VERBODEN TE VLOEKEN
Overschot
in augustus
Rabiës
maakt
jaarlijks
miljoen
slachtoffers
„Verbasterde
vloeken
laat ik
zitten,
anders blijf
je aan
de gang"
is®-
ART. 3 WETBOEK V.D. 10 GEBODEN
BOND TEGEN HET VLOEKEN PARELGRAS 15 VEENENDAAL
De Bond tegen het Vloeken, uniek in de wereld,
bestaat deze maand zestig jaar. Bij de meeste mensen
is hij bekend van de veeltalige, blauwe affiches op
de stations, waarvan de verspreiding dan ook een
heel belangrijke bondsactiviteit is. De laatste jaren
had het er zelfs alle schijn van dat de Bond alleen
nog maar door die affiches werd vertegenwoordigd,
want het ledental ebde geruisloos weg. Toen echter
in 1975 een vertwijfelde poging werd gedaan meer
leden aan te trekken, bleek hoeveel weerklank de
Bond heeft. Het ledental steeg van ruim vierduizend
naar achtenhalfduizend en de hier en daar al open
lijk uitgesproken gedachte dat de Bond zijn tijd wel
had gehad, verdween radicaal bij de merendeels
bejaarde bestuurders. De Bond kreeg het zelfs zo
ruim dat hij vorig najaar voor het eerst een full-time
betaalde secretaris kon aanstellen in de persoon van
de heer H. van Oostende (40), die zijn baan als
godsdienstleraar aan het Veenendaalse Ichtuscollege
er voor opgaf. Hij gelooft dat ondanks de voortgaan
de ontkerkelijking er wel altijd plaats zal blijven
voor een dergelijke bond.
VEENENDAAL De heer Van
Oostende heeft een klein kamer
tje van zijn woning in een
nieuwbouwwijk van Veenendaal
ingericht als kantoortje, dat vol
hangt met affiches van de Bond.
Wat betekent vloeken nou eigen
lijk voor hem persoonlijk? „Het
is sterk verbonden met je ach
tergrond. Vloeken wordt in onze
(protestantse) kring als iets heel
ergs beschouwd. De eerbied
voor Gods naam is in onze kring
zo groot dat het ons ontzettend
raakt als je die zo maar klakke
loos hoort Als ik voor school
kinderen optreed vergelijk ik
het vloeken weieens met de rela
tie tussen ouders en kinderen.
Je kunt je vader ook niet klak
keloos uitschelden, dat kwetst je
tot diep in je hart".
Vloeken anno 1977 heeft voor de
meeste mensen toch niet meer
de betekenis die het bijvoor
beeld tweehonderd jaar of zelfs
zestig jaar geleden nog had?
Van Oostende: „Dat achteloos
gebruiken valt natuurlijk ook
onder misbruik maken van de
Naam. Je kimt natuurlijk om
het zo te zeggen verzachtende
omstandigheden laten gelden.
Er is verschil in intensiteit,
maar het valt ook onder de
zonde tegen het derde gebod. Je
bent immers op een zinloze ma
nier met God bezig. Zijn naam
is heilig, dus moet je daar eer
biedig mee omgaan".
Geregeld krijgt Van Oostende
verzoeken binnen van allerhan
de aanvragers om affiches en
ander materiaal, waarop de be
doelingen van de Bond zijn
weergegeven. „Laatst vroeg een
pastoor mij wat toe te sturen,
maar er zijn ook transportbe
drijven, scheepswerven en kan
toren bij. Als ze er om vragen
heeft er blijkbaar iemand flink
last van dat gevloek. Om er van
verzekerd te zijn dat ze van tijd
tot tijd wat materiaal toege
stuurd krijgen, wordt zo'n be
drijf meestal ook lid".
Over het al dan niet overbodig
zijn van de Bond praat na de
verdubbeling van het ledental in
'75 niemand meer.
Van Oostende bescheiden la
chend: „Je kunt het succes na
tuurlijk niet in percentages uit
drukken. De ontkerkelijking
gaat door, die ontwikkeling
keert niet. Christenen kun je er
nog op aanspreken en hun reac
ties zijn dan ook meestal erg
bemoedigend. Hoe meer de god
slastering toeneemt, voorname
lijk buiten de kerken om, des te
meer worden de overblijvende
christenen zich dat bewust".
