V" \v5 ijftien platenfabrieken in :ouw voor nieuwe Brel-LP Tlervormde synode gaat praten over leerhouding met ANC in Zuid-Afrika nuhin's herinneringen oedzaam geschreven KORTE METTEN kerk wereld Mgr. Bluyssen benadrukt plaats leek in zijn verslag aan Rome Me etsen van Rembrandt op ware grootte in boek LEIDSE COURANT DONDERDAG 17 NOVEMBER 1977 PAGINA 9 OLTOOWE REIS": Mi V lie [enuhin's levensverhaal „Onvoltooide de ondertitel „Herinneringen", is ge ls aan een belangstellende, voor wie iolist niets verborgen wilde houden: levensstijl, zo is het boek geworden, uitgevallen boekwerk met bijna 400 I vraagt om rustig te worden geleien, ouhin de lexer mee naar huis heeft Voor enkele avonden bij het haardvuur, eltrant - Menuhin heeft wat hij kwijt licteerd - is ingetogen, eerlijk en open; D, of die van vrolijke aard waren of de precht schokten, worden behoedzaam ven: weloverwogen maar nergens bestu- igszins vergelijkbaar met Menuhin's Yding en vioolspel, twee grootheden, die ist ook graag bijeenhoudt, zoals hij in "uitlegt tiestempélt Menuhin zich tot het wonder- |s hij werd genoemd; eerder verontschul- jch, dat door het duidelijke talent waar- fieel jong blijk gaf, hij voorrang kreeg lisjes Hephzibah en Yaltah en ook zijn on belangen ondergeschikt maakten aan lère. Achteraf begrijpt hij wel, hoe het kon, al zijn zijn jeugdjaren, in herinne- van pure zonneschijn. „Ik heb geboft", i hij herhaaldelijk. Menuhin heeft veel king ondervonden en weinig tegenslag, Daarvan is het boek een neerslag gewor- an men zich niet aan de indruk onttrek- yerdriet en pijn voor Menuhin onderwer- die slechts vaag mogen worden aange- d hiervan is te vinden aan het begin van fdstuk „Winterreizen", waarin de veel violist afscheid moet nemen van zijn die zich nogal humeurig toonde: zij was jarig en iedereen vergat dat. „Mijn moe- te trots eraan te herinneren, maar ook menselijk om zich er niets van aan te Eerder constateert Menuhin, dat hij hijnlijk vaker dan wie ook hartverscheu- icheid heeft moeten nemen". Maar meer op het incident met zijn moeder na, ij niet. Menuhin in dit boek niet op alles even ingaan, is het jammer dat hij sommige t van zijn leven die van wezenlijk belang liet nader uitwerkte. 1 even in op de invloed van India - dat teer bezocht - en zijn belangstelling voor lierover vertellend boort Menuhin (zijn) tan: niet de harde zweep van de wils- „maar rustig de principes te oefenen die geest worden bevat en door het lichaam t en door dat jaar in, jaar uit vol te chzelf en de individuele violist sprekend: •hten van dergelijke musici hebben de opgebouwd waartoe ik behoor en voor zover het geen Zigeuners waren, hadden zij de neiging Jood te zijn". Menuhin stelt in dit boek nergens: „Ik ben Jood, düs"; wel stipt hij aan dat voor elke Jood het man-zijn betekent „inzicht hebben"; dit in tegen stelling tot niet-Joden die lichamelijke kracht en atletische bouw als mannelijk beschouwen en ertoe zouden neigen intellectuelen als zwakkelin gen te zien. Hieraan vooraf wordt beschreven hoe hij Beetho- vens vioolconcert benadert, een werk dat voor hem het gevaar inhoudt van mechanische herha ling. Door analyse en muzikaal inzicht bracht deze violist dit concert, waarvan hij slechts de beginmaten van de solopartij bespreekt, tot een stuk werkterrein waarop hij langdurig kon stude ren. Tot hij tot de ontdekking kwam dat elke noot onvervangbare betekenis bezit, maar niettemin vrijheid voor de solist overlaat. „Elke variatie in de interpretatie