In de
Radstadter
Tauern is
Nederlands
(nog) geen
voertaal
„Nieuw"
skigebied
met
rijke
variatie
1
„Nederlandse
skiërs
spoedig in
voorste rij"
Westendorf, Hlnterglemm, Saalbach, Zell am See,
Kaprun. Alsof het Duitse voorzetsels met de vierde
sneeuwval zijn, zo grondig zijn de namen van deze
Oostenrijkse ski-oases aangestampt in het geheugen
van de grote Nederlandse wintersportfamllle. Als de
knödel en de glühwein rond de pistes in deze
IJskermissen naar meer smaken, vallen andere
gebieden definitief buiten de prijzen. Het vaderlandse
sneeuwlegioen, dat zich van Kerst tot Pasen naar deze
plaatsen op en rond de Alpentoppen spoedt, zwelt nog
steeds aan. In het hoogseizoen is een poging een van
de vele weinstuben te betreden al bij voorbaat
gedoemd te mislukken. Als het ai mogelijk zou zijn een
bres te slaan in de alcoholmuur, die landgenoten
zorgvuldig hebben gemetseld. Op de besneeuwde
hellingen trachten de piste-ridders elkaar vruchteloos
te ontwijken en manoeuvreren ski-klasjes angstig door
da zich naar beneden reppende meute.
Wie de moeite neemt op de landkaart de blik een
decimeter naar rechts te wenden en een uur langer wil
reizen, treft ten zuiden van Salzburg een wintersportge
bied aan, waar men nog geen Nederlands verstaat: de
Radstadter Tauern. Of ooit Radstadt, Altenmarkt,
Flachau, Wagrain, Zanchensee, Filzmoos en Obertauern
in hetzelfde ritme over de Hollandse tong zullen rollen
als Westendorf etc. ligt niet aan deze zeven
dwergdorpen zelf. Sinds kort presenteren zij zich in
voorbeeldige sneeuwharmonie aan de verwende
Nederlandse wintertoerist. Toegegeven: ook in deze
hoek van Salzburgerland heerst in het hoogseizoen geen
paradijselijke rust. De voertaal is Duits in alle mogelijke
tongvallen. De Radstadter Tauern is niet alleen van
oudsher het ski-domein van de Weners, maar sinds een
tiental jaren ook winters toevluchtoord van vele Duitsers.
Echt massaal wordt het in dit enorme gebied echter
nooit. Of het zou een plaatselijk „lokal" moeten zijn,
waar aan de lopende band echtparen gehuldigd en
toegezongen worden door in leren broeken
rondspringende middenstanders, vanwege het feit dat
meneer en mevrouw voor het tiende achtereenvolgende
jaar op de lange latten door het plaatsje schuifelen.
Door dergelijke vormen van vasthoudendheid
verbijsterde Hollanders kunnen dan altijd nog, de
deinende bierpullen ontwijkend, een veilig heenkomen
zoeken.
Verder lijkt dit gedeelte van het Salzburgerland (nog)
niet ingesteld op massatoerisme. De liftcapaciteit in de
lager gelegen plaatsen toont dat overduidelijk. Hoewel
de aanleg van nieuwe en grotere liften voor de komende
jaren op het programma staat blijft het in de
vakantiepiek voorlopig wachten geblazen om vanuit
Flachau (900 meter) naar de aantrekkelijke hoogte van
2000 meter te zweven. De eenpersoons stoeltjeslift gaat
in slaapverwekkend tempo omhoog, voor de sportieve
natuurliefhebber een dagelijks terugkerende attractie:
eenzaam omhoogdeinend tussen de witgevlokte
kerstbomen. Omhoog moet de skiër altijd vanuit
Flachau, langgerekt dorp in een slingerend dal. Van alle
zeven plaatsjes biedt het voor de beginner waarschijnlijk
de meeste mogelijkheden. Brede, langzame glooiende
pistes, die in diverse richtingen naar beneden voeren.