Naast de verzorging van het le
densecretariaat schrijft Van
Oostende brieven aan tijdschrif
ten en omroepverenigingen
waar men zich aan vloeken be
zondigt. Vooral de VARA en de
VPRO verstaan volgens hem de
kunst van het vloeken. Hij
gruwt van een programma als
SECRETARIS
VAN BOND TEGEN
HET VLOEKEN:
de show van Van Oekel. Ook
rijksinstanties worden aange
schreven. Een tijd geleden had
het ministerie van ontwikke
lingssamenwerking een film ge
subsidieerd over de situatie in
de Derde Wereld met als belang
rijkste acteur Ton van Duinho
ven. In die film werd flink ge
vloekt, hetgeen de vorige secre
taris van de Bond noopte zich
te wenden tot de subsidiegever,
minister Pronk, om via hem be
leefd het verzoek aan Van Duin
hoven over te brengen in het
vervolg niet meer zo te vloeken.
De minister, schreef dat hij de
erbarmelijke situatie in de Der
de Wereld dermate godslaster
lijk vond dat een tegenvloeking
uit de mond van Van Duinho
ven hem alleszins op zijn plaats
leek.
„Een origineel antwoord", vindt
Van Oostende. Hij ziet er dan
ook helemaal niet uit als iemand
die het vloeken desnoods te
vuur en te zwaard wil bestrij
den. „Van een leerling op een
orthodox-christelijke school
hoorde ik dat een leraar zo
vloekte. Een paar leerlingen
hadden daar tijdens de les iets
van gezegd met als gevolg dat
de man nog luider begon te
vloeken. Hoe goed ook bedoeld,
de aanpak van die leerlingen
was duidelijk niet juist. Je kunt
niet iemand de mantel gaan uit
vegen. Veel beter zou het ge
weest zijn de man daarover na
de les aan te spreken. We heb
ben het zo opgelost dat één van
die jongens die zich zo ergerde
aan het vloeken, in het vervolg
vloekers een kaartje zou geven
met daarop een aansporing dat
in het vervolg niet meer te doen.
Dan had hij toch zijn plicht
gedaan. In het algemeen is het
natuurlijk zo dat je een situatie
goed moet beoordelen voordat
je gaat terechtwijzen. Ik vraag
me steeds af, heeft het wel zin
als ik er iets van zeg? Je moet
de mensen ook vooral niet uit
de hoogte benaderen, dan kun
je wel inpakken. Je moet juist
naast iemand gaan staan. Mees
tal kim je dan wel met zo'ri
iemand rustig een gesprek voe
ren. Je aan alles ergeren kan
trouwens ook niet meer. Verbas
terde vloeken die nauwelijks
herkenbaar zijn laat ik zitten,
anders kun je wel aan de gang
blijven. Het gaat in de bestrij
ding natuurlijk om het echte
misbruik van de Naam".
Veel mensen zeggen, is dat vloe
ken nou zoveel aandacht waard
dat je er een aparte bond voor
in stand houdt?
Van Oostende: „Dat hoor ik
vaak, je haalt er iets uit en dat
krijgt dan teveel nadruk. Je
kunt het vandaag de dag niet
meer maken ergens tegen te
zijn, je moet juist positief zijn.
Twee bekende theologen, prof.
Rothuizen en prof. Berkhoff, al
lebei lid van de Bond, zijn een
studie begonnen over de toene
mende godslastering. Dat wijst
volgens mij toch wel op het
belang van de zaak. Overigens,
als je kijkt naar de leuzen die
in de afgelopen zestig jaar zijn
gebruikt, dan zie je dat daarin
een heel positieve tendens zit.
„Spreek vrijmoedig over God,
maar misbruik Zijn Naam niet",
klinkt heel anders dan de leus
die in 1917 werd gebezigd „Het
is verboden te vloeken".
PAUL VAN VELTHOVEN
Illustraties: Illustratiemateriaal
verkrijgbaar bij de Bond tegen
het Vloeken, Parelgras 15, Vee
nendaal.
