Bepoederde postzegel van kabouter-vorst Après-ski: troostrijk toetje voor brekepoten LIECHTENSTEIN: geworden. Als straks de bus naar het Rijndal vertrekt, moeten ze mij maar vergeten. Laat me maar links liggen achter mijn eigen sneeuwbal. En heb vooral geen medelijden met me. want ik red me wel. Met Jozef, de kleine, grijze gastheer van het verrukkelijke hotel Turna aan de rand van het dorp. Jozef, de filosoof, die je ontvangt in zijn sneeuwbar en in de Weinheber een toverdrank brouwt, die je slokdarm schroeit en je ogen ombouwt tot een calculator, die iedere voorbijganger automatisch met drie vermenigvuldigt. Als ik na uren afscheid neem zie ik vóór me zes maal Jozef staan, welk aantal ik door drie deel om vervolgens de meest rechtse de hand te schudden. Het blijkt zijn vrouw te zijn. Gelooid hoofd En wat heb ik nou meer nodig om gelukkig te zijn dan een ontmoeting met Sepp Ender, het gelooide hoofd van de skischool in Malbun. Hij is nu zestig jaar. maar als hij op een roerloze winterdag aan zijn plastic vleugels door het dal zeilt is hij een jonge god in het diepst van zijn gedachten. Drie jaar geleden heeft hij het Drachen-fliegen (Draken-vliegen in het Nederlands) ontdekt, een spectaculaire sport, waarbij je je van een bergtop in het zwerk stort en ais Icarus door de wind naar de aarde wordt gewiegd Zie hem daar hangen, de vliegende grootvader aan zijn klapwiekende Sepp-elin. Bijsturend met zijn vingers en met zijn verse bolknak voortdurend rookwolken producerend als een aamborstige locomotief. ..Laat hem maar", zegt zijn vrouw beneden berustend, „sinds de kinderen het huis uit zijn moet pa zijn energie toch ergens kwijt". Tijl Uilenspiegel In de witte oase van Malbun fungeert Sepp als orakel, handelsmerk en Tijl Uilenspiegel Tot grote ergernis van de PTT in Liechtenstein heeft hij zijn eigen postzegel laten drukken, die alleen geldig zijn op de Drachen- vlucht van Sareisjoch naar Malbun. Sepp heeft bovenaan de stoeltjeslift een bord gespijkerd met „DELTA AIRPORT" erop. stempelt daar eigenhandig de brieven, die men meegeeft en vliegt er mee naar Malbun. De PTT kan er niks tegen doen. want Sareisjoch heeft geen eigen postkantoor en er is ook nooit postverkeer tussen bergtop en dorp geweest. Post voor meneer. Uitstalkast Malbun: een bevoorrecht dorp. een hemelse uitstalkast, waar nationale en internationale cracks en kampioenen in het weekend op de glinsterende pistes komen oefenen. Met mensen, die Gods sneeuw over Gods bergen en dalen laten dwarrelen. Goede Jozef bijvoorbeeld, die zo graag aan de weg timmert. En slimme Helmut, luchtridder Sepp en Cornelia, die haar geboortedorp in Nederland graag voor dit adelaarsnest in de Alpen heeft geruild en nu de scepter zwaait in het handwarme hotel Alphina. Nu ik weer terug ben in mijn eigen moerasdelta zit ik met een levensgroot heimwee naar hun witte paradijs in het nietigste vorstendom van Europa. Beter dan wie ook hebben zij de bedoelingen van de Schepper begrepen. Daarom hebben ze er ook geen moeite mee om van het leven èèn groot, altijd durend feest te maken. Met ijs-taart toe. Helbelichte dia's Zo glijden de ochtenden en middagen voorbij: helbelichte dia's vol stumpers en versierders, ego-trippers en eigenheimers, die door bruinwerker zon tot Indianen worden overgeschilderd. Je eet een hapje, drinkt een glaasje en klimt zo gestaag verder naar de top van gelukzaligheid. Wintersport voor wintersport Na twee dagen heb ik al het sterke gevoel, dat achter de bergen niemand meer op me wacht. Dat ik in het arbeidsproces van Joop den Uyl volmaakt overbodig ben 1. Malbun, wintersportbalkon op 1500 meter hoogte in het nietige vorstendom Liechtenstein: één glad de weg. zeven hotels en pensions, vier liften. En voor de rest rust, die roest in gebruinde botten. 2. Sepp Ender. de 60-jarige vliegende grootvader van Malbun. vliegt bij goed weer met zijn eigen postzegels vanaf het zonnebalkon Sareisjoch naar het dorp. Hij fungeert als orakel, handelsmerk en Tijl Uilenspiegel. 