Pe>en?unt<a Op een Haags perron zien ze elkaar voor het eerst: bleke vaderlanders op doorreis naar hun eigen sneeuwbal. Mannen en vrouwen, die voor één avond en één lange, slapeloze nacht de gelegenheidstamllle Spoor vormen, eendrachtig optrekkend naar witte verten. Biels Co, klaar voor een polonaise, dwars door Europa; een urendans, die wegtlkt op een IJzeren baan met vooruitzichten. „Jan, geef de rol trujetta maar vaat door". Hun tijdelijke behuizing is een trelncoupó, een wiebelende pijpenla vol verdrietig trijp en fletse foto's boven de rugleuningen. Zes mensen In een IJzeren long, waar de beschikbare ruimte volgens plan is verdeeld: Hotelplan. Vader zit dus volgens het plaatsbiljet bij het raam. Elndell/k eens op zijn nummer gezet. En moeder relsbeschelden in het midden. „Of zit Ie liever ergens anders, moeder?". „Ach meneer, heeft u er bezwaar tegen om met mijn vrouw te rullen? Ze kan namelijk slecht tegen achteruit rijden. Ja, inderdaad: duizelingen, gauw braakneigingen ook. Dank u wel voor de spontane medewerking. Jan, geef de rol lujubes even door". Daar gaan ze dan, ritmeesters met mondstuk. Remmen, rijden, optrekken, at laten glijden. Krachtig schudden vóór het vakantlegebrulk. „Jongens, zijn we nou de grens al gepasseerd? Kun JIJ soms lezen, wat er op dat bord staat. Oberhausen, zeg Je. Dan zijn we dus al in Duit9- land. Ach, doe me een lol en vraag even aan de sta tionschef, of Ik mijn'flets terug kan krijgen. Fahr- rad zuriick. Da's een goeie. Die houden we erin". „Hoe laat is het nu? Acht uur, dan wordt het tijd om een vorkje mee te prikken In de eetzaal op wielen. Dat n is geen lopend buffet meer, dat is een sjezend buffet. II Soep slurpen met een snelheid van 130 kilometer per X uur. Dat noem ik nog eens buffelen. Ja jongen, reizen a 18 voor mij eten en drinken". „Ach Jan, geef de rol pepermunt etle door". Achter Keulen dampt de lotsverbondenheid In de wagons. De nacht heeft het groot Germaanse rijk dlchtgeteerd, zodat we daar alvast geen boodschap meer aan hebben. Kunnen we ons des te beter concentreren op het plak- en lljmwerk In de rijdende kroeg. Wel even een strategische stelling betrekken, zodat Ik In de eerstvolgende flauwe bocht vanzelf in de armen van die blonde dame val. „Pardon Juffrouw. Heeft u zich bezeerd?". En daarna weer wachten op de volgende bocht, in de hoop, dat je er uiteindelijk aan blijft plakken. Bulten verschijnen en verdwijnen de stations: lege wachtkamers, uitgestorven perrons onder wit licht. Bellen, stemmen uit luidsprekers. Zo IJl Je voort In een spooktrein, die zich kreunend door de tunnel van de nacht boort. In het bruine café walsen de laat ste doorzakkers rich ting Oostenrijk. De rest fungeert als op gaven In een kruls- woordpuzzle: drie horizontaal, een snur kende sterveling, die duidelijk bezig Is een zeer oude elk om te zagen. Zie hem daar liggen tegen de zoldering. Baas boven baas boven baas. Couchette, couchette, zei Duimelot Jarenlang suddert de skimode een tikje gezapig, voortbordurend op de algemene modetrend. Soms echter komt ze ineens met een vuurpijl, die ook de straatmode treft .De rollen zijn voor één keer omgedraaid. Skitrend dringt door in het algemene modebeeld. Dit jaar zorgde Daniël Hechter voor zo'n uitschieter: het volumineuze polyester dekbedachtige jack. dat van de skiër een Michelin-mannetje maakt. Het jack is geheel gevuld met vederlicht dons en ziet eruit of de drager(ster) het vier maten te groot heeft gekocht. Deze z.g. Bulky-look", straks ook in Nederland verkrijgbaar, spot met de enge Rennhose van naar alle kanten rekbaar ski-elastiek, hoewel de jacks ook wel op nauwe broeken staan. Een grote capuchon zorgt dan voor een lichtelijk topzwaar figuur. Maar bol is chic dit jaar. De Hechter jacks zijn vaak aan twee kanten draagbaar (soms voorpanden wit. achterpand blauw, binnenste buiten: voorpanden blauw en achterpand wit...). De korte anorak met aangeritste smalle Latzhose. om het lichaam sluitend