december 'n expo- le Pulchri-galerie. Een Haagse kunstenaar It staat te dringen om tentoon te stellen ie dan ééns in de zoveel jaar met 'n —te collectie voor de dag komt. Het zijn meest kleine werken die hij hier nu laat zien maar van 'n weergaloze kwaliteit! Ja, waarin zit nu dat zo heel aparte van Berserik? Zijn stijl die aan de naïeven grenst? Zijn enige vondsten die aan de surrealisten doen denken? De kleurencombinaties die in sommige voorstellingen een raffinement bereiken dat zich zo speels en argeloos bij de scene aanpast? Probeer het maar te analyseren, het lukt eenvoudig niet. En dan verschijnt er zijn eigen kop, opduikend in een bootje als 'n andere Hem- mingway, of je recht aankijkend door het ijzeren brilletje en dan voorzien van een soort Franse pastoors-hoed-oude-stijl. Éérst getekend, dén geet- st. Je ziet hem ook als klein ventje op een fietsje, wat stuurs kijkend maar er is ook een oud kerkhofje en een lokomotiefje tegen de zee ge plaatst Zou het niet zó zijn dat een groot schilder als Berserik 'n visueel spel kan spelen met een veel dieper achtergrond dan het eerste gezicht doet vermoeden? Men moet het zién, wellicht nog eens zien en dan zijn conclusies trekken. De Tuinzaal van Pulchri is eveneens tot het einde van de maand ingericht voor een Herdenkingsten toonstelling voor Han Krug die dit jaar overleed. Hij was de schilder van verlaten stranden, stille landschappen en veel geaquarelleerde stillevens; een naturalist van het oude, goede soort, die niets liever deed dan de schoonheid van zijn subjecten dichter bij de mensen brengen. Iemand die geen „richtingen" kende maar deed wat zijn hart hem ingaf te doen. Jammer dat er bij deze collectie nagelaten werken geen aandacht besteed kon wor- Bsrsenk: Jonge fietser (zelfportret) den aan zijn vroegere grafische periode die zijn latere bekendheid als beeldend kunstenaar eigen lijk ingeleid heeft. Maar, zoals mevrouw Krug ons zei: Een overzicht van zijn totale oeuvre was niet mogelijk. Veel Pulchri-bezoekers zullen niet nalaten even de Tuinzaal binnen te gaan omdat Han Krug in het Haagse kunstleven en Pulchri in het bijzonder bekend stond als een beminnelijk mens. J. V. Tan Verstappen) Jan Wolkers ^Brouwers, van wie zojuist een nieuwe verschenen, begeeft zich in twee recente deie|ftafleveringen op briesende wijze op het ,ancfa(L In Maatstaf vliegt hij zijn landgeno- nterV'aamse literatoren, naar de strot, in De en probeert hij de vloer aan te vegen met 1 llige redactie van dat blad. liefhebbers van de polemiek alleraardigst artktstafbijdrage (voor een deel was die reeds 4.9! in het bijvoegsel van Vrij Nederland) is /irtzetting van Brouwers' aanval op de se' -Vlaamse literatoren, uit 1976, onder de •45 Weverbergh en ergher". Zijn nieuwe pam- ViiffiVprS ..Vlaanderen od ziin erehst" en nnnieuw J 1 O tekening maken. Ik wil ook geen liedje voor u zingen". Naast de verhalen, poëzie, literaire beschouwingen (Fokkema over Jan G. Elburg, nog een klein polemiekje, ditmaal in versvorm, IN DEZE Revi sor. Dolf Verspoor haalt weer uit naar Maarten 't Hart in een ironisch gedicht waarin de Belaagde Leidenaar deze woorden in de mond gelegd wor den: „Ik ben de grootste sinds Henk an der Meijden,/ik ben de leukste thuis sinds Martin Ros,/mijn stralend voorbeeld is Jantje van Leide- n,/ik ben alleen geheel de nieuwe Tros". .Vlaanderen op zijn erghst" en opnieuw Vlaamse auteur J. Weverbergh die het