Boerenzoon begon met niks
en heeft nu een glazen stad
met 1125 huurauto's
Denkend
aan
Drempt
STAMPTE
IN TIEN JAAR
GROOTSTE
AUTOVERHUURBEDRIJF
UIT DE GROND
VADERLANDSE
MINIATUREN
Tijdens journalistieke dwaal
tochten stoot ik regelmatig op
vaderlanders, die in record
tijd zijn opgeklommen tot de
bovenste sport van de maat
schappelijke ladder. Onveran
derlijk hadden ze geen stuiver
in hun zak, toen ze aan hun
slimme opzetje begonnen,
geen luis om dood te drukken,
maar dat kon hun pret geen
moment bederven. Hun credo
was: „Waar je staat moet je
gelijk beginnen met graven.
Want uitgerekend daar is
Klondyke. Daar liggen de
goudmoppen voor het opra
pen". Deze succesboys hadden
allen gemeen, dat ze een sum
miere schoolopleiding achter
de rug hadden en in het han
teren van vreemde talen ble
ven steken bij „papa fume
une pipe" en „John and Mary
are in the garden". Toch za
gen ze moeiteloos kans om de
bedoeling van hun komst
overduidelijk te maken aan
de Hottentotten en de Navar-
ro-indianen, die ze op hun za
kenreizen opzochten.
Berend Hazeleger was zo'n
dubbelgebeide doordouwer,
die nauwelijks gehinderd door
kennis van zaken een impe
rium uit de grond stampte.
Ook hij begon uiteraard met
nop, scharrelde wat met bull
dozers, kocht vervolgens wat
stacaravans aan de boorden
van het IJsselmeer en stootte
vandaar door naar Curagao,
waar hij een vuilnisbelt aan
het oog onttrok met verblin
dend wit zand en daarop een
luxe hotelpaleis bouwde. „Heb
jij dat nou ook?, vroeg hij op
een avond, „ik bedoel dit: ik
vlieg van hot naar haar en
vrijwel op elke luchthaven
waar ik aankom, word ik re
gelrecht naar een kamertje ge
bracht, waar ik me spiernaakt
moet uitkleden. Overkomt jou
dat nou ook?"
„Nee, Berend", antwoordde ik
naar'waarheid, „dat overkomt
mij nimmer".
„Dan denk ik toch, dat het
komt door mijn gebrekkige ta
lenkennis", veronderstelde Ha
zeleger spontaan, „als zo'n
man van de douane iets aan
mij vraagt knik ik altijd ent
housiast, want dan denk ik,
dat hij wil weten, hoe ik zijn
land vind. En als goeie zaken-.
man vind ik zijn land altijd
het fijnste land, dat ik ooit
bezocht heb. Maar waarschijn
lijk informeert hij op dat mo
ment, of ik hasj bij me heb,
een onsje opium of een zakje
speed. En hup, daar gaat Be
rend alweer uit de broek".
Big mouth
Aan dit schrijnende, ware ver
haal moet ik denken, als ik
tegenover Evert van Wijk heb
plaatsgenomen. Hij zit aan een
bureau met afmetingen, die
het geschikt maken om gelijk
tijdig benut te worden door
een voltallig viscollege. Een
bureau als een hoofdaltaar in
een kathedraal. Achter hem
aan de wand hangt een bord
met de spreuk „Oh Lord, help
me to keep my big mouth
shut, until I know, what I am
talking about" (Oh Heer, help
mij om mijn mond te houden,
totdat ik weet, waarover ik
praat).
Het is deze smeekbede, die
sinds 1967 als leidraad heeft
gediend voor de handel en
wandel van Evert van Wijk.
Toen hij tien jaar geleden zijn
werknemers job bij de Melkin
richting Holland in de Amster
damse Jan Steenstraat inruil
de voor een toen hoogst onze
ker bestaan als zelfstandige
werkgever, bestond zijn baga
ge welgeteld uit één idee: het
idee namelijk, dat er een gat
in de autoverhuur-markt zat.
„Ik had net als particulier een
auto verkocht aan een man,
die flats en huizen aan buiten
landers en verlofgangers ver
huurde. En terwijl hij enthou
siast over zijn werk zat te
vertellen dacht ik: „Evert,
denk eens gauw na. Als er
mensen zijn, die voor een tijd
een huis in Nederland huren
hebben ze misschien ook wel
zin om voor die periode in een
prima wagentje te rijden".
„Ik dacht op dat moment, dat
ik een gouden wereldprimeur
in mijn handen had. En dat is
achteraf waarschijnlijk mijn
redding geweest. Want als ik
toen geweten had, dat er al
lang internationale autover
huurbedrijven waren, die mijn
gat al hoog en breed gevuld
hadden, was ik er zo goed als
zeker nooit aan begonnen. Of
schoon: als je eenmaal ergens
De president-directeur met zijn werkers van het eerste uur: secreta
resse Cockie Groen-v.d. Helder en Ton Krenn, die als eerste monteur
bij Van Wijk kwam werken en nu zijn technisch directeur is.
je zinnen op hebt gezet zit het
er dik in, dat het je nog lukt
ook".
Gele gids
Ik had eerlijk gezegd ook nog
nooit gehoord van het bestaan
van een Nationaal Bureau
voor Toerisme in Den Haag.
Daar hadden we bij de melk
fabriek immers nooit wat mee
te maken gehad. Ik had inmid
dels wel mijn eerste huurauto
afgeleverd aan het station in
Utrecht en via advertenties
had ik ook een bescheiden
klantenkring opgebouwd. Ik
dacht toen: nu moet de grote
klap komen. Ik reisde naar de
Verenigde Staten om de Ame
rikaanse reisagenten te gaan
vertellen, dat er wel toevallig
een meneer Van Wijk op
Schiphol klaar stond met hele
beste huurauto's. En omdat ik
uiteraard niet wist, waar ik die
reismensen kon vinden, liep ik
in elke stad een openbare tele
fooncel binnen om daar de
pagina met het kopje „reisa
genten" uit de gele gids te
scheuren. Ik kwam met een
koffer barstens vol gele pagi-
n's terug in Nederland".
„Ik had de brieven naar al die
reisagenten al geschreven,
toen ik pas hoorde, dat ze bij
het NBT in Den Haag een
boek hebben met alle namen
van alle Amerikaanse reisa
genten erin. Die hoef je alleen
maar over te pennen en dan
ben je ook het baasje. Dat
weet ik dus alweer voor de
toekomst.
Maar ik ben toch blij, dat ik
zelf de boer ben opgegaan.
Want als je moet knokken
voor je boterham ben je mees
tal toch beter gemotiveerd".
Evert van Wijk, zoon van een
Utrechtse boer („ik had geen
penny in mijn zak, toen ik
begon en Engels heb ik onder
weg op straat leren spreken"),
staat nu als president-direc
teur van European Car Rental
Service Ltd aan het hoofd van
een wagenpark van 1125 huu
rauto's, technische raspaar
den, die in leeftijd variëren
van nul tot één jaar. Ze verte
genwoordigen een waarde van
ruim 15 miljoen gulden en
brengen aan autohuur per
jaar acht miljoen op. In zijn
expansief bedrijf (het grootste
autoverhuurbedrijf in Neder
land. Kassa), werken momen
teel dertig mensen van vijf
nationaliteiten. Een privé to
ren van Babel met Zweden,
Spanjaarden, Surinamers, En
gelsen en Nederlanders.
De glazen stad van Evert van
Wijk ligt uitgerekend aan de
rand van de feestelijk verlich
te bulderbaan, die op de Na
tionale luchthaven Schiphol
dienst doet als springplank
naar verre verten en landings
plaats voor hoogvliegers, die
voor even weer onvaste pol-
dergrond onder de wielen wil
len voelen. Daar, aan de te
smalle provinciale weg van
Haarlem naar Hilversum heeft
Van Wijk in mei 1977 een gi
gantische rozenkwekerij ge
huurd om zijn duizenden vuri
ge paardenkrachten een door
zichtig dak boven het hoofd te
garanderen. Hij liet een ka
merbreed asfalttapijt uitrollen
over de vruchtbare aarde,
waar tot op dat moment die
prode baccara's en oranje
Apeldoorners uitbundig ge
bloeid hadden en reserveerde
een smalle strook voor zijn
bureau, waaraan hij nu met
gepaste voldoening de kas op
maakt van tien jaar pionier
sarbeid. Daarnaast beschikt
European Car Rental Service
Ltd over een eigen balie op
Schiphol, die voor duizenden
luchtreizigers fungeert als
sluis tussen vliegtuig en huu
rauto.
maanden per jaar de wereld
afgraast op zoek naar nieuwe
markten wil achteraf wel be
kennen, dat hij waarschijnlijk
'zou zijn teruggedeinst voor de
ongehoorde risico's van het
autoverhuurvak, als hij toen,
tien jaar terug, van het be
staan ervan had geweten.
„Toen ik van Maup Caransa
een garage huurde op de
Overtoom 486 in Amsterdam",
herinnert hij zich haarscherp,
„moest ik drie maanden huur
vooruit betalen. Die huur be
droeg 500 gulden per week. En
die had ik in geen 500 jaar.
Laat staan 6000 gulden hand
geld voor Maup. Ik heb toen
mijn eigen auto voor 8000 gul
den verkocht en daarbij be
dongen, dat bij de overdracht
gelijk 6000 pop betaald moest
worden. Zo kon ik op de Over
toom beginnen. Vlak daarna
begon de oliecrisis, die mij op
de rand van de afgrond heeft
gebracht. Hij had echt niet
veel langer moeten duren,
want dan had ik weer moeten
gaan solliciteren bij de melk
fabriek.
In die begintijd vol ups en
downs heeft mijn gezin in feite
gedraaid met het geld, dat
mijn vrouw verdiende als
pompbediende in Nes aan de
Amstel. Ik had daar een klein
benzinestation gepacht en
daar heeft Annie tot 1 septem
ber 1976 braaf staan tappen.
Ja, wat wil je, als er geen
erfenis in het vooruitzicht is
en je ook geen suikeroom in
de familie hebt, die wat wil
afschuiven voor zijn ambitieu
ze neefje? Dan zul je het toch
echt allemaal zelf moeten op
knappen".
Autosuggestie
Evert
Wijk, die nu vijf
Het overtuigend bewijs, dat
het Evert van Wijk na tien
jaar aardig gelukt is om zijn
eigen bonen te doppen staat
nu glanzend, in slagorde opge-
'steld in zijn glazen paleis op
de bodem van de Haarlem
mermeer in Hoofddorp. Wie
daar eenmaal geweest is, weet
voorgoed, dat het beslist geen
autosuggestie van de zijde van
Evert van Wijk is.
Wat blijkt dus: Drempt bestaat wel degelijk. Nou j|
BESTAAT is misschien te veel eer. Maar het ligt t
in elk geval. Ik zie het liggen, een beetje landerig, ed
beetje loom achter de IJsseldijk, in de houdgreep vg
de Holle Hesseweg, die inmiddels gepromoveerd is t{
vluchtroute van patatbakkers en loslopende handelsrg
zigers.
Het kost moeite, maar toch kun je je na enige minutg
voorstellen, dat Keizer Karei de Grote eens aan h(
hoofd van zijn troepen over deze weg het Geldei
rivierengebied is binnengevallen. Als de overlevering!
kloppen en dat doen ze, zolang niemand „binnei
heeft geroepen bouwde hij in de bocht een houtt
kapel, die later vervangen is door een baksten»
godsburcht van menselijke afmetingen.