is goed, zolang de innerlijke struktuur niet wordt aangetast en niet aan de relatie van de noten wordt voorbijgegaan", is de conclusie. Familieleven Veel verbalen over het familieleven, de gezins omstandigheden, maar heel weinig over Nola en het huwelijk met haar dat strandde. Over zijn (eerste) huwelijksaanzoek wordt aangestipt hoe hij Nola ten huwelijk vroeg zonder haar goed te kennen. „Wist ik iets van de viool voordat ik die aan de kin zette? Ik vond dat haar aarzelende houding nergens op sloeg". Spontaan inzicht is Menuhin niet vreemd en hij geeft daar in „Onvoltooide reis" herhaaldelijk blijk van. Hij noemt echter geen specifieke hoog tepunten; die moeten worden gehaald uit het verband van het hele boek, ook uit de verhalen die de violist vertelt over toevallige ontmoetingen, gesprekken met ooms en tantes en anderen, die doorgaans worden afgeschilderd als „bijzonder beminnelijk". En uit zijn vertellirigen over zijn tweede en huidige vrouw Diana, die hij aanvanke lijk nog niet had verdiend, zoals je alles in je leven eerst verdiend moet hebben: alle rechten en bezittingen; niet door rechten tegenover ande ren te verdedigen. Over Diana ook: Diana is in alles perfectioniste. Menuhin noemt zichzelf alleen in de muziek perfectionist. „Aangezien ik altijd de nodige rommel achter me aan sleep, heeft ze daar heel wat werk aan". In deze, licht ironiserende toon, is vrijwel het hele boek geschreven, behalve wanneer politiek aan de orde komt, met name die van Israël in het verleden, nu en in de toekomst Maar werkelijk fel wordt Menuhin nergens en is hij prettig te lezen: beminnelijk, zoals hij is. Yehudi Menuhin: „Onvoltooide reis". Uitg. Ad. Donker, Rotterdam. Prijs 47,50. F. J. BROMBERG In 1751 kwam in Parijs de eerste catalogus van Rem- brandts etsen uit Zij was van de hand van veilinghouder Edmé Francois Gersaint en bet boek verscheen een jaar later al in Engeland. Sinds dien zijn er bijna 20 andere catalogi uitgegeven; het be kendst werd die van Adam Bartsch, beheerder van het Weense Prentenkabinet uit 1797. Bartsch voerde een num meringssysteem in dat nog steeds in de Rembrandt-litera- tuur wordt gehanteerd, ook al worden tegenwoordig 89 van Bartsch' 375 nummers niet meer als eigenhandig gewaar deerd en is een drietal bladen toegevoegd die Bartsch niet kende. Bartsch nummering geldt ook in de uitgave van een nieuw opmerkelijk boek: Rembrandt Alle etsen op ware grootte afgebeeld. Dat is een uitgave zoals deze eeuw nog niet heeft gekend. In 1890 heeft de Rus Dmitri Ro- vinski een monumentale publi- katie uitgebracht met afbeel dingen op ware grootte van elkfe Rembrandt-ets. Zover gaat de nieuwe uitgave, ver zorgd door Gary Schwartz, niet. Van de verschillende sta ten werd meestal maar één gekozen en op de verschillen wordt slechts terloops inge gaan. Maar wat wèl geboden wordt is uitzonderlijk genoeg. Alle afbeeldingen in het boek en waar, ondanks het royale formaat, de bladspiegel te klein was voor reproductie op ware grootte, er los bijgevoegd in een aantal vellen. lemse bladen werden vooral gekozen om hun rijke pictura le kwaliteiten. Voor de andere bladen werd een beroep ge daan op het Rijksprentenkabi net te Amsterdam. Beide in stellingen samen bezitten vrij wel compleet het gehele ets- oeuvre van Rembrandt. Voor slechts zes drukken moest een beroep worden gedaan op fo to's uit een museum in het buitenland. Voor alle andere bladen zijn er overigens geen foto's aan te pas gekomen. Het is voor