Pleegkii vol prol met ongeschreven regels in gezin ASPIRANT-PLEEGOUDERS HEBBEN ALTIJD VERSCHRIKKELIJK VEEL HAAST In Nederland werken en kele regionale Centrales voor Pleeggezinnen aan de werving van gezinnen voor de honderden kinde ren die wachten om in een gezin te worden opge nomen. Het gaat om kin deren die ofwel in tehui zen verblijven ofwel door de situatie gedwongen (conflicten, ziekte ouders) hun ouderlijk huis (tijde lijk) moeten verlaten. De Centrales werven de ou ders, voeren een aantal sollicitatiegesprekken en geven de namen van de geselecteerden door aan de instellingen die gezin nen zoeken voor de kin deren die deze onder hun hoede hebben. De Centrale voor Zuid- Holland en Zeeland, ge vestigd te Rotterdam en met een kantoor in Den Haag, heeft een nieuw element opgenomen in de voorlichting van aspi rant-pleegouders. Behal ve de gesprekken waarin deze aspirant-pleegouders en de maatschappelijk werker van de Centrale spreken over de wensen en verwachtingen van de pleegouders en de eisen die pleegkinderen stellen, houdt de Centrale ook voorlichtingsavonden voor groepen aanstaande pleegouders, waarbij een bestaand pleegouderpaar ervaringen uit de prak tijk vertelt. Allerlei za ken uit de dagelijkse praktijk van het pleegge zin komen daarbij aan de orde. De Centrale voor Zuid- Holland en Zeeland had per 1 juli j.1. 168 aanvra gen voor pleeggezinnen vanuit allerlei instellin gen in portefeuille. 100 van deze kinderen zijn ouder dan 10 jaar. In de eerste helft van dit jaar hebben zich 235 aspirant- pleegouderparen aange meld. Hiervan hebben er 107 na de informatieve bijeenkomsten hun aan melding gehandhaafd. een vijftigjarige pleegmoeder nog zo dolgraag een babytje wil hebben. Denkt u eraan, dat als u straks 65 bent, het kind in zijn puberteit zit Zou het dan nóg zo'n feest zijn? Of als mensen, die vier-hoog op een flat wonen te kennen geven, dat ze het liefst twee broertjes van elf en negen willen hebben, die gek zijn op allerlei buitenaktiviteiten. Dan zeg je: mensen, voor jullie is het erg gemakkelijk. Je stapt in de auto en trekt erop uit Maar als we het voor het kiezen hebben: laten we dan die twee broertjes op een boerderij plaatsen en nemen jullie een kind, dat het leuk vindt om in de stadse dingen zijn vermaak te zoeken. Niettemin nemen we de wensen van pleegouders erg serieus. Want het is van buitengewoon belang, dat pleegou ders zich oprecht kunnen verheugen in het kind dat komt". Voordelen Directeur Brandt vindt een van de voordelen van de pleeggezinnencentrale, dat deze geen druk uitoefent op pleegouders om een kind „dan toch maar te nemen". „Een maatschappe lijk werker, die zelf een pleeggezin zoekt en die kost wat kost een pupil van hem uit een inrichting wil hebben, is geneigd veel grotere concessies te doen dan wij. Ik vind namelijk, dat je voor de plaatsing van een kind niet kritisch genoeg te werk kunt gaan". De heer Brandt en zijn collega's worden wel eens geconfronteerd met vreemde wensen of heel extreme levensbeschouwingen", waarvan we zeggen: kan een kind daar op zijn twaalfde jaar nog wel in meegaan. Jehova-getuigen, bij voorbeeld, en Mormonen. Forceer je het kind dan niet in een richting, die de eigen ouders niet willen en die voor het kind wellicht erg problematisch gaat worden.Bovendien: als pleegouders zich zó excentrisch opstellen ten opzichte van de maatschappij, dan ga je het pleegkind nog eens tot een randfiguur maken. Overigens: we zullen mormoonse pleegouders nooit afwijzen om hun levensbeschouwing. Uiteindelijk kun je ook het verzoek krijgen om een kind van mormoonse ouders in een pleeg gezin