„In Leidschendam
geen jeugdbeleid"
Kreymborg
Eerherstel voor oud
ambacht in lijstenmakerij
DE BOEIENDE
VEELZIJDIGHEID VAN LODEN!
binnenland
Voorzitter raad voor jeugd- en jongerenactiviteiten:
Herfstconcerten door
Gewestelijk Orkest
ACHTTIEN MANNEN EN VROUWEN DOEN TENTAMEN
LEIDSE COURANT
DONDERDAG 13 OKTOBER 1977 pagina 7
„In Leidschendam is geen
jeugdbeleid, alles wordt ad
hoe, incidenteel beslist. Er is
geen sprake van een plan
waarop je kan teruggrijpen.
Het in oktober 1971 versche
nen interim-rapport van het
Maatschappelijk Opbouwwerk
in Zuid-Holland had wat ons
betreft de aanzet moeten zijn
voor een jeugdwerkbeleid in
Leidschendam".
Dat is de klacht van voorzitter
C. Stolk van de Raad voor
Jeugd- en Jongerenaktiviteiten
Leidschendam over het ge
meentelijk beleid die hij na de
zoveelste onverkwikkelijke
vergadering van de commissie
voor jeugd- en sportzaken
graag 'ns in de krant ziet.
De RJJL is in deze commissie
'van advies en bijstand verte
genwoordigd door twee leden
die vorige week in de bijeen
komst opnieuw met wethouder
J. J. Meijer in de clinch raak
ten. „Het rapport heeft wel tot
gevolg gehad dat de RJJL is
opgericht. De raad heeft tot nu
toe echter bijna alleen gewerkt
op het gebied van de subsidie
verlening maar daarover ging
het rapport niet uitsluitend.
De overheid zou in samen
werking met de betreffende
organisaties ruimtelijke voor
zieningen moeten ontwerpen
en tot een accommodatiebeleid
moeten komen", aldus de heer
Stolk.
Over de prioriteitenvaststel
ling die in april van dit jaar
tot moeilijkheden heeft geleid
zegt hij: „In april werden wij
geconfronteerd met een ver
zoek van B. en W. om vaststel
ling van prioriteiten. Zelfs
werd om aanvulling hiervan
gevraagd en wij dachten dat
gaat de goeie kant op. On
danks de ons toegemeten kor
te termijn hebben wij toen alle
bij ons aangesloten organisa
ties geraadpleegd en een uitge
breide discussie met ze ge
voerd waarna een eenstemmig
antwoord is opgesteld. Uite
raard dachten we dat eerst
overleg zou worden gepleegd
en dat pas daarna de prioritei
tenlijst zou worden vastge
steld. Burgemeester en wet
houders deelden echter mee
dat onze wensen, ook prioritei
ten dus, nog niet vatbaar wa
ren voor opname. Het woord
„nog" stond hierbij tussen
haakjes, een onmogelijkheid
omdat de lijst een meerjaren
planning was tot 1981."
Kwaadwilligheid
Niet alleen de vertegenwoordi
gers van de RJJL maar ook
de meeste andere commissiele
den maakten bezwaar tegen
dit zonder meer van de tafel
vegen van voorstellen en wei
gerden de lijst vast te stellen.
„We waren flink kwaad omdat
we hard aan die lijst van ons
hadden gewerkt maar ook om
dat die vergadering, wegens
plaatsgebrek, maar anderhalf
uur mocht duren. Met aftrek
van het spreekrecht was het
trouwens nog maar 'n uur. De
volgende wethouder stond al
op de tribune te wachten, je
zou haast aan kwaadwilligheid
denken".
Uit andere wereld
Van B. en W. werd op dit
antwoord weinig meer verno
men en op de vorige week in
de commissie gestelde vraag
wat er verder met de lijst zou
gebeuren antwoordde de wet
houder dat dit wel op de be
groting zou blijken. „Er is
nooit meer over gepraat, onbe
grijpelijk eigenlijk want als
men ons erkent en zelf vraagt
naar wensen moet daarover
toch gediscussieerd kunnen
worden, waarvoor zijn we an
ders lid van die commissie".