de eerste maal dat reproducties rechtstreeks naar de originele etsen zelf zijn gemaakt, waar door een tussenschakel verme den kon worden die de repro ductie toch altijd verder van het origineel af brengt. De druk is over het geheel zeer bevredigend, vooral bij de etsen die de kunstenaar ,open' heeft gehouden. Bij de meer doorwerkte, donker getinte bladen is het resultaat soms minder goed, zijn de arceer- partijen te veel dichtgeslibt De Engelse drukkers leverden werk dat door hun Nederland se collega's zeker overtroffen had kunnen worden, zoals blijkt wanneer men gaat ver gelijken. Waarbij gezegd dient te worden dat we vergeleken met boeken die een veelvoud kostten van de prijs die voor deze uitgave wordt gevraagd. Chronologie Teyh Straatmuzikanten, ca. 1635 'er-museum Bij de samenstelling is uitge gaan van de collectie van het Teyler-museum te Haarlem, een klassieke verzameling die bijeengebracht werd in een tijd dat voor vrijwel elke plaat er nog keuze was. De Haar- Zoals gemeld wordt de num mering van Bartsch aangehou den. Dat is gewoon praktisch, want die is voor de Rem- brandtliteratuur nu eenmaal wat de Köchel-nummers voor Mozarts muziek zijn. Het boek zou aan waarde verliezen als anders was gedaan. Bartsch groepeerde telkens onderwer pen als Zelfportretten, Bijbel Oude en Nieuwe Testament, Landschappen, Portretten enz. Door deze methode raakt men de chronologie, en daarmee het zicht op Rembrandts artis tieke groei, gemakkelijk zoek. Bovendien is er sinds Bartsch wel een en ander gebeurd. Portretten werden als zelfpor tretten herkend, genre-tafere len bleken bijbelse voorstellin gen te zijn. Om aan die bezwa ren tegemoet te komen werd een chronologie van Rem- brandts leven ingevoegd met telkens daarbij de bekende da teringen van de etsen. Waar nodig werd bij elke groep ver wezen naar het Bartsch-num- mer dat destijds .verdwaald' raakte. De bruikbaarheid van de uitgave wordt daarmee ten zeerste gediend. Ook ingevoegd is een hoofd stuk over de techniek van het etsen in Rembrandts tijd met o.m. citaten en afbeeldingen uit het eerste standaardwerk over de etskunst van Abraham Bosse (Parijs 1643) dat al snel ook in het Nederlands werd vertaald. Met telkens aangege ven hoe Rembrandt, soms heel afwijkend van het gangbare, de techniek hanteerde. Tevens worden vaktermen hier bon dig verklaard. Rembrandt hoort ongetwijfeld tot de grootste van alle prent kunstenaars. Dit boek kan door zijn populaire prijs dit facet van zijn kunstenaar schap tot het bezit van velen maken die dan t.z.t ook wel eens in een museum willen gaan zien dat een reproductie, met hoeveel zorg ook gemaakt, toch altijd sterk afsteekt bij het onvervangbare origineel. Vg. Gary Schwartz: Alle etsen ▼an Rembrandt, afgebeeld op ware grootte. Uitg. Unieboek B.V. Haarlem. Prijs gebro cheerd 24,50 (na 1 jan. '78 29,50). Ook gebonden ver krijgbaar. n onze correspondent Jan Drummen) Na vier jaren verblijf op een eiland in de lie Oceaan is Jacques Brei voor enkele weken Ir Parijs teruggekomen om een nieuwe plaat met lalf chansons op te nemen, die een opmerkelijk Igtepunt in de historie van de langspeelplaat gaat jekenen. I voor ook maar één van de chansons door iemand Iers dan de bij de fabricering daarvan betrokke en twee of drie uitverkorenen gehoord was, zijn meer dan een miljoen platen besteld die vrijdag frankrijk in de handel gebracht worden. De vorige ord-bestelling was die van Pink Floyd en had rekking op 980.000 exemplaren, maar verspreid