„Misschien dat augustus een zonniger huishoud
boekje te zien zal geven". Dat was een van de
laatste zinnen in het artikel over het wel en
wee van Koos en Lenie in de maand juli. Wel,
augustus heeft zelfs de zonnigste verwachtingen
overtroffen. Het is een topmaand geworden wat
inkomsten betreft en voor zover het de uitgaven
aangaat zo ongeveer een laagterecord. Veel
overwerk zorgde ervoor dat er niet minder dan
1710 gulden binnenkwam. Voeg daarbij nog eens
471,90 aan kinderbijslag en een eenvoudig reken
sommetje leert dat de totale inkomsten van de
maand augustus niet minder bedroegen dan
2181,90 gulden. Elke week is er, zelfs na aftrek
van rente en aflossing van de hypotheek, een
overschot geboekt Soms vrij klein, zoals in de
eerste week, toen het maar 29,11 gulden was,
soms aardig groot, zoals in de vierde week, toen
er 230,83 in de huishoudportemonnee overbleef.
De eerlijkheid gebiedt ons wel om te zeggen dat
de Middelmannen deze maand dan ook geen
bijzonder grote uitgaven hadden te doen. De
telefoonrekening, de gas- en elektriciteitsreke
ning zijn nog niet binnen, zodat die pas het
budget van de volgende maand gaan belasten.
Maar Lenie maakt zich daar geen zorgen over.
„We hebben nu overgehouden", zegt ze, „dus
volgende maand kunnen we die extra dingen
betalen met dat geld wat nu nog in de knip zit".
Maar al pratende met het huishoudboekje voor
ons bleek al gauw dat het er in alle opzichten
naar uitziet dat ook de maand september een
gunstige maand gaat worden. Koos heeft het
bijzonder druk op het land. Van 's morgens
vroeg tot het moment dat er werkelijk buiten
geen hand meer voor ogen is te zien, rijdt hij
met zijn tractor over het veld. Het koren moet
binnen en de aardappels kunnen ook niet langer
meer wachten. En ais dat werk achter de rug
is moet het land weer rijp worden gemaakt voor
de volgende culture. Het zal aan Koos niet liggen
als het om de verdiensten van de Middelmannen
gaat, hij werkt hard, hard en nog eens hard.
Eerste week
De eerste week verdiende Koos 340 gulden. Aan
uitgaven staat er een totaal bedrag in het huis
houdboekje van 244,89 gulden. De grootste post
vormde hierbij 58 gulden voor reinigingsrechten.
Het verschil tussen inkomsten en uitgaven be
draagt 95,11. Een overschot dat verminderd moet
worden met 66 gulden woonkosten de rente
en aflossing van de hypotheek zodat het
uiteindelijke overschot deze week 29,11 bedraagt
Tweede week
De tweede week van augustus heeft Koos iets
langer overgewerkt. Hij verdiende zo 380 gulden.
De uitgaven bedroegen echter maar 223,72, zodat
er een overschot kon ontstaan van 156,28 gulden.
Ook daar moet natuurlijk weer 66 gulden van
worden afgetrokken, zodat er overblijft 90,28
gulden. Deze week waren er geen bijzondere
uitgaven te noteren. Lenie is een keer naar de
kapper geweest en dat kostte meer dan dertig
gulden en de auto vereiste wat onderhoud, wat,
met benzine erbij, met zeventig gulden al beke
ken was.
Derde week
Koos verdiende in deze derde week maar liefst
honderd gulden meer dan in de week ervoor. 480
gulden kwam er binnen. Aan uitgaven staat er
een bedrag van 256,20 tegenover, zodat er dit
maal een overschot ontstond van 223,80 gulden.
Daarvan 66 gulden voor wonen afgetrokken le
vert nog het werkelijk mooie overschot op van
157,80 gulden. Geen bijzondere uitgaven deze
keer behalve een verjaardagscadeau voor Lenie
van 68,75. Het kon er deze keer echt wel van
af.
Vierde week
De absolute topweek waar het de inkomsten van
de familie Middelman betreft. Koos bracht niet
minder dan 510 gulden mee naar huis aan het
eind van de week. Veel overwerk, heel veel zelfs,
was er de oorzaak van dat het weekloon zo hoog
kon worden. Er staat wel tegenover dat Koos
elke avond doodmoe thuiskwam. Het huishoud
boekje stelt tegenover deze recordinkomsten een
zeer laag bedrag aan uitgaven: 213,17. Het over
schot is deze week dus niet minder dan 296,83
gulden. Na aftrek van rente en aflossing van de
hypotheek blijft er een overschot van 230,83
gulden. Ook deze week geen bijzondere uitgaven.