Voorzitter Stolk zegt bij het
gemeentebestuur begrip voor
hun werk te missen. „Met alle
waardering voor de medewer
kers van de afdeling financiën
moet ik zeggen dat we het
gevoel hebben met mensen uit
'n andere wereld te praten. De
oorzaak is dat er op het ge
meentehuis mensen ontbreken
met ervaring op jeugd- en jon-
gerengebied. Zo'n ambtenaar,
in heel wat gemeenten kleiner
dan Leidschendam een norma
le zaak, kan het particulier
initiatief steunen, wensen aan
horen en daarna een beleid
snota opstellen voor een dis
cussie. Gemeenteraadsleden
hebben zo'n nota eigenlijk ook
nodig want waar halen die
anders hun informatie van
daan. De situatie is nu zo dat
wij ons als onbezoldigde ge
meente-ambtenaren zien ter
wijl de RJJL een organisatie
moet zijn die het jeugd- en
jongerenwerk alleen begeleidt
en adviseert".
Accommodaties
Een ander twistpunt met B. en
W. is het feit dat de RJJL zich
de zorg aantrekt voor accom
modaties, ook voor de jeugd,
voor de wijkverenigingen. ,JJe
wijkverenigingen hebben niets
om op terug te vallen, het zou
beter zijn als de raadscommis
sie werd omgezet in een com
missie voor jeugd-, sport- en
wijkzaken. Als het college be
zwaar maakt moet gezorgd
worden voor 'n vertegenwoor
diger in een commissie".
Voorzitter Stolk, duidelijk blij
dat hij zijn hart 'ns kan lucht
en, vindt verder dat in Leid
schendam de verhouding tus
sen sportzaken en jeugdzaken
„totaal scheef' is getrokken.
„Er wordt maar gewoon over
een tweede sporthal gespro
ken, overigens ook weer zon
der advies van de betrokken
commissie, terwijl de ruimte
nood voor het jeugdwerk al
vijf, zeg maar gerust tien, jaar
zeer groot is. Wij gunnen de
sportverenigingen alles maar
ze zijn wel over de hele linie
beter af. Als er een tekort aan
velden is komt er meteen een
oplossing. De leeggekomen
ruimte in het Koetshuis ging,
alweer zonder enige discussie,
naar een zwemvereniging. Nog
'n voorbeeld? 'n Half jaar gele
den hebben we 'n brief ge
schreven over vernieuwing
van een hek bij de speeltuin
achter de Prins Hendriklaan.
Op de vraag waarom geen ant
woord is ontvangen zegt de
wethouder „er wordt toch wel
ingebroken". Ons voornaam
ste bezwaar is danook dat we
niet au serieux 'worden geno
men.
Voorbeelden
Als voorbeelden van gebrek
aan accommodatie noemt de
heer Stolk de wijkvereniging
Oud-Zuid ,/naar om daarin te
voorzien heeft de wethouder
een opdracht van de gemeen
teraad gekregen". Verder
Scouting „de Damherten" die
wegens ruimtegebrek een le
denstop heeft moeten invoe
ren. Vervolgens de jeugdsoos
Dormibella die weliswaar naar
het oude postkantoor kan ver
huizen .jnaar de gereformeer
de kerk kan uiteraard de in
richting niet betalen". „Sater
en de Opifex-soos zitten in
zwaar verouderde gebouwen
die, evenals het Stompwijkse
Dorpshuis, brandgevaarlijk
zijn. Het jeugd- en jongeren
werk kan rustig een achterge
steld gebied worden genoemd,
achtergesteld niet alleen door
de betrokken wethouders
maar door het hele college".
Het bestuur zou de commissie
voor jeugd- en sportzaken
daarom liever als een beleids
commissie met een eigen be
groting zien dan zoals nu al
leen maar een adviesorgaan.
„Voorzitter Stolk zegt tenslotte
blij te zijn met het kantoor dat
de RJJL in de Damstraat
heeft kunnen betrekken en
ook met de nieuwe jeugdcon-
sulent maar „de RJJL houdt
zijn hart vast voor de aan
staande begroting, de ene wet
houder zegt er is geen geld, de
andere zegt van wel, we zijn
bang dat onze verdere wensen
niet gerealiseerd zullen wor
den".
voorzitter C. Stolk
Tekst en uitleg:
Nol Wesseling en Simon
E. Smit (Foto).
Het Gewestelijk Orkest geeft deze maand enkele „Herfstconcerten"
onder leiding van Gerard Oskamp, winnaar van het Bournemouth
Dirigentenconcours 1976. De serie start op 14 oktober in Vlaardin-
gen. Op donderdag 20 oktober wordt een lunchconcert gegeven
in het Provinciehuis te Den Haag. Dezelfde avond speelt men in
Gouda, op 21 oktober volgt Delft (Stadsdoelen) en op 22 oktober
Rotterdam.
