Oud ambacht houdt 83-jarige
Haagse mevrouw Kramers jong
US ,ANDAG 29 AUGUSTUS 1977
PAGINA 9
LEIDSE COURANT
EN Nil VLUG
NA4R CsA
VOORDEEL
SNUFFELEN.
CsdllstbtAitovlcteilfy&i:
Fraai gedessineerde
Jacquard-pullover.
Shetland wollen -pullover
met V-hals.
Acryl sous-pull
in diverse
kleuren. MM
Stoere schipperstrui
in div.
kleuren, li B
Grof gebreid acryl vest,
I div. kleuren. 0^
Acryl pidlover met
ronde hals. 0^9
Jk sta op en ik wil klossen".
UJts" Dat zegt de drieën tachtigjari-
ge jarige mevrouw Josina
""UK Kramers-Kramers, enthou-
r°° siast aan het woord in haar
,Ita" groot, ouderwets huis in het
land Haagse Statenkwartier. Ze is
Jufig met haar vriendin Mevr.
a'le Zwaan-Neelen de oudste nog
ru! werkende „leerlinge" van de
1C™ destijds aan de Javastraat te
te™ Den Haag gevestigde Neder-
ltei*| landse Kantwerkschool, „een
stemmig deftig gebouw",
zoals het voormalige geïllus
treerde blad „Pak me Mee"
(vergelijkbaar met het vroege-
de re periodiek „De Prins")
schreef. Het initiatief tot deze
ien. dagschool nam Jhr. E. van
Loon, die de oprichting daar
van „de eerste stap tot veler
nut" noemde Sympathieke en
bekwame directrice (die later
nog veel over kant zou schrij
ven) was mevrouw V.d. Meu-
len-Nulle. Josina Kramers
werd op haar dertiende jaar
als leerlinge ingeschreven; in
1911 deed ze haar eindexa
men, waarbij haar (een thans
vergeeld, maar naar waarde
geschat) diploma werd uitge
reikt, vermeldend dat zij „in
staat is Torchonkant, Clunny-
kant, en Duchessekant kan
maken". Het staat er zo sim-
peltjes, maar het houdt heel
wat vaardigheid in, geleerd
naar oude trant, dus degelijk.
Op tafel liggen proeven van
haar kunstnijverheid, die ze
voor het bezoek heeft uitge
stald.
Rappe handen
Baptisten zakdoekjes met
kanten randje („daar doe ik
één dag over"); serveerblad-
kleedjes („het klossen gaat
vlug, maar bet afwerken
duurt lang"); theetafelkleden
met prachtige tussenzetsels,
onderleggers, boekenleggers
(kant op zijden lint), een in
drukwekkende verzameling,
door rappe handen bijeenge-
klost Mevrouw Kramers
geeft veel werkstukken weg.
Aan vrienden, belangstellen
den, familie. En werkt mee
aan tentoonstellingen onder
auspiciën van de Stichting
Volkskunst en Folklore, waar
mee binnenhuisarchitect Van
Koert en zijn vrouw goede
betrekkingen onderhouden.
Mevrouw Van Koert ontdekte
mevrouw Kramers; ze is een
van de beste medewerksters
en krijgt door het echtpaar
leuke contacten. Zo demon
streerde ze in het Congresge
bouw tijdens het Bellune fes
tival de techniek van het
kantklossen en zat op het Bin
nenhof op de Milieudag.
„Kijk" (toont een kleurenfoto)
„daar ben ik bezig. Er staan
een heleboel mensen te kij
ken". Verkopen? „Nee, dat
doe ik niet. De mensen heb
ben er geen geld voor over. Ze
zien er het werk niet van af.
In het Congresgebouw heeft
één meneer een zakdoekje ge
kocht En een jochie, dat er
een voor zijn oma wilde heb
ben. Dat was leuk, maar ui
teindelijk heeft hij toch een
boekenlegger gekozen. De vol
gende dag kwam hij met z'n
oma. Die wilde toch eens zien
hoe ik dat deed".
Ze lacht boven haar kopje
koffie: „Toen se mij voor die
demonstratie vroegen zeiden
ze: „als het niet makkelijk
gaat dan willen we haar wel
ondersteunen". Een lachertje
voor wie Mevrouw Josina
Kramers in haar huis ziet red
deren, de tuin verzorgen en
met feilloze zekerheid, fijn*
vingers en de soepele bewe
ging van jarenlange oefening
de klosjes door- en over el
kaar heengooien alsof ze een
geheimzinnig net weeft, waar
van men als leek geen idee
heeft hoe het tot stand komt.