te plaatsen. .Jeugd onder Dak" kent de kinderen alleen op papier. „We willen ze ook eerlijk gezegd niet persoonlijk kennen. Dan komen we met dezelf de handicap te zitten als de maatschappelijk werker, die hier rijn tas uitpakt, allerlei fotos van een kind laat zien en ontroerende verhalen ophangt. Dan zouden we enorm gemotiveerd worden om een adres voor dat kind te vinden. De vraag is of dit juist is, en of je jezelf niet eerder handicapt, dan wanneer je zo objectief en zo zorgvuldig mogelijk een gezin voor het kind zoekt. We moeten niet te veel op impulsivi teit drijven, emoties komen er toch al voldoen de aan te pas." wachten bij wijze van spreken al bij de eerste afspraak met ons, dat we het kind op de achterbank van de auto hebben zitten. Over het algemeen voeren we vijf geprekken met aspi rant-pleegouders, met tussenpozen van een dag of tien om de mensen even de tijd te gunnen de zaak te laten bezinken en om met elkaar te overleggen. Met de feitelijke besluitvorming gaat dan nog een week of tien heen. Mochten er grotere kinderen in het gezin zijn, dan vragen we of die erbij mogen komen. En dat kan tegenwoordig gelukkig bijna altijd". Pas in een volgend stadium komen de aanstaande pleegouders in contact met een instelling die een kind heeft aan te bieden. „Pleegkinderen zijn géén adoptie-kinderen, dat moet heel goed duidelijk zijn", aldus de heer Brandt. „Het merendeel van de pleegkinderen blijft wel in het pleeggezin, maar we kunnen er onmogelijk een garantie voor geven. Wie zo'n garantie wèl wil hebben, valt af. Dat is ook goed, want dit zijn vaak de mensen, die rich erg verzetten tegen de achtergrond van het pleegkind. Pleegouders, die deze achtergrond willen doodzwijgen of, nog erger, zich heel kritisch willen opstellen ten opzichte van de eigen ouders van het kind. Vooral voor kinde ren in de puberteit vormt dit een erg negatieve ervaring. Het tast hun zelfrespect aan: ze mo gen wel zelf hun ouders afvallen, maar ze tolereren niet dat anderen dit doen. Onze hele cultuur is doordesemd van het begrip: je bent een stuk van je vader en moeder. En als buitenstaanders zeggen dat je vader niet deugt, dan zal onvermijdelijk het gevoel bij het kind opkomen: je vindt natuurlijk, dat ik óók niet deug". Vrijwillig „Aspirant-pleegouders hebben altijd verschrik kelijk veel haast", glimlacht directeur Brandt „.Als ze het besluit om een pleegkind in huis te nemen eenmaal genomen hebben, dan moet het liefst ook direkt gebeuren. Sommigen ver- gerechtelijke maatregel kunnen we subsidiëren. Dat is ons pakkie-an. Maar voor al die vrijwilli ge hulpverlening klop je maar aan bij het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maat schappelijk Werk. En CRM op haar beurt houdt de boot af met de motivatie: we nemen de eerste jaren geen niéuwe taken meer op de schouders. Wij hopen al jarenlang, dat er een departement komt voor jeugd- en gezinszaken. Waar dat ondergebracht wordt zal ons om het even zijn, als het maar één departement wordt en we niet van het kastje naar de muur ge stuurd worden", beklemtoont de heer Brandt Vergoeding Een groep, die op het ogenblik erg in omvang toeneemt, is die van de vrijwillige plaatsingen, zonder kinderbeschermings- of voogdijmaatre gel. „De kinderrechter legt zo'n maatregel te genwoordig niet zo gauw meer op. Er wordt veel meer geprobeerd om in de gezinnen zélf hulp te bieden. Eén van die hulpmogelijkheden is om in overleg met de ouders gebruik te .maken van een pleeggezin en zo de fase van het tehuis, van de inrichting, over te slaan. Op zich een verheugende ontwikkeling, maar er schuilt een gemene adder