Spoetnik-1
verbijsterde
het Westen
TWINTIG JAAR
NA EERSTE
„BLIEP-BLIEP"
Op 4 oktober is het op de kop af twintig jaar geleden dat
de Russen het ruimtevaarttijdperk openden met de lancering
van 's werelds eerste kunstmaan, de kogelronde Spoetnik-1.
Sindsdien zijn er bijna tweeduizend aardsatellieten en (inter
planetaire) ruimtesondes gelanceerd, waarvan de Sovjet-Unie
er meer dan elfhonderd voor haar rekening nam, de Amerika
nen een kleine achthonderd en West-Europa (zowel gezamen
lijk als afzonderlijk per land) bijna vijftig. Ook Nederland
was onder de ruim te vaart bedrijvende naties; dat gebeurde
met de verrassend succesvolle, aan het astronomisch onder
zoek gewijde ANS.
Toch zijn het nog steeds de Russen die verreweg de meeste
aktiviteit aan de dag leggen op het gebied van de ruimte
vaart; zij lanceren gemiddeld zo'n honderd kunstmanen en
ruimtesondes per jaar. Toestellen, variërend van kleine com
municatiesatellieten die in groepen van acht als het ware
rond de aarde worden uitgestrooid, tot ruimtelaboratoria van
het type Saljoet, waarin kosmonauten zich verscheidene
maanden kunnen bezighouden met allerlei wetenschappelijke
en technologische werkzaamheden (van tijd tot tijd overigens
ook spionage-aktiviteiten Algemeen wordt aangenomen
dat de Russen ook de komende dagen minstens één betrekke
lijk spectaculair ruimte-experiment zullen ondernemen, niet
alleen om de twintigste verjaardag van Spoetnik-1 te vieren,
maar tevens om de zestigste verjaardag van de oktoberrevolu
tie enige extra luister bij te zetten.
Op deze pagina het verhaal van Spoetnik-1 en de schok die
deze lancering twintig jaar geleden (in de westelijke wereld)
teweegbracht
(Van onze redacteur ruimte
vaart)
Het tijdperk van de ruimte
vaart begon op de avond
van vrijdag 4 oktober 1957,
toen radiostations en luister
posten over de hele wereld
het vreemde „bliep-bliep"-
signaal reproduceerden, dat
werd uitgezonden door een
gladde metalen bol, die in
een elliptische baan om de
aarde cirkelde. In de Sovjet-
Unie brachten die signalen
uitbundige vreugde teweeg,
want de kleine kunstmaan,
die officieel werd aangeduid
als Spoetnik-1 (het Russische
woord „spoetnik" betekent:
wachter, begeleider, satel
liet) was van Sovjet-makelij.
In de Verenigde Staten daar
entegen bezorgden ze velen
slapeloze nachten en over
spannen zenuwen. Het on
voorziene was ge
beurd Niet Amerika,
maar Rusland had deze ver
bluffende primeur op zijn
naam gebracht; niet Ameri
ka maar Rusland had het
startschot gelost voor het
ruimtevaarttij dperk; niet
Amerika, maar Rusland
oogstte de bewondering van
de wereld. En elk „bliep-
bliep"-signaal van Spoetnik-1
was voor de Amerikanen een
vernedering.
Op die avond van de vierde
oktober was er op de Russi
sche ambassade in Washing
ton een drukbezochte recep
tie ter gelegenheid van de
conferenties in het kader van
het Internationaal Geofy
sisch Jaar. Tijdens die recep
tie gaf de Amerikaanse ge
leerde dr. John Hagen, direc
teur van het Vanguard-pro-
gramma dat beoogde de eer
ste Amerikaanse satelliet te
lanceren, een vrij uitvoerige
toelichting op het kunstma-
nenproject van de Verenigde
Staten, en de Russische ge
leerde prof. Anatoli Blagon-
ravov bracht uiterst hoffelijk
een toast uit op het welsla
gen -van dat Vanguard-ge-
beuren. Het was nog tijdens
die ontvangst met zijn uitwis
seling van vriendelijkheden
en complimentjes dat Bla-
gonravov een briefje in han
den kreeg gedrukt door een
personeelslid van de ambas
sade. Na de inhoud eerst zelf
te hebben gelezen, schraapte
de Russische ruimtevaartex
pert zijn keel en verklaarde
hij met een van emotie nau
welijks bedwongen stem dat
de Sovjet-Unie „enkele uren
geleden" een kunstmaan had
gelanceerd. „De satelliet", al
dus Blagonravov, „beschrijft
een baan om de aarde op een
hoogte van enkele honderden
kilometers."
Een bominslag had nauwe
lijks meer consternatie kun
nen veroorzaken. Uitbundige
vreugde bij de Russen, ver
bijstering bij John Hagen en
zijn medewerkers. En aan
beide kanten de grootst mo
gelijke opwinding. Inmiddels
hadden luisterposten en ra
darstations van de Ameri
kaanse strijdkrachten de sig
nalen van Spoetnik-1 al op
gevangen, zodat degenen die
nog hadden gedacht aan een
Russische reclamestunt, zich
wel moesten laten overtuigen
van de waarheid van Blagon-
ravo's bekendmaking.