3. Kleine, grijze gastheer Jozef schenkt in de sneeuwbar van zijn hotel Turna een toverdrank, die je slokdarm schroeit en je ogen ombouwt tot een calculator, die iedere voorbijganger automatisch met drie vermenigvul digt. 4. Hotelier-en-gros Helmut Schwarzler gokt op een gouden toekomst voor het nu nog onbekende Malbun en heeft vast met zijn luxe herbergen Malbuner-Hof en Gorfion een plaats onder de zon gereserveerd. te zien stumperen op het hellend vlak. Voorop zie ik iemand zijn skistokken in doodsnood de grond indrijven, maar het is slechts uitstel van executie. Want iedere skiër is nu eenmaal van nature een schuinsmarcheerder, die zijn pijlsnelle afgang alleen kan afremmen door kennis van zaken. En het is overduidelijk, dat deze met rede begaafde slierasperge een ongehoord stuk onbenul is en van zijn gezond niet afweet. Een seconde later is het al zover en duikt hij met een verrukkelijke schaarbeweging in de dichtstbijzijnde vliegden. Ik heb er moeite mee om niet spontaan te applaudisseren. b* 0.-.j ed! lag! di den beginne was er zo goed als niets in ilo-lchtenstein en achteraf heeft men het maar zo ird,(houden. „Wel zo gemakkelijk", zullen ze In dat fdepennest gedacht hebben: geen leger, geen luchtmacht. ist,ien marine, alleen wat plaatselijke bromsnorren, die 24 et hun ongetande postzegel bij elke haarspeldbocht e'eit verkeer regelen. en echtenstein is in Europa de bultige dwerg, wiens )ft'(sneeuwde puntmuts geplet wordt tussen de lel- kgreuzen van Zwitserland en Oostenrijk. Een staatje in - je staten, dat niet alleen te klein is voor tafellaken. n9jaar zelfs voor servet. Een Madurodamland met de 10 [metingen van een flinke deurmat, 160 vierkante Irs |lometers, die grotendeels dienst doen als stortplaats 3r" hor rotsen. Voorts een hoofdstad Vaduz, die de allure - Beft van een op drift geraakte provincieplaats in verijssel. L dan natuurlijk die vorst, bij wie speculanten met hun irarte geld en wit voetje proberen te halen. Hij is - dertijd op de troon gehesen, omdat ze dringend taand nodig hadden, die met zijn hoofd kon figureren cpfe eindeloze reeksen postzegels, die de voornaamste i1,Wm van inkomsten vormen in Liechtenstein. Overigens - n knappe vondst om met het oog op de wintersportre- :iwme een vorst aan het hoofd te zetten, die .bij de Tpternationale goldrush het hoofd van nature al koel 'houdt en nauwelijks kan worden aangevallen, als hij op _e nul-lijn regeert. -Spek en bonen 1. jeneden in het dal kronkelt Vader Rijn naar het a ervuilde Boden-meer. Je passeert de brug zonder L juane-formaliteiten, hoeft ook je koffers niet open te aken. Want Liechtenstein speelt staatsrechtelijk slechts oor spek en bonen mee en is in feite het ondergescho- 1 en kind van Zwitserland, dat in' het vorstendom een kke vinger in de regeringspap heeft. r Dch moet je het hart niet hebben om in het dal van lalbun de hotelier-en-gros Helmut Schwarzler voor een Iwitser te verslijten. Hij spreekt weliswaar hetzelfde rot-verminkende Schweitzer-Deutsch als zijn buurman an de overkant van de rivier, maar hij beschouwt zich el degelijk als een Europese vrijbujter, die zich itsluitend wenst te houden aan de wetten van zijn orst. En die wetten hebben zulke grote mazen, dat elfs een walvis er met de schoolslag doorheen kan wemmen. )iepgevroren groet anuit Malbun, het wintersportbalkon van Liechtenstein p 1500 meter boven Amsterdams Peil zend ik deze epgevroren groet naar het miezerig thuisfront. Het ga allen goed. En weet dan bij deze. dat het mij in elk eval aan niets ontbreekt. Hotelplan, de witte reus in nze vaderlandse reiswereld heeft me geparkeerd onder an donzen deken in hotel Albuner Hof. èèn van die oostrijke herbergen, die Helmut Schwarzler tussen de looiende, bepoederde berghellingen heeft opgetrokken, anuit mijn twijfelaar zie ik 's