Chrisje kreeg nieuw ondergoed en kniekousjes.
Allebei de kinderen kregen lange broeken.
Schoonzus was jarig en die kreeg een cadeautje
van vijftien gulden. Om naar die verjaardag te
kunnen moest er een oppas van een tientje per
avond worden betaald. En dat was alles.
Een ruim overschot dus deze maand, in tegenstel
ling met de vorige maand die ondanks wat
overwerk toch nog een tekort liet zien.
Laten we eens bekijken hoe het nu gesteld is
met die overschotten of tekorten in de afgelopen
acht maanden van het jaar. Januari laat een
tekort zien van 516,48 gulden, februari een van
311,05, maart van 152,24 en april een tekort van
310,49 gulden. Mei bracht een klein overschotje
van 49,61 gulden, maar in juni ging het al weer
fout: een tekort van 73,76 gulden. In juli was
dat nog weer erger, want toen bedroeg het tekort
maar liefst 206,91 gulden. Augustus echter
springt er, zoals gezegd, fors uit met een over
schot van 508,02 gulden. Over de afgelopen acht
maanden gerekend is er, wat de zuivere inkom
sten aan werkloon betreft, nog steeds een tekort
van 1013,30. Dat is gemiddeld per maand 126,66
gulden.
Aan vakantiebonnen is er echter een bedrag
opgenomen dat samen met de ontvangen kinder, i
bijslag 4104,18 gulden groot is. Trek daar hel
totale tekort van 1013,30 gulden van af en
ontstaat een overschot van 3090,88 gulden. G<
middeld per maand gerekend is dat een over
schot van 386,36 gulden. Men zou kunnen zegge
dat Koos en Lenie er elke maand een vijfde weel
salaris hebben bijgekregen aan vakantiebonnel
en kinderbijslag.
We hebben echter al eerder opgemerkt dat dez
overschotten bar hard nodig zijn voor de tijd da
Koos weer in de w.w. verzeilt, een opmerkin
die natuurlijk weer enkele lezers naar de pei
deed grijpen. Zo schrijft meneer Verkuilen me
dat hij dat maar een rare manier van doen vindt
„Je verdient of je verdient niet", zegt hij. „Va
kantiebonnen en kinderbijslag zijn mooie dingei
voor de mensen, maar we mogen nooit vergetei
dat die vankantiebonnen een uitbetaling zijl
voor die dagen dat we niet hebben kunnei
werken en dat de kinderbijslag een verworvei
goed is dat geheel en al aan de kinderen tei
goede zou moeten komen. Zeker kinderbijslai
mag niet bij het loon worden opgeteld. „Nou, da
ben ik helemaal met meneer Verkuilen eens ei
dat gebeurt ook niet Wel moet het wordei
gerekend tot de totale inkomsten die er over he
hele jaar door de familie Middelman wordei
verkregen. En vandaar dan ook dat u ze regelma
tig vindt vermeld. Het valt uiteindelijk niet ti
ontkennen dat bij de berekening van een tekoi
of een overschot deze bedragen mee moetei
tellen. „Het huishoudboekje van de familie Mid
delman" probeert een waarheidsgetrouw versla)
te zijn van het reilen en zeilen van een gezii
van een modale werknemer. En vandaar!
Op wat mevrouw Terschuur me schreef ga i]
liever niet in. Het gebeurt vaker dat er brievei
met scheldwoorden in de bus rollen, maar om
me nu te gaan betichten van „rode vuilschrijve
rij" vind ik toch wel een stukje te ver gaan
Nogmaals, „een waarheidsgetrouw verslag vai
het reilen en zeilen enz." Juist! Discussie geslo
ten.