esta ver<*uren heeft. acp Vlaam niet aan zijn taal," stelt Jeroen ;s, „Noem hem dom, zeg dat hij achterlijk gerust de afschuwelijkste Belgen (=Vla- ijzei-moppen schoffeer hem, kleineer hem, defleni, het raakt hem niet, je krijgt een aan r van hem. Maar kom niet aan zijn taal Ooegt op je aan." 4 ucs bespreekt o.a. de regelmatig te horen l goan Vlaamse zijde, dat (Noord)Nederland tion 3eg waardering of aandacht zou schenken t (ailiteraire gebeuren ten zuiden van Wuust- is vu/let macht aan feitenmateriaal (citaten, •j auigen van literaire prijzen enz. enz) logen- ioek:ouwers deze bewering. Zijn artikel in De bek|is niet minder sarcastisch, bewogen ook. u J^tie wordt tegenstrijdigheid, ondeskundig- 25 wat al niet verweten. Met deze termen Brouwers de redactie van het blad, waar bijdragen in publiceerde: „De Revi- "**et Nieuwe Mandarinaat", „De Vorm „Het Piefschap van de Anti-Anecdote". innig beminnende en prijzende Letter- der Neo-Tachtigers, bestaande doctorandussen en enige halve- of kwart- me^dussen, alle geschreven hebbend ander- ikje, veelal doch niet steeds bevattende zakelijk verwijt aan de Revisor-redaktie screpantie tussen de inhoud van het blad EUKtspraken van redaktieleden over het prin- Zier dit beleid. rel. Irsoon van Nicolaas Matsier antwoordt de UWjedaktie. Niet overtuigend of indrukwek- Tejn slotzin is echter een trefzekere typering e polemiek: „Dat is allemaal heel leuk, aopfe maar weten dat beide partijen zich van en).t bedienen. Groetjes uit Amsterdam". -154 discussie zijn in Revisor jeugdportretten RA/J van d6 voornaamste acteurs in dit dra- Tel Dirk Ayelt Kooiman, Tom van Deel, Kel- Doescha Meijsing, Jeroen Brouwers zelf ;PU> schalks ogend kereltje dat anoniem blijft.: Geb etten nummer van De Revisor een groot e31 -lfportretten van Nederlandse auteurs. Op van de redaktie tekenden zij zichzelf: min of meer geslaagde weergave van opdekken (Rudy Kousbroek deed dat dan op maar in het algemeen toch zo Vervoort gelijk moet geven, die het EN briefje inzond: „Geachte Redaktie, Harte- k voor uw uitnodiging. Maar ik wil geen In het nieuwe nummer van De Gids komen de vijftigers weer in de aandacht. Allereerst door publikatie van de laatste gedichten van Hans Andreus en zeker ook door het opnemen van een groot artikel van Paul Rodenko over de experi mentele poëzie in Nederland. De redaktie tekent daarbij aan dat dit essay waaraan Rodenko de laatste jaren van zijn leven intensief werkte, onget wijfeld de kroon op zijn werk had moeten worden. En Rodenko had in een interview deze studie zelf getypeerd als „een nogal uitvoerige studie over de structuur en ontwikkeling van de moderne poëzie sedert Coleridge. Centraal staat de gedachte dat de moderne poëzie berust op een de dichters zelf onbewuste mythische struktuur". Als voor beeld van dat laatste noemt hij „dood, afdaling in de onderwereld en wedergeboorte". In het zevende nummer van de lopende jaargang de eerste aflevering van dit laatste Rodenko-essay. In De Gids verder Rein Bloem over Herman Gorter, R. F. Beerling over Canetti, Wim Hazeu over geweld op de tv. Nieuwe Wolkers Er komt een nieuwe Wolkers aan: „De Kus". Verschijnt dezer dagen. Meulenhoff, de uitgever, deelt voor die verschijningsdatum (19 november) reeds mee, dat de nieuwe roman van Jan Wolkers nu al het succes van alle vorige romans overtreft: Bovendien overtreft het succes van „De Kus" nu al alle literaire romans van andere