„Ik dank
u voor
uw
loyale
inzet"
merkwaardige
vergaderdrift
van mannen
i
VROUW BEGRIJPT
NIETS VAN
'jami
J^L
Bijgaande kenschets
van de beroepsvergade
raar is een fantasiever
haal, zoals het zou kun
nen zijn. Hoe de werke
lijkheid is? Het ant
woord is alleen voorbe
houden aan de werkelij
ke vergaderaar.
Het is, alsof de duvel er mee speelt.
Heb ik eindelijk de secretaresse van
Lodewijks te pakken en dan blijkt, dat
de gaatjes niet corresponderen. Zij
zegt: „Een klein momentje, meneer. Ik
zal even de agenda van meneer Lode
wijks erbij pakken. Dan zullen we zien,
of we een gaatje voor u kunnen vin
den".
Ik allang blij, want ik ben al sinds mei
van het vorig jaar bezig om Lodewijks
te spreken te krijgen. Maar die man zit
nou werkelijk constant in vergadering.
Even leek het erop, dat het half septem
ber zou lukken, maar toen kwam dat
symposium over het structuurrapport
Welzijn-Niet Zijn van het Midden- en
Kleinbedrijf ertussen en hup, daar zat
Lodewijks alweer in de eerste klas van
de jet naar Saint Tropez. Lodewijks zit
al jaren in de beleidsgroep, die de
grootschaligheid in Europees verband
onderzoekt en uiteraard kon hij daar
in Saint Tropez onmogelijk wegblijven.
Net in die tijd deed trouwens de deel-
projectgroep van Bulgarijë verdomd
lastig, je kent dat wel: spijkers op laag
water zoeken en op het moment, dat de
partijen het eens dreigen te worden,
pesterig roepen: „Zullen we eerst nog
eens alles op een rijtje zetten?"
Lodewijks werd het spuugzat, schreef
hij achter op een ansichtkaart, die hij
mij stuurde. Ik kreeg hem overigens
pas onder ogen, toen hij alweer hoog
en breed terug was, want ik zat in die
week net in het landelijk colloquium
van de zelfkazende boeren. Ook belang
rijk, want d'r broeit al een hele tijd wat
in die groep.
Jammer was alleen, dat ik het verkeer
de koffertje van huis had meegenomen,
zodat ik in Drachten alleen kon be
schikken over de stukken van het Ver
bond van Opticiens, dat eindelijk de
distributie van contactlenzen wil centra
liseren. Toen bij de rondvraag in
Drachten aan mij gevraagd werd, hoe
de discussie op mij was overgekomen,
antwoordde ik plompverloren, dat ik
een open oog had voor de complexe
situatie. Begrijp je, ik zat met mijn
hersens nog steeds bij die opticiens.
Open oog. Is het niet om te gillen.
Vochtige stem
„Hallo meneer, bent u daar nog
steeds?" Dat is weer de secretaresse
van Lodewijks. Ze heeft zo'n vochtige,
hese stem, die bij mij altijd het verlan
gen loswoelt om samen met haar de
stukken door te nemen.
„Ja hoor, ik hang nog steeds".
„Nou meneer, u boft. Ik heb inderdaad
nog een gaatje voor u kunnen vinden
op de veertiende oktober, 's morgens
om tien over tien, zou u dat schikken?"
„Mag ik daarvoor even mijn agenda
raadplegen, juffrouw?"
„Ga rustig uw gang. Ik blijf aan de
lijn".
Er staat mij nu vaag iets bij, dat ik
vrijdag de veertiende oktober met de
stuurgroep van Sociale Zaken in de
Blauwe Zaal van Kras de weekendtrips
voor visueel gehandicapten moet eva
lueren. Dat zit er al jaren aan te komen
en daar moet ik persé bij zijn, want ik
ben de enige, die zo langzamerhand nog
de weg weet in de amendementen van
de diverse afdelingen.
„Hallo juffrouw, hier nog even met mij.
Vrijdag de veertiende komt helaas be-
roerd uit. Ik zie hier net, dat ik dan
in Warffum verwacht wordt. Hoe zit u
op de vierde november?" Ik hoop, dat
ze zal zeggen: „Het kan niet beter,
meneertje", want een vrouw met zo'n
verrukkelijke, hese stem zit natuurlijk
automatisch uit de kunst Dat kan al
leen maar hele grote klasse zijn.