r het hele Noordamerikaanse continent, lert twee weken draaien vijftien platenfabrieken Frankrijk op volle toeren om het eerste miljoen af te leveren en tevens om in staat te zijn aan de tweede golf te beantwoorden die eveneens op een miljoen geraamd wordt Om te voorkomen dat ie mand, een stad, een streek bevoordeeld wordt, zijn maandagmorgen tientallen trucks met containers ver trokken om de platen af te leveren; deze containers zijn van combinatiesloten voorzien en de cijfercombi natie om ze te openen zal vrijdagmorgen bekend gemaakt worden. Brei zelf schijnt aan dit hele publicistisch aandoende vertoon geheel en al vreemd te zijn, want hij is al weer naar de Markiezen-eilanden in de Stille Zuidzee vertrokken zonder in Parijs iemand anders dan enke le oude vrienden ontmoet te hebben. De thans 48-jarige Brei trok zich tien jaren geleden uit de show-business terug, legde zich er op toe vliegen te leren, bedreef daarna enkele jaren de jachtsport en „verdween tenslotte uit de circulatie". Enige tijd later werd hij in de Gezelschapseilanden en daarna in de Markiezen-groep gesignaleerd; er gingen tal van geruchten, met name dat hij aan een ongeneeslijke ziekte zou lijden. Hij is inderdaad ernstig ziek geweest maar lijkt thans geheel hersteld. Philips verkocht verleden jaar in Frankrijk 646.480 van zijn platen en Barclay, waarmee hij een nieuw contract tekende, verkocht er 245.000. Aanvankelijk had Brei achttien nieuwe chansons willen registreren, maar beperkte zich tenslotte tot een dozijn. Deze twaalf zouden volgens de enkelen die ze gehoord hebben van uitzonderlijk gehalte zijn, terwijl hij aan enkele grote chansonniers daarin enkele klappen uitdeelt. Verder moeten vooral de Flaminganten het ontgelden, waarvan hij zingt dat ze heen en weer slingeren tussen het geweer en het missaal en waar van hij verder zegt, dat ze tijdens de oorlog nazi's en daar tussen in katholieken zijn. Jacques Brei Balletweek in het HOT Het HOT organiseert van zon dag 20 t/m zaterdag 26 novem ber een balletweek, waarvoor één Nederlands en drie buiten landse gezelschappen naar Den Haag komen. Op 20 en 21 no vember geeft Gary Rick uit New York een soloprogramma met .Totem' en Sabbath'Op 22 en 23 november wordt .Journal of the plague year' gedanst door het Basic Space Dance Theatre- Shelley Lee uit Londen. Het Penta Theater geeft op 24 no vember voorstellingen van .Schoonschijn' en ,Uw nederige dienaar' en Pakhus 13 Eske Holm Kopenhagen besluit op 25 en 26 november met .Doods- fuga' en .Sacre du printemps'. Het Kijkhuis, Noordeinde 140, Den Haag, organiseert enkele jazzconcerten in samenwerking met Jeugd en Muziek. Op zon dagmiddag 20 november treedt het duo Dick v.d. Capellen bas en Albert Beltman klarinet op. xl- i str. )e hervormde synode nl zich in haar vergadering ÜJin februari 1978 beraden over haar verhouding tot lafoM ANC (African National Congress), de Zuidafri- oftaanse bevrijdingsbeweging en voorbereider van een ilenw bewind in Zuid-Afrika. r. i ipl« ïu alle contacten tussen de hervormde kerk en de ata Zuidafrikaanse zwarte bewegingen en het Christelijk Instituut door de recente maatregelen van de Zuida frikaanse regering onmogelijk zijn geworden, kan alleen nog het ANC worden geconsulteerd als de kerjeen zich beraden over wat zij voor de zwarten g«in Zuid-Afrika kunnen doea Dr. Beyers Naudé van het Christelijk Instituut heeft —het ANC ook nadrukkelijk als zodanig aangewezen. Ook tijdens de Amerikaanse-Westeuropese