Op het programma staan: Schuberts ouverture „lm Italienischen
Stil", het Allegro voor 4 strijkkwartetten van de Nederlandse
componist Johan Bernard van Bree (1801—1857), het 2de Hoorncon
cert van Haydn en Beethovens 1ste symfonie. Als solist treedt op
de solo-hoornist van het Residentie-Orkest Vicente Zarzo.
Wijde loden mantel met omslagmanchetten.
Raf, zwart of bruin. Mt 36-44.
Sjaal 9.95 lOy"
iiiiiiiiiii
EEE In een sfeervol en ruim atelier
5 aan de Rijswijkse Cobbenha-
EEE genstraat in de Plaspoelpolder
wordt gewerkt aan het eerher-
jEE stel van wat met recht ge-
S noemd mag worden:' een am-
bachtelijk beroep. Een beroep,
S waarbij de kunstzinnige eisen
die aan de beoefenaar worden
gesteld, niet zijn te verwaarlo-
S zen: dat van lijstenrestaurator-
EEE encadreur. In het zo op het
EEE oog goed geoutilleerde atelier
EEE deden achttien jonge mannen
EEE en vrouwen, voornamelijk in
EEE de leeftijd tussen de twintig en
EEE veertig jaar inmiddels uitge-
SE breide praktijktentamens, die
EEE onlangs mondeling zijn afge-
EEE rond met een historisch en
kunstbeschouwelijk gedeelte.
EEE Arpil volgend jaar wordt de
EEE cursus, die eind 1975 is begon-
EEE nen, met een examen beeind-
EEE igd. Het is de bedoeling dat
EEE men zich daarna aan de kunst-
S schatten voor diverse neder-
EE landse musea gaat wijden.
S Het is echter nog niet geheel
duidelijk wat de mogelijkhe-
den hiertoe zijn, want een en
EEE ander werd in december door-
EEE kruist door de museumnota
EEE van C.RM, waarin het idee
tot de oprichting van regionale
EEE restauratiecentra werd geven-
EEE tileerd. Behalve voor degenen,
EEE die in de lijstenmakerij blijven
EEE werken of voor zich zelf gaan
EEE beginnen, is er tot nu toe onze-
=E kerheid over de vraag of men
=E in een dergelijk overheidscen-
EEE trum werk zal vinden. In de
SEE CRM-begroting voor het ko-
EEE mende jaar staat dat men bij-
=EE zondere aandacht gaat beste-
den aan regionale experimen-
ten. Dit begrotingsjaar begint
EEE men me* de voorbereiding en
E== uitvoering daarvan in een vier
tal provincies.
Maar welke provincies dat zijn
staat er niet bij.
De lijstenmakerij in de Cob-
benhagenstraat valt onder de
Dienst Sociale Werkvoorzie
ning Rijswijk en Omstreken.
Een situatie, waarover bij de
cursisten weinig enthousiasme
valt te bespeuren. Men heeft
het gevoel dat men daardoor
met een ongewenste status
wordt opgezadeld. DWS-direc-
teur J. Uneken kan zich deze
bezwaren wel enigszins inden
ken: Maar toch zijn deze niet
op hun plaats. Veel hangt er
van af hoe de cursisten in hun
eigen omgeving naar buiten
treden", zegt de heer Uneken,
die in het verleden door het
Gewestelijk Arbeidsbureau is
benaderd voor de oprichting
van de cursus en de lijstenma
kerij.
Uit de 55 gegadigden zijn er
toen 25 geselecteerd, tesamen
een zeer heterogeen gezel
schap vormend. Onder de
deelnemers bevinden zich on
der andere een tolk, een voor
malige secretaresse, mensen
die enige tijd geen werk heb
ben gehad of door lichamelij
ke omstandigheden hun oude
werk niet meer konden ver
richten. En verder zijn er deel
nemers die via deze omscho
lingscursus een andere rich
ting aan hun leven willen ge
ven.
In mei 1976 werd begonnen
met de tweede cursus, waar
aan 14 personen deelnamen.