Trouwens, ook voor Blagon
ravov zélf was de lancering
een grote verrassing. Bij zijn
vertrek naar de V.S. waar
hij als voorzitter fungeerde
van de Russische delegatie
bij de conferenties in het ka
der van het Internationaal
Geofysisch Jaar was hij
ervan op de hoogte dat er in
zijn vaderland twee satellie
ten gereed stonden. De mo
gelijkheid dat het schot mis
lukken kon, was volgens hem
de belangrijkste reden waar
om de lancering niet van te
voren was aangekondigd.
Die procedure zouden de
Russen voortaan blijven vol
gen en ze doen het ook nu
nog, twintig jaar na Spoet
nik-1.
Zo won Rusland de race om
's werelds eerste kunstmaan.
Amerika had het Vanguard-
project al maanden van tevo
ren tot in details bekendge
maakt; de Russen waren
TM de eerste levende wezens die door de Bussen in de ruimte werden gebracht behoorden de hondjes Ugoliok en Veterok.
Zij maakten een reis van 22 dagen.
als altijd zwijgzaam ge
weest. Zeker, in 1953 al had
de voorzitter van de Russi
sche Academie van Weten
schappen in het openbaar
verklaard dat de weten
schappelijke prestaties van
zijn land een zodanig peil
hadden bereikt dat het moge
lijk was geworden een voer
tuig naar de maan te zenden
en een aardsatelliet te creë
ren, maar toen twee jaar later
eind juli 1955 de Ameri
kaanse president Eisenhower
had onthuld dat de Amerika
nen van plan waren enkele
kunstmanen te lanceren in
het kader van het Internatio
naal Geofysisch Jaar, was
men de Russische verklaring
van 1953 eigenlijk alweer
vergeten.
Toch was er wel degelijk een
reactie uit de Sovjet-Unie ge
komen op Eisenhowers be
kendmaking. Tien dagen la
ter verklaarde prof. Leonid I.
Sedov, één van Ruslands
meest vooraanstaande ruim
tevaartspecialisten, letterlijk:
„De Sovjet-Unie heeft de
laatste tijd veel aandacht ge
wijd aan onderzoekingen die
verband houden met de rea
lisering van ruimtevluchten.
Naar mijn mening zal het
mogelijk zijn binnen de ko
mende twee jaar aardsatel
lieten te lanceren. En
in de zomer van 1957 begon
nen hardnekkige geruchten
de ronde te doen dat de eer
ste Sovjet-satelliet wellicht
zou worden gelanceerd op 17
september, de honderdste
verjaardag van de geboorte
van Konstantin Tsjolkovski,
de Russische „vader van de
ruimtevaart". Spoetnik-1
ging zeventien dagen later de
ruimte in
Die avond van de vierde ok
tober 1957 bracht een zware
raket (de raket' die in feite
ook nu nog wordt gebruikt
als eerste trap van de raket
ten waarmee de Russen hun
bemande Sojoez-ruimtesche-
pen lanceren) vanaf de basis
Tjoeratam in Centraal-Azië
(Kazachstan) de kleine
Spoetnik-bol in een ellipti
sche baan om de aarde: een
glad-gepolijst kunstmaantje
met een doorsnede van 58
centimeter en een gewicht
van 83,6 kg. De buitenhuid
was zodanig gepolijst dat 's
werelds eerste kunstmaan in
staat was negentig procent
van alle opgevangen zonlicht
te. reflecteren. Voorts be
schikte Spoetnik-1 over vier
sprietantennes en een stel
Het maanonderzoekprogramma
van de Russen is anders dan
dat van de Amerikanen altijd
een zaak van machines ge
weest. In plaats van mensen
brachten zij dit karretje op de
maan: Loenochod-1, hier tij
dens een test op een nage
bootst maanlandschap.
batterijen met een geschatte
levensduur van ongeveer
drie weken. De omloopbaan
varieerde in hoogte van 229
tot 946 km. en over één om
loop deed het toestel 96,2 mi
nuten.
In Amerika waren er heel
wat mensen die zo van de
kook raakten door dit voor
hen onverwachte Russische
succes, dat ze er alleen maar
in schampere bewoordingen
over spraken. Een hoge
Amerikaanse marine-autori
teit, schout-bij-nacht Raw-
son, verklaarde zelfs: „Die
Russische kunstmaan is al
leen maar een brok ijzer, dat
iedereen wel omhoog had
kunnen sturen!" Toch gaven
de meeste Amerikaanse ge
leerden openlijk toe dat de
Russen hun een primeur van
de eerste orde hadden afge
snoept en op zeer indruk
wekkende wijze een begin
hadden gemaakt met het ijd-
perk van de ruimtevaart.