consulta tie met Zuidafrikanen deze zomer in Driebergen bleek dat het ANC als de officiële vertegenwoordiger van de zwarten wordt beschouwd. Or. A. li. van den Heuvel legde tijdens de vergadering van de synode uit, dat er een totaal nieuwe situatie is ontstaan en dat het voor de toekomst belangrijk is dat de kerk nu reeds relaties aanknoopt met het ANC, vooral ook voor de positie van de kerken in Zuid-Afrika. Dit betekent geen steun aan het ANC, welke bewe ging het geweld niet afwijst, maar uiteraard wel erkenning. In februari zal het debat worden voorbe reid met een zeer uitgebreide documentatie over het ANC en zal een voorstel voor de relatie met het ANC ter tafel komen. In het verloop van haar vergadering besloot de hervormde synode een rapport van de Raad van Kerken over de doop te aanvaarden. Dit rapport kan door de Nederlandse kerken gebruikt worden als basis voor gemeenschappelijk dooponderricht en als uitgangspunt voor oecumenische bezinning. De wens tot oecumenische katechese werd op de kerkenconfe- rentie te Lunteren in 1974 uitgesproken. Het rapport is een eerste aanzet daartoe. Dr. G. Dingemans, secretaris van de hervormde raad voor de katechese noemde het „een rapport, waarin we als kerken elkaar herkennen, een stapje op de weg naar verder gesprek." Hij zei verder, dat de oecumene zeer onlangs een klap heeft gekregen door de afwijzing door de Nederlandse bisschoppen van de verklaring over de wederzijdse erkenning van avondmaal en eucharistie. Nu is dit rapport weer een kans om samen verder te gaan binnen de contekst van de theologie van de katechese. Enkele leden drongen aan op een brief van de synode aan de evangelische kerk van Baden-Württemberg, die aan ds. Ensslin, vader van Gudrun Ensslin, een spreekverbod heeft opgelegd in verband met het in twijfel trekken van de zelfmoord van zijn dochter in de Stammheimgevangenis. Het moderamen zegde toe de brief te schrijven, na de juistheid van de berichten te hebben nagegaan. De synode besloot voorts de verklaring van het Centraal Comité van de Wereldraad van Kerken over het martelen als haar eigen verklaring over te nemen en deze samen met de werkgroep .Mensenrechten" van de Nederlandse Raad van Kerken uit te werken. Aartsbisschop John Qninn rsn San Francisco is vooirit- geworden van de bisschop penconferentie van de Ver enigde Staten en wel voor een Periode van drie jaar. Hij is daarmee ook eerste woord- jj voerder van de kerk in de VS. Aartsbisschop Qulnn (48) is de opvolger van aartsbisschop v Joseph Beraardln uit Ctnctn- n natL Kinderziekten bij een nieuwe zetcomputer zijn er de oorzaak van.' de sobere taalkundige revisie van de Statenvertaling 01 de Friese bijbel niet op tijd en de F kunnen verschijnen. Het Ne derlands Bijbelgenootschap had aangekondigd, dat de eer ste nog dit jaar en de tweede in februari zou uitkomen. Als zich geen verdere technische moeilijkheden voordoen, wordt de Statenvertaling-edi tie 1977 nu in februari ver wacht en de Friese bijbel en kele maanden later. De swarte anglicaanse bis schop van Lesotho, Desmond Tutu, (46) is benoemd tot nieu we secretarisgeneraal van de Zuidafrikaanse raad van ker ken. Hij volgt hiermee de kleurlingendominee John Thorne op, die rijn functie om onbekende redenen na rijn be noeming in augustus neerleg de. De persdienst van het bisdom Breda heeft een boekhandel geopend, die naam „Overweg" kreeg. De voornaamste reden is de toenemende vraag naar de religieuze en daaraan ver wante lectuur