„De vierde november, zei u. Nee, dan
hangt meneer Lodewijks net met de
minister boven de grote plas. Op de
zesde begint namelijk het Internatio
naal Congres van de Kunstmestverede-
lers in Colorado Springs en meneer
Lodewijks verdedigt daar het standpunt
van de Benelux. Zullen we samen eens
in januari kijken, wellicht is daar nog
een gaatje te vinden".
Ik wil best kijken in januari, maar dat
heeft zo weinig zin, want juist in die
maand heeft men al zoveel gaatjes voor
me gevonden, dat het langzamerhand
op een Emmenthalerkaas gaat lijken.
„Weet u wat we doen, juffrouw. Ik weet
het goed gemaakt. Ik mag aannemen,
dat meneer Lodewijks op vijf december
thuis is. Dan bel ik hem daar wel op,
want het gaat toch maar om een prive-
kwestie. We hebben namelijk twee jaar
geleden op het congres van de Sierte-
lers in Marrakesj per ongeluk onze
sokken verwisseld. En dat foutje zou ik
nu eindelijk wel eens recht willen zet
ten".
„Dan ben ik toch bang, dat ik u teleur
-moet stellen, want op de vijfde decem
ber heeft meneer Lodewijks een verga
dering over de sanering van het Sinter
klaaswezen".
„Da^r vertelt u me iets geheel nieuws,
juffrouw. Ik wist niet, dat meneer Lode
wijks nog in Sinterklaas gelooft".
„Ach gunst, meneer Lodewijks is al
jaren zelf Sinterklaas. Sinds 1931 maakt
hij elk jaar zijn blijde intocht in Me-
demblik en na de bevrijding rijdt hij
ook in de schoenen van Wieringerwerf
en Jisp. Hij is namelijk de enige in die
buurt, die langer dan een kwartier op
een paard kan blijven zitten".
Welke plane?
„Dan weet ik het nog beter gemaakt,
juffrouw. Ik wacht meneer Lodewijks
de komende week wel op in de hal van
zijn kantoor en dan moeten we daar de
zaak maar afhandelen".
„Volgende week zal moeilijk gaan, want
dan zit meneer Lodewijks in Bolivia op
het Congres van de Ambulante Zee- en
Riviervishandel
„U zegt daar volgende week, juffrouw.
Zou ik dan ook nog even mogen weten,
welke plane meneer Lodewijks denkt te
nemen. Is dat misschien de middag-pla-
ne op woensdag de twaalfde?"
„Ja, dat klopt inderdaad. Drie uur vijf
tig om precies te zijn. Af Schiphol".
„Nou, dat treft dan geweldig, want ik
zit toevallig in diezelfde plane. Ik ga
namelijk naar de jaarvergadering van
fieidaeSowant
het Vrijgevochten Knotszwaaiersgilde
in Peru. Dan heb ik dus tot Venezuela
de tijd om onze sokken te ruilen. Prima
juffrouw, bedankt voor het geduld. En
doet u de groetjes aan meneer Lode
wijks, als u hem toevallig nog ziet".
„Graag gedaan, meneer. En tot weder
horen".
„Dag juffrouw".
„Dag meneer".
Oh, wat ventileert ze dat weer hemels.
Toch eens bij toeval het kantoor van
Lodewijks binnenlopen.
Zo, nu even de zaken ordenen. Dat van
die sokken is dus patent geregeld. Het
komt eigenlijk wel uit, dat ik Lodewijks
niet eerder zal ontmoeten, want ik ben
momenteel dertig vergaderingen van de
Vereniging van Kunstzijde Spinnerijen
achter. Dat krijg je ervan, als je eerst
met je amandelen sukkelt en gelijk daar
bovenop tijdens het Convent van Leke-
prekers een koutje van drie weken pakt
in het buitenbad van Boekelo.
Goed, ei* is natuurlijk geen man over
boord, maar ik worstel me nu toch wel
door de stukken van mei 1976. Dat is
een achterstand, die ik als lid van de
deelgroep nooit meer inhaal. Ik slik al
peppillen, zodat ik kan volstaan met
dertig minuten nachtrust. Maar elke
week komt er via juffrouw Tops van
de typekamer een nieuwe ringband bij,
want kunstzijde zit ook niet stü.
Ik heb twee maanden geleden ook mijn
comestibleszaak aan de kant gedaan.