morgens de sleepinstalla- ie. die de skiërs een lift geeft bij hun hemelvaart. Op ligen houtjes glijden ze omhoog en verdwijnen ze chter de boomgrens in de ochtendnevel. Een half uur aler zie ik de eersten alweer nederdalen; ze trekken een ichuimend spoor in de rulle paksneeuw en laveren ussen de obstakels door als volleerde lijsttrekkers. Daarna ik heb ondertussen mijn eerste Glöhwein eplaatst en een onduidelijke afspraak gemaakt met een laatselijke. geheel met bont afgezette sirene volgen e krakepoten in groepsverband. Het is verrukkelijk om ken vanuit mijn ligstoel op het terras van Hotel Gorfion 0» enige die, wit weggetrokken, In Liechtenstein altijd iven snel valt als wij, Is de avond. Voortdurend overrompelt hij de zwaar Ingevette dames In de "gatoefen en voordat die er erg In hebben zeilt de zon itedt achter een bergspits en wordt het vriendelijke "al In nachtelijke rouw gedompeld. Dat Is natuurlijk torvelend voor de lamlendige toeristen van het type •.verbrande kop valt niet af', maar het opent tegefi/k ongedroomde perspectieven voor de kreukelaars, die "iI daglicht geen kans hebben gezien met hun stotend ioëmmer op de ski's enige Indruk te maken. ZIJ hebben zich overigens allang bij deze sot neergelegd •n wachten alleen nog op het troostend duister; dan verkleden ze zich zorgvuldig - tandjes poetsen, nagels uithalen, schoon ondergoed - en maken zich gereed voor hun dagelijkse slalom tussen de bierpullen en de glühwein. Dif tijdverdrijf noemt men gemakshalve „après-skl", vet voor de meesten echter te veel eer Is, want na Mn ochtend stumperen op de helllnghebben ze de 'hl'» gelijk aan de wilgen gehangen en zichzelf Verlof B gegeven om hun vakantie op een minder slopende manier door te brengen. Hierbij gaan zij uit van de Machte, dat het altijd beter Is om op een kruk te fflan dan er zelf een te zijn. A'a fanatici 's middags bèkat de lounge van hotel Gorffon blnnenstrompolen, hangen ze reeds wervend rondom Juffrouw Cóllce, die van dlrectlewege de dorst "ar gasten lest. ZIJ Is een Sophia Loren van goede hulahoudkwalltelt, die haar omzet vla wulpse blikken gaatadlg weet te vergroten, 's Morgens kookt ze pap voor haar bedlegerige moeder en doet ze de vaat van vorige dag. Mensen, die haar van nabij kennen tyfien, dat ze daarbij neuriet Vervolgens sprankelt za enkele druppels parfum van het merk „Panlque" achter haar oren en trekt ze de lurexjurk aan, waarvan haar moeder nog steeds hoofdschuddend zegt: „Kindje, Is dat niet te bloot? Vannacht heeft het nog zo gevroren." Dan lacht ze vertederd en denkt: De ziel, ze Is goed voor de kinderen, maar van het barwezen snapt ze niks. En Cóclle heeft gelijk: ze zit nu alweer zes Jaar tussen fles en fust en heeft langzamerhand een even onthullende kijk op de mannen als de mannen op haar. Terwijl ze de kelkjes bljschenkt, luistert ze met engelengeduld naar het gezwets van haar klanten, die op veilige afstand van moeders pappot hun Jagersinstinct weer achter de slapen voelen bonzen. Het zijn bijna zonder uitzondering captains of Industry, allemaal wat hoogs In de olie, iets belangrijks bij de Hoogovens of bij het Openbaar Vervoer. BIJ de eerste borrel - „Nee beste kerel, deze ronde Is voor mij" - zijn ze het er reeds over eens, dat het roer In de Lage Landen om moet. „Minder Inmenging van de staat, meer ruimte voor het particulier Initiatief. Proost. Neem nou een man als Koekoek. Akkoord, akkoord, wat die In zijn kop heeft kloppen JIJ en Ik uit onze pijp. Maar evenzogoed Is dia man een teken aan de wand. De eenvoudige burger staat op tegen het gezag. Cécile, mijn beurt Schrijf het maar op de rekening van Sterkenburg." Cóclle glimlacht, vult de glazen bij en zet vijf streepjes op het papier, waar ze „varkenskop" boven heeft gezet. BIJ de Inventarisatie van haar gasten gaat ze uitsluitend af op hun fysieke uitmonstering en aan de hand daarvan maakt ze haar eindafrekening op. Meneer