„Foxtrot" Betovering en bitterheid verpakt in zilverpapier ANNIE M.G.'S NIEUWSTE MUSICAL VERBEELDINGEN VAN GROTE EENZAAMHEID Als het meisje (Tru dy Labij) het te kwaad krijgt met zichzelf is haar le raar (Willem Nijholt) in de buurt voor stevige troost. Willem Nijholt bemiddelde voortdurend tussen de regie en het ballet. Ronnie Bierman als daghit in het pension. Trudy Labij als het misleide meisje. „Over tijd - twee woorden die je pas beseft op het moment dat het je treft". Oftewel de pijnlijke perikelen van een dwaze deern in de grote stad, als liedje gezongen door Trudy Labij in een van de hoofdrollen van Annie M.G. Schmidts jongste musical „Foxtrot", die in de ko mende week in het Amsterdamse Carré in premiere gaat Deze musical gaat over meer dan over dit misleide meisje. Annie M.G. schreef over eigen lijf en leven, verwerkte er flinke brokken persoonlijke ondervin ding in en legde het tijdsbeeld bloot tussen de jaren '30 en nu. „Betovering en bitterheid verpakt in zilverpapier", zegt Annie M.G. er zelf van en waar zij verloedering in de samenleving ziet, gaat zij die niet uit de weg. Alles wat we in de jaren '30 hadden en nog tegoed hadden, legt zij in lenige liedjes vast, werkloosheid, nazisme, gaskamers, terreur, bergen kinderschoenen in Auschwitz, het gebral van Hitier, nieuwe mode, nieuwe goden, nieuwe doden, heroine, martelingen, gijzelingen en het nog steeds naklin kende „niets aan de hand*' van wijlen Colijn. Satiri sche adviezen geeft Annie M.G. er gratis bij cadeau: ..Lief zijn voor de psychopaat geeft het beste resul taat". Allemaal wrange zaken, er. dan ook nog een meisje in moeilijkheden, en dat op een avondje musicalple- zier, wordt dat niet wat te veel van het slechte? Nee, zonder aan de ernst van al deze zaken te kort te doen, vliegt het allmaal voorbij op de vleugels van een vederlichte tekst, waarbij als vanouds Harrie Bannink muziek voegde, die er vaart en vervoering aan verleent En de uit Engeland gehaal de regisseur Paddy Stone fruit het geheel met een beweeglijk ballet op, tien dynamische danseressen in vol of half ornaat, die bijdragen aan het beeld dat in deze musical wordt opgeroepen, zoals wan neer ze met hun pluimen een swastika-teken (haken kruis) vormen. Dit vlechtwerk van verderf en vertier vindt zijn begin bij de huiselijke haard bij bekommerde bur gers. Een vader uit de provincie (Frans Kokshoorn) zoekt voor zijn dochter (Trudy Labij) om studierede nen een onderkomen in de grote stad. Hij komt terecht bij een pittige pensionhoudster (Georgette Hagedoorn), die al een dansduo in huis heeft, hij (Willem Nijholt) een werkloze intellectueel, zij (Ger- rie van der Klei) een ballet juffrouw, samen een duo dat nachtclubs van driest danswerk voorziet om aan een paar centjes te komen. De dochter wordt Prompt verliefd op die intellectueel, maar het is diens vriend (Jaap Boonstra) die haar met voor noemd gevolg versiert. Tot overmaat van ramp verschijnt dan ook nog de verloofde van die dochter 'op-het toneel, een provinciale landmeter, Thijs geheten, in werkelijkheid Flip van Duyn, zoon van Annie M.G. Flip van Duyn, die zijn toneelopleiding in Londen volgde en nadien in Rotterdam wat speelervaring opdeed, werkte al samen met Trudy Labij in de KRO-tv-serie „Pleisterkade". Hij zat op zeker mo ment zonder rol, maar was bepaald niet happig op het aanbod van producent John de Crane om aan deze musical mee te doen. Annie M.G.: „Hij voelt er eigenlijk niets voor om in het winkeltje van zijn moeder te staan. Hij acht zichzelf best in staat om zijn eigen boontjes te doppen. Het was een grote verrassing, toen ik vernam, dat John de Crane aan Flip een rol in mijn musical gaf. Dat'is geheel achter mijn rug om gebeurd. Ik wil er niet op aangezien worden, dat ik mijn zoon zou hebben voorgetrokken.Ze zeggen, en dat komt ook wel voor, dat ik iemand een rol op het lijf schrijf, zoals dat heet, maar die jongen, Thijs, heeft een functie in dit musicalverhaal, dat weinig of niets met Flip persoonlijk van doen heeft". Het geval Flip vormt niet Annie M.G.'s zwaarste probleem in dit musicalgebeuren. Op diverse plaat sen in het land, van Delft tot Delfzijl, zijn er al voorvertoningen van gegeven en daarbij bleek deze