Ragfijn werk komt er uit die
vingers: Valenciènnekant zo
ijl om weg te blazen, batisten
theekleden met wat zij noemt
„de Duitse slag" (blaadjes)
„spinnetjes", een pietepeute
rig wieltje met vier spaken,
dat het hart vormt van een
bloemetje, zo teer dat het op
het netwerk als door de wind
geblazen lijkt Maar zo is het
niet, wie haar met intense
aandacht bet kantwerk ziet
„opbouwen" begrijpt dat het
behalve techniek een „reken
sommetje" is, een uitpluizerij
van jewelste waar nu precies
te beginnen, waar „in te han
gen" (om er eens een vakterm
tegen aan te gooien), waar uit
te komen en waar de speldjes
moeten worden geplaatst en
verplaatst om het patroon
verantwoord en juist in te
klossen.
Verleden
Mevrouw Kramers verliest
zich even in het verleden. „Zo
als wij vroeger werkten, diuur
hoef je nu niet meer om te
komen. Na het eindigen van
de school ben ik er nog 3 jaar
als repareerster van kant ge
bleven. Ik heb nog meege
werkt aan de wieg van konin
gin Juliana.
We deden veel voor het Ko
ninklijk Huis. Koningin Em
ma hield erg veel van kant.
Het waren wonderlijke tijden,
maar heerlijk hoor! Zo samen
met elkaar". Verdiensten?
„Een dubbeltje per uur".
Weerdat jeugdige lachje ach
ter smalle briileglazen. Een
relekwie schuift over het
Smyrna tafelkleed, het Huis
houdelijk Reglement van de
School. Bij artikel zoveel valt
het boekje open: „Gedurende
de maand augustus is wegens
de Zomervacantie de School
gesloten. De werksters die
met lust en ijver gewerkt heb
ben en van toewijding blijk
hebben gegeven hebben 6 da
gen verlof gekregen met be
houd van loon tot een maxi
mum van 2.50". Het kant
klossen heeft Mevrouw Kra
mers nooit losgelaten. Gedu
rende haar huwelijk ging ze
stug aan door; zo inspireerde
haar schoonzuster en jonge
getrouwde nichtjes, die ook
aan de klosserij zijn gegaan.
Rijk zal ze er nooit van wor
den, tevreden en gelukkig
wel. Het oude ambacht geeft
haar leven inhoud. „Hét houdt
je jong. Laatst zei ik tegen de
dokter, toen ik daar voor een
kleinigheid moest zijn, ik heb
zo weinig tijd door het kant
klossen! Toen zei hij, „houen
zo, dan blijf je jong".
Mevrouw Josina Kramers in actie
een trend naar fijne zachte
breisels met botany, cashmere,
alpaca, mohairmengingen. De
stijl van de kleding is bepa
lend voor de materialen, die
over het algemeen zacht zijn,
maar wel body hebben. Stof
fen variëren van doorzichtig
plastic (transparante regenjas
sen over fluweel) tot curderoy
en materialen met feestkarak-
ter: glanszijde, taft, moiré,
kant Verder mohair met fla
nel, tweede, duffel en loden,
peau de pêche, vilt, veel suède
met bont. Uni stoffen vormen
een belangrijk beeld. En er is
enorm veel stofgebruik De le
gére look verwerkt meters en
meters. In de sector sexy wor
den veel lichte pastels voor
glansstoffen gebruikt. Het
kleurgamma zwenkt van
ivoor, via camel naar lever,
tem, mosterd, krijt soms in
zwoele combinaties. Nieuwe
tint is tope.