Sterkenburg Is voor haar een vage schim, maar „varkenskop" uit Holland kent ze des te beter. Dat la die hijgende man op de verste barkruk, die feilloos de verkeerde truien draagt en steeds even haar hand vasthoudt als ze zijn glas bljschenkt Ze vindt het stomvervelend, maar maakt er geen punt van. Hot kon mijn vader zijn, denkt ze. Ze Is erg op haar ouders gesteld. Als men het er net over eens Is, dat D'66 een glorieuze comeback heeft gemaakt maakt een blonde Belg zich los teneinde besmuikt een dialoog met Cécile te beginnen. HIJ buigt zich ver over de bar en dringt haar zijn Duitse volzinnen op als een bulldozer. Ze luistert aandachtig en vraagt ondertussen dwingende aandacht voor haar lege glas. Als hij het eindelijk ook ziet en zwicht voor haar consumptieve aandrang zegt ze met een aangrijpende glimlach: „Mag hot een whisky soda zijn?" Nou en hoe. Als ze om een tobbe vol champagne had gevraagd, had ze die ook kunnen krijgen. Aan de andere kant van de bar Is Bertha begonnen aan haar periodieke hoogstand. Bertha komt uit Kiel en verricht sinds kort onduidelijke werkzaamheden In Zürlch. Zelf houdt ze vol, dat ze barkeepster Is, maar Cécile heeft al vastgesteld, dat ze Johnny Walker niet van Black and White kan onderschelden en daarom neemt ze aan, dat Bertha in de spoelkeuken staaf. Er wordt trouwens over de hele hotoNInle stug gefluisterd over Bertha. De enige, die daarbij geen krimp geeft Is Bertha zelf. Dat Is ook nergens voor nodig, want ze heeft genoeg Ijzers In het vuur om er ook op de winteravonden warmpjes bij te zitten. Alle vrouwen In het hotel zijn het er dan ook van harte over eens, dat ze gelijk hebben. Als Bertha na het diner op soepele kogelgewrichten de lounge blnnendelnt, hangt er gelijk een drukkende atmosfeer als bij een naderend onweer. Het Is ook op die momenten, dat de vrouwen alle moeite doen om de aandacht van Bertha af te lelden. „Zeg Kees, als Ik nou In plaats van die kabelsteek een Noors motief brei, zou dat dan toch niet sportiever staan?" En „Wlm, heb Je genoeg sigaren bij Je?" „Guus vind Ie het nou niet vreemd, dat we nog niks van de kinderen hebben gehoord?" Maar Guus hoort het niet, en Wlm heeft ook wel wat anders aan zijn kop dan een sigaar. En Kees, ach Kees weet al zo lang, dat hij met de breikous van zijn vrouw geen steek op schiet. Ze staren schijnbaar doelloos naar de Chinese slervaas in de hoek, waar Bertha net de benen over elkaar slaat Onweerstaan bare Bertha, die vanavond haar bontstola weer om heeft. „Een konlln zou zich schamen, als hij er mee moest lopen", menen de vrouwen, maar hun schot mist het doel meters. Het Is Immers duidelijk, dat Bertha het niet gauw te bont kan maken. Het valt Guus Ineens op, dat ze hetzelfde blauwe heer heeft als gisteren. Dat Is de eerste keer, dat ze althans de hoofdzaken niet gewijzigd heeft. In het begin van de week was ze ravenzwart, daarna muisgrijs, woensdag strogeel. En nou al twee dagen achter mekaar blauw. Zou de spoeling voor Berths dan ook dun worden? Ondertussen speelt de band zachte motregen. En Cécile spoelt de glazen, vult de glazen, trekt haar hand weg. De rook drijft in fiere banieren langs de zoldering. Aan elf tafels wordt door 22 monden aandachtig gegaapt Alleen Bertha geniet echt Ze heeft haar bontstola afgedaan, haar furex/as/e op de stoel naast haar gelegd. Ze Is er al lang achter: „Uit goed voor u." „Wil Je nog wat?", vraagt Guus asn zijn vrouw. HIJ klikt net naar Bertha als ze antwoordt: „Nee laat maar Ik ben al zo vol." Aprés-sld, hei toetje voor de uitgetelde ski-reus. „Dit rondje Is voor mil." Handlesplak In een donkere hoek. Gelaten wacht ledereen at, totdat Bertha haar keus bepaald heeft Wordt het vanavond skileraar Charly of toch dia besnorde RAF-vtleger uit Londen „Het is toch een dweil", stellen de vrouwen voor da zoveelste keer opgelucht vast LEO THURINQ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 17