als een elastieke Leicrakous. blijft echter populair, evenals het gewatteerde antigliss tweedelig skipak en de salopette met jasje of het monteurspak met lange rits van voren. Zwart katoenen overalls en vliesdunne lange anoraks met tunnelceintuur en vleermuismouwen voor warmer weer laten zich evenmin opzij duwen. Van duurder tot voordeliger uitvoering overal te krijgen. Verrassen op de piste in 1977 het witte pak. Vroeger heette het: sneeuw is altijd witter; het effect is dus „smoezelig". Thans vindt men dat wit of het z.g. „prèsque blanc" (bijna wit) geraffineerd concurreert met de sneeuw. Vandaar dus in de collecties enorm veel „winterwhite". soms in combinatie, met drie primaire kleuren: blauw. rood. geel of heel fraai zelfs met goud! Een baaierd van felle kleuren dit seizoen voor skiërs die niet vallen voor het sobere wit. zwart of marine. Voor hen juichend Atlantic- of azuurblauw, zonnegeel. smaragdgroen, vaak in combinatie, zodat het lijkt of er internationaal vlagvertoon plaats vindt op de piste. Maar er zijn ook pastels in lichtende tinten: vreemde „groentjes", een tikje chancheant, turkooize, en bleekgoud (met zwart), daarnaast bruin, oker en „Tan". Veel pakken en onderdelen daarvan worden versierd met folkloristisch borduurwerk; paspels en biezen in afstekende kleur markeren de banen. Gebreide boorden, manchetten en (dubbele) kragen in kleurlagen op elkaar zorgen dat de kou „buitenboord" blijft. Ook voor de man kleurige, aangebreide kragen, die bij b.v. een jack tot de kin worden dichtgeritst. Zakken overal vormen een practische noot. evenals de nieuwe trend: gebreide beenwarmers om desnoods over doodgewone overjarige jeans aan te trekken. Ze maken met bijpassende muts en handschoenen van oud nieuw. Geliefd zijn de N<?orse motieven in verscheidene kleurtjes; versierde benen en handen dus met een. in éénzelfde patroon gebreid hoofddeksel, dat mag variëren van petje tot bepluimde kaboutermuts. Omdat Langlauf zo'n geweldige vlucht in de skisport nam, heeft de mode hier een nieuw terrein veroverd. De stoffen voor de langlauf-outfit zijn lichter dan die bij de skimode. Soepele tricot knickerbockers hebben 1) 'Les Dagums' van muli- elastiek, waarin rubber vezel is verwerkt. De solopette van acrobatisch meisje heeft bie zen om banen te markeren. Haar partner is ook niet 'zon der baan'. Bijpassende resp. muts met rand en jockey-pet. (Daniël Hechter). 2) Op de Ispo te München getoond: zwarte overall met witte biezen. Bijpassende handschoenen. Overal ritsen, tot in de mouwen. 3) De hele familie in Michelin- achtige pakken, geheel ge vuld met dons. Deze nieuwste look is er in jacks, blousons, anoraks (lang en kort) twee delige skipakken. (C A). 4) Langlauf heeft nieuwe ei gen mode. Ademend tricot is geliefd. Veel strepen voor manchetten en boordjes. Ook de kousen zijn bijpassend aan de bovenkant 'geringd'. (C A). 5) Kleuteroveralls met kleuri ge biesjes. De grote kraag kan als capuchon dichtgeritst worden. (C A). 6) Bleyle après-ski in ademen de tricot, ook thuis bruikbaar voor sportbeoefening. Stre pen. zakken, soms laag inge zette mouwen, maar altijd practisch en comfortabel. (Sprint-collectie). 7) Schitterende 'presque blanc' overall met graus/grij- s/zwarte asymetrisch aange brachte strepen. Motief hier en daar fijn getekende skier- tjes. Pet en twee dooreenge- strengelde shawls: één grijs en één zwart. enorme keus in beenbekleedsels, bijpassende mutsen, handschoenen en scarfs voor de beoefenaars van deze steeds populairder wordende sport. Ook voor aprés-ski worden veel tricots verwerkt. In alle opzichten practisch zijn een soort trainingspakken van tricot die nergens knellen: blouson of anorak op broek, die om de enkels sluit. Het prettige van deze dracht is dat men er later thuis bij het sporten ook nog plezier van kan hebben. Makkelijk is de après-mode, materialen sluiten zich hierbij aan. Tiny Francis

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 15