Gemoedelijke gasthofen onderbreken de lange
afdalingen op de juiste momenten. Flachau heeft een
ski-verbinding met het „zusterdorp" Wagrain, die echter
wel enige routine vereist. Vaardigheid in het produceren
van perfecte schnee-pflugen alleen is dan ruimschoots
onvoldoende.
3. Met de RadstSdter Tauern heeft Oostenrijk nog
een gloeiend heet Ijzer In het winterse vuur.
Van het zevental is Filzmoos. op ruim duizend meter
hoogte, het bekendst. Het combineert kansen voor
krukken en bijna-cracks. Beginners zijn daarbij in het
nadeel, want de simpelste afdalingen liggen een paar
honderd meter buiten de bebouwde kom. De enkele
lange en soms verraderlijk hellende pistes bieden
daarnaast weinig mogelijkheden voor gevarieerde
tochten. Filmzmoos lijkt uiterst geschikt voor
iets-gevorderden, die niet dagenlang achtereen op de
latten hoeven te staan, maar ook willen schaatsen,
rodelen, zwemmen of in een feestelijk rinkelende
arreslee door het landschap willen glijden.
Veel minder bekend bij de internationale ski-elite dan
Filzmoos, maar eigenlijk warmer aan te bevelen, zijn
Radstadt en Altenmarkt, twee vrijwel aangrenzende j
gehuchten, die van 850 tot bijna 2000 meter alle soor
vertier bieden, die de wintersporter zich maar kan
wensen. De schilderachtige structuur van de plaatsjes
met de rommelig aandoende pleintjes noodt tot korte
wandelingen, die onvermijdelijk zullen uitlopen op eei%~:
bezoek aan een van de vele après-ski-etablissementen.|^.
Behalve uitnemende pistes voor skiërs in alle p
routinefasen vormen zij belangrijke schakels in de vijhüi
kilometer lange Tauern Loipe, een schitterend traject
voor langlaufers door de fraaiste delen van het
Salzburgerland. m£
ins
,bb
Kunnen in het hele gebied beginners zich met een
gerust hart van vele hellingen laten glijden, al dan niet'
bijgestaan door leraren van de overal in ruime mate
aanwezige ski-scholen, een tocht naar Obertauern zou,
duiden op overmoed en het lichtzinnig omspringen me?
de eigen overlevingskans. In het op 1750 meter hoogte
gelegen Obertauern is nauwelijks een huis te vinden.
Het dorp bestaat uit hotels, appartementen, winkels en.
restaurants. Een ski-circus bij uitstek. Onder een vrijwe e(
voortdurend aanwezige bries vinden de geroutineerde
afdalers er een breed skala van pistes, variërend van
middelzwaar tot zeer zwaar. Urenlange tochten, vol
huiveringwekkende steile en soms één meter smalle
doorgangen, zijn er te maken vanaf het hoogst
bereikbare punt op bijna 2400 meter hoogte. Op weg
daarheen is door een ruit van de volgepakte cabine
vrijwel het complete Salzburgerland zichtbaar. Door de
sneeuwsluier zijn te onderscheiden: Flachau, Wagrain,
Filzmoos, Radtstad, Zauchensee en Altenmarkt. Als je
het vaak zegt, klinkt het even vertrouwd als Westendorf
en wijde omstreken.
WOUT BATENBURG
JONG TALENT
TON COUMANS:
Toen schaatsenrijder Antonio Gomez zich vorig jaar
aanmeldde om deel te nemen aan de wereldkampioen
schappen, was de Spaanse dertiger al populair, voordat
hij één meter op de smalle ijzers had gereden. De
Nederlanders vroegen zich in alle gemoede af, wat een
atleet uit het warme zuiden op het ijs had te zoeken.
Respecteren deden de Hollanders Gomez wel. Een
volkomen onbekende wilde het opnemen tegen de
Noren en de Nederlanders!