vanuit de platte landsgebieden van het bisdom. Ook in middelgrote steden blijkt het steeds moeilijker te worden de gevraagde boeken te verkrijgen. De boekhandel wil in deze leemte voorzien door vooral als verzendhuis te fungeren zonder de bestaande boekhandels concurrentie aan te doen. Na een actie van enkele we ken heeft het Bisdomblad van Den Bosch nu twlntlgduisend abonnees. Het is het enige weekblad. De bisdombladen van Breda en Roermond ver schillen om de veertien da gen. Het eerste, „Overweg", heeft een oplage van vierdui zend en het tweede „Informa tie Bulletin Roermond", ruim tiend al send. De bisdombladen ran Haarlem en Rotterdam („Samen Kerk" en „Tussenbei de") hebben samen een oplage van 140.000 exemplaren. Zij verschijnen eens in de twee maanden. Bij gelegenheid van zijn be zoek deze week aan Rome, samen met de andere bis schoppen van Nederland, heeft mgr. J. Bluyssen een overzicht samengesteld van vijf jaar kerkontwikkellng in het bisdom 's-Hertogenbosch. Het bisdomblad van Den Bosch geeft daarvan een sa menvatting. De nadruk heeft de afgelopen vijf jaar gelegen op de plaats van de leek in de kerk. Hier over schreef mgr. Bluyssen in 1972 een nota „Opbouw van de kerk". Daarin werden uit gangspunten en motiveringen gegeven voor een andere opzet van de zielzorg. „Uitgaande van de inzichten en mogelijk heden, die Vaticanum II biedt enerzijds en anderzijds het onontkoombare feit van het sterk teruglopend aantal pries ters, werd gesteld dat in de toekomst gewerkt zou moeten worden in grotere verbanden, waarin de leek een eigen en belangrijke taak te vervullen zou krijgen", zo staat in het verslag aan de Romeinse in stanties. Voorts wordt gemeld dat naar aanleiding van deze nota in 1973/1974 kaderdagen voor kerkbesturen zijn belegd, waarop de bisschop zijn ge dachten hierover nader uiteen heeft gezet. „Vanaf het begin heeft de bis schop in zijn beleid duidelijk voor ogen gestaan het actief inschakelen van de leken-gelo vigen bij de liturgie en de pastoraal, binnen de mogelijk heden geboden door het twee de Vaticaans concilie. In woord en geschrift heeft de bisschop zowel priesters opge roepen om taken die tot nu toe traditioneel door hen vervuld worden over te dragen aan leken, anderzijds aan leken om verantwoordelijkheid in deze te aanvaarden. Zeker in de aanvang bleek dit niet overal even gemakkelijk. Maar momenteel valt van bei de zijden waar te nemen, dat men de ernst en de noodzaak hiervan onderkent", aldus het verslag. Gewezen wordt op de vele en verschillende aktiviteiten die leken in parochies en elders in de pastoraal vervullen, het geen een hoopvol teken bij het sterk teruglopend aantal pries ters wordt genoemd. Bisschop Bluyssen herhaalt te genover de Romeinse instan ties rijn mening, neergelegd in een recente brochure „Op uit nodiging van de Heer", dat de kerk in deze tijd vooral moet worden gepresenteerd als een aanbod, een uitnodiging, een appèl De volgzame gelovige van we leer is zelfstandiger gaan den ken, dikwijls ook kritisch af stand gaan van de kerk, zo zegt hij. In woord en geschrift en dosr regelmatig contact met zijn priesters en gelovigen brengt hij allerlei za ken over de kerk en het geloof ter sprake. Hij hoopt op deze wijze zijn gelovigen te kunnen inspireren. „Het zijn evenzo vele kansen om iets van de boodschap van Jezus Christus uit te dragen voor een groter publiek", al dus de bisschop in zijn verslag aan Rome.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 9