musical een uur te lang te zijn. In Delft verliet een enthousiast publiek pas na middernacht de Doelen zaal. Annie M.G.: „Dat vond ik heel akelig.Niet voor mezelf. Je schrijft zo'n musical en dan komen er dingetjes op papier en gedachten los van: hé, daar kon ik best eens een liedje bij maken. De acteurs studeren dat in, krijgen er in de zaal open doekjes voor, maar dan moet er een uur geschrapt worden. Dat zijn heel nare dingen voor mensen die er al zoveel moeite voor gedaan hebben. Een speels lied van vrouwen die teut zijn, met Ronnie Bierman voorop, verdween. Een parafrase op de vroegere Bouwmeesterrevue, prachtig werk van Willem Nij holt en Gerrie van der Klei plus ballet, moest ook weg. Dat vond ik verschrikkelijk voor die meisjes van het ballet vooral, want die hadden er heel hard op gewerkt Die voorstelling in Delft verliep echt niet vlekkeloos, maar toch klaagde niemand erover, dat het zo laat geworden was. Maar als je straks met de voorstelling het land ingaat krijgen, als die te lang duurt de bezoekers moeilijkheden met bussen en treinen en niet te vergeten de babysits". Er zat zo bleek in Delft overigens nog meer niet goed in deze musical. In de scène waarin het meisje (Trudy) haar liefde laat blijken voor de intellectueel (Willem), zegt de pensionhoudster (Georgette Hagedoorn): „O, ben je op hem verliefd, nou, maar dat kan geen kwaad". De zaal barstte daarop in lachen uit. Dat is heel pijnlijk overgeko men bij Willem Nijholt, die van iedereen verwacht dat zijn aanleg gerespecteerd wordt Willem Nijholt: „Ik wil best desnoods mijn eigen leven spelen, maar dan moet het in een stuk zijn met echte karakters. Dat heb ik eerder gedaan en dan krijg je een stilte in de zaal, waarin ik begrip voel. Dat doet mij erg goed. In een musical kom je echter niet aan karakters toe. Daarin eaat het om contouren van karakters en dan gaat er gemak kelijk iets mis als een bepaalde scène op iemand persoonlijk wordt toegespitst. Ik heb er met Geor gette over gesproken. Die begreep dat direct. We hebben in deze scène wat accenten verlegd en bij latere try-outs bleek dat dat in de zaal veel beter ontvangen werd." Die eerste voorstelling in Delft was ook ergens anders goed voor. De musical eindigt ermee, dat het zwaar in de zorgen zittende meisje een mis kraam krijgt, een deus ex machina, een geschenk uit de hemel, dat meestentijds niet toevalt aan wie er naar verlangen. Uit de onvrede hierover ontstond het idee het meisje aan het slot een brief van de dokter te laten ontvangen, waarvan de inhoud niet bekend wordt, maar die voor het meisje zelf een hele opluchting betekent. Naar de aard van dit doktersbriefje mag de toeschouwer zelf raden, een open einde, dat ieder naar eigen inzicht mag invul len. Ook in wijziging en verbetering van tal van andere onderdelen van deze musical heeft Willem Nijholt de hand gehad, die door veeleisende regisseur Pad dy Stone wordt beschouwd als de enige musical-ac teur die ons land rijk is. Het décor, drie grote nochtans transportabele zetstukken, een soort envi ronments, bleek vol te zitten met weinig werkbare persoonlijke grapjes van de ontwerper. Niet alle meisjes van het ballet begrepen de aanwijzingen van de regie. In al die zaken bemiddelde Willem Nijholt, omdat hij graag in een musical staat, maar dan moet het wel verzorgd wezen. Georgette Hagedoorn; „Willem is geboren voor dit werk. Hij heeft het in zijn broekzak. Ik had dit vak graag een paar jaar eerder gedaan. Toen ik vijf jaar geleden'het toneel met pensioen verliet had ik niet gedacht later in een musical te staan. Ik deed dan wel mijn chansonavonden met Franse liedjes, maar in een musical moet je alles tegelijk doen, acteren, dansen en zingen. Als de muziek inzet, sta ik al tussen de coulissen. Daar krijg ik een kick van. Dan voel ik me een circuspaard, dat de piste binnen draaft." Na toneelschool en toneelgroep Appel o.l.v. Erik Vos prijst Jaap Boonstra ook de hemel dat hij de kans krijgt een musical te doen. Als veroorzaker van de zwangerschap maar ook om andere redenen vormt hij in dit spel een nogal dubieuze figuur, maar tegelijk deelt hij volop in de vrolijke vaart ervan. Hij, maar hij niet alleen, heeft Paddy Stone ervaren als