Zweepslag
Het kleurpalet is echter niet
uitsluitend zachtaardig. Er zijn
ook kleuren als een zweepslag,
bijvoorbeeld kardinaalrood,
flitsend paars; verder keuze
uit twee hoofdgroepen, de felle
warme rood-gelen en de koele,
harde blauw-groenen. Voor de
avond nogal eens zwart met
een harde kleur (fuchsia
sjerp); voorts tope voor hele
wijde ballonjurken. De stijl
van St. Laurent, satijnen pago-
dekleding met mandarijnjas
jes, waarvan de schouders op
krullen, heeft de mode nogal
verrast. Wie het staat zal deze
Chinese rage zeker vertaald in
de Nederlandse rekken terug
vinden. Interessant is dat Per
Spook, een Noor, die vijftien
jaar voor Louis Feraud ont
wierp dit seizoen voor de
avond kwam met satijnen
broeken en zuiver zijden boot
hals jakjes, die voorzichtig
kopjes op de mouwen vertoon
den. Duidelijke doorbraak van
Kenzo's vereerde T-lijn. Lan-
vin liep een beetje in het spoor
van Spook, maar het is voor
barig om te zeggen: „kopmou-
wen komen in". Wel is de fluis
tering „de kopmouw steekt de
kop op" op zijn plaats.
Nieuw
zijn voetloze maillots met
daarover Lurex sokjes, ges to
ken in enkellaarsjes, pennys
hoes of veterschoenen met
dikke spekzolen. Andere nou
veruté pompons! Overal pom
poenen. Ook aan de grote drie
kante doek over een schouder
voor de avond.
TEKST: TINY FRANCIS
De komende mode heeft als
sleutelwoord: volume Ontge-
voerde tunieks vallen bloesend
over rokken met platte
plooien. Wijde ballonvormige
blousons met diep ingezette
mouwen worden door een
trekkoord op de heupen bij
eengehouden of sluiten met
een boord. Zelfs leer wordt
bloesend verwerkt. Regenman
tels en capes bedekken dure
bruine nertsen. En er is ook
een hoop gekkigheid: korte on
getailleerde bolero's over heup
bedekkende tuniekjurken met
ceintuur dat de taille negeert.
Daar onderuit wandelen leren
slobkousen.
De rokken hebben verschillen
de lengtes; soms nauw tot óp
de knie; alle kuitrokken zijn
wijd. Toch bracht Parijs ook
korte- om net te zeggen „mini
rokjes". In iedere collectie wel
een kort, zwart dansjurkje.
Wijd op wijd zijn twee (tunie-
k)hemden over elkaar, het on
derste kuitbedekkend, het bo
venste heuplang met enorme
aangerimpelde col-capuchon.
Jassen worden in afstekende
kleuren soms met z'n vieren
over elkaar gedragen; twee er
van mogen best een capuchon
hebben Ook blousons
gaan laag op laag, één ervan
heeft een capuchon met een
bontrandje. Er is heel wat te
beleven in de mode voor wie
durft. Soberder is de masculi
ne lijn, waar niet aan valt
voorbij te gaan. Blazers op
taps toelopende broek, Prince
de Galles das, flanellen bloes
en herenhoed anno 1930. On
gevoerde pull over-coats heb
ben vierkante schouderlijn.
Romantischer zijn de lange
Pied de Poule jurken, plooiend
en golvend maar nooit sloom.
Super dunne wol gaat over
nog dunnere wol, draperieën
om nek en aan schouderpas
gerimpelde hemdjurken zor
gen voor souplesse en beweeg
lijkheid. Alle tendenzen in een
hoed gegooid, dooreengeschud
en vervolgens gerangschikt le
veren vier thema's op: tailor-
made (mannelijk, Norfolkstijl,
Bianca Jagger); sportlef (golf,
hippisch gebeuren, Robin
Hood laarzen, hemdtuniek met
laag ceintuur, mouwloos vest):
sexy look, jaren vijftig, Broad
way, Zwarte Pietenbroek,
Pierrotkraag, satijnen clown
spak, Rio de Janeiro). Folkore
(Dr. Zivago, Kaukasus, zwarte
Mantilla, Eskimo, Lapland, Te
xas, cow-boy). Er bestaat ook
Wijd, wijder, het wijdstel Sleutelwoorden Anglo Tarlazzi's kleren kenmerken zich
voor winterseizoen 1977/78. door asymmetrie.
Vliesdunne wollen chiffon bloesende bloes met diep
ingezette mouwen. Rok met elastisch tunnelceintuur
maakt er een tweedelig ensemble van. (Vuokko; Fin
land).
Harmonie van grijzen in pure wol.
Prêt porter van St. Laurent: bruine
puur wollen jas van teddybeer-stof met
écru en beige biezen.