Tot slot nog even Koos aan het woord: „Goeij
maand geweest, hè? Ja, ja zo zie je maar weel
Als je maar lang genoeg werkt, dan verdien
wat. Maar ik heb het er graag voor over". I
Gerard Cront
Eerste week
slager
groenteboer
kruidenier
bakker
ongevallenverzekering
reinigingsrechten
bondscontributie
melkboer
staatslot
Ingekomen loon
Tweede week
groenteboer
slager
kruidenier
bakker
melkboer
benzine
remvoering
olie
kapper Lenie
bondscontributie
Ingekomen loon
Derde week
groenteboer
slager
melkboer
kruidenier
bakker
bondscontributie
cadeau Lenie
Ingekomen loon
Kinderbijslag
Vierde week
slager
groenteboer
melkboer
kruidenier
bakker
bondscontributie
cadeau schoonzus
lange broeken kinderen
ondergoed Chrisje
twee paar kniekousjes
oppas
Ingekomen loon
24.31
20.51
40.25
16.05
34.041
22.15
28.70
39.33
55.82
37.40
4.05
68.75
28.35
19.25
21.45
35.22
15.15
4.05
15.00'
48.50
7.50
8.70
10.00
510.00
Men heeft geprobeerd de hondsdolheid-epizosie
epidemie onder zoogdieren) in de kiem te smoren,
door de vossen af te schieten, of te vangen en ze
vervolgens een injectie te geven. Het resultaat was
mager, omdat de vos toch nog steeds slimmer blijkt
dan de mens. Daarom is men overgegaan tot een
slik-vaccinatie, juist zoals bij de mens met het
polio-vaccin op een suikerklontje. Stukken voedsel
met vaccin werden in het leefgebied van de vossen
neergelegd, maar de dieren vertikten het om het te
eten. Nu is het hondsdolheid-vaccin dan toch smake
lijk gemaakt, de vossen happen toe en de overwin
ning van de rabiës is begonnen.
Vossen zijn slimme beesten.
Daar kunnen de bestrijders van
rabiës (hondsdolheid) van mee
praten. Jarenlang hebben on
derzoekers, nadat gebleken is
dat geweer en gifgas geen oplos
singen waren, aan een inen
tingsmethode gewerkt om de ge
vreesde ziekte de kop in te
drukken. Daar het injecteren
van gevangen vossen geen haal
bare kaart bleek, ging men de
entstof, in brokken voedsel, in
bos en veld verspreiden. Maar
steeds zonder succes. Reintje
rook telkens dat er chemicaliën
in de voorgeschotelde lekkernij
zaten. (In dit opzicht zou men
hem eerder dom noemen, ten
slotte is het voor z'n eigen best
wil.
Eind mei trad er echter een
kentering op; het was Ameri
kaanse geleerden gelukt een
slik-entstof te maken, die sma»
kelijk is voor elke soort viervoe
ter en goed te verdragen is. Een
ander even zo belangrijk aspect
in de strijd tegen rabiës was het
zoeken naar een goed te verdra
gen tegengif voor besmette men
sen. De oude genezingsprocedu
re had vaak gevaarlijke neven
verschijnselen. Maar ook dit
deel van het onderzoek in het
laboratorium in de Amerikaan
se staat New York is een succes
geworden.
Haast uitzichtloos heeft een
team Amerikaanse geleerden in
samenwerking met Duitse colle
ga's vijf jaar gewerkt aan een
middel, waarmee hondsdolheid
uit de wereld kon worden gehol
pen. Tenslotte werd het project
met goed gevolg afgerond.
„Wij zijn ervan overtuigd dat we
er bijna zijn", verkondigde dr.
George Baker, leider van het
onderzoek. „Wanneer we het
spul eenmaal in de vrije natuur
hebben, betekent dat het begin
van het einde van rabiës over
de hele wereld." De langdurige
werking van de entstof, zo me
nen de vakmensen, zal eindelijk
een zekere onderbreking van de
infectieketen bewerkstelligen.
Door de lucht
Tijdens het onderzoek in Ameri
ka ontdekten de wetenschap
pers ook een nieuwe besmet
tingsoorzaak. (Tot nu toe werd
altijd aangenomen dat honds
dolheidvirussen alleen door di
rect contact, zoals een beet, kun
nen worden overgedragen.) Op
een beschermde voedingsbo
dem, waarmee nog moest wor
den geëxperimenteerd, ontstond
„spontaan" een kweek van ra-
biësverwekkers. „Blijft er maar
een conclusie over", zeggen de
geleerden: „die virussen kwa
men door de lucht."