Dat zet natuurlijk geen zoden aan de
dijk, maar elke minuut is er nu één.
In de tijd, waarin ik vroeger een punt
zak grauwe erwten afwoog of een half
onsje dun gesneden rookvlees voor die
taart van Grootebroek afsneed, kan ik
nu op mijn dooie gemak het Besluiten-
register van de Bond van Kanovaarders
doornemen.
Wat een zegen overigens, dat ik van die
Vereniging van Schokbetonstorters af
ben. Twaalf maanden zijn we daar met
een stuurgroep bezig geweest om de
zaak op poten te zetten. De ene discus
sienota had je nog niet uit je koffertje
getrokken, of daar lag het volgende
structuurrapport alweer voor je neus.
Op het laatst werd er ook op zondag
vergaderd, want de tijd begon te drin
gen, zei de oude Stortebeek, die als
voorzitter van de Raad van Beheer het
sein gaf, wanneer er van fris kon wor
den overgeschakeld op iets pittigers.
Bolknaks
Nu moet ik wel zeggen, dat het con
structieve vergaderingen waren. Altijd
sigaren in overvloed en niet alleen van
die benepen sprietjes, waar ze bij de
Hortensiatelers altijd mee rondgaan,
maar goed in de hand liggende bol
knaks met dekblad. En als het nacht
werk werd, ging juffrouw Annie van de
Notulen meestal tegen enen naar de
snackbar om kroketten te halen en
zalmslaatjes. Ik zie dan ook met genoe
gen op die twaalf maanden terug. Mijn
vrouw zei wel eens: „Voor mij kom je
er te graag. Ik ben benieuwd, hoe die
juffrouw er uit ziet, die de notulen
bijhoudt".
Begrijpelijk, want wat weet een vrouw
nu van die merkwaardige vergaderdrift
van mannen? Die denkt: „Daar zit een
stel heren in een muf achterzaaltje uit
de nek te kletsen en de paffertjes van
de baas weg te blazen".
Maar zo is het niet Als je eenmaal in
dat vergaderritme zit, dan geniet je
zoals een topsporter, die ziet, dat hij een
halve baan op de anderen vóór ligt Wat
een heerlijk moment, als de goeie stuk
ken vóór je liggen en juffrouw Truus
vraagt wat het mag wezen: koffie of
fris.
En daarna gelijk er tegenaan. Flink
tegen de schenen van de Beleidsgroep
trappen. Die bleekscheet van een Hor-
nepijp klemzetten en al zijn voorstellen
gelijk onder de tafel vegen. Alleen dat
idee al: We zullen met de Deelproject-
groep Hornepijp eens een poepje laten
ruiken, doet de dag omvliegen.
Glashelder
Jammer, dat het nu allemaal afgelopen
is. Het ging net zo lekker. De alternatie
ven lagen glashelder ter inzage. Horne
pijp en zijn hele bende verhuisden naar
de Leeghwaterstraat en Boets, Com
mandeur en ik zouden de hele admini
stratie gaan runnen. Want zo alleen kon
de zaak gered worden, wees het Struc
tuurrapport uit
Op een lauwe augustusmiddag bedank
te Stortebeek ons voor het verhelderen
de werk, dat we verricht hadden. „Een
schoolvoorbeeld van een overdachte
evaluatie", zei hij, „ik had ook niet
anders verwacht want we zitten hier
niet om vliegen te vangen".
Hij keek met gefronste wenkbrauwen
in mijn richting, waar ik net uithaalde
om een lel van een bromvlieg met de
achterkant van Rapport Vijftien in het
Perzisch kleed te slaan.
Op dat moment ging de telefoon. Ik zag
Stortebeek tijdens het gesprek verble
ken en toen hij de hoorn neerlegde
trilde zijn onderlip.
„Heren", zei hij, „het is helaas te laat
We hebben twaalf maanden met volle
inzet vergaderd, maar dat is voor de
fabriek de genadeklap geweest Al die
tijd heeft het produktieproces stilge
staan, omdat men in afwachting was
van onze resultaten. De Divisie Hong
kong zal nu de fabricage van schokbe-
ton van ons overnemen.
Ik dank u voor uw loyale inzet en wens
u het allerbeste voor de toekomst.
Mag ik de heren dan nu verzoeken de
agenda's te raadplegen zodat we een
datum kunnen vaststellen voor de liqui
datievergadering."
LEO THURING
1ÉPP
"W