onder het gras. Want wat zegt het ministerie van Jusitie in zo'n geval: sorry, kinderbescherming op basis van een Pleeggezinnen krijgen een kostendekkende ver goeding, die afhankelijk van de leeftijd tussen de 12 en 22 gulden per dag ligt. „Gezin nen, die eenvoudig leven en niet twee- of driemaal per jaar met vakantie gaan, houden daar iets aan over. Dat mag ook best Voor kinderen, die buiten gerechtelijke maatregelen om geplaatst worden, ligt het allemaal wat moeilijker, zoals ik net al geschetst heb. De sociale diensten van de gemeenten moeten dan financieel over de brug komen en die hebben over het algemeen bitter weinig ervaring met het bekostigen van pleeggezinsplaatsingen. Er zijn gemeenten, waar elke cent bevochten moet worden. Gelukkig hebben we een sterk argument in de financiële normen, die het ministerie van Justitie hanteert Nog niet zo lang geleden vonden veel mensen het betalen van pleegouders een soort prostitu tie. Je laat je betalen voor je liefde Ik vind het een heel reële zaak, dat het wél gebeurt Mensen geven een hoop van hun aandacht, ze offeren echt wat van hun privacy op en ze krijgen heus niet altijd liefde terug. Integen deel, er kunnen een hele hoop moeilijke jaren achter je liggen voordat de bevrediging op weegt tegen de frustratie van een vaak toch jarenlang gevecht voor het gezin en het pleeg kind het gevoel krijgen: nu zien we elkaar zitten en hebben we een zekere onmisbaarheid voor elkaar gekregen. Het romantische beeld van het pleeggezin moet weg", vindt directeur Brandt. „Het is een paar jaar erg hard werken om iets te bereiken, wat altijd de moeite waard is. En dat is dan de heel zonnige kant van de medaille". FRANS VAN DEN BRINK „In feite is bet zo, dat we voor kinderen onder de tien jaar drie keer zoveel aanbod hebben als nodig is, terwijl we voor oudere kinderen nauwelijks een-derde van de behoefte kannen dekken. En dat is een erg trieste zaak, want het betekent dat kinderen te lang in een inrichting blijven zitten". Directeur J. Brandt van de Centrale voor Pleeggezinnen en Huis vesting van jongeren .Jeugd onder Dak" in Deventer zegt: „Ik denk dat je met het plaat sen van een kind in een pleeggezin eigenlijk vóór het dertiende jaar rond moet zijn. Anders gaat de jongere weerstanden opbouwen tegen het verblijf in een gezin. We horen kinderen van veertien en vijftien jaar steeds vaker zeggen: „Een pleeggezin? Voor mij hoeft het niet meer". Daar is soms met een goede bege leiding nog wel doorheen te komen, maar pleegouders moeten het dan toch ook maar opbrengen om de weerstand, die zo'n kind heeft, om te buigen". „Normaal gaat*een jongere zich op 14-jarige leeftijd los maken van de volwassenen in zijn naaste omgeving. Hij vormt zich een eigen mening, zet zich af tegen bepaalde zaken, kor tom: hij gaat zich zelfstandigheid verwerven. Nu vraag je vein een pleegkind van die leeftijd eigenlijk het omgekeerde. Namelijk dat hij "zich onuitgesproken zal voegen in 'n hem volkomen vreemd waarden- en normensysteem, waar al lerlei onuitgesproken opvattingen heersen en waar bepaalde wetten gesteld worden. Je hebt er geen idee van hoeveel ongeschreven wetten er zijn in een gezin met grotere kinderen. Van een pleegkind verwacht je, dat hij die allemaal ineens accepteert. Daar hebben die jongens en meisjes vaak grote problemen mee en voor pleegouders is het vaak weinig aanvoelbaar waarom een pleegkind niet doet wat eigen kinderen altijd vanzelfsprekend gevonden heb ben. Ze hebben het dan al snel over „wereld vreemd" en schuiven dit soort problemen af op de slechte invloed van de inrichting. Maar ik voor mij houd het