Met deze ontdekking is de nood
zaak om hondsdolheid te be
strijden alleen maar groter ge
worden. Maar dat hier nu schot
in komt, staat wel vast. Elk jaar
moeten er meer dan een miljoen
mensen, vooral in de derde we
reld, een behandeling onder
gaan, vanwege krassen of beten
van hondsdolle dieren, die de
virussen in hun slijm meedra
gen. De genezing is een langdu
rige en pijnlijke procedure, met
dagelijks zeker 21 injecties in de
buikwand.
Het ziektebeeld van de besmet
ting is afschuwelijk. De onge
lukkige gaat door uitputting en
verlammingen een gewisse dood
tegemoet. De duur van de ziekte
soms wel twee jaar is
'afhankelijk van de plaats, waar
een hondsdol dier het slachtof
fer heeft gebeten. Pas wanneer
de ziektekiemen, die zich via de
zenuwbanen door het lichaam
verplaatsen, de hersenen heb
ben bereikt, vertoont de patiënt
zichtbare symptomen, zoals
krampen, verlammingen en
schuim op de mond. Dan duurt
het nog maar enkele dagen, zo
niet uren voordat de uitputtings-
dood volgt.
Pasteur
Dat er in de geciviliseerde lan
den relatief weinig mensen aan
hondsdolheid zijn gestorven, is
te danken aan een al lang be
staand vaccin van de Franse
bacterioloog Louis Pasteur, die
in het jaar 1885 het genezende
serum ontdekte. Een jongen die
door een dolle hond was gebe
ten en daardoor stervende was,
behandelde hij met een serie
injecties van het fijngewreven
ruggemerg van een besmet ko
nijn. De jongen werd genezen,
evenals vele patiënten na hem,
die behandeld werden met een
inmiddels verfijnd serum.
De intenting van gezonde en
geïnfecteerde mensen voerde
echter naar een nieuw dilemma:
het binnenloodsen van afge
zwakte ziekte-verwekkers ver
oorzaakte onder meer levensge
vaarlijke schade, bijna gelijk
aan de gevolgen van hondsdol
heid zelf. Het risico-aandeel van
de martelende genezing is vol
gens de statistieken, dat één op
de 1700 patiënten aan verlam
mingen van het centraal zenuw
stelsel lijdt, als nevenwerking
van de inenting.
Volledig werkzaam en goed te
verdragen bleek pas de nieuwe
entstof te zijn, die de Ameri
kaanse wetenschappers onlangs
uit een cultuur van ziektever
wekkers hebben gewonnen, die
op menselijke cellen (van gea
borteerde embryo's) waren ge
kweekt
Onstuitbaar
Ondertussen veroverde de
hondsdolheid onstuitbaar drie
kwart van de wereld. Zuid-Ame-
rika werd uit de lucht aangeval
len door vampieren en andere
soorten vleermuizen, Noord-
Amerika, Azië en Europa te
voet door hoofdzakelijk vossen.
Uit Polen waar voor het eerst
in 1939 hondsdolheid is waarge
nomen, rukte de bedreiging met
een snelheid van 40 kilometer
per jaar op naar het westen
Alles werd in het werk gesteld
om het te stoppen. Vooral jagers
maakten gretig gebruik van
hondsdolheid, als motief om
massaal jacht op de geduchte
rooie rover te kunnen maken.
Toen echter bleek dat de jacht
slechts gedeeltelijk resultaat
had, ging men over op andere
strijdmiddelen. Duitsland, waar
rabiës heeft huisgehouden als in
geen enkel ander Europees
land, verschool zich tenslotte
achter een verdedigingswal van
gifgas. En Denemarken volgde
dit voorbeeld al snel. Alles wat
ook maar op een vossehol leek,
werd vergast. In Engeland wilde
men zich dolvrij houden door
quarantainemaatregelen.
Nu dan is gebleken dat gas,
kruit en lood niet zaligmakend
zijn: er moest ook preventief te
werk worden gegaan. De nieu
we slik-inentingsmethode biedt
in dit opzicht bijzondere per
spectieven. De minuscuul kleine
entkorreltjes zijn zuurvast en
smakelijk gemaakt. Het goedje
moet alleen nog als-hap in de
velden worden verspreid.
Men weet nu al dat Reintje, als
omhulsel van zijn medicijn, ge
rookte leverworst prefereert