Probleemloos was het verloop
van de cursus in het begin
niet Ondermeer door wisselin
gen in het personeelsbestand
was het niet mogelijk het pro
gramma binnen de geraamde
tijdsduur van anderhalf jaar
af te werken. Bovendien bleek
het programma te summier
van opzet om aan de doelstel
ling van de cursus volledig te
beantwoorden. De cursusduur
van de opleidingen, die beide
inmiddels tot hetzelfde niveau
reikten, werd dan ook ver
lengd tot volgend jaar. Het ligt
in de bedoeling om de cursis
ten, zoals eerder genoemd een
arbeidsplaats aan te bieden in
de lijstenmakerij, waardoor
hoog gekwalificeerd werk kan
worden aangetrokken.
,Het moet voor ons allen een
uitdaging zijn om het produkt
zodanig te restaureren, dat we
een brok recommandatie krij
gen", zegt de heer Uneken ent
housiast „Er moet werk ge
noeg zijn want elk museum
barst van de beschadigde
kunstwerken". Hij spreekt ook
over het benaderen van bedrij
ven en over het grote belang
van een goede samenwerking
met de rijksdienst voor roe
rende monumenten. Een aan
tal cursisten heeft onlangs
werkzaamheden verricht voor
het Oranje-Nassa umuseum.
De resultaten zijn zeer enthou
siast ontvangen. Het verkrij
gen van opdrachten ziet de
heer Uneken voor de lijsten
makerij dan ook wel zitten.
„Wat denkt u dat er in het
paleis Het Loo nog te doen is?
Volgens mij ligt daar nog een
behoorlijk arbeidsveld. Maar
nogmaals, we moeten er eerst
voor zorgen dat de kwaliteit
van de opleiding, (we gaan
ongetwijfeld die richting uit)
zo is dat het ministerie van
C.R.M. op den duur de direc
teuren van de musea naar ons
verwijst". De heer Uneken
wijst verder op het commer
ciële karakter dat de lijsten
makerij te wachten staat. „Het
hele proces moet los worden
gezien van de D.S.W., zegt hij
min of meer inspelend op de
al eerder ter sprake gekomen
bezwaren. Hij acht het moge
lijk dat de D.S.W. op de Jong
run" de lijstenmakerij afstoot,
zodat deze zelfstandig gaat
functioneren.
„Ik vraag me alleen af', zegt
hij, „of de mensen dit zelf
zouden willen. We beoordelen
dit zodra het ter sprake komt".
Technieken
Zover is het dus nog niet. Als
de ten tarnen uitslagen bekend
zijn wordt eerst bekeken wel
ke cursist nu het beroep van
lijstenrestdrator of dat van en-
cadeur (voornamelijk inlijst-
werk) gaat uitoefenen. Men
vertegenwoordigt dan een vak
gebied waar meer achter zit
dan menigeen zal denken. Er
bestaat bijvoorbeeld een grote
reeks modellen, die wordt ver
werkt De cursisten hebben
daarvan studie gemaakt en
kunnen de leek dan ook pre
cies uitleggen welk model de
meander is, de .eoerlijst of ky-
ma, de lesbische kyma, de ar-
temiënband of de rozetten-
band. Geen alledaagse namen,
die in de Cobbenhagenstraat
echter gemeengoed zijn gewor
den. Dit geldt ook voor de
technieken die worden gehan
teerd, zoals het steken van een
zogenaamd waterblad, het
schaven van het profiel, de
opbouw van de krijtgrond, die
in de beginfase op het hout
wordt aangebracht en het ver
April volgend jaar wordt in het atelier aan de Cobbenhagenstraat in Rijswijk, de opleiding tot
lijstenrestaurator afgerond.
gulden van de „keel" van de
lijst.
Dit zijn maar enkele aspecten
van de vele mogelijke technie
ken. De mening van de cursis
ten over hun opleiding is in de
loop van de tijd wel wat ver
anderd. Mevrouw Riem, één
van de cursistes: „Je moet er
wel gevoel voor hebben, maar
het blijft in de eerste plaats
een vak. De meningen waren
hierover in het begin wel wat
verdeeld", legt ze uit Als voor
beeld vertelt ze dat een recla
meontwerper een tijd deel-
llllllllllllllllllllll
nam. aan de opleiding. „Hij
wilde echter te veel van zijn
eigen ideëen verwerken.
Dit ging natuurlijk niet Het
komt er eigenhjk op neer dat
je je in dienst stelt van de lijst
Het oude moet zoveel mogelijk
worden behouden".
Illllllllllll
Tekst en uitleg: