troonrede
1977
ONZEKERHEID BIJ ERNSTIG VERZWAKTE ECONOMIE
SDAG 2Q SEPTEMBER 1977
LEIDSE COURAN
PAGINA 7
v jeden der Staten-Generaal,
3 )e lange duur van de kabinetsformatie, na
n en verkiezingsuitslag die toch door velen
j ils duidelijk is ervaren, wekt onder de
ïuidige omstandigheden begrijpelijke
ezorgdheid. In afwachting van de
otstandkoming van een nieuw kabinet is
iet niet mogelijk u nieuwe plannen voor
e leggen betreffende het in de komende
jaren te voeren beleid. Wel past een
ïiteenzetting van hetgeen het demissionai
re kabinet in het belang van het
Koninkrijk thans noodzakelijk acht. De
regering beseft dat daarmede onzekerhe-
ien blijven bestaan omtrent tal van
vragen - over werk, inkomen en welzijn -
die bij de mensen leven.
wNa een duidelijke opleving in 1976
g vertoont de wereldeconomie opnieuw
fl tekenen van stagnatie. In verscheidene
anden neemt de werkloosheid weer toe en
wordt de eerder verwachte economische
groei, ondanks de afnemende inflatie, niet
verwezenlijkt. Onmiskenbaar ondervindt
onze uitvoer daarvan de weerslag, hetgeen
nog wordt versterkt door de opgetreden
waardestijging van onze munt. Ook in ons
land ontwikkelt de werkloosheid zich
sedert enkele maanden weer ongunstig.
Deze nieuwe terugval is des te ernstiger
omdat na de diepe inzinking in 1974 en
g 1975 het economisch herstel nog lang niet
hi «as voltooid. Het eerder ontwikkelde
i Weid gericht op het overwinnen van
d .structurele onevenwichtigheden in onze
economie, zal moeten worden voortgezet
en versterkt. Maar zelfs dan blijven in de
c eerstkomende jaren de vooruitzichten
somber voor velen die willen werken,
maar daartoe niet de kans krijgen. De
bestrijding van de werkloosheid zal ons
aller inspanning en vindingrijkheid
vergen.
Op korte termijn rust voor het verdere
verloop van de wereldhandel een
bijzondere verantwoordelijkheid op de
landen met een sterke betalingsbalans.
Ook ons land zal belangrijke maatregelen
moeten nemen om de afzet te bevorderen.
Anders zal het niet mogelijk zijn de
beschikbare produktiecapaciteit weer
volledig te benutten, de investeringen aan
te wakkeren en de stijgende werkloosheid
een halt toe te roepen. Onmisbaar
daarvoor is het beperkt houden van
kostenstijgingen. Dit moet in de huidige
situatie ondersteund worden door
verlichting van lasten en andere tijdelijke
maatregelen ter vergroting van de
bestedingen, zonder daarbij de grenzen
van een verantwoord financieringstekort
te overschrijden.
In de begroting van uitgaven en middelen
voor 1978 is tegen deze achtergrond de
structureel noodzakelijk te achten
verhoging van belastingen tot minder dan
de helft teruggebracht. Gezien zijn
demissionaire karakter heeft het kabinet
zich ervan onthouden nieuwe plannen te
ontwikkelen voor het in de komende jaren
te voeren uitgavenbeleid en zijn de
beleidslijnen gevolgd die in de afgelopen
jaren zijn getrokken. Aansluiting is
gezocht bij de vorig jaar gemaakte
afspraken. Zo voorziet de begroting weer
in het besteden van 1 1/2% van ons
nationaal inkomen aan ontwikkelingshulp.
De toelichtingen op de u heden aan te
bieden begroting voor 1978 beperken zich
goeddeels tot een beschrijving van het tot
op heden gevoerde beleid.
De regering volstaat thans met het
voorstellen van enkele belastingmaatrege
len, waarvan de voorbereiding om redenen
van technische aard moeilijk langer kan
worden uitgesteld. Tot die voorstellen
behoort het overbrengen van gas, olie en
kolen, mede met het oog op een zuiniger
energieverbruik, van het lage naar het
algemene BTW-tarief, evenals enige
verhoging van de belasting op sigaretten.
De inflatiecorrectie op de tarieven van de
loon- en inkomstenbelasting wordt op 80%
bepaald. Enkele eerder genomen tijdelijke
maatregelen in de sfeer van de belastin
gen, die ten doel hebben lasten evenwich
tig te verdelen en de economische
activiteit te bevorderen, zullen naar het
oordeel van de regering ook volgend jaar
van kracht kunnen blijven.
Ondanks de vooronderstelde terughou
dendheid bij verhoging van inkomens lijkt
handhaving van de koopkracht van de
modale werknemer niet onmogelijk met
behulp van nog te nemen belastingmaatre
gelen en door de stijging van sociale
premies tot het uiterste te beperken. De
vandaag beschikbaar komende cijfers over
de ontwikkeling van de economie
versterken de verwachting dat de
werkloosheid zal toenemen. Dit vergt op
korte termijn een nieuw pakket van
stimuleringsmaatregelen. Over de
samenstelling daarvan en over zijn
uitwerking op de inkomensverdeling zal
intensief overleg met de vakbeweging en
de werkgeversorganisaties dienen plaats te
vinden. In dit overleg zal met name ook
de vraag aan de orde moeten komen, hoe
een kader en een vertrouwenssfeer
kunnen worden geschapen waarin
afspraken over arbeidsplaatsen kunnen
worden gemaakt. Het is niet in de laatste
plaats met het oog hierop dat spoedige
totstandkoming van een nieuw kabinet
geboden is.
De regering heeft de afgelopen maanden
haar standpunten moeten en willen
bepalen in het internationale overleg. In
het kader van de wereldhandelsconferen
tie te Genève is zij opgekomen voor het
behoud van de vrijheid in de wereldhan
del, juist nu vele landen met economische
problemen hebben te kampen. Verder acht
zij het van het grootste belang dat spoedig
een begin wordt gemaakt met het door de
Amerikaanse president voorgestelde
overleg om de gevaren verbonden aan het
gebruik van kernenergie in alle fasen
tegen te gaan. Het uitblijven van
oplossingen in het zuiden van Afrika, leidt
tot steeds grotere tegenstellingen. De
onafhankelijkheid van Namibië, de
totstandkoming van een meerderheidsrege
ring in Rhodesië en de toenemende
spanningen in Zuid-Afrika vragen snelle
beslissingen om een einde te maken aan
onaanvaardbare discriminatie en om een
uitbreiding van het geweld te voorkomen.
Daarom acht de regering besluitvorming
van de Veiligheidsraad die ook economi
sche dwangmaatregelen omvat, gerecht
vaardigd.
Tezamen met onder meer de partners in
de Europese politieke samenwerking zal
Nederland zich inspannen voor een
vruchtbare Oost/West-dialoog tijdens het
overleg in Belgrado inzake de toepassing
van de Slotakte van Helsinki. Daarbij zal
het uitgangspunt moeten zijn dat alle
bepalingen van deze Akte moeten worden
gerespecteerd. De regering hoopt dat het
mogelijk zal zijn op deze grondslag te
komen tot een ontspanning in de
verhoudingen tussen Oost en West, die
kan bijdragen tot de zo bitter noodzakelij
ke afremming van de bewapeningswed
loop.
Het karakter van de economische
moeilijkheden in de westerse wereld doet
vermoeden, dat op langer zicht aanpassin
gen van onze maatschappelijke structuur,
nationaal en internationaal, nodig zullen
blijven. Terugkeer naar de snelle
economische groei van de achterliggende
decennia ligt niet in de lijn der verwach
tingen. Voor grote aantallen van onze
medeburgers lijkt deelneming in het
arbeidsproces op de vertrouwde wijze niet
te verwerkelijken. Gedachten over de
verdeling van beschikbaar werk zullen
gestalte moeten krijgen. Voor een
heroriëntering van onze economische
ontwikkeling op een zuinig omgaan met
grondstoffen en energie en op behoud en
verbetering van het milieu zijn de
afgelopen jaren belangrijke aanzetten
gegeven.
Onverschillig of het nieuwe kabinet
getrokken beleidslijnen doortrekt, zullen
op een breed terrein van onderwijs en
welzijn, van volksgezondheid en milieube
heer, van bestuur en rechtsbedeling
ingrijpende beslissingen genomen moeten
worden. In de achter ons liggende periode
zijn immers op al deze terreinen
veranderingen op gang gekomen, die om
uitwerking en voltooiing vragen.
De regering is bezorgd over bepaalde
ontwikkelingen binnen de Zuidmolukse
bevolkingsgroep en rondom de positie van
deze groep in de samenleving. Alleen met
erkenning van de verantwoordelijkheid
van de overheid en van alle medeburgers,
die zich hierbij betrokken weten, is het
mogelijk te komen tot verdieping en
verbreding van het zo noodzakelijke
contact. Laat er wederzijdse verdraag
zaamheid zijn en respect voor de
beginselen van de rechtsstaat Een nota
waarin lijnen voor het beleid op langere
termijn worden geschetst, zal u spoedig
worden aangeboden.
Leden der Staten-Generaal,
Op tal van gebieden zijn voorstellen bij u
aanhangig. Over de afhandeling daarvan
zal in gemeen overleg moeten worden
beslist. Vaststaat, dat veel inspanning van
u zal worden gevraagd. U zult ongetwij
feld een belangrijk wetgevend program te
behandelen krijgen, waarbij al uw
aandacht zal zijn vereist voor het nemen
van ernstige beslissingen om onze
economische en maatschappelijke
moeilijkheden het hoofd te bieden.
Gesteld tegenover zo grote en verantwoor
delijke taken die ons wachten, spreek ik
de hoop uit dat wij allen tot de vervulling
daarvan de kracht zullen ontvangen.
Hiermee verklaar ik de zitting der
Staten-Generaal geopend.
20 september 1977.
door prof. dr. W. H. J. Reynaerts
De economische problematiek
van ons land neemt dimensies
aan, die met de term zorgwek
kend nauwelijks voldoende
zijn aangeduid. De gevoeligste
maatstaf waaraan dit valt af
te lezen, is de werkloosheid.
Deze zal in 1978 stijgen tot 240
250.000; een verbetering
daarna is nog. niet in zicht.
Het tweede sombere signaal is
de achteruitgang in reële in
komenspositie van verreweg
de meeste werknemers. Het
overschrijden door het tekort
op de overheidsbegroting van
de nagestreefde norm, is een
derde slecht teken aan de
wand. Ten vierde moet wel
pessimistisch stemmen de ge
ringe groeikracht van de in
vesteringen in het bedrijfsle
ven, de factor waarop velen
hun hoop op herstel van de
economie en de werkgelegen
heid hebben gebouwd. On
danks de zeer forse bedragen
die de regering aan premies
beschikbaar stelt via de Wet
op de Investeringsrekening en
de veronderstelde fiscale ver
lichting als uitvloeisel van de
aanpassing van het winstbe
grip aan de inflatie (studie-
Hofstra), zullen de investerin
gen maar met drie procent
toenemen. In feite betekent
dit het voortduren van de in
1970 ingetreden structurele in
vesteringscrisis, met alle con
sequenties van dien.
Er moet iets gebeuren, roepen
het Planbureau en de Minister
van Financiën ons uit de Ma
cro-Economische Verkenning
en de Miljoenennota toe. Ze
ker. maar wat? Als er iets
-
duidelijk is, dan is het wel dit:
een beleid zonder risico's is
onder de gegeven omstandig
heden niet meer mogelijk. On
ze economie bevindt zich
thans in Zo onrustig vaarwa
ter, met onder de oppervlakte
zoveel onbekende en gevaarlij
ke stromingen, dat een vaste,
veilige koers door geen enkele
loods, hoe bekwaam ook, met
zekerheid kan worden uitge
zet Welke richting men ook
wenst in te slaan, een zware
zee valt niet meer te ontwij
ken.
Het zittende, demissionaire ka
binet heeft zich beperkt tot het
nalaten van een verdere opho
ging van de loon- en inkom
stenbelasting. Deze maatregel
zou eigenlijk noodzakelijk zijn
geweest voor een gezonde fi
nanciering van de overheids-
huishouding. Men beseft zelf
terdege dat deze partiële be
slissing geen afdoend ant
woord inhoudt op de over de
hele linie ernstig verslechterde
economische verhoudingen.
De nieuwe regering zal het
karwei moeten klaren, het te
genzittende economische per
spectief in gunstige zin moeten
ombuigen. Een niet gemakke
lijke opgave, want ter sanering
van de volkshuishouding zou
dieper moeten worden gesne
den, zullen meer offers moeten
worden gevergd dan tot dus
ver in de formatie-stukken
werd aangenomen. Bovendien
zullen de vereiste beleidsaan
passingen hun beslag moeten
krijgen binnen een klimaat
van opnieuw opgeschroefde
tegenstellingen tussen de geor
ganiseerde groepsmachten.
Het overleg in de Stichting
van de Arbeid van vorige
week vrijdag vormt hiervan
een duidelijke illustratie.
Reddingsboei
De reddingsboei die het Cen
traal Planbureau weet aan te
reiken, is het advies alles te
doen om de export te verrui
men. De binnenlandse kracht
bronnen zijn inderdaad te
zwak om de gewenste expan
sie aan te zwengelen en in
stand te houden. Een nullijn in
de loonsfeer verschaft immers
geen basis voor positieve ver
wachtingen ten aanzien van de
ontwikkeling van de consump
tieve uitgaven. De investering-
slust staat onder de druk van
aanwezige overcapaciteiten,
gebrek aan financieringsmid
delen, toegenomen concurren
tie op binnen- en buitenlandse
afzetmarkten en vérminderde
rendementsposities en -per
spectieven. Financiële rand
voorwaarden beperken de mo
gelijkheden voor de overheid
om haar inpulswerking nog
verder op te stuwen. Zo ge
zien, is de export de enige
trekhaak die ons nog rest om
de economische motor in een
hogere vaart te brengen. Zal
een dergelijk beleid slagen, op
voorhand valt dit niet te voor
spellen, want ook hier stuiten
wij op vele onzekerheden.
Export veronderstelt in de eer
ste plaats dat wij onze produk-
ten goedkoper aanbieden dan
de buitenlandse concurrenten.
Dat dwingt tot een matiging
van vooral de loonkosten. Tij
dens de eerste regeerperiode
van het kabinet Den Uyl is de
Prof. dr. W. H. J. Reynaerts (47) stu
deerde aan de Katholieke Hogeschool
Tilburg in de economisch-sociologi-
sche studierichting. Hij studeerde in
1956 cum laude af. Na de militaire
dienst werkte hij tot 1975 als econo
misch adviseur bij het Nederlands
Katholiek Vakverbond. Sinds 1971
was hij tevens buitengewoon lector
aan de Katholieke Hogeschool met
als leeropdracht de sociologie van
arbeid en bedrijfsleven. In februari
1975 promoveerde hij op een proef
schrift over: „Investeringsloon als in
strument van bezitsvormingsbeleid."
Sindsdien is hij gewoon hoogleraar
aan de Katholieke Hogeschool Til
burg in de organisatie van arbeid en
bedrijfsleven. Zijn inaugurele rede
bij zijn ambtsaanvaarding handelde
o.a. over hetsturen van de bedrijfsin
vesteringen.
stijging van de loonsom per
werknemer praktisch gehal
veerd, een bewonderenswaar
dige prestatie. Een nog verde
re matiging leidt bijna onver
mijdelijk tot een verlies aan
koopkracht en dat is strijdig
met het uitgangspunt, dat in
het sociaal-economisch ak
koord van begin augustus is
neergelegd. Men bedenke
voorts dat een lager kostenni
veau in het binnenland onze
gulden nog aantrekkelijker
kan maken dan hij op grond
van onze aardgasvoorraden al
is. Een sterke nationale munt
moge ons prestige strelen, de
cijfers wijzen uit dat dit gege
ven voor onze exporterende
bedrijven geen geringe handi
cap oplevert.
In de tweede plaats mag men
van een verhoogde uitvoer
slechts heil verwachten, indien
in andere landen een voldoen
de opnamecapaciteit bestaat.
Deze is afhankelijk ondermeer
van de ontwikkeling van de
koopkrachtige vraag, van het
vangrijke tekorten laten zien.
De Duitse Bondsrepubliek
vormt een gunstige uitzonder
ing. Van dat land zullen wij
het dan ook voornamelijk
moeten hebben.
Mislukt de exportstrategie dan
ligt geen andere weg open dan
het kunstmatig opblazen van
de binnenlandse bestedingen.
De berekeningen die het Plan
bureau in het zogenaamde
spoorboekje presenteert, tonen
aan dat in dat geval de injec
tie-spuit van de overheid aan
zienlijke sommen gelds moet
bevatten om de effecten van
de tegenvallende export te
compenseren. En dat is een
taktiek waarmee al evenzeer
forse risico's verbonden zijn.
Op zijn minst zou daardoor de
huidige kredietbeperking van
De Nederlandsche Bank ern
stig op de tocht worden gezet
Spanningen
beleid dat de overheden in die
landen voeren en van de graad
van onderbezetting waarmede
de ondernemingen aldaar te
kampen hebben. Helaas moe
ten wij uit de desbetreffende
beschouwingen van het Plan
bureau tot de gevolgtrekking
komen, dat het niet verstandig
is de mogelijkheden op dit
pijnt hoog aan te slaan. Met
name omdat de werkloosheid
bij vele van onze handelspart
ners nog steeds oploopt en
hun betalingsbalansen om-
Terwijl de politici langdurig
kibbelen over de inhoud van
een nieuw kabinetsbeleid,
werkgevers en werknemers
vinnig onderhandelen over de
prijscompensatie en de relatie
winst - werk, de economen
twisten over de wetenschappe
lijke waarde van de Planbu
reau - prognoses, voltrekt zich
in het land een ontwikkeling
die onze bestaanscondities we
zenlijk dreigt aan te tasten. De
Macro-Economische Verken
ning laat geen ruimte voor
misverstand. Er moeten risi
co's worden genomen, naar de
ene of naar de andere kant
Ook de Miljoenennota signa
leert de urgentie van een her
zien beleidsprogramma. Om
begrijpelijke redenen hebben
de zittende bewindslieden de
moeilijke loodsfunctie overge
laten aan het nieuwe kabinet
Dat zal gedwongen zijn om op
korte termijn de beleidsvoor
nemens ten aanzien van in het
bijzonder de collectieve uitga
ven te toetsen aan het reële
draagvermogen van de natio
nale volkshuishouding. De
door Duisenberg, Lubbers en
Boersma eerder geuite scepsis
over de juiste afstemming van
het sociaal-economisch ak
koord op de feitelijke proble
matiek kan voor deze herover
weging een goede leidraad
zijn.
Herhaaldelijk doen Miljoenen
nota en Macro-Economische
Verkenning een beroep op de
medewerking van de werkge
vers- en werknemers organisa
ties. Daaruit spreekt het op
ervaring berustende inzicht
dat politieke instanties alléén
onmachtig zijn om de ontwik
keling werkelijk in de greep te
krijgen. In het licht van de nu
publiek geworden gegevens,
die gemakkelijk nog erger
kunnen tegenvallen, zou het
zeer te betreuren zijn indien
niet alle partijen uit hun loop
graven vandaan zouden willen
komen. Bij het bepalen van de
onderlinge rolverdeling tussen
de machten in het arbeidsbe
stel, bij het onderhandelend
toegeven, nemen en krijgen,
mogen gerust spanningen ont
staan. Dat is een vast onder
deel van het ritueel. Aan dat
ritueel mag echter niet de fun
damentele bereidheid worden
opgeofferd om gezamenlijk
voor de toekomstkansen van
onze economie een veiliger
bedding te zoeken dan waarin
wij ons thans blijkbaar bevin
den.