erop, dat een van de grootste moeilijkheden is, dat volwassenen zich niet kunnen indenken hoe buitengesloten een pleegkind zich kan voelen in een gezin, waar alle mogelijke ongeschreven dingen regel zijn en waar sprake is van ongesproken communi catie. Vandaar dat veel oudere jeugd in inrich tingen de confrontatie met een pleeggezin niet" aandurft en zegt: laat mij maar op een kamer zitten. Een erg nare ontwikkeling, die een stuk vereenzaming in de hand werkt. Ik hoop echt, dat wij erin zullen slagen voldoende pleeggezin nen voor oudere kinderen te vinden en dat de inrichtingen op hun beurt niet te veel meegaan met de afwerende houding van hun oudere pupillen". Na een periode van verheerlijking van het pleeggezin signaleert directeur Brandt nu een verguizing van het pleegouderschap. „Een jaar of drie geleden nog was het pleeggezin goed voor elke kwaal en deugde de inrichting nergens voor. Op het ogenblik slaat de balans weer naar de andere kant door. Akkoord, dat het pleeggezin niet de prachtige oplossing is, die we de kinderen jarenlang hebben voorge spiegeld, dat hebben we gemerkt. Een op de drie plaatsingen breekt af op een andere ma nier, dan we ons hadden voorgesteld. Het is triest als pleegouders en pleegkind besluiten om er na een jaar of drie een punt achter te zetten. Niettemin is het meegenomen als een jongen of meisje drie jaar lang een stuk conti nuïteit in zijn of haar leven gekend heeft. En je ziet ook vaak, dat men later toch weer contact zoekt met elkaar. Al met al dus geen ontwikkeling om nu erg somber over gestemd te zijn. Belangrijk is dat men begrijpt dat een besluit om niet samen verder te gaan nog geen falen hoeft te betekenen. Er kan veel waardevols gebeurd zijn in de afgelopen periode, al is dat vaak wat ondergesneeuwd door de emoties die met zo'n besluit gepaard gaan". Begeleiding De begeleiding van de pleegouders gebeurt volgens „Jeugd onder Dak"-directeur Brandt erg uiteenlopend. „Er zijn instellingen, die er een grote ervaring in hebben. Maar de moge lijkheden zijn soms beperkt De gemiddelde maatschappelijk werker heeft veertig jongeren onder zijn hoede. Als ik over begeleiding praat, denk ik toch minstens aan een wekelijks con-/ tact voor moeilijke gevallen. In de praktijk blijkt nu, dat een maatschappelijk werker aan een zo'n probleemgeval de handen al vol heeft en dat de (ogenschijnlijk) gemakkelijke geval len dan wel eens erg te kort komen". „Jeugd onder Dak" werft de pleeggezinnen in de oostelijke provincies en voert de inleidende gesprekken met aspirant-pleegouders. „Wij heb ben de selectie, al vind ik dat een naar woord. Toch zit er een element van selectie in, dat kunnen we nooit ontkennen", benadrukt de heer Brandt. .Mensen van wie je na twee gesprekken al tot de conclusie komt, dat ze eigenlijk barsten van de huwelijksmoeilijkhe den en dat ze een pleegkind in feite als de reddingsboei voor hun verzopen huwelijk zien, vallen onherroepelijk af. We proberen die af wijzing op hele harde gronden te baseren en de mensen krijgen die ook altijd van ons te horen, zodat ons niet verweten kan worden dat we een soort geheime selectie toepassen. Bij voorbeeld, dat we linkse gezinnen erg leuk zouden vinden en rechts georiënteerde gezinnen categorisch zouden afwijzen. Dat is ons ooit eens verweten, maar het is gewoon niet waar. We proberen de selectie ook niet uit te strekken tot waarde-oordelen van goed en minder goed. We proberen er wel achter te komen, samen met de aspirant-pleegouders, wat hun motieven zij a En we pogen bij te sturen als bijvoorbeeld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 16