De voorzitter van de Ameri
kaanse delegatie voor het In
ternationaal Geofysisch Jaar,
dr. Joseph Kaplan, erkende
spontaan perplex te staan
over het feit dat de Sovjet-
Unie in zo korte tijd zo'n
opmerkelijke prestatie had
kunnen voorbereiden en
realiseren. En de Amerikaan
se televisiekijkers hoorden
en zagen met enig afgrij
zen hoe vriendelijk doende
Russische geleerden ver
klaarden dat de Sovjet-Unie
wel bereid was de Verenigde
Staten te „helpen" bij de rea
lisering van hun kunstmaan
plannen en dat men in Rus
land over een geslaagde
Amerikaanse lancering even
verheugd zou zijn als over de
eigen Spoetnik
Aan het kortstondige, maar
zeer roemruchte leven van
Spoetnik-1 kwam op 2 janua
ri 1958 een einde. En dat was
een Amerikaanse meteoro
loog, Charles Merritt, uit de
staat Indiana, die er getuige
van was hoe Spoetnik-1 in de
dichtere lagen van de aardse
dampkring terugkeerde en
verbrandde als een zwakke,
vallende ster.
Bij de uitdeling van het vaderlands natuurschoon
hebben die van Oisterwijk indertijd geheid vooraan
gestaan. Tijdens de kijkdagen vooraf hadden ze al
gezien, dat er een hoop broddellappen met weeffout-
jes tussen zaten en die schoven ze met een glimlach
door naar de buren in de Langstraat en de neven
in Roosendaal.
Voor hun eigen legerstede kozen ze daarna een
couponnetje, waarvan het patroon door de ambach
telijke ijstijd was ontworpen. De rivier de Maas
fungeerde daarbij als kruier, die met zijn uitlopers
de zandvlakten omarmde en later bij zijn vlucht
naar het Oosten poelen en moerassen als rekening
courant achterliet De stormen hadden inmiddels de
stuifkommen leeggehoosd en een maanlandschap
gecreeërd, waarin de plooien zich later vulden met
de waterlanders van herfst en winter, de huilebal
ken in de familie der Vier Jaargetijden.
Zo ontstond een uniek vennengebied, een hemelse
zichtzending van het land, dat eens beloofd is aan
vrome zielen op doorreis naar het hiernamaals:
bossen, waarin de Heer de kruin op zijn werk zette,
golvende heidevlakten en daartussen de rimpelloze
spiegels van Escheven, Witven, Goorven, Kokven,
Rietven: Tranen van een ontroerde Schepper.
Je ziet Oisterwijk weer eens terug op een weggooi-
dag in september: glimmende gevels, tranende tak
ken aan de lindebomen, die een erehaag vormen
aan weerszijden van het trouwlaantje, dat rechts
over de markt voert naar het poppenhuis, dat hier
dienst doet als zetel van de magistraat Het stadhuis
is vermomd als mini-burcht, compleet met stenen
bordes en een toren, die in de groeistuipen is blijven
steken.
Ik staar er naar met een lodderoog en zie, terugden
kend aan februari 1976, Prins Tom Den Eerste weer
staan, omstuwd door zijn Raad van Elf, die herken
baar was aan een wandelstok met fietsbel en aange
hechte fles cognac. De meesten van hen hadden
toen op dat vroege morgenuur de ziel van hun fles
al blootgelegd, waardoor ze vervaarlijk slagzij
maakten als de Toren van Pisa.
En ook toen zag ik al dat het goed was. Dit raadhuis
van Oisterwijk kan inderdaad beter bewoond wor
den door een prins met een zotskap op dan door
een eerste burger met rinkelende ambtsketen en
jaarwedde volgens Haagse richtlijnen.
Het is dan ook niet verwonderlijk, dat Oisterwijk
over de piek van de kerstboom en over de gillende
keukenmeiden van Oudejaarsavond heen alweer
reikhalzend uitkijkt naar die zalige dagen vóór
Aswoensdag, wanneer Tom den Eerste wederom
van kroegbaas wordt omgeturnd tot alleenheerser
van dit dorp. Dan is dit stukje Brabant voor enkele
dagen geen tranendaal meer van sappelende mid
denstanders en klopgeesten in ijzersterke eikenhou
ten dekenkisten en dressoirs. Nee, dan springen ze
massaal bij het hossen in de carnavals-residentie
De Zwaan en springen ze hoog genoeg om het land
achter de horizon van hun dromen te zien. Na een
jaar van grauwe plichtsbetrachting trekken ze dan
weer hun tussensprint om als mens beter uit de
verf te komen.
Ik ga carnaval niet verdedigen. Ik kijk wel uit Het
is niet eens een feest in de ware zin van het woord.
Het enige wat men in feite viert zijn de teugels.
Voor de rest is het hossen geblazen, blèren, totdat
de blazen op je feestneus staan. Zwieren en zwaaien
in een baaierd van geluiden.
En dat is gelijk de kracht van carnaval. Het lijkt
nergens op en daarmee liggen de kaarten tenminste
duidelijk op tafel. Hoe je het ook speelt, voor joker
sta je altijd.
En die rol is Oisterwijk op het lijf geschreven.
LEO THURING