Die kerk zie ik: een toornig schip, op de droj,
kleigrond getrokken. Een kerk, die het enige herkei
ningspunt is van Drempt. Een boerse toren op de k<
fungeert nu als duidelijke wegwijzer naarNaar
eigenlijk, naar niks eigenlijk. Er staan wat huizen,
boerderijen, maar het is te weinig om van een echI
dorpskom te kunnen spreken. Laten we het houd»
op een vingerkom en daarvoor aandachtig duimen.
Je denkt in een straat te lopen, maar drie second)
later sta je weer tussen de weilanden. Je zoekt e».
bakker, die er niet is. Hij is waarschijnlijk indertij)
met de slager en de overige kleine zelfstandighedei
naar verre verten afgereisd. Maar mag je hierul
meteen de conclusie trekken, dat in Drempt uitsluiten^
mensen wonen, die zich in het leven houden met Godi
woord?
Feit is in elk geval, dat je in dit dorp zonder herken
ningspunten telkens stuit op de kerk. Je kunt er we
omheen niets menselijks is Drempt vreemd maa
je schiet er alleen niks mee op. Want na die manoeuvr
ben je het dorp weer uit en dwingt de eenzaamheii
je om op je schreden terug te keren.
Je loopt weer langs het huis van de dominee. Hog
ramen in een gevel van gebroken wit; een balkoi
boven de deur, dat te klein is om vandaaruit eet
menigte toe te spreken. Zelfs de architect hield du
geen rekening met een mogelijke volksoploop.
Je duwt het roestige hek opzij en gaat langs de dodei
van Drempt naar de kerk. Het zijn de stenen, die ii
deze seconden spreken: Hier ligt. Hier ligt Maria, Anna
weduwe van. Hier ligt Johannes, Henricus, echtgenoo
van. In de kastanjebomen, die het kerkhof, de
van de dorpsgemeenschap, bewaken, zingt de wind een
lied van alle tijden.
Dat is Drempt. Het lijkt een opgave uit een kruiswoord
puzzel: veertien verticaal: een dorp tussen Doesburg
en Doetinchem van zes letters. Zes letters. Je heb',
inmiddels omzichtig het verbale peillood horizontaal
laten zakken en ontdekt, dat het gezochte woord in
elk geval de aftocht blaast via de medeklinkers M p
en T. MPT. Dat slaat dus duidelijk nergens op.
is dat dan voor een merkwaardig dorp daar tussen
Doesburg en Doetinchem, eindigend op MPT? Dat
geen einde meer, dat is een regelrechte oprisping
Zoiets krijg je alleen over je lippen als er een graatj
dwars in je huig zit. En dan nog zul je je moetei
forceren om het je strot uit te duwen.
Het lijkt derhalve een duidelijke zaak: er is bij he
oplossen van de puzzel een foutje gemaakt en er za
gewoon opnieuw moeten worden begonnen. Daar gaaii
we dan. Zes horizontaal: open plek in het woud. Daai
heb je „tra" voor ingevuld en de T stond daarbij op
de plaats, waar veertien verticaal eindigde.
Maar de ellende is, dat Tra goed is. Daar kun je vergil
op innemen. In elke puzzel is sinds het begin van onze
jaartelling de open plek in het bos een „tra" en als
je daar niet eens meer blind op kunt varen blijven
we nergens. Wat zullen we nu krijgen. Zullen we
aartspuzzelaars opeens niet meer weten, wat een open
plek in het bos is.
Die P van Post Scriptum kan trouwens ook niet
missen. Dat is al jaren dikke mik in de Grote Denk
sport. En dat hemellichaam, hallo, wat denkt u daar
dan van? Is dat niet DE MAAN? Nou, reken er op,
dat is inderdaad de maan. Al eeuwen voordat er een
Cape Kennedy bestond.
En als het de maan niet is, gooien we hierbij de bijl
er horizontaal en verticaal bij neer.
LEO THURING