een keiharde perfectionist, bij geen ander krijg je zo'n harde les in dit vak als bij hem. Paddy heeft inderdaad de dames van het ballet laten dansen tot ze erbij neervielen. Trudy Labij: „Ik heb in „Promises" gestaan, maar dat was een slap aftreksel bij wat er nu vertoond wordt. Ik heb nu veel meer met het ballet te doen, zing ook meer. Er is zo hard aan deze musical gewerkt, dat ik het wel een uitputtingsslag zou willen noemen. Ik had 's avonds geen benen meer om op te staan. Ik heb wel moeten wennen aan die roL In het begin is dat meisje een beetje tuttig. Ik kreeg toen de aanmerking, dat ik haar een beetje te zwaar aanzette. Verderop in het spel gaat het meisje zich wat vrijer gedragen en dan kan ik er een mooi stuk van mijn eigen emoties inleggen Uiteindelijk ben ik „over tijd" en dat moet je waarmaken in je spel". Zij staat tenslotte met een brief van de dokter in de hand. Dat helpt haar uit de zorgen. Ieder moet zelf maar uitmaken wat daar instaat, maar voor het meisje een reden om een lied aan te heffen, waarin zij zingt, dat zij zich eindelijk vrij voelt. Willem Nijholt: „Ik vind het een heel mooi einde geworden, juist ook door dat lied van een vrouw die zich eindelijk vrij weet. Ik persoonlijk vind die vrouw waarlijk vrij, die een kind helemaal accep teert". TON OLIEMULLER De verhalenbundel „Tussen de Lakens" van Ian Mc Ewan is een opvallende paperback. De om slag is een reproduktie van een bevreemdend, angstaanjagend schilderij van Arie van Geest (het heet „The Three Marguerites I"): drie meisjes, twee als bruid je, het derde naakt, kijken je aan, droevig, onbenaderbaar. Ze zit ten of staan voor een diepblauwe lucht Een beeld van ongelooflij ke eenzaamheid en ontreddering, die daarvan het gevolg is. De verhalen van Ian Mc Ewan uit deze bundel zijn op dezelfde ma nier beelden, verbeeldingen van schrille eenzaamheid. Keer op keer wordt op een andere wijze, vrijwel steeds heel direct en vaak schokkend door de verbeeldings kracht, een situatie geschetst van mensen die met elkaar omgaan maar niet weten wat er bij de ander omgaat daar volledig bui ten blijven. Uit onwil misschien, maar vaak vooral uit onmacht Het eerste verhaal .Pornografie" bijvoorbeeld gaat over een jongen die in een sex-shop boekjes ver koopt een flinke geslachtsziekte heeft opgelopen, relaties onder houdt met twee vrouwen en zon der dat hij ook maar even na denkt over de gevolgen die zijn handelingen en levenswijze voor anderen kan hebben, doorgaat met dat armzalige leven. Ook op andere manieren vertoont Mc Ewan de radeloze consequen ties van het niet in staat zijn tot kontakt: er is een verhaal waarin de hoofdpersoon een ideale sex en leefrelatie opbouwt met een etalage-pop, die immers niets te rug zegt, in een ander verhaal houdt de vrouwelijke hoofdper soon er een aap op na. Het laatste verhaal, „Psychopo- lis" speelt in Los Angeles, waar de ik-persoon, een jong Engels auteur, op bezoek is. Drie mensen die hij daar leert kennen, komen aan het slot van het verhaal in een volstrekt nutteloos samenzijn bijeen. De jonge schrijver speelt een stuk van Bach op de dwars fluit, dit in schrille tegenstelling tot de situatie zoals die werkelijk is: de harmonie en de zekerheid van Bach's muziek tegenover „de ze reusachtige, verbrokkelde stad zonder middelpunt, zonder bur gers, een stad die alleen in de geest bestond, een opeenvolging van veranderingen of stagnatie in de levens van individuen". Uitgever De Harmonie heeft deze verhalen, in de sluitende vertalin gen van o. a Heieen ten Holt en Tineke Donkers, nog uitgebracht vóór er een Engelstalige versie van is uitgekomen. Die uitgave komt dit najaar in Londen. Behalve de vijf korte verhalen, bevat het boek ook nog twee frag menten uit een niet voltooide toe komstroman, die in Londen speelt Al het leven, alle commu nicatie, al het verkeer is wegge vallen en in die afgrijselijke stad vol nomaden en daklozen volgen we als lezer twee tochten van een dertigjarige man: naar zijn werk en naar zijn vriendin. Tochten vol communicatie-stoornissen en on begrip. JAN-VERSTAPPEN Ian Mc Ewaxu „TUSSEN DE LA- KENS", uitgeverij De Harmonie, Amsterdam. Prijs 16JX)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 17