Nederlandse auteurs. Al op voorhand zijn door de boekhandel immers 60.000 exemplaren besteld. Je mag dan aannemen dat er voor de eerste druk veel meer vervaardigd zijn (bij „De Walgvogel" waren dat er 75.000). „Turks Fruit" is tot dusver het meestverkochte boek van Wolkers, 350.000 exemplaren in Neder land en België. Van alle boeken van Jan Wolkers zijn er in totaal 1,5 miljoen exemplaren verkocht Chrysallis Een nieuw literair blad (voor literatuur en "kunst) is in aantocht, „Chrysallis" dat eens in het halfjaar wordt uitgegeven door Elsevier. Redaktie: Hanne- ke van Buuren, Ethel Portnoy, Hannemieke Post- ma en Liesbeth Brandt Corstius. Het wordt een blad van vrouwen. Vrouwen (uit alle delen van de wereld waar Nederlands wordt gesproken) gaan het maken. Een literair blad met een duidelijk feministische doelstelling, zoals in het buitenland al enkele bladen bestaan. Chrysallis gaat 17,50 per nummer kosten. Van het moment af waarop Guus Kuijer, twee jaar geleden besloot zijn baan als onderwijzer eraan te geven om van beroep schrijver te worden, heeft hij laten weten dat hij er is. Eerder verschenen van hem redelijk goed verkochte jeugdboeken „Er zit een gat in de grens" (1975) en „Drie verschrikkelijke dagen" (1976) voor oudere kinderen. Hierop volgden voor jongere kinderen „Met de poppen gooien" (1975) dat met goud werd bekroond, „Grote mensen, daar kan je beter soep van koken" (1976), goed voor zilver en „Op je kop in de prullenbak" (1977). Kuijer moet ermee op de hoogte zijn geweest, dat zijn „Grote mensen" met moeite zilver verwierf. „Want", was het veel gehoorde argument, „hij voegt niets nieuws toe aan zijn werk. Leuk, maar niet nieuw. Aan zijn montere, heldere schrijftrant, waarmee Guus Kuijer zijn Madelief tot leven wekte, veranderde niets. Wel zocht hij een nieuw gebied op: de pure fantasie. „Pappa is een hond" is de titel van zijn nieuwste boek, dat voornamelijk geschikt is voor kinderen van rond de tien jaar die door Kuijer worden meegenomen naar een wereld zonder andere mensen dan Mark, die bij het opstaan al vermoedde dat er iets mis is. Zijn ouders zijn er niet, er is niemand op straat en de school is het griezelig stil. Het aantal honden is echter angstwekkend groot en als daar koeien en varkens, paarden en schapen bij komen, dringt het tot Mark door, dat de mensen best in dieren kunnen zijn veran derd. Hij neemt daarvoor de zorg op zich, benoemt een pappa en een mamma „Pappa is een hond" en gaat op zoék naar Bettie, een klasgenootje op wie hij eigenlijk, een beetje... nou ja. Hij wil Bettie graag vinden. Zodra het de lezer duidelijk is, dat Mark in een beesten wereld is terechtgekomen, zal men zich afvragen hoe Kuijer dit avontuur laat aflopen. Is alles toch maar een droom Dit gemakkelijke antwoord heeft Kuijer zijn lezer niet willen aandoen, hij heeft een verrassing... Wat wel mag worden verklapt: hij vindt Bettie, maar vraag niet hoe. Guus Kuijer: Psppa Is een hond. Uitg. Querldo, prijs f 14,90. F. J. BROMBERG Gewatteerde duster Fijne gewatteerde Prachtige duster van Leuk gestreept Modieuze duster van met velours top. duster met romantiese zwaar velours met acryl-trikot nachthemd, aangeruwd acryl. In in diverse kleuren, kant-garnering. kontrast-biesenkapuchon. met wanne rol-kraag. verschillende kleuren. 6 4 69- (36-44) 49_ (36-44) (36-44) jg. (3S-4Ö) Qg. C&AlitOcAVOVide£^eM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 7