Kan men het „geval-Gomez" op de Nederlandse skiër
projecteren? De landen waarin de skisport hoogtij viert,
respecteren Nederland, maar niet om het feit dat het
voor de eerste keer aan wedstrijden meedoet. Zij
houden zo langzamerhand al rekening met de
deelnemers uit het land aan de Noordzee. Nederland
heeft de propagandawaarde die Gomez het vorige jaar
voor de schaatssport in Spanje is geweest, allang achter
zich gelaten. Het is namelijk al heel wat jaartjes geleden
dat Prinses Irene tweede werd op de nationale
kampioenschappen.
Ton Coumans, een aankomend skitalent van 16 jaar uit
Emmen, is ervan overtuigd dat binnen een aantal jaren
Nederlandse skiërs in de voorste rijen van internationale
uitslagen te vinden zullen zijn. Een eerste plaats behoort
misschien tot de onwaarschijnlijkheden, maar Nederland
is al een heel eind op de goede weg. De jongelui die
vroeger met hun ouders naar de wintersport gingen,
zitten nu in de Nederlandse ploeg.
Thans worden 9-jarigen al geselecteerd naar de
resultaten die worden behaald op de kunstskibanen in
Nederland. De zogenaamde borstelbanen betekenen voor
skiënd Nederland een uitkomst. Ons land wint elk jaar
de Benei ux-kampioenschappen en dan komt Nederland
nog niet eens in zijn sterkste samenstelling uit. In de
strijd om het kampioenschap van de Lage Landen is de
Oranje-équipe dit jaar als tweede achter Engeland
geëindigd", aldus Ton Coumans, die alles voor het skiën
over heeft.
De leerling van 5 Atheneum-B offert elke vakantie voor
zijn geliefde sport op. De schoolweek naar Parijs,
Londen of Berlijn in de herfst heeft hij ook laten
schieten om maar weer een week op de lange latten te
kunnen staan. „Het is voor ons Nederlanders wel steeds
hollen en stilstaan. Zodra het vakantie is, ga ik naar het
hooggebergte. Afgelopen zomer ben ik met een aantal
vrienden vier weken naar een skikamp in Bormio (Italië)
geweest. We hebben daar keihard getraind. We waren
ondergebracht in de goedkoopste hotels en werden toch
met een busje naar de pistes gebracht. Ondanks de lage
prijs van de reis naar Italië was alles zeer goed
verzorgd", vindt Ton Coumans, die daarmee tevens wil
aangeven dat de skisport bepaald geen elitesport is.
De jonge Emmenaar heeft het afgelopen seizoen zijn
debuut gemaakt bij de senioren. Een vrijwillige keus.
omdat hij - naar zijn mening - bij de jeugd niets meer
had te leren.
„Ik had nog rustig bij de jeugd kunnen uitkomen, maar
dan had ik misschien alles gewonnen. Al mijn sterke
concurrenten waren door hun leeftijd overgestapt naar
de senioren."
„Ik ben meegegaan om wat op te steken. En ik heb veel
ervaring opgedaan. Nu ik dit jaar verplicht ben bij de
senioren te starten, heb ik bovendien geen
aanpassingsmoeilijkheden meer. Bij de jeugd ski je in
Spital en Phym, wedstrijden en trainingen, terwijl de
senioren op de hellingen nabij Val d'lsère (Frankrijk
houden".
Ton Coumans vindt de organisatie van de Nederlandse
Ski Vereniging goed. „Dat is bijvoorbeeld één van de
redenen waarom ik de herfstvakantie wel naar het
hooggebergte ga en niet op schoolreisje. Als je blijk
geeft, dat je niet voor honderd procent achter de
skisport staat, word je uit de selectie gestoten. Er staan
wel tien anderen te dringen om je plaats in te nemen".
De skisport in Nede/land is dus sterker ontwikkeld dan
de schaatssport in het land van Antonio Gomez, die in
het internationale veld nog maar een eenling is. Dat is
met de groep Nederlandse skiërs bepaald niet het geval.
Met hen wordt al terdege rekening gehouden.
BERT DIJKEMA